16 JULI
«5 No. 1G5
53e Jaargang1
1915
VRIJDAG
litgavafirma F. 1111 DE VEIBt It.. Ileina Waikl 58, VlissinQEn. Teleloon Inleic. IB
Verschijnt dagelijks, oitgszondard op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdag»
KAMEROVERZICHT.
BINNENLAND
Opgave der personen,
VL1SSI1NG5CHE COURAINT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.3®
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.2®
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels 0.40 voor iedere regel meer 1® cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. BQ abonnement speciale prgr
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. pet regel
n, ahonnés in't bezit eener gulden bij levens- P7^|"| gulden bij dood f| gul den bij verlies A pfl gulden bij verlies AA gulden bij verlies ^gulden bij verliet
„nll, ziin GRATIS verze- /III III lange ongeschikt- *111 door <1111 van een hand, *1| van vaneen M*1 van eiken
ferd'tegenongelukken voor: ullUU heid tot werken UU een ongeluk ÜUU voet of oog lull een duim 1UU wijsvinger U%3 anderen vinger.
Out* altkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de eerzekerden, voorzien >m geldig pl»«lsbewl|», een ongeluk bekomen op trein, boto ol trom. De oltkeerlng wordt gewenrborgd door de „Holl. Alfl. Verzeil. Benk" te Schledn»
Vergadering van Donderdag.
De rede van den Minister van Ma
rine had ongetwijfeld vele gebreken.
Ze was wat vormen betrof, allesbe
halve onberispelijk, ze was in den
toon niet vriendelijk, weinig welwil
lend. In plaats van te trachten de
weifelaars tot zich te trekken, de te
genstanders milder te stemmen, richtte
hij meermalen geschut van zwaar ka
liber op zijn bestrijders.
Men kan echter met recht zeggen
dat het ten slotte aankomt ,op den
inhoud van de rede. En wat dezen
betreft, dient erkend dat de Minister
sterk beslagen ten ijs kwam. Waren
die zelfde argumenten, was die zelfde
deskundigheid met meer talent, meer
parlementaire vaardigheid en meer
politieke in den gunstigen zin
politieke virtuositeit opgediend,
ongetwijfeld zou het succes veel
grooter geweest zijn.
De kwestie van den onderzeeërs-
aanbouw kan de Minister laten rusten.
Wat h8 had aan te toonen was dit
zijn kruisers als samenwerkende ele
menten voor de duikooten-actie on
misbaar en welke is de beteekenis
van de kruisers als zelfstandig strijd
middel
De kruisers zijn allereerst bestemd
voor de inleiding van de duikbooten
actie. Een duikboot vaart met beperkte
vaart, waardoor zij niet geschikt is
voor den verkenningsdienst. Die taak
behoort toe aan de kruisers. Gesteld
dat een vijand op onze koloniën af
gaat die verdedigd worden doar on
derzeeërs. Hij zal te eerder worden
afgeschrikt wanneer kruisers den ver
kenningsdienst verrichten, het voor
postengevecht kunnen verrichten en
middelerwijl de onderzeeërs kunnen
waarschuwen. De verbinding tusschen
Engeland en Frankrijk is maandenlang
onaangetast gebleven, niettegenstaan
de het een militair belang van de eerste
orde was voot de Duitsche marine
om dit contact te verbreken. Dat dit
niet mogelijk is geweest, was te
danken aan de macht der kruisers.
Doch ook in ander opzicht is het
gewenscht deze kruisers te bouwen.
Het wapen dat men heeft in de on
derzeeërs, is ongetwijfeld een zeer
geducht; de ervaring leert echter dat
onmiddellijk het menschelljk vernuft
zich inspant om middelen te beramen
tegen dezen vijand. Reeds zijn er aan
wijzingen voor het slagen bij dit
zoeken. In zee worden netjes ge
spannen, waarin de schroef verward
raakt en reeds zijn gevallen bekend
waarin een duikboot het slachtoffer
is geworden van dat verweermiddel.
De onderzeeër is bovendien zeer
kwetsbaar zoodra hij boven water
komt.
Dit alles lichtte de Minister met
vele voorbeelden toe, ontleend aan de
lessen die uit den huidigen oorlog
zijn te trekken.
