25' Eerste Blad. Bit bbibhibi beslaal uit 2 Maden. IS MEI Sombere lijden. No. 113 53e Jaargang 1915 llBiïBFirma F. TA8 fiE VELDE Ir., Kleine Harkt 58, Vlissingen. Teleïoon Interc. 10 Herschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagii FEUILLETON Brieven uit de Hofstad VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in 't bezit eener Ort ft golden bij levens- gulden bij dood Agulden bij verlies.! pfjfïgulden bij verlies! f\g"|gulden bij verlies nolis, zijn GRATIS verze- /BIB III lange ongeschikt- II door <1 IE 1 van een hand, I I van| 1111 vaneen ierd tegen ongelukken voor: heid tot werken OU» een ongeluk Uv V voet of oog JLOO een duim ÏUU wijsvinger Otze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ot tram. De oltkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. 'gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Verzek. Bank" te Schiedam Zoo fleurig en frisch, zoo blijgeestig en vroolijk kan het in dezen vroeg- zomer om ons heen niet zijn, of de ernst dezer tijden weegt loodzwaar op het gemoed. Hoe anders placht het komende feest der natuur door de naar koestering dorstende merisch- heid te worden begroet, dan nu, waar men nauwelijks oog kan hebben voor de weelde vanj,dien rijkdom, omdat het hart te zeer "geprangd is, de geest te zeer geslagen werd door de som berheid van het ontzettend tijdsge wricht, hetwelk wij thans aanschou wen. Nog schijnt de verbijstering over het nameloos leed gedurende volle negen oorlogsmaanden over de wereld uitgestort nauwelijks eenigszins te verminderen of reeds doen zich nieuwe ontzettingen voor en treurt de mensch- heid over nieuwe verschrikkingen. Niet genoeg aan de ongekende ramp spoedige wijze van verdelging, die thans de geheele oorlogvoering be- heerscht, heeft zich de eene nieuwe stelselmatige vernietigingsmethode weder bij de andere nieuwe gevoegd. Deze maand van Mei, de lieflijkste van alle, zag ook de verfoeilijkste krijgsmethoden in toepassing gebracht worden, die men zich denken kan. Te land schijnen mitrailleurs en ka nonnen, schijnen bommen en granaten, schijnen monstermortieren en dyna- mietmijnen nog niet genoegzaam in de vijandelijke loopgraven dood en verdelging om zich heen te versprei den nog steeds onvoldoende schijnt het aantal dier honderdduizenden, ge vallen onder het vijandelijk lood. Daar moet een middel bij komen, dat den gruwbaren dood nóg rijkeren buit verzekerten ziet, het vergiftige stink gas is daar om te doen, waartoe andere 'verdelgingsmiddelen ontoerei kend bleken. En weer bij honderden en weer bij duizenden worden zij weggemaaid, verstikt, vergiftigd die nog niet ■aan het doodend lood, aan den sprin- genden mijn, aan den ontploffenden granaat ten offer vielen. Kan het gru welijker, kan het nog ergens bar- ■baarscher toegaan dan in dezen mo dernen oorlog tusschen zich beschaafd ■noemende volken En ter zee Ziet het wereldschok kend ongeluk indertijd aan de„Titanic" «overkomen, met het ontroerend ten hemel stijgend zang-gebed „nader tot U, mijn God", het is al overtroffen, O— (Nadruk verboden. HOOFDSTUK XXIII. De brievenbesteller had een groot ■pak modebladen, couranten en brie ven aan de villa der von Bingen's bezorgd. De jonge barones lachte over haar geheele gelaat, toen ze op een der couverts de hand van haar man herkende. Van Kuit 1 riep ze verheugd. Wat oplettend 1 Hij schreef mij reeds, toen hij nog maar iwee dagen in Wiegand was. De oude barones had ook een brief van haar man gekregen. Ze was eerder met het lezen ervan kfaar dan haar dochter en zei nu, terwijl ze den brief langzaam opvouw de en weer in het couvert schoof Thuis is alles goed. Papa be door een nog ontzettender ramp, maar nu nauwkeurig vooraf berekend en beraamd, en door menschenhanden uitgevoerd. Ook die andere groofe Oceaanstoomer, de „Lusitania" ligt thans op den bodem der zee. Maar geen het hart-verheffende, den geest versterkende hymne klonk opwaarts, of zij zou „Verder van U, o Qod moeten geluid hebben, en aangeheven zijn geworden uit deernis met een menschheid, die zich zelf verscheurt. Waartoe dat ailes geschiedt Zijn dan deze verschrikkingen de nood zakelijke consequenties van den we reldoorlog Is er niet reeds genoeg geleden, verdelgd, platgebrand en vernietigd geworden Of staan wij aan den vooravond van nog grooter