ISUS. 19 JUNI No. 142 153e «Jaargang 1915 et 2 n). jur- [NE de FERS. aoaders. VI ER, 1 aan rouw, lltgneFirma F. VAN DE VELDE Ir„ Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 18 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijks leestdagn lij deze Courant behoort een Bijvoegsel. Spelen met vuur. FEUILLETON Roman door MINA VON HALM. KAMEROVERZICHT. Nederland en de Oorlog. BINNENLAND sta. Wilhelmina- »K-cursussen. it 10 uur, iedere eisjes toegelaten, eel te nemen ge- siraat. Izn. ilafoon 46. n een nette Ge- 'en letter A. B. E ishouding, ook cel behulpzaam in met huiselijk g. v. Brieven u „Vliss. Crt." iagd, een nette iod en banket) werkzaam ge letter O, bureau VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlpe nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regel» 0.40 voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. BQ abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in 't bezit eener A ft ft gulden bij levens- rf F* ff> gulden bij dood AAA gulden bij verlies J r*|"| gulden bij verliest gulden bij verlies f% f^gulden bij verlle» polls, zijn GRATIS verze- M111111 lange ongeschikt- door van een hand, f g van ||l|l vaneen M*\ van eiken kerd tegen ongelukken voor: uUUU heid tot werken ff (/U een ongeluk UUU voet of oog lUU een duim JLW wijsvinger anderen vlnge>. ü«e ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol trem. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „lioll, Alg. Verzak. Bank" te Schlede» WÊÊKS^ Zij die zich met 1 Juli op de da gelijks uerschijnende „VLIS- SINGSCHE COURANT" abon- neeren, ontvangen de Courant tot dien datum GRATIS. Er is in den laatsten tijd een on miskenbare strooming in een deel der Nederlandsche openbare meening .merkbaar, die aanstuurt op, althans blijk geeft van sympathie met een mogelijk andere houding van ons va derland, dan tot dusver aangenomen tegenover het groote Europeesche ■conflict. Deze wijziging onzer houding zou dan volgens die nieuwe ziens wijze hierin moeten bestaan, dat wij ■onze neutrale houding moeten laten varen en ons daadwerkelijk in den bruisenden oorlogsstroom moeten werpen. Aan welken oever van dien stroom, dat geven zij zeer duidelijk te verstaan, al wordt het niet met evenzoovele woordengezegd.Zij willen dat Nederland onverwijld partij kiest en het zoo langen tijd in rust gelaten zwaard uit de scheede trekt, om de balans der kansen van dezen wereld oorlog te doen doorslaan. Hun mee ning, die nochtans die is van, naar wij vertrouwen, een besliste minder heid onzer medeburgers, vindt ijverig propaganda in een deel der organen van onze vaderlandsche openbare meening, en meer dan éen blad geeft aan deze meer oorlogszuchtige ziens wijze uiting, hetgeen vooral in den laatsten tijd dan ook niet nagelaten heeft in het buitenland bijzondere aandacht te trekken. Zelfs is men over ■onze grenzen reeds tot de stilzwijgen de conclusie gekomen, dat de uitbrei ding der maatregelen van defensieven aard door onze regeering aanhangig gemaakt, wellicht rechtstreeks verband kunnen houden met een oorlogs zuchtige stemming van een, overigens .klein deel der bevolking. Wij achten dat alles in hooge mate afkeurenswaardig. Immers, het kan niet zijn, dat het prijsgeven eener neutrale houding, hoe moeilijk deze ook overigens moge zijn, aan een tand ten goede komt, wanneer daar geen alles overwegende redenen toe nopen deze redenen kunnen voort spruiten uit het krenken van 's lands rechten, uit het tekort doen aan 's lands eer, uit het in gevaar brengen of benadeelen van 