Aanstonds na de rede kwam de
heet Tydeman verklaren overtuigd te
zijn door den Minister, terwijl de
heeren v. d. Voort Zijp en Hugen-
holtz niet van meening veranderd
waren.
Het belangrijke punt in deze dis
cussie was de mededeeling van den
heer De Meester dat hij zijn gisteren
aangekondigde motie niet zou indie
nen. De bezwaren van dezen spreker
waren niet zoozeer gericht tegen de
kruisers maar wel tegen het tijdstip
waarop men met dit voorstel was
gekomen. De bedoeling was den
minister uitstel te vragen. De minis
ter had z. i. de bezwaren die ge
opperd waren niet weerlegd maar
en daar komt het dan eindelijk, maar
de rede van den minister had zoozeer
den indruk gegeven dat aan het hoofd
van het departement van marine een
man staat met een krachtige overtui
ging, met een ijzeren wil, dat 's lands
belang niet kan gedoogen dat deze
minister zijn portefeuille zou neer
leggen.
Betreurende enz., legde de heer
De Meester er zich bij neer en de
motie bleef uit.
Van de stemmen tegen het ontwerp
moeten wij even melding maken van
het betoog van den heer Ankerman,
die met het oog op de internationale
positie van ons land, het ongewenscht
achtte thans tot den bouw van nieuw
oorlogsmateriaal over te gaan. Han
gende den oorlog zulks te doen, straks
wanneer de vredesonderhandelingen
gaande zijn, bezig te wezen aan den
bouw van nieuwe schepen, kwam
dezen afgevaardigde zoozeer in strijd
met 's lands belang voor, dat hij zijn
stem aan het geheele ontwerp zal
onthouden.
Door den heer Lobman werd ver
klaard dat de heer Ankerman voor
zich zeif en voorden Anti-oorlogs
raad sprak.
Nog verklaarde de heer Nolens, dat
hij en veie zijner vrienden weliswaar
bezwaren hadden, die niet waren
weggenomen, doch zij waren niet zoo
overwegend dat zij daarom zouden
tegenstemmen.
Het gedeelte dat de kruisers be
vatte, werd goedgekeurd met 46 tegen
21 stemmen. Tegen stemden de so
cialisten, van de rechterzijde de hee
ren Ankerman en Bickon en voorts
van links de heeren Schim v. d. Loeff,
Smeenge, Ketelaar, De Muralt, De
jong, Hubrecht en Teenstra
Het ontwerp werd zonder stem
ming aangenomen, nadat de heer
Schaper had verklaard dat hij de Ka
mer deze stemming wilde besparen.
Bij de ontwerpen tot het langer in
dienst houden van de militairen wer
den door de heeren Ter Laan (den
Haag), Duymaer enz., lange series
klachten geuit, gelijk zulks reeds bij
vorige gelegenheden het geval was.
Koninklijk bezoek aan Rotterdam.
H. M. de Koningin, vergezeld van
haar gemaal, bracht gisteren het reeds
aangekondigde officieele bezoek aan
Rotterdam voor de eerste steenlegging
van het nieuwe raadhuis en de inwij
ding van de Groote Kerk na de res
tauratie.
Om half drie kwam het Koninklijk
echtpaar pet auto aan de grens der
gemeente op den Schieweg, waar in
rijtuigen werd overgestapt. Van hier
ging het direct naar de Groote Kerk
waar dr. J. R. Callenbach naar aan
leiding van Jesaja 567a een korte
predikatie hield. Het Rotterdamsch
kerkkoor zong de Koningin bij aan
komst het „Dank, dank nu alien God"
toe er. bracht na beëindiging van den
dienst, terwijl de hooge gasten een
rondgang maakten door de kerk, nog
eenige liederen ten gehoore.
Langs Blaak en Boompjes, Willems-
plein,Westersingel enBinnenweg reden
de Koningin en de Prins naar den
's Gravendijkwal, waar het van 't Hoff-
monument werd bezichtigd en ver
volgens door den nieuwen tunnel aan
de Beukelsdijk naar de Coolvest voor
de steenlegging.
Op het fraai versierde terrein was
voor de hooge gasten en gevolg een
podium opgeslagen.
