DONDERDAG 9 DECEMBER -s No. 290Ö3e Jaargang - 1915 GEMEENTEBESTUUR KAMEROVERZICHT. Buiten de beschaafde Wereld. BINNENLAND VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren/1.30 ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels ƒ0.40voor iedere regel meer M cent per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 1.50. Voor België 2.20 Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. B$ abonnement speciale prf» Voor overige landen der Post-Unie f 3.35 Afzonderlijke nummer» 3 cent Reclame» 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanyragen 8 ct. per regel iügafsFirma F. VAN OF VILDE Ir., Kleine Markt SS, Vlissingen. Telefoon inters. 15 iiP^lp^b' Verschijn! dagelijks, oitgiieiiird op Zondig so algemeen erkende Slrlsiilijki ieestdagn De abonnés, in't bezit eener ft i%gulden bij levens-gulden bij dood Aftfflgulden bij verlies,* r*Agulden bij verlies* gulden bij verlies 4%rfgulden by verlies polis, zijn GRATIS verze- 11111| lange ongeschikt- door "Kg §1 ïj van een hand, g van ||g|E vaneen van eiken herd tegen ongelukken voor: uUUv heid tot werken ff vU een ongeluk voet of oog Aïf'W een duim HA" wijsvinger S*t%M anderen vinger. Sasa uitkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, tea ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. Da oitkearlng wordt gewaarborgd door da „Hol!. Alg, Verzak. Bank" te bckledest van den Amsterdamschen correspon dent der N. R. Ct. dat de raadsman van den gearresteerde, mr. J. Kappeyne van d» Coppello mededeelde, dat de heer Schröder ontkent het geïncrimi neerde artikel te hebben geschreven. Hij moet zich bovendien beroepen hebben op het „verantwoordelijk ad viseurschap" van den heer H. M. C. Holdert, die zich dan ook reeds tegen over de justitie zou hebben opge worpen als verantwoordelijk schrijver van het artikel. Weet de heer Schröder waar te maken dat niet hij als schrijver van het geïncrimineerde artikel de hoofdschuldige is, dan kan zijn invrij heidstelling, naar ons voorkomt, niet lang op zich laten wachten. In eiken stand van het geding im mers kan volgens art. 227 Wetb. van S'rafv. de Rechtbank, zoowel ambts halve als op voordracht van den rech ter commissaris met de instructe be last, op vordering van den officier van justitie of op verzoek van beklaagde, diens invrijheidstelling bevelen en dat de beklaagde en diens raadsman niets zullen nalaten om deze te ver-., krijgen, behoeit geen betoog. Is de heer Schröder de schrijver niet, dan vervalt voor de voorloopige hech tenis de reden van „gegronde vrees voor herhaling," die in het rechtelijke bevelschrift tot gevangenneming wordt genoemd. Is hij het wil, dan kan over da op - portuniieit van den maatregel, vooral uit staalkundig oogpunf, verschillend worden gedacht zoo?,Is reeds bleek uit de uiteenioopende redevoeringen van de heeren De Savornin Lohman en De Beaufort yerleden week in de Kamer en dan staan vrij in dezen aan de zijde van laatstgenoemde. Maar dan is het groote belang van de druk persvrijheid bij de voorloopige aan houding niet méér betrokken dan by de strafvervolging en eventueele ver- oordeeiing en blijft voor de handha ving van den eerstgenosmden maat regel de vraag den doorslag geven of die eenigen waarborg biedt dat het landsgevaariyke drijven van De Tele graaf zal worden gestaakt. Daar wij niet gelooven dat dit van den heer Schröder afhangt, eindigt de N. Crt., komt ons de voortduring van zyr. vrijheidsberooving onnoodig voor en hopen wy dat er spoedig een eind aan zal komen. De „Tijd" schrijft „De algemeen heerschende overiui ging hier te lande is terecht, dat de Nederlandsche pers volkomen onaf hankelijk staat tegenover de Regee ring, dat zy ook volkomen ontoegan kelijk is voor financieels invloeden van buiten en dat hetgeen zij als haar meening verkondigt ook werkelijk haar meening is, al zou die ook nog zoo verkeerd en absurd wezen. Als nu een blad wordt vervolgd, omdat het onbehooriyke critiek uitoefent, dan heeft het een schyn, alsof anderen, die het minstens even hard doen, hieitoe verlof hebben. Wy wyzen er nu het delict hier een aantyging geldt aan het adres der regeering bv. even op, dat 't bij de vervolging van „het Volk," omdat het een der ministers had genoemd, een „schavuit met besmeurde handen," niet tot een veor- loooig arrest is gekomen en dat er wel een