lBRIEK.
ir-Cmtrnctifif,
WOENSDAG
No. 211
1915
'eekenaar-lDstrfiCteüi
BINNENLAND
FEUILLETON
UAGSAVONDSj
ier.
in 61/, cent,
[Jaswinkel
X
ON.
evraagd, een
.tsonen. Aanbiedingenlt
letters M. B. Bu
Courant."
briek van machinerieën
ucties te Soerabaia kan
orden
ingssalaris van f 200 pel I
stingskosten en passage I
rden vergoed, terwijl op I
fsbepalingen kanwoida I
onder no. 213, bureau
d, met vermelding vaa
teren ies.
bezorgen der „Vlissing'l
in een der stadswijk!' I
rden geplaatst. Ziel1
het bur. Kleine Markt»!
Beige. 21 ans, cherche|
ime FEMME D£|
R E, ou pour s oc-
enfants, pa[le
Flamand.S'adresserc
JWENHUlZE.booi.V
Koningsweg, Vlissing
d op een kantoor e(' I
3ISJE
Brieven letters
s. Courant."
IIENSTBODE
Te bevragen hurea
Courant."
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.2 O
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
HlgiviFirma f. HU 01VE10E Ir, Kleine Markt 58, VlissingBn. Teieloon Inters. 10
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 1$ cehj
Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bfl abonnement specials pr|»
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct per regel
Verschijnt damlijh. uitaezanJard op Zondag en aiflemnn irkindi Christelijk! Iintdsgi*
De abonnés, in't bezit eener O ft ft gulden bij levens- gulden bij dood ftftftgulden bij verlies J f*ft gulden bij verlies A ftft gulden bij verlies ft r* gulden bil verlies
polis, zijn GRATIS verze- M III III lange ongeschikt- ft II door van een hand, 1 ftl I van vaneen /K van eiken
kerd tegen ongelukken voor: CUVUUP heid tot werken f t# U een ongeluk UUU voet of oog lOjl# een duim AUU wijsvinger anderen ving*
ia* ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien da verzekerden, voorzien van geldig plutsbcwHa, een ongeluk bekomen op trein, boot ol trem. Do altkoering wordt gewaarborgd door do „Holt, Atg. Verzak. Sank" te Sckiede»
Het presidentschap der Eerste Kamer.
Bij Kon. besluit is wederom be
noemd tot voorzitter van de Eerste
Kamer gedurende de zitting die zal
aanvangen op den derden Dinsdag
in September, J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst, lid van die Kamer.
Mr. Heemskerk contra dr. Kuyper.
Onder den titel „Een woord over
de genummerde driestarren van dr.
Kuyper" is bij de drukkerij Libertas
te Rotterdam het antwoord verschenen
van mr. Th. Heemskerk op de drie
starren in de „Standaard", waarmee
dit blad kritiek op den oud premier
heeft uitgeoefend. Het volgende is er
aan ontleend
De genummerde driestarren, die
zich in een steeds scherper persoon
lijken aanval op mij toespitsten, nemen
niet de feiten zooals zij werkelijk zijn
maar berusten op een voorstelling, die
met de werkelijkheid in lijnrechten
strijd is
Z|j dienen zich ter. onrechte aan
als een stuk politieke geschiedenis.
Zy lijden, gelijk reeds door anderen
is opgemerkt, op menig punt aan
feitelijke onnauwkeurigheid. Voor zoo
ver zy my betreffen is de grondfout,
dat zy niet op waarheid berusten;
nagenoeg alles wat omtrent mij daar
in staat, is scheef voorgesteld öf
niet waar, nl. geheel in strijd met wat
werkelijk is geschied.
Zoo dr. Kuyper verzoening en over
leg met my bedoelt, dan moet hy
daarvan op andere wijze doen blijken
dan hij door deze driestarren heeft
Dr. Kuyper verkondigt in de drie
starren, nog wel als een historisch
vaststaand feit, dat ik in December
1907 de begrooting van den generaal
van Rappard heb bestreden en doen
verwerpen, niet omdat ik mij interes
seerde voor de „ondergeschikte vraag
van militair beleid", toen aan de orde,
maar uit politieke berekening, om het
Kabinet de Meester te doen vallen.
Dr. Kuyper weet, dat ik dit altijd
ondubbelzinnig heb ontkend, zoo in
het openbaar als ln den particulieren
omgang, en dat hy dit dus niet mocht
schrijven. Ik wist, dat hy mij het on
recht aandeed deze meening te koes
teren; hy komt het onrecht nu ver
scherpen door deze bewering in het
openbaar.
