OE IBIEOINGEN en KOTEMDL DAG ts. uur irrootste >rteurs van [twijnen loezelwijnen ïewijnen. Telefoon 131 ets Hoopje. 'AANVRAGEN richt in >etrekking SJE uffrouwT lig»!Firma F. MS BE VELDE Ir., Kleine USafkt 58, ïlisslnip. Tslstoor? inlets. 18 Verschijnt dagelijks, aitgezomSard op m ligmi; erkende Chrislaiijki ieasida a# lij deze Courant behoort oen Bijvoegsel ITEMEENTEBESIV )R FEUILLETON EewapMÉ Kealialilail. BINNENLAND No. 184 1915 M llandsche lant bij Kok. LAMAFOON mei I muziek voor den I ulden, bij D. STROO Vlissingen. en Wethouders van sollicitanten op hg van Onderwij- ANDELSHERHALINGS' veervijiwekelijksciit de geldende ver zenden aan den Bur-1 2 Augustus 1915' Zich te wenden tot Itraat 11, Vlissingen. ontwikkelde jonge I 3r. onder motto „Be- „Vliss, Courant. |n net |ren. Adres bureau urant." Burgermeisje zoeitt BUFFETJUF lissingen. Br. onder I VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.3# per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.2@ Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.40voor iedere rege! meer 10 cê Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. BQ abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvrager) 5 cf. per regel De abonnés, in't bezit eener ft ft fl ftgulden bij levens- P9 ft gulden bij dood ftft ftgulden bij verlies 4 IK ft gulden bij verlies 4 ft ftguiden bij verlies ft ^gulden bij verlies ooiis zijn GRATIS verze- IIlil lange ongeschikt- ftBg door "%1191 van een hand, I Hts van 1 8 111 van sen van eiken kerd tegen ongelukken voor: utTUv heid tot werken 3 fJ%J? een ongeluk CltJU voet of oog l.vBJ' een duim lUU wijsvinger anderen vinger, ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, bolo ol tram. De oltkeerlng wordt gewaerbergd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" in ScbledtK landstorm. De Burgemeester der gemeente Vüssngen brengt ter kennis van be langhebbenden, dat Ingevolge de wet van 11 Juni 1915 (Staatsblad no 242) óók tot den Landstorm behooren de Nederlanders en de ingezetenen niet Nederlanders beneden den leeftijd van 40 jaren, die in 1911, in 1912, dan wel in 1913 vóór 24 Mei, den verplichten of vrijwilligen dienst bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen hebben verlaten, met uitzondering echter van diegenen hunner: lo. die ingevolge verdrag met een vreemden staat tot dienst bij den land storm niet gehouden blpen te zijn 2q. die wegens ongeschiktheid den dienst hebben verlaten 3o. die onherroepelijk zijn veroor deeld tot een zwaardere gevangenis- strat dan van zes maanden of tot een andere straf, die ontslag uit den land- stoimdienst medebrengt 4o. die op 17 Juni 1915 niet ge vestigd waren in Nederland, in Duitsch- land ol in België, zoolang zij zich daar niet vestigen 5o. die als officier anders dan eer vol zijn ontslagen Zij, die vermeenen op grond van het vorenstaande van den landstorm deel uit te snaken, worden uitgenoo- digd zich ter gemeentesecretarie aan te melden, ten einde aldaar desge- wenscht nadere inlichting te verkrij gen. Voor hen, die verhinderd mochten zijn om ter gemeentesecretarie te ver schijnen, kan de aanmelding geschie den hetzij schriftelijk, hetzij door een familielid of een ander persoon. Het is wenschelljk, dat hij, die zich om bedoelde inlichting tot de gemeen- secretarie wendt, overlegt het bewijs van ontslag en andere bescheiden, betrekking hebbende op vervulden miliiairen dienst van belanghebbende. Vlissingen, 7 Augustus 1915 De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. VERORDENING. Be Territoriale Bevelhebber in Zeeland enz., ter standplaats Middel burg; Gezien de Koninklijke besluiten