ontzettingen, van op nog grooter schaal plaatsgrijpende massa-vernie tigingen, van nóg bloediger, nog gru welijker tooneelen, dan het verdelgen van krachtig bloeiende menschenle- vens door vergiftigden rook en smook, als ware het afzichtelijk ongedierte; gaan wij nog grooter onheilen tege moet dan het in den grond boren van een handelsbodem met aan boord een bevolking van een paar duizend weer- looze opvarenden Ziedaar zoovele vragen, die wel naar de lippen dringen, maar waarop het koel en afdoend bescheid slechts door den tijd kan rijpen. Die tijd, hij is nog niet gekomen wij staan allen thans nog te dicht bij de gebeurtenissen, die ons gemoed beroeren en onzen geest treffen, dan dat wij die voldoende kunnen over zien en beoordeelen. Maar al te zeer is men thans geneigd aan zijn sym- pathiën of antipathiën het oor te leenen, tot schade natuurlijk van een onbevangen, juist en volkomen ob jectief oordeel. En toch is dat laatste voor alles noodig om uit de eikander snel opvolgende tallooze tegenstrij dige gewaarwordingen zich een weg te banen, het hoofd koel en het hart onverbitterd te houden. Bij het lezen dier nieuwe ontzettende gruwelen van den laatsten tijd bestormen ons ge voelens van afkeer, van diep innerlijk verzetgeheel ons gemoed komt in opstand daarbij. Volkomen machteloos staan wij tegenover deze gruwelijke oorlogsfeiten, die zich dag aan dag voltrekken in een steeds heviger mate helaas.Want onloochenbaar is het feit, dat de oorlog sedert kort in een nieuw stadium van uiterste krachtsinspan ning is gekomen. De gebeurtenissen te land en ter zee zij bewijzen dit ons maar ai te zeer, en maken de woorden van den Engelschen opper bevelhebber tot waarheid, enkele maanden geleden geuit„wanneer de oorlog eindigt weet ik nietmaar dat hij in Mei eerst goed begint, weet ik wèl." Dat woord bewaarheidt zich thans looft ons tol Riga tegemoet te komen, als we weer naar huis gaan. Weet u, zei de jonge barones, die verdiept in den brief van haar man, niet geluisterd had naar hetgeen haar mama zei, weet u, wien Kurt in W. ontmoet heeft Alfred von Elmer. Bij deze woorden fixeerde de jonge vrouw haar nicht zeer scherp en ver volgde teen Alfred heeft namelijk zijn zuster naar Riga gebracht; ze zal daar de bruiloft van een vriendin bijwonen. O ja, bevestigde de oude ba rones, Magda's kostschoolvriendin Annaliese von Rolt trouwt eerstdaags. Magda zou ons na de bruiloft eigen lijk wel kunnen bezoeken, stelde me vrouw Anna voor, terwijl ze Jella onafgebroken aankeeken, voegde ze er langzaam bij, Alfred zou den zus ter even goed van ons kunnen afha len dan van de Rolfs. Jella's wangen werden met een donkeren blos bedekt en het papier der courant, waar ze onwillekeurig naar greep, ritselde zacht in haar hand, Dat alles ontging Anna niet en ze triomfeerde in stilte. Ik heb toch gelijk met mijn een nieuwe phase in den krijg is ingetreden, op de westelijke en de oostelijke fronten, te land en ter zee, en zoowel het forpedeeren van de „Lusitania", straks wellicht van weder een ander soortgelijk schip, zoo het nog uitvaren durft, als het verdelgen met vergiftige gassen van den vijand in zijn stellingen, is het wederwoord daarop. Zal straks opnieuw een parool gegeven worden, van nog meer afgrijselijker beteekenis, of is het thans ingetreden stadium van uiterste krachtsinspanning inderdaad ook het laatste Wie onzer die het niet vurig hoopt, die niet smachtend uitziet naar het einde eener wereldworsteling, die hoe langer hoemeer een wereldver- delging is geworden, en onze aarde op tallooze plaatsen in vuur en vlam gezet heeft. Het zijn waarlijk sombere tijden, die thans aan ons voorbijgaan, en wier bladzijden in het geschiedboek der volkeren met hun hartebloed zijn neergeschreven, dat van een name loos wee getuigt. Voor ons, neutralen, mogen de omstandigheden wellicht minder donker gekleurd zijn, het kan ook ons niet wel te moede zijn. Toch, eenmaal zal ook deze sombere wol kenstoet voorbij geijld zijn aan het wereldluchtruim, en zullen de landen, die thans onder dichte schaduwen van weedom zuchten, betere tijden mogen begroeten. Mogen zij spoedig aanbreken De Zomer. Aan Zee. De maand Mei is de stille maand in de residentie, niet in dien zin waarin de stille week stil is, maar wel stil in de beteekenis van zonder gebeurtenissen. De