VRIJDAG
14 MEI
53e Jaargang
1915
gltgivefirma f. VAN HE VELDE If, Kleine Marti 58, Gissingen. Teiefoon Interc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdag»
GEMEENTEBESTUUR
houckama leen te bolsward.
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
Roman door MINA VON HALM.
Nederland en da Oorlog.
De toestand der arbeidersklasse in
en de houding der
es- NO. 112
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor BelgiS 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. BIJ abonnement speciale prg*
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
^abonnés,in'tbeziteener0nnftgu.den bij levens- »üden ij dood Q^grTld^ v.Ues ^gulden ^^4
poHs, zijn QRATO verze- /yyy lange ongeschikt- ongeluk tjüü voet of oog1ÖU een duim 1UU wijsvinger £é*J anderen vinger.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
brengen ter openbare kennis, dat
bestuurders collatoren van 't Houcka-
nialeen te Bolsward voornemens zijn
over te gaan tot de begeving van een
studiebeurs
dat nakomelingen uit de familie van
den stichter, die den leeftijd van 12
jaren hebben bereikt en die naar de
beurs wenschen te dingen, onder
overlegging van een geboorte akte,
zich vóór 1 Juni a.s. schriftelijk moe
ten aanmelden bij Dr. C. J. nie-
meyer te Bolsward.
Vlissingen, 14 Mei 1915.
Burg. en Weth. voornoemd,
van doorn van koudekerke.
De Secretaris,
witteveen.
UITLOTING OBLIOATIËN.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
brengen ter kennis van belangheb
benden, dat in de openbare vergade
ring van den Raad dezer gemeente
van den 7en Mei jl. zijn uitgeloot:
a. Tien obligation van de geldlee-
ning van 1888 groot f 400.000 ad 3
pet. en wel de nummers, 44,80,172,
192, 193, 224, 252, 256, 367 en 379.
b. Vier obligatiën van de geldlee-
ning van 1911 groot f141.000 ad 4
pet. en wel de nummers, 7, 12,25 en
136.
c. Twee obligatiën van de geldlee-
ning van 1911 groot f 134 000 ad 4
pet. en wel de nummers 88 en 117.
De aflossing dezer obligatiën zal
plaats hebben
die van de leening sub a op den
lsten September e.k. en die van de
leeningen sub b en c op den len
October e.k. ten kantore van den ge
meente-ontvanger te Vlissingen of van
de Associatie Cassa te Amsterdam.
Vlissingen, 14 Mei 1915.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Vergadering van Woensdag.
Een overzicht van hetgeen de Mi
nister van Oorlog in zijn drie uur
lange rede heeft gezegd, moet uiter
aard slechts een aanéénrijging van
sobere maar lange repliekjes zijn op
de tientallen klachten die in een dis
cussie van drie dagen van het spreek
gestoelte en van de banken naar de
ministerstafel zijn overgeseind.
De algemeene indruk dien de rede
maakte, was er wel een van rustige
ernst en van groote moeilijkheden
48.
O— (Nadruk verboden.
Op zekeren dag deed ze metjella
Mn wandeling, schoof, daar ze zich
gaarne wat liet meetrekken, haar arm
in dien van haar nicht, en zei
Nu vertel op, Jella. Mama heeft
me gezegd, dat je op jullie reis zoo
veel veroveringen hebt gemaakt
Door den nood gedrongen, vertel
de Jella, dat reeds in Nizza een rijke
fabrikant en groot-grondbezitter nadere
kennismaking met haar had gezocht.
Je weet immers Anna, voegde
m er zoo terloops bij, dat je moeder,
koe afgemeten ze hier in 't land ook
tegenover vreemden is, op reis ge
makkelijk nieuwe kennismakingen
aanknoopt. Ze dacht er natuurlijk ook
jn de verste verte niet aan, dat onze
buurman aan de table d'hote inNiz-
za ons naar Meran zou volgen, met
die beide het dee! zijn van dezen
krachtigen, doelbewusten bewindsman
De Minister staat vaak tegenover de
Kamerleden, beziet de feiten wel eens
anders en van veel wat de leden zoo
graag willen, ziet hij alleen de nadee-
len en gevaren. En vaak is daarbij
het een en ander dat verbitterend werkt
Op grooten aandrang van de Kamer
heeft de Minister alsnog landbouw-
verloven van vijf extra-dagen gegeven.
