DINSDAG 7 DECEMBER 1915 igaiiFirma F. VIS DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Viissinpo. Telefoon Inters. IS Varsekijnt dagelijks, yliggzsodirii en Zoodas >b algemeen erkende Christelijks leistieges GEMEENTEBESTUUR FEUILLETON Buiten de beschaafde Wereld. BINNENLAND -es Wo. ass 53e Jaargang s VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummert 3 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regelt 0.401 voor iedere regel meer 1# ceaj Driemaal plaatsen wordt hwrmaal berekend. BJj abonnement speciale prijs Reclamet 29 ct. per regel Dlenttaanbiedlngen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in't bezit eener dftflg^gulden bij levens- gulden bij dood A AA gulden bij verlies J r*#| gulden by verlies A jf| figuren by verlies ^|jKgulden by verliet polis, zijn GRATIS verze- M111111 lange ongeschikt- 8 door nkl fill van een hand, 3 j j van vaneen 2 van elfeen kerd tegen ongelukken voor: SjU UW heid tot v/erken Jf UW een ongeluk UUU voet of oog lUU een duim 1UU wysvinger anderen vinger. Bui alMeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbare, een ongeluk bekomen op iroln, boot ol tram. Do oltkoorlng wordt gewaarborgd door da „Heil. ftlg. Verzak. Bank" te SshleSs» ONVEILIGHEID VAARWATER. SCHIETOEFENINGEN, De Burgemeester van Vlissingen maakt aan zeevarenden bekend dat op 8 en zoo noodig op 9 'De cember a.s. schietoefeningen zullen gehouden worden in de haven van Ytnuiden. De voor de veiligheid te nemen voorzorgsmaatregelen liggen voor be langhebbenden ter Secretarie dezer gemeente ter inzage. Vlissingen, 6 December 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. VERORDENING. De Commandant in Zeeland Oezien de Konlnkiyke Besluiten van 29 Augustus 1914 (Staatsblad no. 435), van 8 September 1914 (Staats blad no. 448), van 25 September 1914 (Staatsblad no. 463) en van 11 Fe bruari 1915 (Staatsblad no. 81,) waar bij de gemeenten in de Provincie Zeeland zijn verklaard „in Staat van Beleg" Oelet op de Wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128) Stelt by deze de navolgende ver ordening vast: Art. 1. Het is verboden te beva ren ahet watergebied ingesloten door de kust van Zeeuwsch-Vlaande- ren, de lijn welke de hooge lichten van Nieuwesluis en Kaapduinen verbindt, en de Zuidkant van de Walvisch- staart, tenzij het vaartuig is een stoomvaartuig en voorzien van een Nederlandschen loods. Hietvan zijn uitgezonderd, de vaartuigen bestemd voor, of vertrekkende van Cadzand, aan welke vergund is deze haven binnen te loopen of te verlaten, waar- by zij zich niet zullen mogen bevin den beoosten de gebroken Ujn, die gevormd wordt, door de lyn welke het badhuis Cadzand met de licht boei no. 2 van de Wielingen ver bindt en het verlengde der lijn die genoemde lichtboei met de Westzijde van het huizencomplex Wielingensluis verbindt. b. het Oostgat, de Deurioo, de Gal- geput en de Sardyngeul van X uur na zonsondergang, of indien de zon vroeger dan 5.30 uur ondergaat, van af 6 uur 's avonds, tot X uur voor zonsopkomst, of indien de zon later dan 6 30 uur opkomt, tot 6 uur *s morgens. Ingeval van zeegevaar, rekening houdende met de grootte van het vaartuig, een en ander ter beoordeeiing van den met de controle beiasten Zeeofficier, is het vergund, het Oostgat, de Deurioo en de Galge- put binnen te loopen, en te ankeren benoorden de lijn die de spitse ton no. 6a van het Oostgat met de licht boei nabij den Nolledyk verbindt. door J. ■62.) o— (Mnm vertelen.) En zy legden ook veel af van het