WOENSDAG
No. 283
1915
fliQgviFirma F. VIM DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissinp. Telefoon intern. 16
dioilijks, oitBizoBifBrd sp hm m ilgimiin irkands Cirristilijki imtdip
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
Buiten de beschaafde
Wereld,
BINNENLAND
programma
VL1SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlisslngen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk f 1.50. Voor BelgiE 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummer» 3 cent
m
ADVERTENTIEPRIJS Van 1 —4 regel» 0.40 j root iedere regel meer 10 cenj
Driemaal plaatfen wordt tweemaal berekend. B| abonnement speciale prf»
Reclame» 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in 't bezit eener
polis, zijn GRATIS verze- 00001
kerd tegen ongelukken voor: ttUwU
j, gulden by levens- ff f?f\ gulden bij dood A ft gulden by verliest ^Agulden bQ verlies A A gulden bij verlies f* gulden by verlies
1 lange ongeschikt- g BI door %l||l van een hand, 1*^11 van II III vaneen *1 van eiken
1 tegen ongelukken voor-, £4 WIJ heid tot werken f (JU een ongeluk (JUU voet of oog lv|| een duim 1UU wijsvinger !J%9 anderen vinger.
Cu» uitkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plutsbewli, een ongeluk bekomen op trein, beet of tram. De eltkoerhig wordt gewaarborgd deer de „Heil. Alg. Verzak. Bank" te ScMediia
Vergadering van Dinsdag.
Er zat iets meer beweging in de
discussie van dezen dag. Het gold
een marine-aangelegenheid van Indië,
een kwestie dus die ook den waar-
nemenden Minister van Koloniën als
Minister van Marine raakte.
De vraag liep voornamelijk over
eenige vragen door den heer Bichon
van IJseimonde gedaan. De onder
zeeër K I Is gebouwd voor indië,
doch is sedert Augustus 1914 voor
de bescherming van Nederland ge
bruikt. Betaalt Nederland daarvoor
aan Indië een schadeloosstelling?
Neen, zegt de Minister. De boot is
nog niet aan indië afgeleverd. Juist
was de boot afgeleverd toen de oorlog
uitbrak; het zou toen van weinig
voorzichtigheid hebben getuigd wan
neer men de boot naar Indië had
laten vertrekken, afgezien van de
vraag of Indië ooit bereikt had kun
nen worden. Intusschen betaalt Ne
derland de exploitatie-kosten en is
straks een afrekening met Indië te
wachten.
In 1914 werd besloten twee nieuwe
onderzee-booten op stapel te zetten
en daarvoor werd \}-i miilioen uit
getrokken. Eerst op 20 November j.l.
is voor de eerste boot de kiel gelegd.
Afgezien van den langzamen gang
van zaken die hieruit blijkt, valt te
begrijpen dat voor het einde van 1915
niet meer dan een derde deel van het
reeds toegekende bedrag zal worden
besteed. Bovendien laat het zich aan
zien dat in 1916 niet het volle be
drag zal worden verwerkt. Om deze
redenen achtte de heer Bichon van
Ijselmonde het beter niet meer geld
op deze begrooting uit te trekken dan
in 1916 zal kunnen worden verwerkt.
De Minister gal voor den tragen gang
deze verklaring, dat de plannen voor
het bestek met veel zorg en moeite
moeten worden samengesteld. Dit
gaat langzaam. Bovendien is het on
der de huidige omstandigheden heel
moeilijk verschillende stukken mate
rieel uit het buitenland te krijgen.
Het was de bedoeling van den heer
Bichon dezen post met een half inil-
lioen te verminderen, omdat het wel
zeker is dat dit bedrag niet zal kun
nen worden verwerkt.
De Minister wilde in het amende
ment geen tegenwerking zien van de
afwerking der boaten en daarom liet
hij de beslissing aan de Kamer over.
Op verzoek van de Commissie van
Rapporteurs nam hij het amendement
over.
De Indische begrooting werd goed
gekeurd.
Vervolgens was de algemeeneStaats
begrooting aan de orde. Het jaarlijk-
sche tournooi, dat verleden jaar ach
terwege bleef, zal waarschijnlijk dit
door J". L-.
