\mm
'-Fritz
der
2000'
Eerste Blad.
Le leven,
£en manmoedig volk.
infylaatjts
25 SEPTEMBER
Pil niimmer bestaat uit 2 bladen.
«laargang i
plaat
eestjes
varde
guldens
kwartjes
raten
LJIS
der
AN.
i. Prospecti
Verschijnt dagelijks, nitgezegderd eg Zondig en algemeen erkende Christelijke leistdigei
lÜHTo: Firma f. Hl Pt HEIDE Ir., kleine Markt 58, Vlissingen. Teleloon Inters. IB
FEUILLETON
Buiten de beschaafde
Wereld.
Gratis Verzekering tanen Ongelukken.
Brieven uit de Hofstad
No. 226
1913
40 ets.
45 ets.
45 ets.
ss 55 ets.
ieuwendijk 23,
té'sl
door de
verboden is,1
bndard Merk bij 1
Peren.
\artHarsiraal 8.
'aag
blijvende
ier opgaaf
VLISS1NGSCHE COURANT
ADVERT ENTIEPRIJSVan 1—4 regel* ƒ0.40 j voor iedere regel meer 10 cenj
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bf abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
k gulden bij levens- gulden bit dood ï*f|ri|gulden b!S verlies 0 T* A gulden bij verlies M gulden bij verlies ft f* gulden bij verlies
uui.o, -i~ w J lange onBeschikt- 1|| door <l||| van een hand, g *"|l I van vaneen van eiken
jjerd tegen ongelukken voor: L1UUU heid tot werken B %JU een ongeluk CIU voet of oog JLvU een duim 1UU wijsvinger tJ%M anderen vinger.
t-t uitKeerlngen worden VERDUBBELD Indien «te verzekerden, voorzien >in geldig pleefabe.g», een ongelok bekomen op Ireln, bool ol tram. De oiikeerlng word! gewaarborgd door de „Roll. Alg. Verzak. Bank" te Settled»*
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unle 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
De abonnés, in 't bezit eener
polls, zijn GRATIS verze-
Zij die zich mei
1 October op de
dagelijks uerschijnende „VLIS-
SINQSCHE COURANT" abon-
Tieererij ontoangen de Courant
tot dien datum gratis.
Evenals alle jaren is ook ditmaal
op den derden September-Dinsdag
onze volksvertegenwoordiging in ver-
eenigde zitting der beide Kamers
bijeengekomen, om bij den aanvang
van het nieuwe parlementaire jaar de
Troonrede aan te hooren door H. M.
de Koningin tot onze volksvertegen
woordiging gesproken. Dit staatsstuk
als het ware de belichaming van het
geen op binnen- en buitenlandsch
staatkundig gebied met betrekking
toi ons vaderland voorviel in het af-
geloopen jaar, is tevens de inleiding
van wat in het aanstaande parlemen
taire jaar verwacht of redelijkerwijze
gehoopt mag worden, van hetgeen op
wetgevend gebied zal geschieden.
Zulk een troonrede waarvan elk woord
uitermate gewikt en gewogen is, en
tot welker totstandkoming de verschil
lende departementen van landsbestuur,
beschikkende over alle de hun ten
dienste staande bescheiden, medege
werkt hebben, geeft derhalve in het
kort en sober gesteld taaleigen, dat
tot dezen vorm van staatsstukken be
hoort, de zoo zuiver mogelijke weer-
spiegeüngweer, van de staatkundige
en economische gesteldheid des lands
-en van zijne bevolking in het tijds
bestek waarover zich de troonrede
uitstrekt. Vandaar dat de aandacht
der geheele natie telkenjare bij uitstek
door dit staatsstuk getrokken wordt
en niet alleen de belangstelling van
het eigen volk gaande maakt, doch
ook buiten onze grenzen met groote
opmerkzaamheid wordt ontvangen. De
lange reeks van troonreden sedert de
grondvesting van het Koninkrijk der
Nederlanden telkenjare uitgesproken,
geeft dan ook, in den meest beknop-
ten vorm, een zeer aanschouwelijk
beeld van de lotgevallen in algemee-
nen zin van ons gemeenebest. Deze
geboden en uit den aard der zaak
groote beknoptheid leidt van zelf tot
de noodzakelijkheid om, door aan
vullende commentaren, het beeld des
te duidelijker te doen spreken het
„tusschen de regels"-lezen is dan ook
een eerste vereischte, wil men deze
korte samenvatting van een groot
door J. Xv.