vervolging heeft plaats gehad by een uitdrukking over een zekere party in Midden Europa, maar niet tegen degenen, die in „De Toekomst" een beslist Duitsche propaganda voe ren, ook niet tegen een journalistiek, waarin Italianen „sluipmoordenaars" werden genoemd en van de Russische regeering gesproken werd als van de „knoetmannen", „beulen," enz," Verder: „De arrestatie maakt ook in onze kringen veel sensatie en wekt zeer gemengde gevoelens, wy geven onzen vrienden den raad, er niet te zwaar over te denken. Men behoeft den heer Schröder niet te beklagen, maar nog veel minder doet men goed hem zyn lot toe te wenschen. Laat men de zaak nuchter op nemen er over spreken als over een ongeval, waarvoor men tegenwoordig den term heeft„de risico van het vak." Afgescheiden van de zaak zelve zal het nu ook van belang zijn na te gaan, welke gevolgen de instelling van een geheel nieuwe creatie in de Nederlandsche pers, nl. die van het* „verantwoordelijk adviseurschap" zal hebben. In de Duitsche rechtpleging is, zoo als men weet, tijdens den Cuituur- strijd van Von Bismarck, waarvan indertyd de katholieke bladen zooveel te lijden hadden, de betrekking van „Sitzredacieur" en „Puigeijungen" ge accepteerd. Wat zal men doen met de nieuwigheid, die de heer Hoidert heeft geschapen Aan de juridische zyde van het vraagstuk raken wij niet. Alleen zou den wij den heeren van het gerecht willen toeroepen: „Maakt het kort, maakt het in vredesnaam kort!" De „Nederlander" haalt de woorden aan van den heer Holdeit, waarin deze zegt, de zaak der gea'lieerden te zullen verdedigen, en gaat dan verder „Wij mogen in ons land zoowel de zaak der geallieerden als die der ceniralen verdedigen. Maar wij mogen niet handelingen plegen het pu- bliceeren van gedachten feiten is ook een handeling die ons land, tegen zijn wil, in den ooi log zouden kunnen betrekken. Wg mogen geen „misdrij ven plegen tegen de veiligheid van den Staat". Evenmin „tegen hoofden en vertegenwoordigers van bevriende 5 PENSONEELE BELASTING. Afkondiging van het kohier der Personeele belasting no. 7 dienst 1915. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden by hem ontvangen en aan den rijksontvanger is gezon den het executoir verklaarde kohier wegens de Personeele Belasting no. 7, dienstjaar 1915. Da daaiop voor komende belastingschuldigen warden uitgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden lijd aan te zuiveren, ook ter voorkoming van vervolgingen, en herinnert dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden Ingediend, terwijl de aangiften ter be koming van ontheffing, ingeval van verhuizing, moeten worden gedaan by den directeur der directe belas tingen in wiens directie de aanslag is vastgesteld, binnen zes weken na het verlaten van het perceel. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 9 Dec. 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen gelet op art. 12 der Drankwet, doen te weten dat bij hen is ingekomen een ver zoek van G. WISSE, om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein voor perceel 82, gelegen aan de Badhuisstraat; dat vanaf heden gedurende veertien dagen schriftelijke bezwaren tegen het verleenen der gevraagde vergun ning kunnen worden ingeb'acht by Burg. en Weth. voornoemd. Vlissingen, 8 December 1915. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, j. P. VAN ROSSUM Jr. Vergadering van Woensdag. Aisof er niets gebeurd was sedert Donderdagmiddag de discussies over de Staatsbegrooting werden afgebro ken, zette de Kamer op dezen dag de algemeene beschouwingen voort. Er v/aren mg vele leden, die hun licht wilden laten schijnen. In de eerste plaats was dat de heer Rutgers, die hulde brengende aan het beleid van de regeeting in haar buitenland- sche politiek, de vraag stelde in hoe verre de Nederlandsche regeering het initiatief moet nemen tot het bijeen- FEUJLLETON door J. Ts- 64.) —o— (Nairuk Tirtodei.) „Een buitengewoon slechte weg juist deze zyde van de bocht," zei hy met luide stem, terwijl hy een weispre kenden blik wierp op de dikbuikige flesch. Het ijs is door en door onbe trouwbaar door de bronnen en je merkt er niets van, vóór je er in bent." Toen zich tot de vrouw by de kachel wendend „Hoe voel je je, Blanche „Heeriyk," antwoordde zij, terwijl zy zich nog luier uitstrekte en haar voeten verplaatste, „ofschoon