57.) —o— (Mina rertodei.)
Bij dezen vlammenden triomf werd
de stilte der aarde verbroken en tien
duizend wolfshonden hieven hun lan-
gerekt gëhuil aan.
Frona huiverde en St. Vincent
legde zijn arm om haar middel. Het
meisje had een vaag gevoel van ver-,
rukking en toch ook van twijfel;
maar zij bood geen tegenstand. En
terwijl de wolfshonden hun gewee
klaag voortzetten en het Noorderlicht
boven hun hoofden tooverde met zijn
wondet kleurenspel, voelde zij zich
dicht tegen hem aangedrukt.
„Behoei ik mijn geschiedenis nog
te vertellen fluisterde hij.
Zij liet haar hoeid vermoeid en te
vreden tegen zijn schouder rusten, en
samen beschouwden zij het gloeiend
hemelgewelf, waarin de sterren ver
bleekten en verdwenen. In- en uit-
jaar voor een groot gedeelte in be
sloten zitting plaats vinden. De heer
de Meester die de algemeene beschou
wingen opende, kondigde aan, dat
een groep van leden zal vragen de
deuren van de vergaderzaal te sluiten
opdat de regeering de gelegenheid
zal hebben wat toeschietelijker te zijn
in haar mededeelingen, betreffende de
noodzakeiykheid van het onder de
wapenen houden van ons gansche
leger. Hierdoor gaat natuurlijk een
deel van het „piquante" dezer discus
sie voor de toehoorders verloren.
De rede van den heer de Meester
miste dientengevolge reeds alle be
langrijkheid. Hij bracht hulde aan de
regeering voor de wijze waarop zij
onze neutraliteit had weten te hand
haven, aan de Nederlandsche pers, die
vrij en onafhankelijk als ze is, neu
traal bleef op een enkele uitzondering
na, die door den heer de Meester
scherp werd gelaakt.
Overigens was het een aandringen
op zuinigheidop ijver voor de Ka
mer om de vele beiastingontwerpen
snel af te doen enz. kleine puntjes
die wel heel gewichtig zijn, doch te
algemeen bekend zijn om een bree-
dere uiteenzetting van noode te heb
ben.
Door de ziekte van den heer Troel
stra had de heer Schaper de taak van
sociaal-democratische zijde het groete
tournooi te voeren. Hij deed dit op
de hem eigen geestige scherpe wijze.
De grondoorzaak van den oorlog in
welks teeken ook deze algemeene
discussie staat, ligt in het kapitalisme.
Het belang en de macht van het
kapitaal beheerschen dezen oorlog,
hetgeen wel blijkt uit het verschil dat
de grootste haat in dezen oorlog be
staat tusschen Engeland en Duitsch-
land, die al zoo lang in den econo-
mischen strijd tegenover elkaar staan.
De kapitalistische productie-wijze
is de bron van allen strijd, aldus nog
maals dit thema van deze rede. Zoo
lang deze productie-wijze niet is om
gezet ineen socialistische kan aldus
niets gedaan worden om het oorlogs
gevaar te verminderen. De politieke
christenen leveren het grootste gevaar
op voor den vrede.
De democratiseering van de diplo
matie acht hij noodig om het gevaar
voor overrompeling door den oorlog
te keeren. Ook in ons land weet het
Parlement zoo goed als niets van de
diplomatie af. Bij wijze van gunst
wordt een comité-generaal toegestaan
waarin de regeering niet meet zegt
dan ze kwijl wil zijn. Over de geheime
diplomatie natuurlijk geen woord. En
zoolang dat niet geschiedt, wordt de
toestand niet beter. De heer Schaper
had gewild dat de regeering met een
commissie uit de fracties had samen
gewerkt opdat in iedere fractie één
man als vertrouwersman optrad, die
eenvloeiend volgens een groote rhyt-
mische beweging, verspreidden zich
de prismatische kleuren schitterend
over het firmament. Toen werd het
hemelgewelf een machtig weefgetouw,
waarop keizerlijk purper en diep zee
groen vermengd werden, geweven,
dooreen geweven met schitterenden
inslag en stralende schering, tot het
fijnste, kleurrijkste netwerk te voor
schijn kwam en den nacht van bewon
dering deed blozen.