van 29 Augustus 1914 (Staatsblad no. 435), van 8 September 1914 (Staatsblad no. 448), van 25 Septem ber 1914 (Staatsblad no. 463) en van 11 Februari 1915 (Staatsblad no. 81), waarbij de gemeenten in de Provincie Zeeland zijn verklaard „in Staat van beleg" Gelet op artikel 22 van de Wet van 30) (Nadruk verboden.) —O— Hij moet landeigenaar zijn, wacht eens, waar ook nog maar weer O ja, in de buurt van Kiew. Hij is te Ber lijn gekomen om zich gedurende den winter op d« muziek toe te leggen, dat wit zeggen, zich daarin re volmaken, voor zijn genoegen, heeft hij gezegd. Hij moet heel mooi pianospelen, zoo heeft onze baron aan tante verteld daardoor die drukte met de piano. Zij hebben dat zaakje heel knapjes be dacht en uitgevoerd. De drie naast elkaar liggende kamers bewo nen de heeren samen; ieder heeft cr zich éen naar zijn smaak ingericht, cn de derde, welke aan die van jou grenst, is een salon geworden en daar zal de jonge Rus studeeren, omdat hij daar zijn buren het minste hindert. Overdag is miss Brown niet thuis en na tien uur mag er niet meer ge- 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128); Stelt bij deze de, voor do gomeente Clinge, voor wat botroft het gedeelte, gevormd door den Klelnon Kieldrecht- polder en den Clingepolder ten Noord- Oosten van don spoorweg Hulst-Sint Nlcolaas, van kracht zijnde, nieuwe verordening van politie vast en be-, sluit te bepteien Artikel 1. Van negen uur namiddags tot 4 uur voormiddags mag niemand zonder schriftelijke vergunning van den Detachementscommandant te Clinge zich buitenshuis ophouden. Artikel 2. Sdlstaan op den publie- ken weg, tenzij de te verrichten werkzaamheden zulks vereischen, is verboden. Artikel 3.Samenscholingen, waar onder te verstaan, het zich opzettelijk bevinden op een afstand van 5 Meier of minder, lot twee of meer andere personen, zijn verboden. Artikel 4. Alle sociëteiten, koffie huizen, tapperijen en andere lokalen, bestemd tot gezellig verkeer, moeten gesloten zijn vanaf een uur voor zons- dergang tot twee uur na zonsopgang. Artikel 5. Overtreding van deze verordening wordt, ingevolge art. 43 van de Wet van 23 Mei 1899 (Staats blad no. 128), gestraft met hechtenis van ten hoogste eene maand of geld boete van ten hoogste drie honderd gulden. Artikel 6. Deze verordening treedt in werking onmiddellijk na afkondi ging ter plaatse gebruikelijk. Uitgegeven te Middelburg, den 5en Augustus 1915. De Territoriale Bevelhebber in Zeeland enz. BROCX. Afgekondigd te Vlissingen den 6 Augustus 1915. Reeds een vol jaar woedt de we- reldkrijg thans rondom onze gren zen en meer dan eens is de kans, dat hij ook over onze grenspalen zou komen, zeer groot geweest. Wij be hoeven waarlijk niet te herinneren aan die uren van ontzettende spanning en angstige verwachtingen, waarvan de maand Augustus van verleden jaar getuige was, om het besef te verle vendigen, welke gevaren sedert den aanvang van het reusachtige conflict ook voor ons gedreigd hebben. Die gevaren, zij waren van tweeërlei ge daante, schoon van denzelfden aard schending onzer neutraliteit, hetzij van den kant van Duitschland, hetzij van dien van Engeland. Al aanstonds bood de eigenaardige en van het overige landsgebied eenigermate afgezonderde ligging van Zuid-Limburg een ernstig gevaar, doordien bij het binnenrukken van de ontzaggelijke hoeveelheden Duitsche troepen in Belgisch grond- speeld worden, dat heeft mijn vrouw met hem afgesproken. Maar wij heb ben er niet aan gedacht, dat het spe len jou zou hinderen kind, wij wisten immers niet, dat jij schrijft dat ziet er nu leelijk uit. Hij zag Helmi oplettend aan—het kwam hem