myn beenen niet zoo lenig zyn, als toen wij op stap gingen." Terwyi hy naar zyn gastheer keek voor toestemming, nam Cornell de zware flesch in de hand en vulde gedeeltelijk de vier tinnen bekers en een leeg jampotje. „Wat zou julle denken van een roepen van een conferentie van neu trale Stalen. Hy meende dat de regee ring, die het gezantschap by den Paus noodlg achtte, in die richting iets goeds zou kunnen verrichten. Een nieuw volkenrecht is na den vrede te wachten en Nederland als bakermat van bet volkenrecht, heeft zich de vraag te stellen in hoeverre reeds nu deze ontwikkeling kan worden voor bereid en bevorderd. Over het kolenbureau hield de heer Rutgers een uitvoerig college, waarvan niet veel te verstaan was, dank zij de belangstelling die vele leden voor hun eigen discussie hadden. Zyn conclusie kwam hierop neer dat de moeiiykheden, die zich bij de inrich ting van het bureau hebben voorge daan, te voorzien waren geweest. Nederland moet niet afhankelijk zyn van één land ook in politiek opzicht is dat niet gewenscht. Ook deze afgevaardigde huldigt de opvatting, dat de minister van Finan ciën de oppositie heeft geprovoceerd door zyn invaliditeitswet in te dienen en tevens te verklaren dat mocht deze worden verworpen, er geen tyd zal blijven om de wet-Talma te doen uitvoeren waardoor het onvermijdelijk zai zyn om den fatalen termyn van invoering ta verschuiven. Door den heer de Visser, werd nog eens scherp belicht de zonderlinge tegenstrijdigheid die er schuilt in de omstandigheid dat de regeering eener- zyds van geen verlichting der weer- machtsiasten wil weten en anderzijds de deur wyd open zet voor den hef- tigsten politieken strijd. Voor het buitenland wil de regeering de krach tigste saamhoorigbeid, voor het bin nenland laat zy de grootste bestrijding toe. Hoe zich dit te samen rijmt, kan de afgevaardigde niet begapen. Want de onderwerpen, die de regeering aan de orde zal stellen, kiesrecht en on- derwys zullen de grondbeginselen van den huidigen staat raken. Hy ziet ook een gevaar voor onze weer macht in de ontketening van den politieken stryd en de opwekking van de politieke hartstochien, die onge- twijfeid veel zal medewerken om de saamhoorigheid yan ons leger te versterken. De politieke strijd wordt dan voor namelijk onikelend door den Minister van Financiën die de arbeiders de invaliditeits verzekering onthoudt en hen wederom het beloofde land laat zién zonder hun eenige kans te geven op betreding daarvan. En zouden de arbeiders niet zooveel vooruitgaan met de nieuwe wet, dan zouden zy zich dit uitstel nog laten welgevallen, doch dit is reeds duidelijk dat zy in vele opzichten erop achteruit zulien gaan. Voor de werkkracht en de volhar- harding van den Minister van Land- grog zei de Donna, „of een warme punch?" „Hebt u lemoensap vroeg zy aan Corliss, „ja? Prachtig!" Zij richtte haar donkere oogen op Bishop. „Hier jij, kokkieVoor den dag met een pan en zet den ketel op voor heet water. Kom! Alle handsn aan het werk Jack tracteeit, en ik zai u laten zien, hoeHebt u suiker, mr. Cor liss En nootmuskaat Kaneel dan In orde GenoegVooruit nu, kok kie!" „Is zy niet flink en by de hand vroeg Cornell zacht aan Vance, haar met bewonderende blikkenaanstarend, ter wij! zy het stroomende brouwsel doorroerde. Maar de Donna schonk al haar aandacht aan den ingenieur. Let niet op hem, mijnheer," zoo raadde zy" hem. „Hij is al meer dan halfweg en spreekt bij elke halte de flesch ge ducht aan." „Nu, 1 eve protesteerde Jack. „Zwyg met je „Lieve", sprak zy boos. „Ik houd niet van je." „Waarom?" „Omdatzy deed met een groo- ten lepel de punch zorgvuldig in de bouw betuigde de heer Van Vuuren zyn eerbied en hy erkende de groote beteekenis van de economische maat regelen. Ook hij zag echter de na- deelige bijkomstigheden. Voeral echter wilde hij dat de gewone wetgever meer medezeggenschap zal hebben, dat de maatregelen wat minder buiten de Kamers omgaan. Nadat de heer Beumer den duurte- toeslag aan de ambtenaren had ver dedigd, hield de heer Duymaer van Twist, zyn buurman, militaire be schouwingen, waarhy hij aandrong op zuinigheid en uitte de heer de deer zijn leedwezen over de afbreking van het bestand. De regeering had dit kunnen ont gaan door een uitstel-wetje voorden fatalen datum in de wet-Talma. Hij ging zoover, dat hy alsnog de