Hij vertrouwde op de eerlijkheid der
aanvragers en bij een controle in
loco werd reeds ontdekt dat van 28
menschen in éen streek er 8 den
Minister bedrogen hadden. Die ver
loven-kwestie is éen lange misère.
Nu de Minister éen lichting naar
huis wil sturen, roepen ze al om de
tweede en klagen ze dat het kader
van die éene ook niet naar huis mag.
Dat kader gaat naar de plaats van zijn
inwoning om de vrijwillige landstor-
mers te drillen. Men beroept zich nu
al op de lichting 1916 die er nog
niet is om weer verloven te geven.
Als de Minister aan alle personen,
voor wie dat in de Kamer is gevraagd
verlof wilde verleenen, bleef er maar
een kwart van zijn leger over.J*4
Klachten uit het leger worden maar
al te vaak niet aan het juiste adres
bezorgd, doch aan Kamerleden of in
ingezonden stukken in de bladen
geuit. Dit betreurt de Minister evenals
hij zeer betreurt, dat geheime circu
laires in handen van Kamerleden
komen en in de Kamer ter sprake
worden gebracht.
Zooiets lqkt heel veel op spionage.
Zoo iets moest niet gebeuren, meent
de Minister, hei schokt hem in het
onmisbaar verhouwen.
De mobilisatie-clubs zijn den Mi
nister in principe niet anti-pathiek,
mits in geen enkel opzicht het leger
wordt gebruikt voor propaganda, in
een dagblad stond een oproeping tot
het vormen van dergelijke clubs, ten
einde revolutionnair-socialistische pro
paganda te maken. Dit kan de Mi
nister niet toelaten. Evenmin is de
Minister er in principe voor om „Het
Volk" te verbieden. Trouwens van de
620 chefs hebben slechts 17 de ver
spreiding en geen enkele de lezing
ervan verboden. „Het Volk" heeft,
aldus de Minister, zeer vaak de hand
having van de tucht bemoeilijkt en
hij acht het daarom zeer begrijpelijk
dat sommige chefs dit blad uit hun
omgeving willen houden.
De opleiding voor het reservekader
gaat voort.
Sedert Augustus zijn 300 nieuwe
officieren gerecruleerd, waaronder ook
uit oudere lichtingen, die de minister
nog liever heeft dan „dat jonge
goedje." Thans zijn er reeds 1800
reserve-officieren, d. i. meer dan be
roepsofficieren.
Dat de pogingen tot ontwikkeling
een huwelijksaanzoek voor mij in
optima forma in den zak.
Vervolgens vertelde Jella zoo kort
en bondig als het haar bfl het gedu
rig weer vragen van haar nicht maar
mogelijk was, dat het haar ontzettend
pijnlijk was geweest den man, dien
ze in weerwil van hun korte kennis
making reeds had leeren achten, een
„neen" tot antwoord te moeten geven.
Daarover was haar tante in 'teerst
zeer boos geweest en ze had beweerd,
dat Jella door haar weigering haar
levensgeluk verschopte. Maar nog
boozer was ze geworden, toen Jella
haar voorstelde om haar te laten gaan
om haar eigen brood te verdienen.
De scène was ten slotte hiermede
geëindigd, dat mevrouw von Qreen-
hoff, die licht aangedaan werd, zich
onder een stroom van tranen bereid
verklaarde om Jelia's aanbidder in
den zachtst mogelijken vorm het
weigerend antwoord van het jonge
meisje over te brengen.