Zonder waarschuwing werd de
spanning van den boog in tweeën
gedeeld door een aanmatigenden
arm van zwart. De boog vloeide uit
een in blozende verwarring. Breede
strepen zwart kwamen te voorschijn,
groeiden en smolten Ineen. Verbroken
massa's verdwaalde kleuren en ver-
bleekend vuur slopen beschaamd naar
den horizon. Toen was het zwarte
nachtgewelf weer boven hen, onbe
wegelijk, onmetelijk, en de sterren
kwamen éen voor éen terug en de
wolfshonden huilden opnieuw.
„ik kan je zoo weinig aanbieden,
lieveling," zei de man met eenige
bitterheid. „Het onzekere foituin van
een zwerveling."
zijn vrienden kan verklaren dat deze
of gene maatregel zijns inziens nood
zakelijk was.
Ook vroeg hij of de regeering niets
gevoelt voor een conferentie van neu
trale staten als een stap om tot be
middeling te komen.
Ten slotte vroeg hij de regeering
niet tegen de dienstweigeraars ep te
treden om deze menschen tot marte
laars te maken. Een half-zachte pa
cifist als dr. Baehler heeft toch geen
aanhang meent hij.
Over de mogelijkheid van demobi
liseering zal in het comité gesproken
worden. Over de economische maat
regelen wil de heer Schaper morgen
verder spreken.
Uit da Staatscourant.
By Kon. besluitis met ingang van
1 December aan de generaal majoors
A. Hoogeboom, van den grooten staf,
inspecteur van het militair onderwys
en H. Oolgaardt, inspecteur der be
reden art., alsmede aan den kolonel
L. baron van Hogendorp, commandant
van het 4e reg. veld art., op hun
aanvrage, terzake van langdurigen
dienst, onder toekenning van pensioen
eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend, en is aan de generaal ma
joors Hoogeboom en Oolgaardt voor
noemd Hr. Ms. dank betuigd.
Landstormlichting 1916.
Ingevslge artikel 3 der Landstorm
wet zullen thans de Landstormlich
tingen, die geboren zyn in het jaar
1896, worden ingeschreven, en zal
spoedig worden overgegaan tot de
keuring van genoemde jaarklasse.
De gewone onderscheiding tusschen
bestemming voor engewapenden
dienst eenerzljds en voor gewapenden
en ongewapenden dienst anderzyds
blijft buiten beschouwing en zal van
alle landstormpllchtigen gewapende
dienst kunnen worden gevorderd.
Naderiandsche dienstplichtigen In
België.
Persooniyke kennisgevingen betref
fende iniyving, keuring of opkomst in
werkeiyken dienst voor militie- land
weer- of landstormplichtigen, voor
zoover deze in België vertoeven,
kunnen door tusschenkomst van het
Gezantschap te Brussel, aan belang
hebbenden worden uitgereikt.
Bovengenoemde kennisgevingen
kunnen, voorzien van een vol
ledig adres worden gezonden aan de
Commissarissen der Koningin in de
onderscheidene provinciën, die ze dan
aan het Departement van buitenland-
sche zaken doen toekomen.
Het Dam-vraagstuk.
Onze correspondent te Amsterdam
schrytt
En de vrouw, zyn hand tegen de
hare nemend en haar tegen het hart
drukkend, zei, zooals een groote vrouw
voor haar gezegd had„Een tent en
een korst brood met jou, Richard."
HOOFDSTUK XIX.