uiterlijk vertoon der beschaving al haar dwaasheden, de meeste van haar zwakheden, en misschien ook eenige van haar deugden. Misschien welmaar zij bleven getrouw aan de groote tradities en leefden tenminste oprecht, lachten eeriyk, en zagen elkaar in de oogen. En zoo is het niet goed voor vrouwen, Zuideiyker geborenen zorgvuldig op gevoed, rond te zwerven in het Noor- derland, tenzy zij groot van hart zijn. Zy kunnen zacht en teeder en gevoelig wezen, oogen hebben, die net hun glans en het wonderschoone verloren hebben en ooren, die alleen gewoon zyn aan liefeiyke geluiden, maar ais haar levenswysheid gezond en stand vastig is, groot genoeg, om te be- grypen en te vergeven, zal haar geen Vaartuigen, welke in dit geval ver- keeren, zullen duidelijk de voorge schreven lichten toonen, en ingeval van aanroepen, aanfluiten, waaronder wordt verstaan het geven van her haalde korte stooten op de stoom fluit, beschyning met zoeklicht, of het hooren van een schot, onmiddeliyk ten anker komen. c. het watergebied der Schelde in gesloten tusschen de lijn Hooge licht Nieuwesluis Hooge licht Kaap duinen en de lijn Hansweert-Walsoor- den van 9'/t uur 's avonds tot 1/t uur voor zonsopkomst, of indien de zon later dan 6 u. 30 m. opkomt, tot 6 u. 's morgens, waarby wordt aange- teekend dat gedurende den tijd, dat de vaart op dit gedeelte verboden is, te Terneuzen en te Hansweert als regel niet kan worden geschut. d. bet watergebied der Schelde be oosten de lijn Hansweert-Walzoorden vanaf Vi uur na zonsondergang tot V, uur voor zonsopkomst. e. het watergebied ingesloten door de lijnlichtboei Kaloo, lichtboei Zuid-Banjaard, lichttoren West Schou wen, toren van Oostkapelie, lichttoren van Westkapelle, vanaf uur na zonsondergang tot V, uur voor zons opkomst. Artikel 2. De schipper van elk vaar tuig, dat zich ophoudt in het water gebied, bedoeld in artikel I sub a tot en met sub e, is verplicht op be vel van, of namens den Commandant van eenig.Nederlandsch oorlogsschip, of van den zich aan boord van eer. vaartuig met burgerbemanning bevin dend Nederlandsch Zeeofficier, on middeliyk ten anker te komen en daar na de door dien Commandant ot Zee officier te geven orders en aanwijzin gen op te volgen. Artikel 3. De schipper van eik vaar tuig, dat zich bevindt in het Zeegat van Brouwershaven of in dat gedeelte van het Zeegat van Zierikzee, hetwelk niet behoort tot het in artikel 1 sub e genoemde watergebied, is verplicht op bevel van, of namens den Commandant van eenig Nederlandsch oorlogsschip of van den zich aan boord van een vaartuig met burgerbemanning bevin dend Nederlandsch Zeeofficier, on middeliyk by te draaien of te stoppen en daarna de door dien Commandant of Zeeofficier te geven orders en aan wijzingen op te volgen. Artikel 4. Het in artikel 2 en 3 bedoelde bevel zal kunnen worden gegeven door aanroepen, dan wel door middel van een los schot, ai dan niet gevolgd door een scherp schot, neerkomende in de nabqheid van het vaartuig (de vaartuigen) waarop het bevel betrekking heeft. Artikel 5. Onder Oostgat, Deurioo, Qalgeput, Sardijngeul, Zeegat van Zie rikzee en Zeegat van Brouwershaven in den zin dezer Verordening, worden kwaad overkomen en zullen zy rein en zuiver uit-den vuurdoop te voor- schyn komen. Zoo niet, dan zullen zij dingen zien en hooren, die pijn doen, en zy zullen veel lijden en het vertrouwen in den man verliezen wat het ergste is, dat haar gebeuren kan. Vance Corliss droogde het laatste tinnen bord en zette het op de plank, stak zijn pyp