zoo wonderlijk voor, dai dit jonge en mooie schepseltje tot de blauwkousen behoorde. Integendeel oompje, ik zal er nut van hebben, war.t muziek wekt mij steeds op. Een zacht geruisch bij de deur, die naar de slaapkamer harer tante voerde deed haar opzien. Met groote oogen van schrik zag zij, hoe Thea in haar wit nachtkleed op den drempel stond. Zij had de deur achter zich dicht getrokken en stond in luisterende houding, met voorovergebogen hoofd, terwijl zij met wijd geopende oogen naar het tweetal bij de kachel keek. De oude heer legde haastig zijn pijp weg en nam de koude handjes, die slap neerhingen, in de zijne. Ga slapen lieveling, zei hij on eindig teeder, je trilt, het is hier te koud. Het meisje vleide zich tegen haar gebied, de doorgang bij Visé en Luik te eng zou blijken en Nederiandsch grondgebied door de. Duitsche troe penmacht op haar doortocht naar het vijandelijk land zou moeten worden betreden. Het is niet geschied, en wel om verschillende redenen, waar van wel deze als de voornaamste mogen gelden, eensdeels dat Duitsch land het beoogde doel zonder ons grondgebied te betreden bereiken kon, anderdeels dat zulk een schen ding onzer neutraliteit, door ons met geweld van wapenen zou gekeerd worden. Een ander, en niet minder ernstig gevaar, dreigde van den kant van Engeland, zoodra dit land deze week is het juist een jaar gele den daadwerkelijk deelnam aan den oorlog. Immers het bedreigde België te hulp te komen, zou voornamelijk heb ben moeten geschieden door Antwer pen te helpen versterken, hetgeen niet anders geschieden kon dan de Schel- demonding te forceeren. Dat dit aan vankelijk ook in de bedoeling der Engelsche regeering gelegen heeft, is vooral in den laatsten tijd meer en meer duidelijk geworden en ook, al zal wellicht nimmer het licht der openbaarheid ten volle schijnen op de onderhandelingen te dien einde tusschen de kabinetten te Londen en te 's Gravenhage gevoerd, vast staat, dat onze regeering krachtig weer stand geboden heeft aan de desbe treffende vertoogen, die tot haar ge richt zijn, in den eersten tijd van den krijg van Engelschen kant. Doch ook daarbij, evenals kort te voren bij den dreigenden toesfanu op onze zuid oostelijke grens, heeft de besliste wil van Nederland om elke poging tot schending zijner neutraliteit, met de wapenen in de hand, af te staan, de overhand verkregen. Engeland heeft, ongetwijfeld in weerwil van zijn ernstigste verlangens, af moeten zien van zijn aanvankelijk voornemen. Ook hierbij heeft, in niet geringe mate de omstandigheid gegolden, dat deSchel- demonding geacht werd door een sterke Nederlandsche weerkracht versterkt te zijn. Wij brengen beide feiten slechts in herinnering om te doen uitkomen, hoezeer in een toestand als waarin de naties zich nu bevinden, voor al les vertrouwd moet worden op eigen kracht; in den loop der 12 oorlogs maanden zijn er weliswaar nog wel meerdere oogenblikken van groote spanning geweest, doch deze toonen naar hun aard geen afwijking van de beide genoemde spanningsperioden, en wij behoeven deze dus niet af zonderlijk te bespreken. Uit alles blijkt toch, dat zeer zeker de be paalde opzet om onze neutraliteit te minachten nóch bij Duitschland, nóch bij Engeland voorgezeten heeft vader aan, haar groote oogen, anders zonder uitdrukking, schitterden van opwinding. Waar is hij gebleven vader, waarom is hij niet bij mij gekomen. Heeft u hem niet gezegd, dat zijn Thea op hem wacht vroeg zij op gewonden. Hij was immers niet hier mijn kind, hij komt spoedig ga weer kalm slapen morgen zal hij zeker komen. Jawel, hij was wel hier, ik heb zijn stem gehoord. Waarom