regee ring wilde verzoeken van het voor nemer. at te stappen en de Invalidi teitswet te laten rusten. Indien de regeering zich had bepaald tot grond wetsherziening en tot een uitstel-wetje voor de wet van Talma, dan had zy reeds een groot werk verricht. Nu echter heeft zij den politieken strijd ontketend en is het twijfelachtig of zij ditzelfde resultaat nog zal berei ken. Belangryke zaken die al lang hadden kunnen worden afgedaan, worden bovendien achtergesteld, zoo dat alles te zamen zeer weinig heil valt te wachten. Dat de heer Sannes nog eens de noodzakeiykheid van het stellen van maximumpryzen verdedigde, was een vrijwel overbodig werk. Daaraan twyfelt slechts een enkeling. Fouten hebben natuurlijk aan het stelsel ge kleefd, doch tegen dat stelsel pleiten zij niet. Dient zoowel op het belang der consumenten ais op dat der pro ducenten gelet te worden, dat van de eerste categorie blijft voorop staan. Scherper maatregelen van de re- gefering vroeg deze afgevaardigde voor aardappelen en turf en infor meerde hij naar den stand van de vischvoorziening. Ten slotte critiseerde de heer Van Wijnbergen de houding der regeering tegenover de salaris-regeling van de rijksambtenaren. De nieuwe afgevaardigde voor Assen, de heer Koster, ried aan op de bestuurs-afdeelingen meer te be zuinigen. Hij wist vele voorbeelden te noemen van weelderige besteding der staatsgelden. Oe hoofdredacteur van „de Tel." gearresteerd. Wat ons voor het oordeel over de gevangenneming van den heer Schrö der van veel belang voorkomt, schryft de „Nieuwe Ct." is de mededeeling bekers en dacht na. „Omdat je pruimt. Omdat je te veel van whisky houdt." „Luister niet naar haat nonsens," zei Cornell. „Zij zegt het alleen om me te plagen." „Nu dan!" commandeerde zij scherp. „Aan de warme punch. Daar gaat het!" „Wat zal het zyn?" riep Blanche van de kachel. De opgeheven bekers bleven half- verwege steken. „De Koningin, de Hemel zegene haar!" toastte de Donna vlug. „En Bill!" viel Bishop in. Weer gingen de bekers omhoog. „Bill wie vroeg de Donna. „Mc. Kinley." Zij glimlachte goedgunstig. „Goed gezegd, kokkie, je bent een kraan. Nu Daar gaat het, heeren Drinkt staande De Koningin, de Hemel zegene haar en Bill Mc. Kinley." „Advundumdonderde jack Cor nell en spoedig stonden de bekers omgekeerd op tafel. Het amuseerde Vance Corliss en stellig was het een interessant avont uur. Volgens Frona, zoo dacht hy ironisch, beteekende dit het leven leeren kennen, leerde hij er beter door generaliseeren. De uitdrukking was van haar en hy herhaalde ze een paar keer. Toen kwam weer haar verlo ving met St. Vincent hem in de ge dachte, en hy verrukte de Donna door haar te vragen, wat te zingen. Maar zij was preutsch, en pas toen Del Bishop eenige coupletten gezongen had van een iersche ballade, voldeed zij aan den algemeenen wensch. Haar stem, ofschoon niet zeer beschaafd, was niet onsympathiek en zij zong „Neem u goud terug", met iets aan doenlijks, dat de tranen bracht in de oogen van Jack, die altijd spoedig aangedaan was, als hij een goed glas grog had gedronken. Het applaus was algemeen en on- mlddeliyk stelde Bishop voor, te drinken op de zangeres en Jack Cor nell schreeuwde weer„Tot den bo dem leegdrinken Twee uur later klopte Frona Wei- se. Het was een scherp aanhoudend geklop en drong door ondanks het rumoer daar binnen. Corliss ging naar de deur, om open te doen. Zij uitte een kreet van vreugde, toen zy zag, wie het was. „O, ben jy het, Vance Ik wist niet, dat je hier woonde." Hy schudde haar de hand en blok keerde de deur met zyn lichaam. Achter hem lachte de Donna en jack Cornell brulde een van zynonnoge- lljke liedjes. „Wat is er?" vroeg Vance. „Iels niet in orde „Me dunkt, dat je wel kondt vra gen, of ik binnen kom." Er was iets van verwijt in Frona's stem en van haast. „Ik stapte door het ijs en mijn voeten bevriezen." „O Hemel 1" klonk het met de buitengewoon hooge stem van de Donna over Vance's schouder en de stemmen van Blanche en Bishop ver mengden zich in een lach tegen Cor nell, en de uitbundige klaagtonen van dat waardig heer. Het scheen Vance, dat al het bloed van zijn lichaam naar het gelaat gestroomd was. „Maar je kunt niet binnenkomen, Frona. Hoor je hen niet „Maar ik moet," hield zy vol. „Mijn voeten bevriezen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1