How-ha was slechts een Indiaansche
vrouw, gesproten uit een oud ge
slacht vischetende, vleeschverscheu-
rende menschen en haar zedekunde
was even ruw en eenvoudig als haar
bloed. Maar langdurige aanraking met
de blanken had haar inzicht gegeven
in hun manier om de dingen te be
schouwen en ofschoon zy inwendig
verachtelijk bromde, begreep zy toch
hun maniet van doen volkomen. Tien
jaar te voren had zij voor Jakob Welse
gekookt en hem na dien tijd altijd op
de een of andere manier gediend en
toen zy op een somberen Januari-
morgen de voordeur opende in ant
woord op den luiden klopper, werd
zelfs haar onwrikbare kalmte geschokt,
toen zij de bezoekster herkende. Niet
dat de gewone man of vrouw haar
zoo spoedig herkend zou hebben. Maar
How-ha's vermogens om op te mer
ken en bizonderheden te onthouden
Vele Amsterdamers zyn niet tevre
den over hun DamHet gebouw
van de „Groote Club" is voor velen
een windmolen zonder wieken, en 't
gebouw van Peek éc Cloppenburg mag
op zichzelf monumentaal worden,
evenals ket te bouwen Dam-hotel op
de plaats, waar vroeger het Comman
dantshuis stond, het valt niet te ont
kennen, dat de Dam als geheel er
niet op vooruitgaat. De Dam, de Am-
sterdamsche Dam, de historische Dam
in den Amstei, waaraan Amsterdam
z'n ontstaan heeft te danken hoe
wel de meeste historici om de be
wering lachen 1 de Dam, het hart
van bet hart des lands, waar we zoo
trotsch op zyn, die we haast be
schouwen als een plekje gewyden
grond, diezelfde Dam, het valt niet te
ontkennen, krygt al meer en meer een
hutspotachtig karakter.
Vroeger was het Paleis het gebouw,
maar nu probeeren andere gebouwen
met het.Paleis te concuireeren. De
Damhuizinghe worden al hooger en
breeder, en het gevolg van een en
ander is, dat de Dam zelf er kleiner
door schynt. De Dam is, zoo zeg
gen reeds verschillenden, geen plein
meer, maar een kom. Qa niet zoo
voort, myn zoon!
Onder de velen, die zich met het
Dam-vraagstuk zyn gaan bezighouden,
behoort thans ook de sympathieke
jhr. J. H. Schorer uit Laren (N.-H.)
In de „Nieuwe Courant" van Zondag
jl. schrijft hy een zeer interessant ar
tikel, waarin hij o. a. het volgende
opmerkt.
Men neemt de onstane disharmo
nie in de verhoudig der gebouwen
onderling waar; men moppert over
den vorm van dezen en genen hoek
van het plein; men ziet, dat de ver
wijdering van het Vryheidsbeeid aan
den indruk der omgeving geen wij
ziging brengten men gevoelt onwil
lekeurig, dat niets baten zal om een
gewenschte uitkomst te bereiken. De
heer Schorei meent dan echter, dat
een blik in het verleden opheldering
geeftde disharmonie toch, welke
de Dam toont wortelt ons niet in het
heden, maar in het verleden, toen
de vroede vaderen der Amstelstad
besloten, een gebouw van die om-
vangryke afmetingen van het Paleis
op den betrekkelijk kleinen Dam te
plaatsen. Ten allen tyde heeft het
Paleis zyn omgeving in elke richting
op den Dam te veel gedrukt. De
werking der Groote Kerk is er door
verkleind, en omgekeerd heeft haar
indruk ongunstig ingewerkt op dien
van het Paleis.
Jhr. Schorer meent dan vervolgens,
dat, toen in de 17de eeuw het oude
raadhuis niet meer voldeed, men een
administratiegebouw had moeten op
richten, en op den Dam het eigeniyke
stadhuis voor de representatie. Zoo
waren ontwikkeld in een harde leer
school, waar de dood zyn slag toe
bracht aan den flauwhartige en het
leven was voor den waakzame.
How-ha zag de vrouw, die voor
haar stond, van het hoofd tot de
voeten. Door de dikke voile kon zy
ternauwernood de schittering der
oogen onderscheiden, terwgl de kop
van den ruimen mantel het haar ver
borg en de mantel zelf de ïynen van
het lichaam. Maar How-ha wachtte
even en keek weer. Er was iets be
kends in die vage gestalte. Weer ging
haar blik naar het omhulde hoofd en
kende ineens de onmiskenbare hou
ding ervan.
In de voorraadschuren van het ver
leden zocht How-ha en zocht en com
bineerde, tot de onbekendheid van
de vrouw voor haar wegviel en zij
haar kende, woord en daad en blik
en geschiedenis.