Wat mij betreft: ik begeerde en
bedoelde het kabinet de Meester niet
te doen vallen ik wilde tot 1909 een
linksch kabinet, en wat de driestarren
zeggen omtrent myn bedoeling is
onwaar.
Na dit met citaten uit de Hande
lingen te hebben bewezen, schrijft
mr. Heemskerk
De verkeerde voorstelling omtrent
(Nadruk verboden.)
58) _0_
Zij had gemeend nu overwonnen te
hebben en 't was rustig in haar ge-
Worden nadat de vrees, dat Behrens
toor haar vertrek nog zou trachten
haar te spreken, ongegrond was ge
bleken. Nu hem vooreerst niet weer
zien later als hy haar onverschil-
'g geworden zal zynZou die
tijd ooit komen? Zij zuchtte. Toen
kleurde zy eensklaps hevig nu
■boost zij hem toch ontmoeten hij
«wam immers hier, alsof er niets tus-
•chen hem was voorgevallen. En zij
zou dan tegenover hem staan met het
brandmerk op de lippen, dat zijn kus
aar bad achtergelaten,
te 7 niet' s,ech,s dat niet, fluis-
i«J zij' ilt m°et probeeren, bier weg
komen, vóór dat hy er is. Maar
e moet ik het aanleggen, dat Kora
het niet merkt?
mijn bedoeling, den oorsprong zyner
bittere grief tegen mij, heeft dr. Kuy
per, gelijk mij kort na het optreden
van myn kabinet is gebleken, van 't
begin af aan gehad het blijkt nu
aan ieder, maar aan mij was het reeds
In het najaar van 1913 gebleken, dat
hij daaraan trots myn duidelijke ver
klaringen had vastgehouden.
Op die voorstelling, en dus niet op
waarheid, berusten de driestarren
Misschien is het iniusschen goed,
dat ik hier in het voorbijgaan feiten
aanstip, die nog duideiyker doen uit
komen, dat ik inderdaad nooit op een
constel'atie als die van einde 1907
heb aangestuurd.
Het eerste feit betreft de Kabinets
formatie van 1901, waaromtrent dr.
Kuyper in een der driestarren heeft
opgemerkt, dat ik, hoewel de „eerst-
geroepene", toen geweigd heb in het
Kabinet zitting te nemen. Daardoor
is by sommigen de indruk gewekt,
alsof ik toen niet „naast" hem in het
Kabinet wilde zitten. Zoo is het niet.
Ik heb bedankt, louter orn persoon
lijke omstandigheden. Persoonlijke
bezwaren had ik in 1903 ook, maar
toen waren de eischen, die de loop
van de crisis stelde, zoo dringend,
dat ik genoodzaakt was over myn
persooniijKe bezwaren heen te stappen.
De noodzaak was erin 1901 niet, en
ik was niet de „eerstgeroepene".
Wel had dr. Kuyper my, toen de
uitslag der verkiezingen bekend was,
en voordat hem de Kabiners-iormatie
was opgedragen, ter loops gezegd,
dat ik nu maar minister van Financiën
moest worden, en had ik hem daarop
geantwoord, dat dit, naar het my
voorkwam, minder in mij lag, en
dat ik in hooge mate betwijfelde of
ik minister moest worden, maar na
dat hem opdracht tot Kabinetsfor
matie was gegeven, heeft hy my, tot
op het laatste oogenbllk toe, er bui
ten gelaten. Hy heeft alles overlegd,
ongetwyfeld met de heeren De Sa-
vornin Lohman en Schaepman, en
gereed gemaakt zonder my, en
eerst op het allerlaatste my een tot
zeer geringen omvang gereduceerd
departement aangeboden.
En toch was myn stemming zoo
welwillend, dat ik neiging gevoelde
het te aanvaarden. Ik deed het ten
slotte niet, omdat persooniyke om
standigheden, naar my overduideiyk
bleek, het my toen onmogelijk
maakten.
Men meene niet, dat ik verzuimd
heb dr. Kuyper persooniyk ook in
den laatsten tijd op zijn dwaling te
wijzen. Ik heb, eer het tot die open-
lyke verkondiging kwam, mijn plicht
in deze gedaan door hem op zijn
onrecht in deze te wyzen. Hy heeft
blijkens zyn genummerde driestarren
myn woord als niets geacht.