2) —o— (Nidrnk verboden.)
.je laat ze dubbel le klas passage
betalen, geeft ze tusschendeks voer
en kooien, erger dan varkenshokken.
Zeeroover, haIk
Een man met een rood gezicht,
'had Ferguson stak zijn hoofd over
de verschansing boven en begon luid
landChreeUWen' °m Z^n te doen
.Zeeroover, hé ging de bootsman
VQojt in zijn alleenspraak. „Wie Ik
Mr. Thurston wenkte bedarend naar
den man met het roede gezicht en
wendde zich tot het meisje. „Ik zou
s'dag aan wal met u gaan en u tot
et magazijn brengen, maar u ziet
™ehoe druk we hel hebben. Vaar-
e en gelukkige reisIk zal dadelijk
Paar man aan het werk zetten,
uw bagage uit te zoeken. U zult
geheel, naar behooren leeren verstaan.
Ook den toon, waarin de verschillende
troonreden gesteld zijn, te onderken
nen, is een waardevolle factor ter be
oordeeling van den, anders veelal
„droog" schijnenden inhoud.
Onze lezers hebben ook ditmaal de
troonrede in ons blad, in haar geheel
afgedrukt gevonden op den dag dat
zij door de Koningin te midden van
's lands volksvertegenwoordiging werd
uitgesproken. Ook hebben zij uit de
verschillende pers-commentaren op de
troonrede, als naar gewoonte geleverd,
kennis kunnen nemen van de ver
schillende zienswijzen, waaronder dit
staatsstuk gemeenlijk beschouwd en
besproken wordt. Wij behoeven der
halve niet nogmaals tot een ontleding
van het gansche stuk over te gaan,
en achten het doelmatiger op enkele
punten het licht te laten vallen.
Tn de eerste plaats dan treft ons
het verschil in vorm dezer troonrede
en die van het vorige jaar. Geen
wonder voorwaar! Toen toch was de
groote wereldstrijd slechts eenige we
ken aan den gang en bevonden wij
ons in een tijdperk- van groote on
zekerheid en bezorgdheid, wat ons de
naaste toekomst zou kunnen brengen.
En al heeft zij niet gebracht, het worde
met groote dankbaarheid geconsta
teerd, wat verreweg de meesten onzer
toen zeer terecht vreesden medege-
sleurd te worden in den maalstroom
der oorlogsellende, toch bleef ook
ons land geenszins gespaard voor de,
in het volksleven dezer natie, diep
ingrijpende gevolgen van den wereld
brand, die tot aan onze grenzen toe,
en tot bij de vaderlandsche kust
woedo'e. Wij vinden deze omstandig
heden getrouw in wooAen gebracht
èn in de troonrede van verleden èn
in die van dit jaar. Luidde het toen,
dat het „handelsverkeer tot zeer be
perkte afmetingen teruggebracht is",
thans klonk het „voor handel en nij
verheid konden de nadeelige gevolgen
worden beperkt". Van de scheepvaart,
die een jaar geleden, voor zoover zij
niet stillag, „met gevaren en moeilijk
heden gepaard gaat", heet het nu
„de Nederlandsche reederij leverde
voor de groote vaart gunstige uitkom
sten op". Trouwens ook op andere
plaatsen geeft de troonrede van een
meer hoopvolle klank blijk en is
het vooral de toon van vertrouwen in
de toekomst, die, van zulk een zijde
geuit, ongetwijfeld weerklank mag
vinden in het hart der natie. In over
eenstemming met dit vertrouwen,
uitgesproken ter hoogster plaatse,
maakt zich de regeering gereed om
voorziening te treffen in de behoeften
van millitaire, economische en sociale
toestanden, welke alle zeer zeker van
verstrekkenden aard zullen zijn ten
opzichte van onze volksgemeenschap.