's lands levensbe langen. En, hoe ernstig de tijden ook zijn, hoe zeer ook Nederland, gelijk •de andere neutraal gebleven landen, 76. O— (Nadruk verbodeü Nu, gisteren, ontving ze een tele gram uit Petersburg, door een genees heer onderteekend, die Thea vroeger bij een ernstige ziekte behandelde en ze vernam daaruit, dat haar man door een revolverschot ernstig, zooal niet doodelijk, gewond was. Naar de woorden van het telegram te oordee- len, schijnt hij een poging tot zelf moord te hebben gedaan. Jella had ademloos geluisterd en Bergstraat niet anders in de rede gevallen, dan met eenige uitroepen van wrevel, welken de handelwijze van haar broer bij haar had opgewekt. Mijn hemel, riep ze nu diep ontroerd, zoover moest het komen 1 De arme, arme Thea, wat heb ik een medelijden met haarZe heeft Walter toch lief gehad. Hoe nam ze de Jobs- vaak uiterst moeilijke oogenblikken doorgemaakt heeft en nog doormaakt, van een opzettelijke krenking onzer eer, levensbelangen of rechten, in dien zin, dat wij daarvoor vergelding mo gen en moeten eischen met het zwaard uit de scheede, daarvan kan, de zaken helder beschouwend en nuchter be- oordeelend, moeilijk sprake zijn. Het wil ons dan ook voorkomen, dat zij, die Nederland roekeloos in den oor log zouden willen storten, hoe warme vaderlanders zij zich overigens ook mogen heeten, te zeer hun zelfbeheer- sching, zoo noodig voor ieder onzer in deze tijden van opwinding, uit het oog verloren hebben.' Hebben dezulken, is men geneigd zich ernstig af te vragen, dan geheel vergeten, wat het beteekent zijn land in het groote wereldconflict te be trekken, zonder dat daar alles over wegende dwangredenen voor aanwe zig zijn Deze redenen, zoo zij al bestaan mochten, te kennen, behoort immers niet tot hun bevoegdheid, doch is het uitsluitend eigendom der re geering, die meer dan een onzer vol komen op de hoogte is van de ver schillende omstandigheden in de buitenlandsche regeeringskringen, die ten deze op onze houding van be slisten invloed moeten zijn. Aan haar, onze regeering, aan onze Koningin, staat een wetenschap ter beschikking, die noodzakelijkerwijze niemand meer deelachtig kan zijn. Welnu, daar, waar men dus dep internationalen toestand in het algemeen, en de positie van ons vaderland zeer in het bijzonder beoordeelen kan, is van een oorlogs zuchtige tendenz niet alleen in de verste verte geen sprake, maar wordt integendeel omtrent de door Neder land te volgen politiek niemand, ook maar éen oogenbl ik, in het onzekere gelaten. „Nederland," aldus luidden nog dezer dagen de woorden van onzen eerste-minister, „Nederland wil den vrede". En dat het dezen kan willen, daarvoor heeft het zich ten oorlog voorbereid en getroost zich de grootste offers, juist omdat het zoo krachtig mogelijk wil zijn, ten einde te kunnen blijven, wat het is vrij en zelfstandig. Die vrijheid en zelfstandigheid is ons' hoogste goed, dat wij niet beter kunnen dienen, dan gelijk wij nu reeds vanaf het begin van den wereldbrand deden, waakzaan te zijn en ons sterk te maken. En zulks niet om aan oor logszuchtige neigingen, zoo deze waarlijk bij enkelen onzer aanwezig mochten zijn, voedsel te geven, doch om den vrede will nde in de onge twijfeld zeer moeilijke tijden, die nog wachtende zijn, aan alle omstandig heden het hoofd te kunnen bieden. Die omstandigheden, zij zullen vooral naar mate de tijd vordert en, gelijk eenmaal immers móét geschieden de tijding op Kalm. Ik moet naar Walternog ben ik zijn vrouw, waren haar eerste woorden. Juffrouw Lindner gaf