Nadat de burgemeester de Koningin
en den Prins had welkom geheeten
en bedankt had voor de hooge eer
Rotterdam aangedaan de plechtigheid
der eerste steenlegging van het nieuwe
stadhuis te willen volvoeren, hield de
Koningin een rede, waarin H. M. van
hare groote belangstelling in Rotter
dam en zijn nijvere burgers getuigde
en zich gaarne bereid verklaarde de
eerste steenlegging te verrichten.
Nadat deze handeling was verricht
teekende H. M. de oorkonde en ter
wijl deze in den eersten steen werd ge
metseld bracht de Kon. Zangvereni
ging „Rott'e Mannenkoor" een schoon
lied ten gehoore vpor deze gelegen
heid vervaardige door ds. B. ten Kate.
Vervolgens bezichtigden H. M. en
de Prins in het directiegebouw de
nadere plannen voor den stadhuisbouw
waarna zij de rijtuigen weder bestegen
tot vertrek. Aan de grens namen zij
weder plaats in de auto's om naar
's Gravenhage terug te keeren.
Kturing landstormplichtigan.
Bij den minister van oorlog be
staat het voornemen, algemeene keu
ringen voor den landstorm te doen
houden, te beginnen met de jaar-
klasse 1915. Het ligt in de bedoe
ling, deze keuringen reeds over
eenige dagen te doen aanvangen.
Het denkbeeld is in overweging,
de keuringen op te dragen aan de
keuringsraden voor de militie, zooals
deze werden samengesteld voor de
lichting 1916. De keuringszittingen
zullen dienen om de landstormplich-
tigen, die dit verkiezei', een genees
kundig onderzoek naar hun geschikt
heid voor den dienst te doen onder
gaan.
De Commissarissen der Koningin
zijn uitgenoodigd, om, zoodra de te
dezer zake bij Kon. besluit vast te
stellen bepalingen tot stand zullen
zijn gekomen, de regeling van de
zitting van de keuringsraden vast te
stellen.
Het ligt in het voornemen van den
minister, er bij de betrokken land-
stormpllchtigen op te doen aandrin
gen, zich aan de keuring te onder
werpen.
Regggringsmesl.
De minister van landbouw heeft
na gepleegd overleg met de benoem
de commissie voor de broodverze
kering in de verschillende gemeenten
een circulaire gericht tot de burge
meesters, waarin de minister mede
deelt, besloten te hebben, het vraag
stuk van de mtelprijze. in dien zin
op te lossen, dat het minimum waar
voor meel aan de gemeenten zal
worden verstrekt, f 9 per 100 K. G.
zal zijn, terwijl naar is vastgesteld de
maximum-prijs voor regeeringsbrood
f 0.12 per K. G. is. De prijs, waar
tegen het meel voor de z.g.n. eigen
bakkers aan de gemeenten zal wor
den verstrekt, is voor het geheele
land vastgesteld op f 13.50 per 100
K. G.
Brandstoffen-voorziening.
De .Maasbode" deelt mede, dat 't
Centraal Bestuur van den Ned. R.
Kath. Volksbond zich heeft gewend
tot den minister van landbouw, nij
verheid en handel met een adres,
waarin verzocht wordt die maatrege
len te willen treffen, die noodig moch
ten blijken, om de zekerheid te heb
ben, dat in den a.s. winter de noodige
brandstoffen voor de werklieden en
de kleine burgerij te verkrijgen zullen
zijn, zonder dat daarvoor een buiten
sporig hooge prijs zal moeten worden
betaald, maar zoo mogelijk de thans
geldende prijzen ongeveer kunnen
worden gehandhaafd.
Zomerzitting
Vergadering van Vrijdag 16 Juli
des voormiddags te tien uur.
Voorzitter de heer rar. H. Dijck-
meester, Commissaris der Koningin.
Aanwezig 40 leden. Afwezig de
heeren Wondergem en Hombach.
Naar aanleiding van het voorstel
van Ged. Staten om aan de gemeen
te Nisse eene subsidie van f 462,50
toe te kennen voor haar huishouding
in 1915, was in een der afdeelingen
door een lid de vvensch uitgesproken
dat de aanvraag voor subsidie dit jaar
voor het laatst zal zijn en de vraag
gesteld of het niet mogelijk is, dat
Nisse met een andere gemeente ver-
eenigd worde.
Het voorstel werd zonder discussie
of hoof lelijke stemming goedgekeurd.