Dat daarbij zoowel van de regeering
als van de volksvertegenwoordiging
ernstige arbeid mag verwacht worden,
wordt voldoende gewaarborgd, door
hetgeen wij in deze benarde tijden
van hen aanschouwd hebben. Dat ook
van de geheele natie, die medewerking,
verwacht mag worden, zonder welke
nu eenmaal nóch de kundigste regee
ring, nóch het ijverigste parlement
vruchtbaar werkzaam kunnen zijn, ook
daarvoor levert hetgeen wij in het
afgeloopen jaar aanschouwden, de
beste waarborg op. Wij denken daarbij
inzonderheid aan de, tot erkenteiijk-
nopende wijze waarop eenige hon
derd-duizenden jonge mannen hun
taak, het vaderland met het zwaard
in de hand te beschermen, opvatten
en onder veelal bezwaarlijke omstan
digheden volhouden en volbrengen.
Het woord van „bijzondere waardee
ring" jegens hen in de troonrede
geuit, is ons--allen uit het gemoed
gegrepen en wij kunnen alleen be
treuren, dat de omstandigheden nog
niet van dien aard schijnen te zijn,
om met volle behoud der bescherming
onzer nationale belangen, de lasten
en offers te verminderen van die
„vele mannen, die door de vervulling
van hun plicht, nu reeds zoo geruimen
Mea leze de gunstige
voorwaarden voor de
vermeld aan 'frhoofd der Courant
Ieder Abonné, in 't bezit eener
Polis, heeft recht op uitkeering.
Medelezers kunnen geen aan
spraken doen gelden.
magazijn hebben."
Zij nam zijn hand en stapte aan
boord. Haar gewicht gaf de lekke
boot een plotselinge slingering en het
water borrelde door de planken van
den bodem over haar schoenen maar
zij vatte het zeer kalm op, nam plaats
in den stuurstoel en trok haar voeten
onder zich op.
„Wachiriep de officier. „Dit gaat
zoo niet, miss Welse. Kom terug en
zoodra ik kan, zal ik u een van onze
booten geven."
„Ik zag je liever in in den He-
mei," antwoordde de bootsman, afdu
wende. „Laat los!" dreigde hij.
Mr. Thurston greep het wankelende
bootje stevig vast en als belooning
voor zijn ridderlijkheid kreeg hij een
Binken tik op zijn knokkels met de
roeispaan. Toen vergat hij zichzelf en
miss Welse ook, en vloekte, vloekte
verschrikkelijk.
„Me dunkt, dat ons afscheid waar
diger had kunnen zijn", riep zij hem
toe, terwijl haar jonge, frissche lach
over 't water klonk.
„Bij den Hemel 1" mompelde hij,
hoffelijk zijn pet afnemend. „Dat is
tijd verstoken zijn van de uitoefening
van hun beroep, de behartiging hun
ner zaken en de samenleving met
hunne gezinnen", gelijk het in de
desbetreffende passage heet.
Inmiddels is er bij al den druk,
waaronder ons volk in vele zijner
breedste kringen gebukt gaat, toch
reden tot erkentelijkheid voor het feit,
dat de naaste toekomst geenszins
meer zoo donker behoeft te worden
ingezien, als dit een jaar geleden het
geval was. Dat eerste oorlogsjaar heeft
ook in meer dan éen opzicht onge
twijfeld nut gedragen, en wel in zoo
verre, dat er de geestkracht onzer
natie in vele gevallen duidelijk bij
aan het licht is getreden.
Het is dan ook op die geestkracht,
dat het koninklijk woord vol vertrou
wen een beroep doet, „vertrouwende
op de geestkracht van Mijn volk",
aldus luidde het tegen het einde in
de troonrede, „om de zware lasten,
die het onvermijdelijke gevolg zijn
van den noodtoestand waarin wij
verkeeren, manmoedig te dragen, ga
Ik hoopvol de toekomst te gemoet".
Ziedaar, dunkt ons, opnieuw een
waarlijk koninklijk woord op het juiste
tijdstip uitgesproken. Manmoedig zijn,
wat kan een gansch volk beter doen
in tijden van druk, wil het weerstand
bieden en zich-zelf blijven Manmoe
digheid is voorwaar niet de minste
deugd onzer vooivaderen geweest,
toen zij het nog jonge vaderland tegen
zijn belagers hadden te verdedigen
manmoedigheid blijkt uit de worste
ling met het overmachtige Spanje,
tachtig jaren lang manmoedigheid in
tijd van kommer is het behoud ge
bleken van het gemeenebest, toen het
Noodjaar aanbrak en vier tegen een,
de vijanden ons nationale bestaan met
de voeten vertreden wilden maar die
één was, in zijn manmoedigheid, de
sterkste.