haar gelijk en zoo vertrok ze met den eersten trein naar Petersburg. Gaarne was ik met haar meegegaan om haar met raad en daad ter zijde te staan, maar dringende dienstplichten riepen mij naar hier. Ook jufirouw Lindner kon niet meegaan, wij[ haar man zich minder goed gevoelde en haar ver pleging dringend noodig had. Jella stonden de tranen in de oogen. Ik ga naar Thea, zei ze beslist, ik wil haar de zusterhand reiken en haar helpen en troosten zooveel ik kan 1 Ik heb mij dus niet in u bedro gen, mevrouw, zeiBergstraat verheugd; maar ik wist ook wel, dat u zoo zou handelen. U hebt u zeker met het volste recht van uw stiefbroer terug getrokken, maar u doet thans werke lijk een goed werk, wanneer u toena dering tot Thea zoekt. U zult niet de vroegere Tnea, die eens zoo licht zinnig over haar levenslot besliste, in haar terugvinden 1 ik dank u, dat u zoo openhartig vrede naakt, uiterst moeilijk voor ons zijn. Immers er kunnen, zoowel voor het geval dat de overwinning aan de geallieerden toevalt, als indien deze door hunne tegenstanders be haald wordt, belangen in het spel komen, die in elk geval met de Ne derlandsche belangen in lijnrechte tegenspraak zijn. Wanneer dan dat oogenblik ons niet volkomen waak zaam, niet volkomen voorbereid mocht vinden, dan lijdt het geen twijfel of aan ons volksbestaan, aan onze rechten, aan onze eer, zou een on herstelbare krenking toegebracht kunnen worden, die te voorkomen waard is dat elk recht geaard vader lander, elk naar de mate zijner krachten, zich de grootste opofferin gen daarvoor getroost. Mocht ech ter blijken, dat ten slotte alle vrede lievende pogingen schipbreuk zouden lijden, welnu laat dan, doch eerst dan, ons volk toonen, zich van zijn rechten zoo bewust te zijn, zijn eer zoo hoog te willen houden, dat het niet aarzelt naar het voorbeeld der vaderen te handelen en zijn belagers van het lijf en uit zijn erf te houden. Mogelijk, gelijk een ieder onzer vurig zal hopen, behoeft dat alles niet te geschiedende onbereken bare kansen van dezen wereldoorlog, de niet te onderkennen wisselvallig heden ook in het moderne krijgsbe drijf, de onnaspeurlijkheden eener altoos werkzame diplomatie, dat alles baant den weg voor wellicht nog geheel andere uitkomsten, dan die van te voren kunnen overzien wor den, en waarbij ës Lansen dat wij niet daadwerkelijk in het wereld conflict medegesleurd worden, waar lijk niet gering b-hoeven te zijn. Daarom is het verwekken in ons land van een oorlogsstemming, gelijk thans hier en daar maar al te zeer blijkt, in zoo groote mate afkeurens waardig. Immers door deze stemming aan te wakkeren, moet ook het oor logsgevaar vermeerderen. Wij zagen nog onlangs hoe het opwekken eener oorlogsstemming bij de Italianen, de oorlogskansen verhaast en een krijg doet uitbreken, die wellicht achter wege had kunnen blijven. Zulk een stemming ook bij ons aan te wakke ren, staat gelijk met en moet in zijn mogelijke gevolgen even gevaarlijk geacht worden als het spelen met vuur. Daarvan behoort elk burger, die zijn land liefheeft, en het niet wil prijs geven aan de ontzettende gevolgen, zich niet alleen te onthou den, doch hij moet ook degenen, die blijk geven de in dezen tijd ons allen opgelegde zetfbeheersching te hebben verloren, krachtdadig tot de orde roepen, voor aleer het telaat mocht zijn. tot mij gesproken hebt, antwoordde Jella. Ik had werkelijk om goede re denen met Walter gebroken en inij langzamerhand stilletjes van hem te ruggetrokken. Ik had toen onmogelijk anders kunnen handelen, maar