op en viel achterover op zijn rug op de matras, om het met mos gestopte dak van zijn hut te French HUI te bewonderen. Deze hut stond op de laatste inzinking van den heuvel in Eldorado Kreek, dicht aan den meest beganen hoofdwegen het eenige, vry groote raam, was altijd 's avonds verlicht als een baken in zee voor hen, die nog laat reisden. De deur werd opengeschopt en Del Bishop waggelde naar binnen met een vracht brandhout. Zijn adem had zich op zijn gezicht vastgezet als een witte ryp, dat hij niet kon spreken. Zulk een toestand was altijd een beproeving voor den man, want spreken was zyn lust en zyn leven hy hield dus zyn gezicht, in de tril lende hitte boven de kachel. In een verslaan de watereu, en onder Wai- vischstaart de bank, omschreven in de desbetreffende hoofdstukken van de jongste c. q. gewijzigde uitgaven van den Zeemansgids voor de Nederland- sche Kust, uitgegeven door het depar- temant van Marine afdeeling Hydro- graphie. Artikel 6. Aan lijfsgevaar stelt zich bloot, ai wie niet onmiddellijk de in artikel 1, 2 en 3 bedoelde bevelen opvolgt. Artikel 7. Overtreding van deze Verordening wordt ingevolge artikel 43 van de Wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128) gestraft met hech tenis van ten hoogste eene maand of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Artikel 8 Door deze Verordening vervallen de Verordeningen, vastge steld door den Territorialen Bevel hebber in Zeeland, d.d. 18 November 1914, 27 Februari 1915, 19 Juli 1915 en 2 September 1915, alsmede de door mij aangaande ditzelfde onder werp uitgegeven Verordening van 30 September 1915. Uitgevaardigd te Middelburg, 27 November 1915. De Commandant in Zeeland, De vice-admiraai, O.P.V. HECKING COLENBRANDER. Afgekondigd te Vlissingen, ter plaat se gebruikeiyk, den 6 December 1915. De Burgemeester, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De gevangenneming van den hoofd redacteur van de „Telegraaf". Onder het opschrift „Bedenkelijke arrestatie" wijdt het „Handelsblad" een beschouwing aan de gevangen neming van den heer J. C. Schroder. Zij keurt den maatregel af en zij ge looft dat 's lands belang er niet door gediend wordt. En laat ons dit er nog byvoegen, hoe geheel anders dan de hoofdredacteur van „de Telegraaf" wij ook denken over wat goed en ge oorloofd is, om in een biad te schrij ven, over wat 's lands belang van een verantwoordeiyk journalist eischt, wy hebben geen rede^i te meenen, dat de felheid van „de Telegraaf" niet een uiting Is van wat eerlijk gevoeld werd. Het feit, dat „de Telegraaf" een tiental jaren geleden, onder dezelfde hoofdredactie, vehement pro-Duitsch was, is onvoldoende aanleiding tot twyfel dienaangaande de oorlog heeft in vele denkbeelden en gevoelens wij ziging gebracht. De regeering, bladen vervolgende die onbehoorlijke opmerkingen ma ken, laadt daardoor een te groote verantwoordelijkheid op zich. Immersstilzwijgend keurt zij dan alle andere uitlatingen goed. Wij wijzen er slechts op, dat zij op deze wijze wip was het qs gesmolten en de neervallende droppels dansten woest heen en weer op de wit-g!oeiende plaat beneden. Toen begon ook het ijs van zijn baard in brokken naar beneden te vallen, te sputieren en sissen op de kachel en de plaat, tot het in wolken van stoom omhoog trok. „En zoo ben je getuige van een echl natuurverschijnsel", zei Vance lachend, de eentonige stem naboot send van iemand, die bewijzen wil „vaste stof, vloeibare stof, damp. Straks krygen we misschien ook nog gas." „D d is alles