Manmoedig zijn, hoe spreken er
onze geschiedbladen keer op keer
van, in de groote zeeoorlogen tegen
den Engeischman mannenmoed, hoe
gaven onze soldaten, nu 100 jaar her,
daar blijk van op de velden van Wa
terloo, die over het lot van Europa
beslissen zouden. Die oud-vaderiand-
sche deugd, waarop thans een beroep
gedaan wordt en zeker niet tever
geefs, zij kan ook nu nog blijken
ons deel te zijn doch dan niet alleen
manmoedig met het zwaard in de
hand maar ook en vóór alles daar,
waar het geldt de lasten en moeilijk
heden te torschen, de nooden te ver
helpen, den economischen druk te
verlichten, kunnen en moeten wij
allen ons manmoedig betoonen, in
die mate als de plaats in de samen
leving, elk onzer toegewezen, zulks
vereischt en mogelijk maakt.
Een demonstratie Een tegenstelling.
Een baantjesjager. De verkeersweg.
Wie Woensdagmiddag tegen twee
uur de Grenadierspoort van het Bin
nenhof passeerde, zag zich tot zijn
verbazing op eens geplaatst te mid
den van een groote schare dames,
die in den beroemden inspringenden
hoek, waarover de bouwkundigen en
aesthetici het maar niet eens kunnen
worden, opeengepakt stonden.
In een viertal rijtuigen kwamen er
nog meer dames aangereden. Uit het
eerste rijtuig werden eenige doozen
gedragen, de deur van het departe
ment van binnenlandsche zaken
binnen.
Juist op het moment dat de gansche
schare dames de deur eveneens bin
nen gingen, passeerde daar de oud
minister van binnenlandsche zaken,
mr. Th. Heemskerk, die van den
lunch op de Witte Sociëteit kwam
en nu vergezeld van twee senatoren,
onder het genot van een sigaartje,
weer naar den Raad van State wan
delde. Met zijn alierbeminnelijksten
glimlach, de glinsterende oogen half
dichtgeknepen, bleef hij staan en hij
wierp een blik in den geopenden in
gang waarin de dames verdwenen.
Hij informeerde vervolgens bij den
portier die de dames aan de deur
langen maakte zich van hem meester
en een heimwee om zich altijd te
spiegelen in de grijze oogen van
Frona Welse. Hij was niet knap in
de zielkundehij wist niet waarom
maar hij wist wel, dat met haar hy
naar het einde der wereld kon reizen.
Hq voelde een afkeer van zijn beroep,
en een sterke verzoeking het over
boord te gooien en ook naar Klondike
te gaan, waarheen zij gingtoen keek
hij op, zag het roode gezicht van
Thad Ferguson en vergat den droom,
dien hy een oogenblik gedroomd had.
Pias Plas Een handvol water van
zyn krachtigen riem sloeg haar vol
in 't gezicht. „Ik hoop, dat u er niet
em geeft, miss," zei hg verontschul
digend. „Ik doe het zoo goed Ik kan,
maar dat beteekent niet veel."
„Dat schynt zoo," antwoordde zij
goedhartig-
„Niet dat ik van de zee houd,"
zei hij bitter„maar ik moet zoo nu
en dan eenige eerlgke dollars verdie
nen, en dit scheen de beste manier
Als ik eenig geluk had gehad, zou ik
nu in Klondike geweest zijn. Ik zal u
zeggen, hoe't was. Ik had mijn uitrus
bracht en heb alles halverwege Windy
Arm verloren
Plas! Plas! Zg schudde het water
uit de oogen, rillende, toen er eenige
druppels langs haar rug liepen.
„U zult wel slagen," zoo bemoe
digde hg haar. „U is geknipt voor
dit land. Gaat u het land geheel in
Zij knikte opgewekt.
„Dan zult u slagen. Maar zooals ik
zei, nadat ik mijn uitrusting verloren
had, ging ik terug naar de kust, om
te trachten, een andere byeentekry-
gen. Daarom vraag ik hoog loon. En
ik hoep, dat u het niet al te erg zult
voelen, wat ik u liet betalen. Ik ben
niet erger dan de rest, miss, werke-
fijk niet. Ik moest honderd dollars be
talen voor deze oude waschtobbe, die
in de Staten er geen tien waard is.