thans, nu hij misschien op sterven ligt, klinkt er toch een vermanende stem in mijge zijl toch kinderen van een moeder. De hemel geve, dat ik hem nog in leven vind. Help mij Alfred bewegen, dat hij mij toestemming geeft om naar Petersburg te gaan. Och, zoek hem als 't u blieft op. U zult hem in de rookkamer vinden, want hij doet aan de quadrille niet mee. Zeg hem alles, ook dat ik graag dadelijk naar huis zou willen en hem verzoek de slede te laten inspannen. Toen Alfred had vernomen, wat er aan de hand was, wilde hij eerst niets van Jella's reis weten. Schrijf aan Thea, betuig haar je deelneming, vraag haar, of ze je be richt wil zenden het zal, hoop ik, met Walter toch wel niet zoo erg zijn Maar hoe gaarne Jella zich anders naar haar man schikte, thans sprak ze hem tegen. Eerste Kamer. Vergadering van Vrijdag. Nog deed de Kamer een viertal wetsontwerpen af, die waarlijk niet van belang ontbloot zijn. In tegen stelling met den dag van gistereh bleef zij thans weer in het goede spoor. Noemen wij voorop het ontwerp betreffende het tijdelijk gezantschap bij den Paus. Dr. Kuyper steunde de Regeering alsof hij haar beste vriend is. Van p'otestantsche zijde, meende hij, bestond niet de minste aanleiding van verzet tegen dit ont werp. Wij snakken allen naar den vrede en juichen het toe dat de Re geering stappen wil doen en daarbij steun zocht bij zedelijke macht die door het Vaticaan wordt vertegen woordigd. Nadat de heer Cremer na mens de linkerzijde duidelijk had verklaard dat dit ontwerp in niets mocht prejudiceeren en de Katholieke heer Reekers dit in zooveel woorden had gesteund, zegde de Minister van Buitenlandsche Zaken dank voor het vertrouwen, waarna met een applaus het ontwerp werd goedgekeurd. Ook het wetje tot vrijstelling van invoerrechten op sinaasappelen, man darijnen, citroenen, bananen en oud heden, dat in de Tweede Kamet met een partijstemming werd aangenomen, ging hier zonder eenig woord onder den hamer door. Evenzoo ging het met de wijziging der veiligheidswet. Bij het ontwerp maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer, kwam de heer Kuyper op voor de gevoelens die de boer voor zijn vee koestelt en die bij het afslachtsysteem zoo pijnlijk worden aangedaan. De Minister leed mede doch moest belang belang van allen boven gevoeligheid van den enkeling stellen. Tot 6 Juli is de Kamer uitéén. De Landstormwet. Naar de Haagsche correspondent van „de Tel." verneemt is in de af- deelingen der Tweede Kamer tegen het wetsontwerp tot uitbreiding van den Landstorm een bijzonder ernstig verzet gekomen. De oppositie uit meer dan een groep van links en rechts bleek van dien aard, dat zij zelfs voor verschil lende Kamerleden onaannemelijk was. Ofschoon de tegenkanting zeer zeker niet algemeen was, moet zoo ver zekerde men ons, worden betwij feld of het wetsontwerp, zoo als het daar ligt, wel een meerderheid zal krijgen. Alles zal athangen van de nadeie mededeelingen, die de minister Na een oogenbiik nagedacht te hebben, zei hijlaten we dan beiden op reis gaan en wel morgenvroeg. De Elmers vertrokken, Dat dit zoo vroeg geschiedde, wekte de verbazing van het balgezelschap. Doch men be greep den haast, toen men vernam, dat Jella zoo juist bericht van de ernstige ongesteldheid van haar broer had gekregen en zich naar diens sterf bed dacht te begeven. Toen Bergstraat, die de Elmers naar de voorzaal bracht, Magda den met pels gevoerden mantel om de schou ders legde, vroeg hij U bent stellig boos op mij, den spelbreker, die als overbrenger van droevige