Misschien echter was je toch
met hem gelukkig geworden, zei Anna
nadenkend, toen jella met haar mede-
deelingen ten einde was. Of bemin
je misschien een ander?
en ontspanning mislukt zijn betreurt de
minister zeer. Hij wil er zich wel
voor inspannen doch hij zet vóórop
dat hij de belangen van den dienst
er niet ondergeschikt aan zal maken.
Mocht onverhoopt de winter nog ge
mobiliseerd worden doorgemaakt, dan
zal hij echter alles doen wat in zijn
vermogen is.
In zake de vergoedingen moet de
minister zich op de vlakte houden.
De burgemeesters hebben veel vrij
heid gekregen en het goede gebruik
blijft wel eens uit. Vele vrouwen
hebben het nu beter dan toen hun
mannen thuis waren zij vroegen dan
ook ze nog maar een poosje te hou
den. Deze mededeeling wekte, zoo
als te begrijpen valt, hilariteit.
De minister van landbouw moet de
vergoedingen aanvullen met zijn eco
nomische maatregelen, aldus het
standpunt van den minister.
De motie-Ter Laan was onaanne
melijk en dat wel hierom, omdat in
den aanhef daarvan wordt beweerd,
dat opzettelijke belemmering van het
politieke leven door militaire autori
teiten op dat ooger.blik niet geboden
is. Nu is de zaak deze, dat in een
gedeelte van ons land de staat van
beleg is afgekondigd en dus krachtens
de wet het militair gezag daar het
recht uitoefent. De motie vraagt dus
iets in strijd met de wet. De heer
Ter Laan zag zulks wel in en deed
dus zijn motie van het tooneel ver
dwijnen.
Alles te samen scheen de rede van
den minister ook in de Kamer een
goeden indruk te hebben gemaakt.
De heer. Ter Laan zelfs kon hem zijn
vertrouwen schenken, inderdaad was
de toon van 's ministers rede ditmaal
bijzonder vriendelijk, zelfs minzaam.
Hij erkent dat fouten zijn begaan, dat
gebreken bestaan, maar nu in de
Kamer alles wat minder goed ten
tooneele wordt gevoerd en het vele
goede niet wordt aan het licht ge
steld, nu lijkt liet honderdmaal meer
dan het In werkelijkheid is.
De Kamer was gerustgesteld: ze
voteerde vijftig millioen, zij keurde den
bijzonderen maatregel voor de lichting
1916 goed.
Waarna ze tot Dinsdag half twaalf
huiswaarts keerde.
Dan is aan de orde de uitbreiding
van den landstorm, 't Is ai militair
wat de klok slaat.
Regeeringsbrood.
De Haagsche correspondent van
het „Hbld." schrijft:
In een van de gemeenten rondom
Den Haag (in Wassenaar) is van ge
meentewege een monster zoogenaamd
„Regeeringsbrood" gratis bij de inge
zetenen bezorgd. Op het papieren
Jella voelde dat ze bleek werd,
een oogenblik draalde ze, maar toen
zei ze op vasten toon, schoon met
klankloozen stem
Neen
Het viel haar moeilijk, deze leugen
uit te spreken, maar het moest zijn.
Anna von Bingen zou de laatste
geweest zijn, die ze deelgenoote maak
te van haar liefde voor Alfred.
Het verleden zou en moest begra
ven zijn. Anna vroeg niet verder,
maar dacht des te meer aan Jella en
den vermoedelijken toestand van haar
hart.
Ze wilde het fijne van de zaak we
ten en allereerst gewaar trachten te
worden of de flirt tusschen haar nicht
en Alfred vön Elmer, waarover men
in het vorige jaar zooveel had ge
sproken, ernstige sporen in jelia's
hart had achtergelaten.