goed en wel," hakkelde Bishop, worstelend met een weerspannig stuk tot het van zijn bovenlip losliet en met een plof op de kachel viel. „Hoe koud schat je het?Vyftig?" „Vyftig vroeg Bishop met onuit- sprekelqke minachting, terwyi hy zyn gezicht afveegde. „Het kwik is al uren niet meer vloeibaar en het is dien dien tijd nog altijd kouder en kouder geworden. Vfjflig Ik verwed mijn nieuwe wanten tegen je oude mocas sins, dat het niet veel onder zeven- ook alles goedkeurt wat voorkomtin „De Toekomst" en dat couranten, die over de Italianen ais „sluipmoorde naars", over de Russen als autocraten, die met „de knoet regeeren" spreken, dit feitelijk met goedkeuring van de regeering doen. De heer mr. J. A. Levy, de beken de Amsterdamsche rechtsgeleerde, heeft is het „Hbl." ook zyn afkeuring over de gevangenneming uitgespro ken. Mr. Levy schrijft c.a. My ontgaat alle bescheid, tegenover het diep treurige feit der aanhouding. Even slerk onthutst maakt de vaag heid der aanklacht. Wij lezen, in de strafwet, eene bedreiging met zes ja ren gevangenis, tegen dengene, die Neerland's onzydigheid in gevaar brengt, door „het opzettelijk verrich ten eener handeling." Waar is hier de handeling? De heer Schröder heeft geschreven, dus gehandeld. Aanvaardt men die uitleg ging der strafwet Zet dan uwe ge vangenis open voor honderden, neen duizenden, neen tienduizenden, die niet schreven maar spraken, In zyn of in tegengestelden geest. Of is het gesproken woord niet, de drukinkt wél gevaarlijk voor onze neutraliteit Gevoelt men niet, dat de eene onge kendheid hier op de andere zich sta pelt, er een goed eind weegs af te leggen is, eer hst gezond verstand is achterhaald En dan de voarloopige aanhouding 1 Ziehier een huisvader, gerukt uit zijn gezin en overgebracht naar de cel. Geeft men zich rekenschap van het geen dit beteekent? De voorloopige hechtenis is infamant, niet omdat zy voorloopig, maar daar zij hechtenis is. Het ontbreekt noch ontbrak aan waarschuwingen ter zake van poli tieke misdryven. Men had, ten onzent, zich slechts te herinneren de, slechts ettelijke dagen geleden, in ons Parle ment, uitgesproken vermaning van een niet getingere dan mr. W. H. de Beaufort. Zij luidde, die vermaning, woordelijk schier: Keur af, vervolg niet. Heeft de meening van dezen uitnemenden geschiedkenner en oud minister van buitenlandsche zaken ik herhaal :van buitenlandsche za ken zoo weinig waarde, dat men haar onmiddellijk in den wind sloeg De anti. rev. „Rotterdammer" wydt een driestar aan de gevangenneming. Het blad schrijft o.a. het volgende Daar is bij de „Telegraaf" geen sprake van éene onvoorzichtige ge draging maar van éene welbewuste met niets ontziende hardnekkigheid gevolgde taktiek. Niet scherpe, onverantwoordelijke uitlatingen, in het vuur van het harts tochtelijk debat aan de pen ontglipt, worden achterhaald, maar de justitie keert zich tegen een taktiek van ver dachtmaking en beschimping, die voor tig is." „Denk je?" „Wil je wedden Vance knikte lachend. „De honderdgradige ofFahrenheit?" vroeg Bishop, die plotseling argwaan kreeg. „O. goed, als je mijn oude mocas sins zoo heel graag wilt hebben", zei Vance, die zich hield of hij beleedigd was door het gebrek aan vertrouwen van den ander, „och, dan kun je ze wel krygen zonder wedden." Del Bishop bromde wat en viel neer op de andere matras. „Je denkt zeker, dat je aardig bent, hé Toen er geen antwoord kwam, ging hy ook op zijn rug liggen om het mosvulsel te bestudeeren. vyftien minuten was hiertoe vol