-m Humeri D op de a 10 centper week. PilBumniBr hestaai uil 2 hlaJeii. Eerste Blad. 3 OCTOBER 53e Jaargang 1913 firm! f. V&N Of VELDE Ir.. Kleins Markt 58, Vlissingen ïelete Interc. Een critieke tijd. PElilLLETOiV Buiten de beschaafde Wereld. Brieven uit de Hofstad C%0 232 VUSSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Watcncren/1 0 jer drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.Ï 0 Voor overige landen der Post-Unie f 3.35 - Afzonderlijke nummert 3 eer». ADVERTENTlEPKlp Van I-* regels /0.4b voor tedere rege» m if een Driemaal plaatsen word; (wcemaa berekend. Bf abor.sem - *p<*» ,tit prj# Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 er per regel Verschijnt dsnelijks, uiigszondird op Zondsg on sigsmito Brfeends ühnstilnke Iwslteps r^f^imés, in 't bezit eener OlïAfïgulden bii levens' ^Pfl gulden bij dood A f| 4* gulden bij verlies 4 gulden bij verlies A f||"| gulden bij verlies gl guide; bij verlies nolis zijn GRATIS verze- BI III lange ongeschikt- **g| door van een hand, |*|g| van vaneen van elke.r, kerd 'tegen ongelukken voor: LvUU heid tot werken f %J\f een ongeluk Ullll voet of oog IvU een duim lUw wijsvinger fai%Sf anderen vingn. (1) uitireerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. Da oltkoorlng wordt gewaarborgd door de „Hol!. Big. Verzak, Bank" te Settle**, Van de wereld-crisis, die zich thans allerwege voltrekt,heeft ons land ruim zijn deel te dragen. Wij, niet minder dan de andere neutraal ge bleven landen, zien die crisis overal in onzen economischen toestand weer spiegeld worden. Met den aanvang van dezen wereldoorlog heeft ook in ons land aanstonds de welvaart, die er in tal van takken van bedrijf heerschte, een gansch ander aanzien verkregen. In de breede kringen onzer Nederlandsche samenwerking heer- schen thans zorg en werkeloosheid in veel grootere mate dan anders niet alleen is de levensstandaard voor velen onzer aanzienlijk gedaald, ook de duur dier abnormaal ongunstige om standigheden heeft een uitgebreidheid gekregen, als nimmer het geval was. En met den naderenden winter wordt door tal van gezinnen de toekomst zeer angstig tegemoet gezien het is voor dezulken een onvoldoende troost te weten, dat het, gezien het reus achtig wereldconflict, nog veel erger had kunnen verloopen. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan dat heirleger van arbeidsloozen in den werkmansstand en onder de kleine burgerijmaar ook aan hen, die met een klein, hoezeer dan ook vast in komen, moeten zien rond te komen, niettegenstaande de prijzen der levens middelen aanzienlijk gestegen zijn, ja nog schier dagelijks stijgen; ook aan hen, die kleine zaakjes hadden en deze zagen verloopen door den druk der tijden, kortom aan allen, wier economisch weerstandsvermogen reeds in gewone tijden gering is, en nu totaal onvoldoende was om aan den bruisenden stormvloed dezer wereld crisis weerstand te kunnen bieden. Zij allen zijn de onbloedige slacht offers van den ontketenden oorlog en veelal niet minder beklagenswaardig, dan die tallooze andere, directe, slacht offers. Inmiddels zou liet beeld, dat wij ons van den toestand in ons land op het oogenblik vormen, niet volkomen zijn, indien wij de oogen gesloten hielden voor de verschillende betere omstandigheden, dan de zoo even geschetste. Aan de hand der jongste nota van onzen minister van land door J". 3L. —o— (Nadruk verdoien.) Ftora stond op, schudde het haar naar achter en nam bij instinct het oude pad tusschen de boomen naar hm kamp van St. George en de Dyea- slammeo. Zij kwam een jongen tegen, half naakt, als een bronzen jonge jzod. Hij verzamelde hout en keek "aar brulaal aan over zijn bronzen schouder. Zij zei hem vroolijk goeden ®orgen in de Dyea taalmaar hij chudde het hoofd, lachte beleedigend n hield op in zijn werk, om haar 'jne woorden na te roepen. Zij egreep het niet, want dit was r.iet, ""als het vroeger was, en toen zij Aa jlemand ,eSen kwam, zweeg zij. n"j-n zoom van het woud bevond J zich ineens tegenover het kamp. k schrikte. Het was niet het oude t- p van een twintigtal woningen of 'en op een groote vlakte, dicht bouw, handel en nijverheid, ervaren wij hoe sommige factoren, die 's lands welvaart bepalen, er geenszins on gunstig voorstaan. Daar is allereerst die voornaamste van de welvaart- bestanddeelen, onze landbouw, die in het jongste kwartaal op een bij