Op den avond van denzelfden dag,
toen Jella zich op haar kamer terug
had getrokken en moederen dochter
in de slaapkamer der laatstgenoemde
voor den eleganten, door blauwzijden
gordijnen half bedekten kinderwagen
zaten, zei Anna plotseling:
Mama, ik geloof, dat jeila alleen
zakje, waarin het was gepakt, stond
te lezen, dat dit brood van ongebuild
meel was gebakken, dat het 6 cent
per K.O. kostte en dat het verkrijg
baar zou worden gesteld voor dege
nen die zich aanmelden, bij den bak
ker van wie men gewoon was zijn
brood te ontvangen. Wij hebben dit
brood, dat onmogelijk smakelijk te
bakken heette, geproefd en kunnen
getuigen dat het in alle opzichten
voortreffelijk is, precies evengoed als
het bruine brood, dat wij geregeld
van een bekende Haagsche bruin-
broodbakkerij ontvangen en dat in
den laafsten tijd 22 ct. per K.Q. kost,
dus bijna het dubbele van het regee
ringsbrood. Mogelijk is onze smaak
niet zoo verfijnd als die van stadsar-
beiders, die het brood immers, vol
gens de heeren Schaper en Spiekman,
niet goed verdragen (het heugt schrij
ver dezes ook nog uit zijn diensttijd
dat militaire kost hem vaak goed ge
noeg was, waarop proletariërs jongens
allerlei aanmerkingen hadden), maat
op het platteland, waar ook des ar
beiders verhemelte nog niet zoo „be
wust" is geworden, zal menigeen den
mond graag openen voor het brood,
waarbij zijn beurs zooveel langer dicht
kan blijven.
Hoe dit brood gebakken is, weten
wij niet en kan ons ook niet schelen.
Het feit is er dat een uitstekend, sma
kelijk brood voor de helft van den
gewonen prijs verkrijgbaar kan wor
den gesteld.
En dat lijkt ons voorloopig een
aardig succes voor minister Posthuma.
Uit de Vrijz. Dem. partij.
In verband met het dezer dagen
gemelde omtrent min. Treub en de
vrijz. dem. partij, vernemen wij nader
dat met minister Treub, ook mevr.
Treub en minister Pleyte in Decem
ber reeds hebben bedankt als leden
van den Vrijz. Dem. Bond, naar aan
leiding van de wijze waarop de V.
D. Kamerfractie de leeningsvoorstellen
van min. Treub bestreed. In den Bond
zelf zijn nog verschillende leden van
invloed, die zeer ontevieden zijn over
de handelingen der Kamerfractie en
verwacht kan worden dat na den oor
logstoestand veien zuilen uittreden.
Op een mijn geloopen.
Gisteren kwam te IJmuiden binnen
de Vlaardinger logger „Noord Brabant"
met 18 opvarenden, onder wie de
kapitein van het Deensche s.s. „Lilian
Drost" thuis behoorende ie Kopen
hagen. Dit stoomschip was .Zaterdag
avond in de Noordzee op een mijn
geloopen en gezonken. De bemanning
die zich in twee baoten hadden be
geven, zwierven 17 uur rond. Een der
booten sloeg door een stortzee vol
waterde opvarenden moesten zich in
de andere boot bergen. Zondagmiddag
zagen zij de „Noord-Brabant" en deze
hierom uw protégé heeft afgewezen,
wijl ze verliefd is op Alifxed von
Elmer I
Lieve kind, je weet, dat ik nooit
aan stadspraatjes gewicht heb gehecht.
Alfred is een windbuildoor zijn
flauwe serenade heeft hij het, voor
zoover Ik het beoordeelen kan, geheel
en al bij jella bedorven.
Och, wat, mama, hij had een
roes. Kurt heeft het mij verteld. De
studenten, Alfred en nog eenige an
deren, hebben champagne gedronken,
1st het licht begon te worden. Uit een
gesprek, dat ik vandaag met Jella
had, heb ik mijn conclusies gemaakt.
Alfred is thans geen slechte partij.
Odo heeft hem in elk opzicht zijn
bestaan verzekerd en wanneer Odo
zoo langzamerhand meer op ridder
Toggenburg tracht te gelqken, trouwt
hij ongetwijfeld heelemaal niet. Dan
is Alfred majoraatsheer als Odo sterft.