theaters zijn niet dicht het eenige stille van de stille week doch zij trekken niet sterk meer. Vooral niet nu het lenteweer zoo aanhoudt en bijkans aan zomer doet denken. Nu en dan komt het verlangen al weer op om de zee te gaan begroeten, 't ls er nu zoo heerlijk aan het strand, wanneer althans de wind zoo vrien delijk is achter de huizen te blijven. Dit is het eenige bezwaar aan den wereldberoemden Scheveningschen boulevard verbonden, dat het er zoo kolossaal kan waaien. O, het is wel eens aardig dat wilde gewapper van alles wat maar wapperen kan, maar op den duur is het toch niet aangenaam bewapperd te worden. Met angst en beven en toch in stilte met goede hoop, ziet men in de badplaats het komende seizoen tegemoet. Men vertrouwt dat, mocht de oorlog vóór dien nog geëindigd zijn de kans is gering deze zomer enorm druk zal zijnmocht vermoedenmama mag zeggen, wat ze wil. Het was, alsof haar een opmerking op de lippen zweefde, maar zij onder drukte die, dacht na en zei pas eeni- gen oogenblikken later: Ik vind eigenlijk, dat je nu lang genoeg om tante Martha zwaren rouw hebt gedragen. Ik heb me dadelijk tevreden gesteld met slechts zes we ken in 't zwart te gaan, mama even eens. De overledene stond ons hart nooit heel na. Jij, Jella, moet er nu aan denken om dit sombere zwart af te leggen. Je zoudt zeer goed tot lichtgrijs kunnen overgaan, niet waar, mama Zeker, zeker, antwoordde deze verstrooid. Ze had al haar aandacht bij een geïllustreerd tijdschrift, dat ze doorbladerde. Je ziet dus, Jella, besliste Anna, je zoudt de meeste stemmen met je hebben, als je mocht willen protes teeren. Ik stel je voor, dat we met ons beiden met den eersten trein naar Riga gaan om daar wat moois voor je te koopen, de eene of andere lichte stot, en dan bij een goede modiste ik heb een paar adressen, een echter deze toestand nog voortduren dan verwacht men een stroom van landgenooten, die anders wellicht de grenzen waren overgetrokken. In elk geval dus een goed seizoen. De wensch is nu eenmaal de vader van de gedachte. Dat zij die hopen en vertrouwen niet al te beschaamd zullen mogen uitkomen, hopen wij gaarne. Overal wordt veel geleden, maar het meest hebben toch zij die nadee- len moeten ondervinden die hun be staan vinden in het verschaffen van de genoegens, die de weelde zich kan permitteeren. De algemeene zuinig heidswoede heeft natuurlijk datgene het eerst buiten de deur gezet, dat als overdaad was aan te merken. Op zich zelf is zulks begrijpelijk, maar aan den anderen kant was daaraan een groot nadeel verbonden. Het geld moet blijven rollen, willen ten slotte allen er op hun beurt een deel van te pakken krijgen. Vanaf het oogen- blik dat de rijkaards zich gingen be perken in hun uitgaven hield de stroom van geld op zij die aan het benedengedeelte van dezen stroom wonen, hebben er ten slotte het groote nadeel van ondervonden. Ge lukkig heeft de zuinigheidswoede, welke in Augustus enorm was, maar kort geduurd en deed de gerustheid die over alien weerkeerde, hen spoedig tot hun oude leefwijze terug- keeren. Dit was maar gelukkig èn vóór hen die zulks konden doen èn voor hen die indirect daar het grootste belang bij hebben. Een feit van beteekenis zal dezen zomer op Scheveningen zijn waar te nemen. Het is een direct gevolg van den oorlog. Zooals men weet is het Kurhaus voor een groot deel in Duit- sche handen. Dit nam nooit weg dat jaren achtereen de muziek in de schouwburgzaal avond aan avond werd uitgevoerd door een Fransch orkest. De neutraliteit van ons land heeft echter gedwongen tot handhaving dier zelfde neutraliteit aan het inter nationale strand van Scheveningen. Wat lag meer voor de hand, dan dat de Nederlandsche artisten ditmaal de plaats zouden innemen van hun Fransche collega's. Voor het eerst sedert de oprichting van het Kurhaus zal dit thans geschieden. Alleen de dirigent zal een Franschman zijn. De Hollandsche dirigenten zijn weer niet pienter genoeg geweest om ook deze plaats door een Hollander bezet te krijgen. Het was weer het oude liedje dat de Engelschen in hun leuk rijmpje zoo aardig zeggenhet is de fout van den Hollander dat hij te weinig geeft en te veel vraagt. Wij hebben er moed op dat het Hollandsche orkest goed in den smaak zal vallen. Misschien is het dan op het Kurhaus wel een