wilt ge hem niet bij mij laten Ik wi! hem kussen en op mijn vleugels nemen zoo heel zacht dat moeder het niet hoort zij mag immers niet weten dat ik naai hem toe ben gegaan Haar oogen vulden zich met tranen zij vielen op magere bevende handen van den ouden man. Ga stil naarbed mijn arme lieveling heel stil, dan bemerkt moeder het niet dat je bent opgestaan. Hij opende geruischloos de deur en droeg het lichte schepseltje in bed, daar ku;te hij haar en dekte haar warm toe. nochtans is er geen reden om aan te nemen, dat zij voor zulk een schen ding teruggedeinsd zouden zijn, waren zij daartoe door „oorlogsnoodzaak" aangewezen. Echter, dan zou daar mede ook noodzakelijker wijze de eene partij, aan de andere een bond genoot en tevens zich zelf een vij and méér hebben verschaften blijk baar heeft men, waar de krachten van beide partijen zoo zeer, blijkens de feiten, tegen elkander opwegen, zulks niet aangedurfd, want indien wel, een schijnreden om ons te nopen het oorlogspad te betreden zou gauw ge noeg te vinden geweest zijn, en „oorlogsnoodzaak" is een zeer rek baar en voor de omstandigheden pasklaar te maken begrip. Dat heeft de oorlog al bij zijn aanvang be wezen. Uit al hetgeen hierboven op den voorgrond is gesteld, valt duidelijk deze conclusie te trekken, dat zoo wel Duitschland als Engeland meer baat voor zich hebben meenen te vinden bij onze neutraliteit, dan bij ons meedoen, aan de zijde van hun vijand. En dat zij beiden der halve prijs hebben gesteld op onze neutraliteit. Deze conclusie wordt, behalve door de feiten, nog boven dien in den loop van deze dagen bevestigd door verschillende uitlatin gen in regeeringskringen van beide landen. Blijkens deze uitlatingen na melijk, stelt men van Engelsche zijde op onze neutraliteit grooten prijs, omdat de regeering te Londen weet, dat wij gereed zijn om, zoo noodig, een schending onzer onzijdigheid van den kant van Er.geland's vijanden, met kracht van wapenen af te slaan van Duitsche zijüe ziet men in een gewapend neutraal Nederland, dat krachtig zijn neutraliteit te verdedi gen weet, een veilige „flankdekking" tegen Engeland en derhalve een bol werk voor Duitschland. Zoo is de toestand gedurende den loop van dit eerste oorlogsjaar ge weest, en zoo is hij op dit oogenblik nog. Echter heeft ook datzelfde oor logsjaar ons geleerd, dat er niets zoo onberekenbaar, niets zoo onbestendig is, als juist dat waarop men meende te hebben kunnen staat maken. En al zouden wij, op dit oogenblik, geen enkele reden hebben voor een ver andering in den staat van zaken, ge lijk deze nu is, te moeten vreezen, zekerheid, dat deze tot het einde van den krijg in welk een verver- schiet ligt dit nog zal bestendigd blijven, kan niemand ons geven' Daar is, na al dien tijd van span ning en ongewisheid thans gelukkig een meer optimistische stemming te onzent doorgebrokenechter, waar deze gelijk in den laatsten tijd blijk baar het geval is, bij velen tot een zekere luchthartigheid overgaat, moet Slaap nu Thea, mogen de enge len je beschermen. Zij was haar verdriet al weer ver geten en glimlachte als een kind. Loop heel zacht, anders gaan zij weg zie je, hoe zij daar allen staan in hun wilte kleeren stil, stil, zij zingen. Zachtjes neuriede zij haar oude melodie en sloot haar oogen. Wat zbu haar gescheeld hebben vroeg Helmi met trillende lippen, toen Lenz weer binnentrad. Hij zag zeer bleek. Zij heeft bepaald de stem van dan vreemdeling gehooid en wonder lijk, het dringt nu ook tot mij door, dal die stem var. den vreemdeling lijkt op die van een ander, ook de uitspraak Thea's verloofde was immets ook uit Rusland maar hca zou