Is dat den weg openen tot overleg
Toen zij voor't avondeten werd
geroepen, had zy haar plannetje klaar.
Ik heb je een verzoek te deen
Kora, zei zy tot haar zuster, die al
op haar wachtte.
Dat is verstandig van je, en 't is
je bij voorbaat al toegestaan.
je kent den Harz wel en bent
tevreden met kleine tochtjes, maar ik
zou graag al zyn schoonheden witten
zien en overa! rondzwerven.
Daar kan ik in komen.
Nu kan ik dat niet best alleen
doen. Hoe denk je er over als ik oom
Lenz eens vroeg, mee te gaan
Zou hij nog kunnen klimmen,
hy lijkt my al erg stijfbeenig.
Oom is veel beter ter been, dan
jij denkt, dat is my al opgevallen,
toen wij in Beriyn rondliepen. Herin
ner jy je niet, dat je hem beloofde
hem hier te laten komen
Dat had ik wezenlijk vergeten,
goed, dat je mij er aan herinnert. Hy
moet zoo gauw mogelijk hier komen.
Goed, dan schryf ik hem mor
gen vroeg en over een paar dagen
vang ik dan myn reisje door den
Harz aan heb je er ook iets op
tegen
Of is hetfl afsnijden van overleg
En als dan dr. Kuyper vraagt
„Zeg mij toch wat Gij van den leider
verlangt", en die vraag, geiyk moet
worden aangenomen, ook tot my ge
richt Is, dan vraagt hij naar den be
kenden weg. Vooreerst moet hy be
grijpen dat, na ai wat ik hem gezegd
heb, ik hem niets meer kan zeggen
ten tweede moet het voor hem, die
onrecht doet, niet moeilyk zyn om
den aangewezen weg voor zich te zien.
En dus blijft de vraag bestaan
Wat beteekent dit vuren op eigen
mannen Als het niet den weg opent
tot overleg, beteekent het dan, dat
dr. Kuyper iedere samenwerking tus
schen hem en my, iedere medewer
king van my aan de taak der antl-
revolutionnaire party voor het vervolg
wenscht onmogelyk te maken
In dat geval had hij beter gedaan
het ronduit te zeggen
Ik sta dr. Kuyper niet in den weg,
ik zit aar. den weg. En ai hebben
de driestarren ergernis bij my gewekt
ik koester geen wrok. Wetende, dat
voor ons allen, ook voor my, verge
ving het leven is, ben ik tot verge
ving bereid. Volhardt hy in zyn on
recht, dan hoop ik geen bitter woord
toe te voegen.
De Eedsquaestie.
Het „Weekblad van het Recht" wydt
een beschouwing aan het nieuwe eeds-
ontwerp.
Na gewezen te hebben op het tlj-
deiyk karakter gaat het blad verder:
„De wetgever krijgt dus een drietal
jaren tijd om zijne kracht nog eens
op eene definitieve oplossing te be
proeven. Zat hy daarin beter slagen
dan tot dusverre Wenscheiyk ware
dit zeker in hooge mate. Misschien
zal in dat driejarige tydperk hetont-
werp-strafvordering aan de orde ko
men. Dan zal de wetgever kleur moe
ten bekennen. In dat ontwerp is eene
regeling opgenomen geiyk aan die,
welke de Eerste Kamer heeft afge
wezen. Het is te betreuren, dat mis
schien by de behandeling van dat
ontwerp strijd zal moeten worden ge
voerd over een ter zijde liggend
vraagstuk, dat nu eenmaal meer dan
vele andere de gemoederen warm
maakt. Allicht wordt daardoor de be
langstelling afgetrokken van de groote
vragen, maar onmiddeliyk by het
ontwerp aan de orde. Doch wat baat
het over dat alles te klagen Men
moet de politiek nu eenmaal nemen
zooals zy is en hare kwade kansen
leeren verdragen.
Het thans als tijdelijk voorgedragen
stelsel komt geheel overeen met het
geen door ons is verdedigd. Wy kun
nen dus niet anders doen dan onze
instemming met het voorgestelde be
tuigen. Wy hebben het toetsingsrecht
volgens het ontwerp van 1914 a?n-
Ik moet wel door den zuren
appel heen byten en zal je dus een
week missen. Ik zal gedurende dien
tijd maar gaan slapen, als ik tenminste
Vreneli niet moet troosten. Maar
weg met die zelfzucht als oom hier
eerst is, kan je zooveel klauteren, als
je wilt, maar je moet my beloven, je
niet te veel te vermoeien.