berichten u het balgenot heeft verkort, niet waar, juffrouw Dacht u dan, dat ik met een vroolijk hart kon blijven dansen, ter wijl ik wist, dat Jella bedroefd is Ik heb innig medelijden met mevrouw von Hartung, ofschoon er een tijd is geweest, dat ik zeer boos op haar was en dienovereenkomstig over haar oordeelde. Thans echter zou ik haar ook gaarne willen helpen. Bergstraat drukte stevig Magda's kleine hand, die ze hem tot afscheid van oorlog, omtrent de uitvoering van zijn plannen, zal doen. Door velen wordt verwacht, dat in ieder geval de omvang van de voor gestelde maatregelen zal worden be perkt. Vragen aan den minister. „Het Volk" meldt, dat de heer W. H. Vliegen, lid der Tweede Kamer, den minister van oorlog de volgende vragen heeft gesteld le. Is het waar, dat eenigen tijd geleden een aantal jonge Belgen, die bij Clinge door Nederlandsche soldaten zijn gearresteerd, zijn teruggebracht naar de grens en aan de Duitsche autoiiteiten zijn overgegeven; zoo ja, waarom en krachtens welke wetten of verdragen had deze handeling plaats 2e. Waarom hebben Nederlandsche soldaten een Belg, die de grenzen overkwam, gewond en een ander, zekeren Dries, die hetzelfde deed, gedood De Engelsche censor. Een der lezers van het „Hbl." deelt mede, dat door den Engelschen cen sor niet alleen brieven met de laatste Amerikaansch post aangekomen, waren geopend, maar dat er zelfs brieven zijn aangehoudendat bleek uit co- pieën, die hij met een Nederlandsche boot kreeg. Er waren brieven bij met chèques erin. Het „Hbl." acht het gewenscht dat onze regeering tegen dit optreden van den Engelschen censor ernstig protesteert, maar voegt er de waar schuwing aan toe, als het eenigszins kan, van de Nederlandsche mail ge bruik te maken. Uit de Staatscourant. Bij Kon. besluit zijn bevorderd tot commies der posterijen en telegrafie le klasseC. Evenblij en H. R. Jan sen, thans 2e kl.tot commies der posterijen le kl. C. Bicker Caarten, thans 2e kl.tot commies der pos terijen en telegrafie 2e kl. A. Plantenga, H. Menalda en M. N. D. Augustijn, thans 3e kl.tot commies der pos terijen en telegrafie 3e kl. J. van Dijk, J. S. J. A. M. van Daalen, T. J. H. Venverloo, R. Koiter en C. P. V. van Altena, thans 4e kl. Nederlandsche Bond van gemeente ambtenaren. Het jaarverslag over 1914 deelt mede, dat de wereldoorlog ook op het werken van een bond een remmenden invloed uitoefende. Met groote vol doening mag het hoofdbestuur con- stateeren, dat de gemeenteambtenaren in den zich voor de regeering en de gemeentebesturen voorgedanen moei lijken en zorgwekkenden toestand blijk had toegestoken. U hebt een goed hart, juffrouw Magda. Voor de eerste maal hoorde ze haar voornaam van zijn lippen. Zijn donkere oogen zagen haar zoo innig en hartelijk aan. O, stamelde ze blozend, ik ben volstrekt r.iet zoo goed, als u meent. Ik ben zeer egoïstisch. Het verheugt mij bij voorbeeld, dat ik, nu we zoo vroeg naar huis gaan, den cotillon niet mee behoef te dansen. En met wien zou u dien dansen vroeg Bergstraat nieuwsgierig. Met Carl von Semmering, dien ik niet uit kan staan. Hij is in zijn gesprekken werkelijk al te flauw. Magda, waar blijf je toch? riep Alfred, terwijl hij het hoofd binnen de deur stak. Lieve hemel, Jella zit stellig al in de slede te wachtenDadelijk dadelijk, Alfred, ik kom ai 1 Waar heb ik mijn waaier toch O, daar is hij. Goedennacht, meneer Bergstraat. Met deze woorden snelde het slanke, bevallige meisje de deur uit. (Wordt vervolgd.) t

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1