zij het gehoord hebben Vorst Subaroff sprak toch in het geheel niet zoo luid. Haar arm hoofdje heeft geen andere gedachten m er en ook geen andere herinnering, als deze. Is zij nu rustig? Ja zij laat zich gemakkelijk kal- meeren, haar geestelijke krachten ne- op het afkeurenswaardige daarvan nadrukkelijk gewezen worden. Toen men in den aanvang van den oorlog ook hier bevreesd was in dien af grijselijken maalstroom te worden medegesleurd, ontwaakte in ons land een nationaal besef en een gevoel van eenheid, dat weldadig aandeed. Alle kleine en eigen belangen sche nen plaats te hebben gemaakt voor dat ééne groote belang, dat ons allen geboeid hield. Thans wil het ons voorkomen alsof die kleine belangen weer meer en meer op den voorgrond treden en afbreuk dreigen te gaan doen aan dat, wat wij nog immer als het hoogste moeten beschouwen een krachtig willend volk van weer bare mannen. Het is immers waarlijk nog de tijd niet, om te gaan meenen, dat een sterke weermacht niet langer het levensbelang van ons land uit maakt. Dat men dit toch bedenke Wij zagen boven hoe de twee groote rijken, die mogelijker wijze geacht kunnen worden onder gegeven omstandigheden onze neutraliteit in gevaar te brengen, beiden duidelijk blijk gegeven hebben rekening te houden met de vaardigheid, waarmede wij in staat zijn de handhaving dier onzijdigheid kracht'bij te zetten. Daar om niet een neutraliteit zonder meer, maar een gewapende neutraliteit, ge steund door de kracht onzer weer macht is en moet zijn in het tijdsbe stek dezer wereldvervorming onze nationale stut en toeverlaat. De bommen op de Cornells. Nader wordt ons nog het volgende medegedeeld betreffende het werpen van bommen op het Nederlandsche motorschip „Cornelis." Het vaartuig behoort tot de reederij van den heer J. van Rompu te Tetneuzen. Den 28en Juli jl. is het schip met waterballast naarTerneuzen vertiokken met bestemming naar Goole. Na 24 uur op de reede Vlissingen op beter weer gewacht te hebben, vertrok de „Cornelis" des morgens om 6 uur van den 29en Juli. Het schip voer een Nederlandsche vlag aan den vlagge- stok en had de Nederlandsche kleu ren op den romp geschilderd, bene vens den naam „Cornelis Terneuzen" in letters van ongeveer een halven meter hoogte. De kapitein is J. van Buuren. Ten 10.15 bevond het schip zich op 51 gr. 50 min. N.B. en 2 gr. 58 min. O L. toen plotseling eenige bommen neervielen, eerst bij het ach terschip aan weerskanten één, en een oogenblik later bij het voorschip eveneens aan weerskanten één bom. De door de ontploffing veroorzaakte waterzuilen kwamen gedeeltelijk over het vaartuig. Op het dek werden eenige stukken metaal gevonden, waar- men snel af, zfj vergeet oogenbiik- kelijk, wat haar zoo opwond. Hij zuchtte en streek over zijn voch tige oogen. Het arme, zwakke lichaam zal het niet lang meer uithouden maar het is voor haar beter, dat zij dood is, dan dat zij zoo verder leeft. Hoe heb ik mfj verheugd over dat kind en gehoopt op louter geluk voor en door haar Helmi streek zacht langs de wan gen van haar oom. Wees niet zoo treurig oom, het geeft toch niets zich tegen het lot te verzetten, ik heb dat ook ondervon den en ik ben nog zoo jong. Frits zal u vreugde geven; hij zal nog wel heel gelukkig worden en zijn geluk wordt 't zonnetje van uw ouden dag. Jij bent zijn geluk, mijn doch tertje. Neen oom, antwoordde zij kalm, ik niet. Ik wil voor u de waarheid niet verzwijgen. Spoedig zal hij het inzien en dan ook beseffen, zooals ik nu al weet, dat zijn waar geluk ergens anders bloeit zelf zal ik hem den weg er heen wijzen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1