Naar aanleiding van het voorstel
om aan de gemeente Veere een sub
sidie toe te kennen van f 450, werd
in eene afdeeiing de opmerking
gemaakt, dat het te betreuren is dat
de gemeente Veere een beker bezit
van reusachtige waarde, die niet te
gelde kan gemaakt werden daaren
tegen zouden vele leden betreuren
dnt de beker voor de gemeente zou
verloren gaan.
In eene andere afdeeiing meenden
vele leden, dat deze gemeente niet
zoo dringend meer subsidie noodig
heeft. Zij heeft een kleinen schulden
last daarbij komt dat leeningen zijn
gesloten voor buitengewone werken.
De burgemeesterswoning is verbouwd.
De post gezondheidsdienst komt te
hoog voor. Vijftig opcenten op het
personeel is ook niet hoog en zoo
zijn er nog meerder posten waarop
aanmerkingen te maken zijn, o a. nog
kosten van invordering van plaatse
lijke belasting. Een lid zal geen amen
dement indienen tot vermindering van
het subsidie, maar geeft Ged. Staten
in overweging het volgende jaar voor
te stellen, geen subsidie meer te ver-
leenen. De post hoofdelijke omslag
f 2 800 is ook niet te hoog. Een lid van
Ged. Staten merkt op, dat moeilijk
te b^oordeelen is, of een bedrag van
f2.800 al of niet te hoog is en dat
het heffen van opcenten boven de 50
op de personeele belasting in zulke
gemeente niet veel oplevert. In de laat
ste afdeeiing kon men zich algemeen
met het voorstel veieenigen.
Ged. Staten handhaven hun voorstel
ongewijzigd.
Het voorstel werd na een opmer
king van den heer Van der Weijde
zonder hoofdelijke stemming goedge
keurd.
Subsidie Ambachtsscholen.
In een afdeeiing vereenigden zich
alle leden met het voorstel van Ged.
Staten. In een tweede afdeeiing wer
den door een 4 tal leden opmerkin
gen gemaakt omtrent de algemeene
regeling. Drie dezer leden waren van
meening, dat eene meer algemeene
regeling te ontwerpen ware geweest
als thans door Ged. Staten wordt aan
geboden. Een dezer leden meende dat
de subsidie ook rekening moet hou
den met het aantal lesuren en het
aantal vakken, waarin onderwijs wordt
gegeven. Een ander lid achtte een
vast bedrag per leerling minder ge
wenscht. Een klein verschil in aantal
leerlingen geeft geen verschil voor de
uitgaven der school en dienen ook
de ontvangsten gelijk te blijven. Hij
zal geen voorstel doen de subsidies
in verhouding tot de uitgaven te be
palen, omdat hij binnen korten tijd
een wettelijke regeling van het vak
onderwijs verwacht en deze van zeif
wijziging met zich zou brengen van
de provinciale subsidie en de daarvoor
te stellen regelen.
Een ander lid zou minder regelen
willen stellen en alleen bepalen dat
de subsidie f 25 per leerling bedraagt,
dit acht hij billijk omdat iedere leer
ling minstens dit' bedrag aan materia
len kost. Door Ged. Staten werd me
degedeeld, dat zij de regeling in an
dere provinciën geraadpleegd hebben,
maar de afwijkende bepalingen, die
voor de verschillende subsidies ge
maakt waren, gaven reden om geen
algemeene bepaling te maken. Bo
vendien verwachten zij ook een wet
telijke regeling.
Door een paar leden werd nog op
gemerkt, dat het onbillijk is in het
bijzonder met het oog op de kleine
gemeenten als eisch te stellen, dat de
bijdrage van de gemeente, waar de
school gevestigd is, gelijk moet staan
met ten minste de helft van de pro
vinciale bijdrage. Voor grootere ge
meenten moge dit geen bezwaar zfln,
kleinere gemeenten, die eenvoudig
gekozen worden ais centraal punt en
wier ambachtsschool voor verre weg
het grootste deel bezocht wordt door
leerlingen uit andere gemeenten, zou
den dikwijls niet in staat zijn aan de
zen eisch te voldoen, daarom was ook
bij de oprichting van de scholen te
Oostburg en Hulst deze eisch niet
gesteld.