Maar kind, wat vérstrekkende
combinatiesEn bovendien, Jeila is
bang voor trouwen. Het verblijf in
het huis aan het park heeft haar
heelemaal veranderd. Haar ziekte liet
zich gemakkelijk verklaren door haar
geschokte zenuwen. Qeen wonder, de
nam de uitgeputte zeelieden aan boord.
Hun gezondheidstoestand is thans
goed.
De „Lilian Drost" was met kolen
op reis van Blyth naar Kopenhagen.
De bemanning is opgenomen in het
Koning Willemshuis ie IJmuiden.
Militiekader.
Door het legerbestuur is bepaald,
dat de opleiding van militiekader uit
de najaarsploeg 1914 geheel moet
geschieden volgens de bepaalde voor
schriften.
Hetzelfde geldt voor de nog aan
te vangen opleiding uit de lichting
1914, omtrent welke binnenkort noo-
dige bevelen zullen worden gegeven.
De opleidingen blijven geheel buiten
beschouwing bij de getroffen regeling
omtrent de opleiding van miliciens
tot instructeur en aanvoerder bij den
landstorm.
Da gouden kroon.
De opperbevelhebber van land- en
zeemacht heeft bepaald dat de „gou
den Kroon" als onderscheidingstee-
ken voor de practische geschiktheid
als vaandrig uitsluitend mag worden
toegekend aan reserve sergeanten die
als adsp. vaandrig zijn in dienst ge
treden en aan milicien sergeanten, die
zich ingevolge het K. B. van 26 Juli
1912 voor een opleiding tot reserve
officier, herkomstig uit de militie,
hebben beschikbaar gesteld.
Woendagavond had in de groote
zaal van den heer Buning een goed
bezochte openbare vergadering plaats
namens den Bestuurdersbond, aid.
S.D.A.P., Havenarbeiders en Geheel
onthouders, waar het Tweede Kamer
lid de heer Spiekman sprak over den
toestand der arbeidersklasse in
oorlogstijd en de houding der regee
ring.
Na opening door den voorzitter,
den heer de Meij, begon spreker zijn
rede.
Er is een scherpe tegenstelling
tusschen het ontwaken en de schoon
heid der natuur en de gruwelijke
omstandigheden, waaronder wij leven.
In de natuur is harmonie, in de
maatschappij tegenstelling, die tot
strijd tegen de misstanden dwiRgt.
De strijd in ons land gaat in de
eerste plaats hiervoor dat in geen
gezin honger zal geleden worden.
Van den oorlog is in het alge
meen het kapitalistische stelsel de
schuldige, wat door tegenstanders
als prof. Kernkamp, dr. Kuyper, jhr.
Lohman e.a. is toegegeven.
Niet de arbeiders, maar de kapita
listen zouden dus in de eerste plaats
omgeving waarin ze zich bevond,
heeft nadeelig gewerkt op haar ge
moed. Martha was in mijn oogen
altijd een beetje exentrieken Martha
is immers helaas heel en abnormaal.
Maar laten we zachler spreken, de
kleine beweegt zich in den slaap. Ik
geloof, dat het ook ai heel Iaat is.
Anna von Bingen bleef combineeren
tot ze in slaap viel. En dat was, tegen
haar gewoonte in, pas na middernacht.
Ook Jella kon de eerste uren niet in
slaap komenhet gesprek met Anna
had haar opgewonden gemaakt. Ze
was heimelijk bang, als ze aan haar
terugkeer naar Sanzen dacht. En die
liet zich niet vetmijden. Tante wilde
er niets van hooren, dat Jella bij
vreemden een afhankelijke betrekking
zou gaan aanvaarden.
Maar in Sanzen zouden herhaalde
ontmoetingen met Alfred niet te ver
mijden zijn.
Jella zei tot zichzelven, dat ze
moest leeren zich te overwinnen en
eindelijk ook le vergeten.
Maar haar hart verzette zich daar
tegen zij wist het, ze zou het niet
kunnen vergeten.
(Wordt vervolgd.)