blijvertje. japon voor je te bestellen. Laat mij over staf en snit beslissen; je weel, hoe gaarne ik dat mag. Jella protesteerde er weliswaar teger. dat ze nu al halven rouw zou gaan dragen, maar de levendige jonge vrouw bestormde haar zoo lang met smeekbeden, dat ze toegaf. De volgende dag was verbazend warm. Jella liet zich geduldig door me vrouw Anna uit den eenen winkel in den anderen sleepen. Vervolgens ging men naar een modiste, daarna naar een hoedenmagazijn, waar Anna tal van hoeden probeerde, eer ze er een naar haar keuze had, eindelijk naar parfumerie- en boekwinkels, tot de jonge vrouw eindelijk vermoeid van het vele uitzoeken en koopen, diep ademhaalde en zei Ziezoo, nu hebben we alle bood schappen gedaan, maar nu heb ik ook een reusachtigen honger 1 Ze wenkte met haar parasol den koetsier van een voorbijrijdende ledige vigelante en noemde dezen het adres van het voornaamste hotel der stad. In den omtrek van het Kurhaus, op het Oevers Deijnootplein zal in de komende jaren een groote verandering plaats hebben. De kleine meest on ooglijke cafétjes en tentjes zullen eindelijk van het tooneel verdwijnen en vervangen worden door goede, steenen gebouwen.Het kermis-aanzien zal dus aan dit plein ontnomen wor den. Er is dus een schitterende ge legenheid geboden aan architecten om hun gemis aan bouwtalent bot te vieren. Wij hebben al één ontwerp van een der café's gezien die daar ter plaatse verrijzen zullen en het is weer erbarmelijk, zoo'n koekebakkers- stijl als in dat ontwerp is gevolgd. Als het zoo door gaat bij den bouw aan dit internationale plein, dan be looft het een internationaal punt, be roemd door zijn afgrijselijke kakel bontheid te worden. Wat zou dat toch wezen, wie zou ons dit toch eens kunnen vertellen dat de architecten van den tegen- woordigen tijd met zijn allen niet meer in staat zijn om één aardig geveltje te ontwerpen Het is een voudig verregaande. Het prachtige park Zorgvliet, gehakt en vernield om er villa-park van te maken, is een museum van leelijkheid in bouwstijl geworden, zooals er wellicht geen tweede in ons land is te vinden misschien zelfs op de geheele wereld niet. Wij mogen ons er niet mee afmaken, door te zeggen dat de smaken ver schillen, want dat is in het algemeen niet waar. Het is hier mogelijk dui delijk aan te geven, wat absoluut alle verhouding mist om ooit een harmo nisch geheel te kunnen vormen. Er zit niet de minste gedachte in den stijl, niet de minste eenheid't is alles kopie en nog eens kopie. En dat nog met weinig vaardigheid uit gevoerd. Sinds eenigen tijd woont in den Haag de bekende architect Berlage. Met alle respect voor het vaak zeer goede, in ons oog, dat hij presteerde, heeft ook hij dingen in de wereld ge holpen die afgrijselijk zijn. Het huis waarin hij zelf woont is precies een stuk van een fabrieksgebouw Doch laat ons terug gaan naar het frissche strand van Scheveningen. De altijd weer mooie zee, die oneindige harmonie, die door het product van 's menschen hand zoo vaak verstoord wordt. De zomer komtZij het met vrede in de eerste plaats, met veel zon in de tweede enveel gasten in de derde plaats Vergeef ons dit egoïsme waarlijk wij moeten medelijden hebben met die duizenden die leven niet uit maar van weelde en die zoo zwaar worden getroffen door den druk der tijden, direct en indirect. Eiber. In de eetzaal van het hotel was het verkwikkend koel. De barones vroeg de spijskaart en had lang werk met uilzoeken. Jella bestelde vlug iets, zonder veel na denken ze was doodmoe. Ze zat met den rug naar de deur aan den ingang. Tegenover haar be vond zich een groote spiegel. Behalve de beide dames waren er nog slechts enkele courantlezende heeren in de zaal. Twee kellners lie pen met onhoorbare schreden heen en weer en deden hun best om de gasten zoo stil en zoo snel mogelijk te bedienen. Plotseling sloeg Jella de oogen op en bleef verschrikt en strak in den spiegel kijken. Ze zag in het glas haar stiefbroer Walter, die met een dame aan den arm zoo juist binnen was gekomen. Het paar nam aan de eerste ledige talel bij de deur plaats. Kijk eens, Jella, daar is Walter, als ik me niet vergis, fluisterde Anna en draaide met een ruk haat stoel zoover om, dat ze Walter en zijn dame half den rug toekeerde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1