uit stek gunstig verloop mag wijzen de landbouwers maken wegens de hooge prijzen voor schier alle producten betaald, een bepaald goeden tijd door. Ook de nationale nijverheid biedt een zeer gunstig beeld, doordien in vele nijverheids- en handelskringen uiterst belangrijke winsten behaald worden. De aanmaak van zeesche pen, de groote bestellingen aan de machine-fabrieken, de uitnemende resultaten der tabaksindustrie, der vlasserij, der mijnnijverheid, zij, geven ongetwijfeld groote redenen tot vol doening. Wat de zee-vrachtvaart be treft, jvaarbij voor de betrokken maat schappijen nog de groote winsten komen van den verkoop naar het buitenland van koopvaardijschepen, deze heeft allerminst reden tot kiagen. Daarenboven zijn er ontelbare heden, die zich aan de buitengewone om standigheden aanpasten en grove winsten wisten te halen uit allerlei handeldeze winsten, gevoegd bij die der groote bedrijven welke door den oorlog in staat waren schitterende resultaten te verkrijgen, loopen in de honderden millioenen. Vandaar dat, volgens de ministerieele nota, zelfs in de luxe bedrijven niet alleen geen vermindering van werkzaam heden meer valt waar te nemen, doch in stede daarvan een toeneming. Inmiddels, ook deze lichtzijden van 's lands economischen toestand wor den niet weinig verduisterd door de zwarte schaduwen, die andere be treurenswaardige omstandigheden daarover verspreiden. Het haven bedrijf, zoo veelomvattend in de groote steden des lands, kwijnt ge- ruimen tijd, en deze toestand wordt nog gestadig ergerde bouwnijver heid, een der steunpilaren onzer wel vaart, verkeert, niettegenstaande op een lichte verbetering mag gewezen worden nog steeds in weinig hoop volle omstandigheden. De hooge hypotheekrente belemmert elke ont plooiing tot het aangaan van crediet door de bouwers, en het gevolg is, dat een der bloeiendste takken van bedrijf voortdurend kwijnt. Wat er in dit jaar minder aan bouwwerken is besteed loopt in de tientallen milli oenen, en al dat geld wordt grooten- deels den arbeiders in het bouwbedrijf onthouden. Geen wonder, dat vooral de kleine winkelstand, inzonderheid in de groote steden, met allerlei tegen bijeen, alsof ze behoefte hadden aan gezelschap, maar een groot, machtig kamp. Het begrn bij het woud en strekte zich uit over de geheele vlakte tot aan den oever der rivier, waar de lange cano's in rijen van tien en twaalf naast eikaar iagen. Het waren alie vreemde Indianen met hun vrouwen en bezittingen en honden. En de blikken, die zij op haat wierpen, waren zwart en somber, behalve en dit was veel erger waar de mannen haar onbeschaamd in het gelaat keken en onder elkaar meesmuilden. Zij werd niet bang door deze on beschaamdheid, maar boos; want het was haar pijnlijk en verbitterde haar de thuiskomst. Toch begreep zij er zeer spoedig de beteekenis vande oude patriarchale toestand van haar vader's tijd was voorbij en beschaving, tenminste would be-beschaving, was als een verschroeiende orkaan over dit volk gekomen. Onder de omge slagen zeilen van een tent kijkend, zag zij mannen met verloopen ge zichten in een kring op den vloer zitten. Bij de deur sprak een hoop gebroken flesschen van het doorbren slag te kampen heeft, en dat het verdere verloop van deze allerongun stigste omstandigheden, door honderd duizenden onzer medeburgers met angst en beven wordt aanschouwd. Het zijn dus waarlijk wèl critieke tijden, die ons land doormaakt. Aan den eenen kant zijn er ongetwijfeld velen, die geen bepaalde nadeelige gevolgen van de financieele ontwrich ting onzer samenleving ondervinden, welke een natuurlijk gevolg is der politieke ontwrichting door den oor log over de geheele wereld in het leven geroepen ook zien wij talrijke onzer medeburgers voordeel, zelfs groot voordeel en niet op altijd even voegzame wijze, getuige de op groote schaal en uitgebreidheid plaats vindende smokkelhandel uit den critieken toestand behalen. Doch daar staan tegenover de breede rijen van die allen, die maar al te zeer de nadeelen van de ellendige gevolgen op allerlei gebied van dezen oorlogs toestand ondervinden ondervinden in hun bedrijf, in hun welvaart, in hun voorspoed ondervinden in hun ge knot weerstandsvermogen tegen na derende levensstormen. Tegenover een, al dan niet aanzienlijk deel van ons volk, dat zijn welvaart te midden dezer werelbranding behouden, ja toegenomen