Helmi bedankte haar zuster harte-
lijk.
Die zorg ben ik kwijt, dacht ze,
een zucht van verlichting slakend, ik
zal wel zorgen er nog een paar dagen
by aan te knoopen en kom pas terug
als de lucht weer zuiver is.
Het antwoord van oom Lenz kwam,
maar viel geheel anders uit, dan Helmi
had gedacht.
De morgenpost had haar twee brie
ven gebracht, éen van oom Lenz en
een van Annie. Helmi opende eerst
den brief van haar oom, en vergat
door het nieuws, hetwelk hy bevatte,
dat hy haar een teleurstelling bracht.
De oude heer schreef haar, dat hy
niet vóór Augustus op reis kon gaan,
Frits was juist thuis gekomen en
bleef een tydje te Beriyr,maar dan
kwam hy heel, heel graag, en zou hy
vaard, omdat wy meenden, dat op die
wy'ze eene verzoening tusschen de
verschillende opvattingen zou kunnen
worden verkregen, eene regeling zou
kunnen worden tot stand gebracht,
die door alle partyen ais een com
promis zou zijn aangenomen. Nu dit
niet is geschied, verheugen wij er ons
over, dat thans eene regeling wordt
voorgedragen, die wy juister en beter
oordeelen. Wij hepen, dat niet op
nieuw eene oppositie van politieke
of andere kleur de poging der regee
ring zal verijdelen. Bezwaren zullen
wel weer niet uitblijvener zullen
er ook wel kunnen worden gemaakt,
waarvan de betrekkelijke juistheid zal
moeten worden erkend. Doch er moet
nu eenmaal eene regeling komen.
Misschien zal hei tijdelijke karakter
van wat wordt voorgesteld de aan
neming bevorderen. En laten wij dan
maar hopen, dat de ervaring uitspraak
zal doen ten voordeele van de als
eene tijdelijke aanvaarde regeling en
er toe zal medewerken ons eindelijk
definitief, d. w. z. voor een geruimen
tijd, van het eedsvraagstuk af te helpen.
Hel is noodig en niet te vroeg".
Vergoeding wegens kostwinnerschap.
Aan art. 9 van het Militie-Vergoe-
dings-Besluit, art. 9 van het Landweer-
Besluit Ut en 30 van het Landstorm-
Besluit wordt krachtens Kon. besluit
van 30 Aug. (Siaatsbl. 382) een nieuw,
tweede, lid toegevoegd, luidende
Indien de ter zake betrokken Minis
ter de toekenning van vergoeding
noodig acht in gevallen, waarin de
burgemeester vergoeding niet verleen
de, kan de Minister aan den burge
meester de opdracht verstrekken, om
in die gevallen nader een vergoeding
toe te kennen tot het door den Minis
ter te bepalen bedrag. Eveneens kan
de hlervoren bedoelde Minister den
burgemeester de opdracht geven, om
een toegekende vergoeding nader te
veihoogen of te verlagen tot een door
den Minister te noemen bedrag. Bij
het verleenen van een opdracht tot
het toekennen of tot het verhoogen
van vergoeding wordt er rekening
mede gehouden, dat het vergoedings
bedrag niet mag te boven gaan het
bedrag aan inkomsten, hetwelk wordt
vergoed wegens de afwezigheid van
den betrokken dienstplichtige, vermin
derd met hetgeen deze aan eigen le
vensonderhoud kostie aan het gezin of
de personen waaraan of aan wie de
vergoeding ten goede komt. Het terug
brengen van vergoeding tot een lager
bedrag dan het door den burgemees
ter toegekende geschiedt niet ten
aanzien van termijnen van verblijf in
werkelljken dienst van den betrokken
dienstplichtige, over welke de burge
meester by de ontvangst der in den
tweeden volzin bedoelde opdracht de
hoogere vergoeding reeds heet: uitge-
met haar bergen bestygen, zooveel zy
maar wou. En dan zou zy zich over
hem verbazen. Hy was nameiyk ge
heel verjongd door het geluk, dat
Frits had meegebracht. Wist zij het
reeds, dat Frits en Annie zich hadden
verloofd Zq zou zeker wel in de
algemeene vreugde deelen, daar zy
het toch al den vorigen winter had
voorspeld.
Aan ket schrift zag Helmi. dat oom
zeer ontroerd was, de brief was met
een bevende hand geschreven en zq
las tusschen de regels dat hy haar
aarzelend het groote nieuws vertelde
en zichzelf bedwong, om zy'n blijd
schap niet te toonen.