„Be er, dat je heel gauw gauw
heengaat," zei How-ha haar.
„Miss Welse. Ik wil haarspreken."
De vreemde vrouw sprak in flinke,
kalme woorden, wat haar vasten wil
verried. Maar wat volstrekt geen in
druk maakte op How-ha.
ware de grove fout vermeden van een
bouwwerk te scheppen, dat op elke
plaats der Amstelstad disharmonie in
zyn omgeving moest doen geboren
worden, niet het minst op den kleinen
Dam.
Het Paleis heeft oude adelbrieven,
en dat zulke oude voorname gasten
dikwyis heel wat in de melk te brok
kelen hebben, bewy'st de stem, die
het Paleis dagelijks doet hooren „Ik
besta, en niemand op den Dam heeft
recht van spreken dan ikl"
De opmerking van den heer Schorer
is mogelijk niet origineel, het is goed,
dat het weer eens gezegd is, opdat
ieder voortaan wetede Dam is be
dorven, en zal bedorven biyven daar
helpt geen moedertjelief aan, ook geen
Berlage, noch bouwmeester van de ou
dere richting. De Dam Is bedorven, en
alles, wat men eraan doet, is
lapwerk.
De najaarsvergadering der Prov.
Staten werd gisterenavond half acht
door den Commissaris der Koningin,
den heer mr. H. J. Dyckmeester, in
naam der Koningin geopend.
Tegenwoordig waren 39 leden. Af-,
wezig de heeren Van der Vliet, die
kennis heeft gegeven deze geheele zit
ting wegens ziekte niet te kunnen
bywonen en de heeren Qerlach en
Wondergem, die hetzelfde voor de
avondvergadering hebben bericht.
Mededeeling werd gedaan van de
ingekomen stukken, w.o. een dank
betuiging van het bestuur der ver-
eeniging tot christelijke verzorging van
krankzinnigen in Zeeland voor de in
williging van het verzoek tot wijziging
van de tusschen de Provincie Zeeland
en de vereeniging bestaande over
eenkomst.
Vervolgens een mededeeling door
het comité tot bevordering van de
tot standkoming van een tramweg van
Breskens naar Sluis met zyitjnen en
van den heer mr. P. Dieleman als ge
machtigde van den heer E. Huljghe-
baert, dat tusschen het comité en den
heer Huyghebaert eenerzgds en de
stoomtrammaatschappy Breskens-Mal-
deghem anderzijds overeenstemming
is verkregen omtrent den aanleg en
de exploitatie van genoemde iyn.
Deze beide stukken worden voer
kennisgeving aangenomen.
Verder was ingekomen een verzoek
van het bestuur der vereeniging de
Ambachtsschool te Middelburg om in
verband met de stijging van de pryzen
der materialen enz. over 1916 een
extra-subsidie van f 1000 te mogen
ontvangen. Dit adres werd gesteld in
handen van Ged. Staten om daarover
„Beter, dat je gaat," herhaalde zy
onbewogen.
„Hier, breng dit aan Frona Welse,
en ah 1 wil je (haar knie bren
gend tusschen de deur en den stijl)
„en Iaat de deur open."
How-ha bromde, maar nam het
briefje aanwant zy kon niet van
zich schudden den last van tien jaar
dienstbaarheid aan het superieure ras.
„Mag ik u spreken? Lucile."
Zoo luidde het briefje. Frona zag
de Indiaansche vrouw vragend aan.
„Is nog beneden, buiten," legde
How-ha uit. „Haar zeggen, dat ze
gauw-gauw heengaat? Hé? Vindt u
ja? Nergens goed voor Niet
Neen. Breng haar Frona dacht
even na „neenbreng haar hier
boven."
„Veel beter
„Gal*
How-ha bromde, en toonde onmid-
deiiyk weer de gehoorzaamheid, waar
aan zy zich niet kon onttrekken of
schoon, toen zy de trappen afging naar
de deur, op een geluldlooze, glijdende
manier, verwonderde zy er zich
over, dat het toeval van een blanke
huid of een zwarte tot meester of
slaaf maakte, al naar het viel.
(Wordt vervolgd.)