ziet, staat het verreweg overgroote deel van hen, wier deel één lange achteruitgang v;Ai welstand is, en vermindering en afneming van de factoren, waarop tot dusver hun maatschappelijk leven sfeunde en welke steunsels thans zoo niet geheet, dan toch voor een groot deel zijn weggevallen. Wij hebben, kort geleden, met in stemming gewag gemaakt van den meer bevredigenden toon, welke in de jongste troonrede mocht doorklin ken maar wij zouden dezen toon misplaatst achten, wanneer niet allen, die daartoe in de eerste plaats zijn geroepen, de economisch-sterkeren dus in den lande, de handen ineen slaan, om den druk van dezen critie ken tijd op de ecomisch-zwakkeren in bijzondere mate gelegd, te verlich ten en mede te helpen aan het voor komen van nog zwaardere tijden voor de talloos velen, die thans reeds zoo zeer daaronder gebukt gaan. Moge het beleid der regeering voor aan den weg wijzen aan het particulier initia tief, hoe deze zich van zijn duren plicht te kwijten heeft, om de hel pende hand uit te strekken naar hen, die anders wellicht voorgoed in den maalstroom dezer tijden te gronde zouden gaan. En laten zij allen, die zich in staat gesteld zien iets bij te kunnen dragen tot leniging van veel stil gedragen leed, bedenken, dat wel licht nimmer de winter door een groot deel hunner landgenooten met zooveel kommervolle zorg is tegemoet gezien, dan de winter die in dezen i critieken tijd straks voor de deur staat. j Mr. van Deventer f Salarissen. Geheel onverwacht, na slechts en kele dagen ziek te zijn geweest, over- leed te 's Gravenhage de bekende kampioen voor de ontwikkeling onzer koloniën, mr. C. Th. van Deventer. Een eigenaardige persoonlijkheid is j met dezen afgevaardigde van Assen van het maatschappelijk tooneel heen- gegaan. Omtrent zijn beteekenis en I zijn kundigheden liepen de meeningen altijd zeer uiteen. Hij had een breede groep vrienden, dikke vrienden en j trouwe volgelingen door dik-en-dun en hij had een stellig even breede groep van bestrijders, vurige bestrij- j de'rs. Zijn vrienden verafgoodden hem j en noemden zijn talenten zeer vele zijn vijanden of als men wil zijn i bestrijders pleegden hem den sen- timenteelen, weekhartigen ethicus te noemen, het type dat voor Indië ge heel ongeschikt was. Wie in kringen van Indische families, zooals er in 's Gravenhage duizenden zijn, heeft verkeerd, weet hoe tegenstrijdig het oordeel over mr. van Deventer's ver dienste, qualiteiten en capaciteiten was. Misschien dat de toekomst over hem het ware oordeel zal uitspreken. Ontegenzeggelijk gaat de ontwikkeling van Indië in de richting weike hij jaren lang aanprees en dus zal het oogenblik wel komen, waarop over de resultaten daarvan kan worden gevonnist, waarmede dan tevens recht zal worden gedaan aan liet streven van mr. van Deventer. in de Tweede Kamer wak de heer van Deventer een eigenaardige ver schijning. Uitsluitend over koloniale aangelegenheden voerde hij het woord en hij deed dit knap. Hij was geen redenaar integendeel hij miste alle gaven daarvoorzijn stemgeluid was dof en zwak, zijn taai weinig sierlijk, en oratorisch talent ontbrak hem ge heel. Toch werd er naar hem ge luisterd. Er is dezer dagen in de pers van verschillende zijden op gewezen, dat van Deventer in deEerste Kamer waar van hij korten tijd lid was, veel meer- succes en veel grooter prestige had dan in de Tweede. De oorzaak daar van is ons inziens niet ver te zoeken. Toen mr. van Deventer op den 29en gen van den nacht. Fen blanke man met ineengedrongen, sluw gezient, deelde kaarten uit en g»uden en zil veren munten lagen' ópgestapel i op de ruwe houten tafels. Eenige schreden verder hoorde zij het moderne geluid van de roulette en zag de indianen mann-n zoowel als vrouwen, hu»: zuurverdiende geld gretig wagen voor de ptuleri e prij zen van het spel. En uit tenten en houten huizen klonk d schelle, kra kerige toon van goedkoope muziek- doozen. Een oude squaw, die een wilgen- stok schilde in den zonneschijn van een open d ur, hief het hoofd open uitte een schrilien kreet „Hee Hee! Tenas Hee-Hee!" (Kleine lachebek) Haar naam uit het lang voorbije indiaansche verleden. Zij keeide zich om en ging naar de oude vrouw. „En heb je zoo gauw vergeten, Tenas Hee-Hee?" murmelde zij. „En je oogen zoo jong en scherpNiet zoo gapw vergeet Neepoosa 1" „Ben jij het, Neepoosa" riep Frona, nog niet gemakkelijk (jen ongewonen naam uitsprekend. „Ja, het is Neepoosa," hernam de ou»1e vrouw, haar in de tent trekkend, terwijl zij een jongen haastig om een boodschap uitz<»nd. Zij zaten samen up den grond, zij streelde liefkoozend Fiona's hand en zij zag haar intus- schen met vochtige oogen onderzoe kend in het gelaai. „Ja, het is Neepoosa. vroeg oud ge worden, zooa's ahe vrouwen van onzen stain. Neepoosa, di je in haar a men wiegde, to n je een kind waart. Neepoosa, die je je naam gaf, Teenas Hee HeeWie ontworstelde je aan den dood, toen je ziek waart, en zocht kruidn en grassen uit de wouden en van de weiden om thee van te zet en en je te drinken te geven? Maar ik zie weinig verandering in je, want ik kende je dadelijk. Je schaduw op den grond zelfs deed mij opzien. Een kleine verandering, misschien. Langer ben je geworden en zoo bevallig ais een slanke wilg en de zon heeft je wangen nog roziger gekust maar het oude haar heb je nog, wild langs je rug vliegend en van de kleur van het bruine zeewier, d2t met het getij komt aanspoelen en den mond altijd gereed tot lachen en zelden tot schrei - December 1911 zijn rede over het onderwijs in Indië uitsprak van de banken der Eerste Kamer, vond hij daar een zeer aandachtig gehoor. De oude heertjes hadden hem wellicht nimmer gehoord en wellicht zeer veel van hem gehoord. Bovendien was mr. van Deventer dien dag zeer goed op streek. Rekent men nu nog daarbij dat hij veel meer past in het kader van de deftige, aristocratische Eerste Kamer, dan in de ietwat lawaaierige proleterige Tweede, dan is het te be grijpen dat hij onmiddellijk gezag had in het senatoren-huis. De Indische specialiteiten van de Eerste Kamer zijn er niet vele en niet veel groote. Boven hen stak van Deventer dadelijk uit. Men vergete ook niet dat hij juist van zijn reis door indië was terug gekeerd en dus versche indrukken meebracht. In de Tweede Kamer waren door alle tijden heen Indische specialiteiten aanwezig, die even hoog werden ge steld als mr. van Deventer. Vandaar dat hij in dat milieu niet zoo op den voorgrond trad als aan de overzijde van het Binnenhof. In het dagelij ksche leven .was de overledene in den Haag een zeer ge ziene figuur. Hij was bekend om zijn mildheid en zijn werkzaamheid ten gunste van verschillende meest Indische instellingen. In zeer vele kringen zal zijn heengaan met diep leedwezen zijn vernomen en het zal niet gemakkelijk vallen voor hem een opvolger te vinden. Zeer vele uren heeft de gemeente raad in de afgeloopen week besteed aan de herziening der salarissen van vele gemeente-ambtenaren. Natuurlijk beteekent herziening hier verhooging. Er zal nu wel geen ambtenaar zijn, die aan het einde van deze week niet een honderd gulden salaris per jaar meer heeft dan verleden week nog het geval was. Zelfs zijn er bij die eensklaps 500 en 1000 gulden meer krijgen. Waarom zulke verhoogingen zult ge vragen Het spijt mij daarop geen antwoord te kunnen geven. In het particuliere dienstverband zijn derge lijke herzieningen even onbekend als een biefstuk voor een kostschool jongen. 't Is zoo heerlijk en zoo fijn, ge meente-ambtenaar te zijn, aldus zou men met een variant op Speenhoff's vegetarierslied kunnen zingen. Wie op achttienjarigen leeftijd een kruiwa- gentje weet te vinden dat hem de deur van eenig gemeentelijk bureau j binnenrijdt, behoeft daar slechts plaats i te nemen op een kruk en oud te en. En je oogen zijn even helder en oprecht als in de dagen, toen Nee poosa je beknorde, als je ondeugend waart en je toch nooit ee onwaar woord over je lippen wilde laten ko men. Ja! Ja! Niet als jij zijn de an dere vrouwen, die in het land ko men „En waarom is een blanke vrouw eerloos onder uw siam vroeg Frona „Je manren zeggen leelijke dingen tot mij in het ka~,p, en toen ik di or het bosch kwam, zelfs de jongens. Niet in vroeger dagen, loen ik met hen speelde, was het zoo." „Ja, ja!" antwoordde Neepoosa. „Het is zoo. Maar rtk n het hun niet al te erg aan. Laat je toorn niet op hun hoofd neerkomen Want het is waar. dat het de schuld is van de blanke vrouwen, die deze dagen in het land komen. Zij kunnen geen man aanwijzen en zeggen„Dat is mijn man". En het is niet goed, dat vrou wen zoo zijn En brutaal en onbe schaamd kijken zij naar alle mannen en hun tongen spreken omeine taal en hun harten zijn slecht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1