En toen las zy Annie's brief. Haar
vriendin legde zich geen dwang op,
de brief was éen gejubel van geluk,
vol van de zaligheid eener eerste
liefde. In haar verbeelding zag Helmi
het van vreugde stralende gezichtje
voor zich en zonder het geringste
bittere gevoel plaatste zy er het beeld
van haar vroegeren verlooide naast.
Weer zag zij zijn kalme, vriendelyke
oogen, die haar zoo dikwijls treurig
vragend aanzagen. Dat lag nu achter
hem, nu kon hy zyn geluk volop ge
keerd, tenzij het terugbrengen tot een
vergoedingsbedrag verband houdt met
het bepaalde in het eerste lid.
Het bestaande tweede lid van ge
noemde artikelen wordt derde lid.
Vlaggen op Koninginnedag.
Naar aanleiding van het niet-
vlaggen vanwege het gemeentebestuur
op den verjaardag der Koningin heeft
de gemeenteraad van Zaandam gis
teren met tien tegen negen stemmen
een motie van een der vrijzinnige
leden, waarby B. en W. werden uit-
genoodigd voortaan op den verjaardag
van het regeerend hoofd van den
staat te vlaggen, verworpen. Tegen
alle socialisten, voor de niet-sociaal-
democratlsche leden.
Weer een predikant gebied ontzegd
Naar aanleiding van een redevoe
ring, door ds. van Wijhe in Barchem
te Winterswyk gehouden, waarbij hy
ondertreept heeft de woorden van ds.
De Ligt, heeft de burgemeester dier
gemeente aan den territorialen com
mandant voor de provincies Overysel
en Gelderland voorgesteld, ds. Van W.
het recht te ontzeggen, zich te be
vinden in de in s'aat van beleg zijnde
gedeelten dier provincies. („Hbld.")
De Middenstandsbond.
Op de algemeene vergadering van
den Middenstandsbond te Utrecht
werd door den heer v. d. Moessen
uit Ams'erdam een motie ingediend,
waarin de wenschelqkheid werd uit
gesproken van de verhooging van het
minimum-bedrag van flOO tot f250,
gelyke rechten voor alle handelsver-
eenigingen, opheffing der bankgarantie
en uitschakeling van het levensmid-
delenvervoer van de N(edsrl.) 0(ver-
zee) T(rust). De motie werd door
het bestuur overgenomen.
Aan het bestuur werd de verdere
regeling overgelaten.
Da Hollandscha Lelia.
Mevrouw Anna SpoorDe Savor-
nin Lohman verzoekt aan „Het Vad."
te melden, dat zy naar aanleiding
van haar huwelyk de redactie van de
„Holiandsche Lelie" aan het eind
van den nieuwen, reeds ingetreden
jaargang, nederlegt en zich geheel
terugtrekt in het particuliere leven. Dit
is voegt mevr. Spoor er bij
geheel overeenkomstig mijn steeds
uitgesproken meening, dat de gehuw
de vrouw niet der maatschappy,
maar slechts haar gezin behoort.
De „Vlaamsche Stem".
Men verzoek! ons opname van het
volgende
Naar aanleiding van een ook door
de Nederlandsche pers overgenomen
mededeeling uit een Belgische cor-
nieten.
Zy hield de brieven peinzend in
haar handen.
't Was zoo stil in haar geworden,
zoo plechtig, zy had medegeholpen
tot den bouw van 't geluk dezer beide
menschen't was haar te moede, als
moest zij de handen vouwen en er
vaor danken dat haar zulk een groote
gunst was verleend. Aan zichzelve
dacht zy in dit oogenblik niet, ook
kwam het niet by haar op, dat zy
nu haar reisje werd uitgesteld, Her-
bert niet kon ontloopen.
Zy dacht er pas aan toen Franzi
aanklopte om haar in een huishou-
detyke aangelegenheid om raad te
vragen. Wat moest ze nu bedenken
Maar zy kon nu niet rustig overleg
gen, vandaag wilde zy zich geen zor
gen maken. Annie's verlovingsdag
moest een vreugdedag zyn. Vóór alles
moest Kora het wetenzij was ook
veel van Annie gaan houden.
Kora, een nieuwtje, riep zq haar
zuster al by de deur toe, denk eens
De woorden bleven haar ln de keet
steken.
(Wordt vervolgd.)