Dezelfde prijzen overal. Ginds aan de
Skaguay zyn de hgefijzerspijkers een
kwart dollar waard. Een man gaat
naar het buffet en bestelt een whisky.
Een whisky kost een halven dollar.
Nu. hg drinkt zijn whisky, smyt twee
hoefgzerspljkers op tafel en het is in
orde. Zij gebruiken die spijkers ge
woon als klein geld."
ontving, wat er aan het handje was.
Demonstratie voor Vrouwen
kiesrecht, antwoordde deze.
Mr. Heemskerk's gelaat rimpelde
inéén van de pret.
En moet de minister al die dames
ontvangen vroeg hij den portier.
Op het bevestigend antwoord riep
hij proestend van den lach uit'k
Ben benieuwd hoe de minister dit
zal doen
En met zijn beide tafelvrienden
wandelde hij vroolijk verder, hen on
middellijk vergastend op verhalen van
kiesrechtdames-visites, die hij zelf
had gehad.
Een kwartier later was de audiëntie
afgeloopen en vertrokken de dames
per tram naar haar vergaderlokaal om
daar verder te propageeren. -
Slechts weinigen hebben de demon
stratie bijgewoond. Ze was eenvou
dig, waardig en opgewekt, 't Was
het laatste wat de dames deden vóór
de grondwetsherziening-voorstellen
worden ingediend. De minister liet
zich over een voorstel ten opzichte
van het Vrouwenkiesrecht niet uit. De
goedige excellentie wil dit zeker als
een heerlijke surprise voor de dames
bewaren.
Een zonderling land is het onze.
Dinsdag reed een vrouw door dui
zenden en duizenden gehuldigd door
dezelfde Grenadierspoort heen naar
de vergadering van de honderd en
vijftig mannen om haar vergadering
te openen. In diepe stilte werd zij
aangehoord en luide werden haar
woorden toegejuicht. Zij gebiedt
over hen allen, zij is hun eerste.
Woensdag passeeren honderd
vrouwen dezelfde poort om het meest
elementaire burgerschapsrecht te vra
gen. En de minister die de eerste
dienaar is van die andere vrouw, kan
niet meer antwoorden dan dat hij het
smeekschrift in ernstige overweging
zal nemen.
Raar land
Ja waarlijk raar land. En rare
menschen zijn er ook. Er gebeuren,
ook rare dingen.
Eén er van willen wij vertellen.
Wij hebben hier ter stede een con
servatorium voor muziek. Ik zal er
geen kwaad van zeggener wordt
vee! aan de kunst geofferd. En het
is nu eenmaal zóó dat in de kunst
velen zijn geroepen en weinigen uit
verkoren.
Aan dat conservatorium dan was
een administrateur. Een maandje
geleden overleed hij en aanstonds
kwamen de liefhebbers voor dit baantje
bij honderden opzetten. Natuurlijk is
het een gemakkelijk baantje, waar je
je niet dood in zult werken. Maar
toch geeft het een salaris van 1500
gld.voor zeer velen een niet te ver
smaden tractement. Er loopen op het
oogenblik heel wat mannen rond, die
daarnaar watertanden. En ongetwijfeld
zijn er onder die velen ook zeer velen
om je na zoo'n ondervinding weer in
het land te wagen. Wil je my je naam
niet zeggen Het is niet onmogeiyk,
dat we elkaar nog eens ontmoeten."
„Wie ik O, ik ben Del Bishop,
mynwerkeren ais wy ooit elkaar
weer tegen het lijf loopen, denk er
aan, dat ik u mijn laatste hemd zou
geven ik bedoel, myn laatste bete
broods is voor u."
„Dank je," antwoordde zg met een
lieven glimlachwant ze was een
vrouw, die hield van dingen, welke
nit het hart voortkwamen.
Hy hield even op met roeien en
zocht met zijn voeten in 't water, tot
er een cornedbeefblikje te voorschyn
kwam.
„Het was wel goed, als u aan 't
uithoozen ging," zei hij, haar het
blikje toegooiend. „De boot lekt erger
dan ooit na de aanvaring."
Frona glimlachte, trok haar rokken
op en ging aan het werk. En wat ze
deed, deed ze goed, ze werkte gverig.
(Wordt vervolgd.)