Een ander lid meende dat het voor
de provincie vrij onverschillig kan
zijn, hoe men aan de rest van het
geld komt. Geven de belanghebbende
gemeenten niet voldoende, dan komt
er van de oprichting niets. Namens
Ged. Staten werd hierop geantwoord
die zich gedurende de le helft
der maand Jnli ln deze ge
meente gevestigd of deze verlaten
hehlieuo
GEVESTIGD
R. J. Kajuiter, schipper, Breewater-
straat 13, van Emmen.
M. W. Haaijman, winkelbediende,
Koudenhoek 44, van Middelburg.
Wed. A. H. J. Mulder de Rochefort,
zonder, Boul. Bankert 16, van Gro
ningen.
C. de Wolff, zonder, Bellamypark
15, van Rotterdam.
j. Hintzen, leerling Mach. S.S, Ar
senaalstraat 16, van Roosendaal.
D. Muider, kellner, Pr. Hendrikweg
16, van Amsterdam.
f. W. de Jong, cand.-notaris, Groote
Markt 24, van Oldenzaal.
L. Traas, slager, Kasteelstraat 45,
van Steenbergen.
C. J. Ardewijn, werkman, Aagje
Dekenstraat 91, van Goes.
Mej. J. F. A. van Wijk, verpleeg
ster, Heliebardierstraat 2, van Nij
megen.
C. van Boven, zonder, Walstraat
84, van Amsterdam.
T. van Bessen, werkman, Vrouwe
straat 43, van Heerde.
VERTROKKEN
M. P. Nijman, Kasteelstraat 22 naar
Rotterdam.
W. van Duijn, Coosje Buskenstraat
60 naar Voorburg.
N. van Spanje, Badhuisstraat 59
naar Maastricht.
Mej J. de Bruijn, Breestraat 8 naar
Wouw
U. Udema, Groenewoud 44 naar
Willemstad.
W. C. van de Volkere, Boulevard
de Ruijter 22 naar Rotterdam.
J. C. van Lieshout, Kaaskadestraat
3 naar Rotterdam.
J. de Roos, Steenenbeer 11 naar
Laren.
Wed. P. Limonard-Maandag,Noord-
straat 51 naar Amsterdam.
P. H. Mannie, Groenewoud 60 naar
Rotterdam.
C. J. Tielenius Xruijthoff, Koude-
kerkscheweg 2 naar Doesburg.
A. Everaars, Hobeinstraat 67 naar
Hoogeveen.
j. A. Top, Glacisstraat 13 naar
Tienhoven.
S. J. van den Berg, Hobeinstraat
51 naar Amsterdam.
J. F. Key, Flesschenstraat 14 naar
's Bosch.
P. M. Knieriem, Kasteelstraat 107
naar 's Bosch.
A. de Kan, Flesschenstraat 14 naar
's Bosch.
H. J. Beekes, Hendrikstraat 10 naar
Koudekerke.
A. Heinstman—Eedens, Beurs
straat 7 naar Helder.
dat de plaats waar de school geves
tigd is, groot voordeel geniet vanen
groot belang heeft by de vestiging
van een goede onderwijsinrichting en
dat daarom billijk is, dat zij een be
hoorlijk bedrag in de kosten daarvan
geeft. Door dit antwoord niet vol
doende overtuigd stelde een lid voor
als amendement om uit de bepalingen
te schrappen de woorden „terwijl
de bijdrage van de gemeente waar de
school gevestigd is gelijk moet staan
met ten minste de helft van de Pro
vinciale bijdrage" en „de voorwaarde
(bovenbedoelde) eerst in werking
treedt, zoodra het aantal leerlingen
aanleiding zou geven tot een Provin
ciale bijdrage van meer dan f2.000
en dan nog tot een verhooging boven
de f 2.000 beperkt blijft."
In stemming gebracht, verklaarden 8
leden zich voor dit amendement, 3
tegen, terwijl 2 leden zich hun stem
voorbehielden. Ged. Staten zegden
nog toe, naar aanleiding van een
vraag, dat bij bet toekennen van sub
sidie ook rekening gehouden wordt
met de rekening over het afgeloopen
jaar, maar dat de begrooting toch
het voornaamste is. In de derde af
deeiing vereenigen zich alle leden
met het voorstel, alleen werd wat be-