doende. „Nog een partijtje maken, vóór we naar bed gaan?" vroeg hij aan Corltss. „Goed." Corliss stond op, rekte zich uit en zette de petroleumlamp van de plank op de tafel. „Denk je, dat zy het zal uithouden?" vroeg hy, terwyi hij naar de olie keek door het goedkoope glas. Bishop wierp de kaarten op tafel onze onzijdigheid de allergrootste ge varen oplevert. Zoo tartend was het optreden dat Zaterdagmorgen „de Telegraaf" ge wag makend van eene nieuwe ver volging tegen haar ingesteld, er zich op beroemde dat nu het dozyn vervol gingen vol was. Het scheen haast alsof een beslis send ingrypen der justitie werd uitge lokt en moeilijk kan worden aange nomen dat niet werd beseft dat het ten slotte moest loopen gelijk het nu geioopen is. Commandant van hat veldleger. By kon. besluit is met 8 Dec. on der toekenning van het recht op pen sioen, aan den luit. generaal O. A. Buhlman, commandant van het veld leger, op zijn aanvrage, ter zake van langdurlgen dienst, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst en hem Harer Majesteits bijzondere dank- betuigd voor de uitnemende diensten door hem gedurende zijnen langdu- rigen diensttijd in verschillende ge wichtige betrekkingen aan den lande bewezenen is benoemd, mede met luitenant generaal commandant van het veldleger, de gen. majoor W. H. van Terwisga, commandant yan de 3e divisie. Rijkspostspaarbank. In een tweetal artikelen in het „Tijdschrift voor Posteryen en Tele grafie" van 16 November en 1 De cember 1.1., tracht de heer C. J. Bee- lenkamp, de oorzaken op te sporen, waarom de Rykspostspaarbank, naar verhouding, het aantal houders van spaarbankboekjes minder snel ziet toenemen dan de particuliere spaar banken hier ie lande. Volgens de „Statistiek der spaar en leenbanken in Nederland" over het jaar 1912/13, uitgegeven door 't Centr. Bureau voor de Statistiek (de laatst verschenen) vermeerderde het aantal inleggers van 1911 op 1912 bij de Rykspostspaarbank van 1.556.950 tot 1.607.016 dus met 50.000. Bij de 284 particuliere spaarbanken vermeerderde het aantal inleggers van 470 333 tot 494.157, dus met 24.000, dat is in verhouding van 3 tegen 5. In 1913 bedroeg bq de Rykspostspaar bank de vermeerdering nog slechts 2 6 pet. Over het tydvak 1897—19C1 was de jaarlijksche vermeerdering van het aantal Rijkspostspaarbankboekjes 66,954, van 1902—1906 72,584 en van 1907—1911 nog slechts 59.454. De schrijver meent dat deze trage toeneming niet verklaard kan worden door er op te wyzen, dat het spaar bankboekje zich heeft ingeburgerd, en dus sprongsgewijze vermeerdering van het aantal inleggers niet meer ver wacht kan worden. Op 31 December 1913 werden op 1000 zielen nog en onderzocht de hoeveelheid olie met een kennersblik. „Ik heb verge ten, haar te vullen, hé Het is nu te laat. Zal het morgen doen. Het zal ons spel wel uitduren, denk ik." Corliss nam de kaarten op, maar wachtte even onder het schudden. Wij hebben een flink uitstapje voor ons, man, over een maand ongeveer, midden Maart of zooveel eerder als ik kan de Stuartrivier op naar Mc. Question van Mc. Question heen en terug langs de Mayodan dwars door het land naar Mazy May en zoo naar Henderson Creek „Over de Indian Rivier?" „Neen," antwoordde Corliss, terwyi hy de kaarten gaf; „juist Zuideiyk van waar de Stuart in de Yukon stroomt. En dan terug naar Dawson, vóór het ys zwakker wordt." Del Bishop's oogen schitterden. „Dat zal ons wakker houden; een mooi uitstapje, zegWat te verdie nen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1