2000
Eerste Blad.
8 MEI
Bilnummer bestaal uit 2 Mailen.
53e Jaargang
1915
UllgaveFirma F. VAH DE VtlDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telaleon latere. ID
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag an algemeen erkende Christelijke leestdagn
GEMEENTEBESTUUR
In Eigen Land.
FEUILLETON
Roman dooi MINA VQN KALM.
Brieven uit de Hofstad
No. 108
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bi} abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
gulden bij levens- gulden bij dood A ft ft gulden bij verlies f r*f|gulden bij verliest ft A gulden bij verlies f% P^gulden bij verlies
j lange ongeschikt- I door <1111 van een hand, I nJ I van| II III vaneen /'l van eiken
kerd'tegenongelukken voor: UUUU heid tot werken f VU een ongeluk (fUU voet of oog JLvU een duim 1UU wijsvinger anderen vinger.
Olie ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ot tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl, Alg. Verzek, Bank" te Schledaai
De abonnés, in 't bezit eener
polis, zijn GRATIS verze-
Keuring trekhonden ten behoeve van
het leger.
De Burgemeester van Vlissingen,
brengt ter kennis van eigenaars
van trekhonden, dat ten behoeve van
het leger, trekhonden zullen worden
gevorderd
dat op 11 Mei as., des namiddags
ten 6 ure een keuring daarvoor zal
worden gehouden en hondeneigenaars
zich met hunne honden zullen moe
ten aanmelden aan het gebouw der
Groentenveiling gelegen aan de Paul
Krugerstraat.
Slechts honden van het mannelijk
geslacht met een scholthoogte van
65 c.M. zullen ter keuring moeten
worden aangeboden.
Vlissingen, 5 Mei 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Wanneer de zomertijd zich komt
aankondigen, dan plegen duizenden
en duizenden in alle landen plannen
te maken om, in enkele vrije dagen
of langeren vacantie-tijd daarvan te
profiteeren door uitstapjes op meer
of minder verren afstand te onderne
men. Eigenlijk liefst zoo ver mogelijk
van huis als de beschikbare tijd maar
toelaathet vreemde, het buitenland-
sche oefent daarbij een schier onwe-
derstaanbare bekoring uit. Ja, hoe
verder men aan gene zijde der lands
grenzen zijn reis kan uitstrekken, hoe
schooner het alles lijktwanneer
maar eerst het eigen land achter den
rug ligt, begint voor menigeen pas
het whre genot.
Deze eigenaardigheid schijnt waar
lijk internationaal. De Amerikanen b.v.,
ook de geenszins met aardsche goe
deren ruim bedeelden onder hen, ach
ten zich zelf bepaald te kort gedaan,
zoo zij niet minstens om het andere
jaar een „uitluchtje" naar de oude
wereld kunnen doendeze Ameri-
kaansche trekvogels zijn het, die zo
mers de Europeesche^hotels in niet
geringe mate bevolken, zéér ten ge
rieve der bevolking, die de blinkende
dollars van Amerika's zonen en doch-
teren wel op de juiste waarde te
schatten weten. Na de Yankees komen
de Engelschenook dezen achten
zich bepaald verongelijkt zoo zij niet
gedurende eenigen} tijd in het reis-
44.
O(Nadruk verboden.
Zou ze nu Thea de oogen openen
voor het ware karakter van den man,
met wien ze, nu de verloving met
'Odo verbroken was, in het huwelijk
zou treden
Maar wanneer ze Walters lage daad
aan Thea Lindner mededeelde, stelde
ze hem aan de kaak. En hoe zou
Jella ten slotte Walters schuld kunnen
bewijzen
Hij zou haar verontwaardigd een
lasteraarster kunnen noemen, als ze'
als beschuldigster tegen hem optrad.
Neen, 't was beter, dat ze zweeg.
Thea moest dan maar beproeven aan
Walters zijde het geluk te vinden,
waarop ze hoopte.
Als Thea de vrouw van Odo was
geworden, zou ze haar vriendschap
hebben trachten te winnen. Maar nu
seizoen het Kanaal of de Noordze e
kunnen oversteken, om „on the Con
tinent" al dat schoone te aanschouwen
bewonderen Iaat de landaard blijk
baar niet toe wat zij der moeite
waard achten. Duitschers en Fran-
schen plegen, hoezeer in mindere
mate, ook* gaarne elders te zoeken,
wat volgens de traditie nu eenmaal
niet op eigen erf te vinden schijnt te
zijn. En vooral staat ons, in zooveel
opzichten uit een toeristen-oogpunt
eigenaardig land, in de buitenlandsche
reisboeken hoog aangeschreven.
Helaas, de oorlog die zooveel in
een korte spanne tijds in de gevoelens
der volken wijzigde, heeft ook die
traditioneele zomerpiannen volkomen
in duigen doen vallen. Het spreekt,
dat er geen sprake van kan zijn noch
voor Amerikanen, Engelschen, Fran-
schen of Duitschers, om zich thans
een genot te kunnen gunnen, dat even-
zooveel gevaren zou medebrengen
als de reis dagen, ja uren tellen zou.
Bovendien, afgescheiden van de on
aangenaamheden aan het bereiken
van landen in vollen oorlog verbon
den, kan, dunkt ons, het gemoed dier
„pleizierreizigers" toch geenszins de
noodige opgewektheid hebben, waar
zij zooveel leeds om zich heen zou
den aanschouwen. Neen, het reissei-
zoen van dit jaar, zal, als zoovee!,
met een zwarte stift zijn geteekend,
en van Rijn- of Harz-reizen, van Ar
dennen of Zwitsersche bergen, van
Engelsche of Noorsche badplaatsen
zal bij de zomerpiannen geen sprake
kunnen zijn.
Brengt dit voor de velen, die bij
het vreemdelingenverkeer profijt trek
ken, een geduchten tegenslag trfede,
daar staat althans iets tegenover. Im
mers, nu het overschrijden der land
grenzen zooveel tegen heeft, zullen
de reislustigen het, noodgedrongen
maar binnen de eigen grenzen moe
ten zoeken. Zoo zaf Engeland door
de Engelschen, Frankrijk door de
Franschen, Duitschland door de Duit
schers, kortom alle landen, door de
eigen landgenooten, die er met alle
geweld eens „uit" willen, bereisd
moeten worden gelijk eveneens Ne
derland door de Nederlanders zelf tot
doel van hun zomerreis zal gekozen
worden. En dan durven wij deze laat-
sten voorspellen, dat zij, van den nood
een deugd makende, zich geenszins
hun reis zullen beklagen, en dat zij,
thuis komende, zullen opgetogen zijn
van het genot, dat het eigen land, ook
aan de meest verwende smaken, be
reid heeft.
Want maar al te zeer heeft onkun
de ten opzichte van het eigen landserf
velen onzer de schoonheden daarvan
doen voorbijzien, en ge kunt tal van
vreemdelingen ontmoeten, die opge-
togener zijn over wat ons land aan
biedt aan steden- en natuurschoon,
verachtte ze het meisje, dat met een
trouw hart zoo gewetenloos had ge
speeld.
Ze schreef Walter een koelen ge-
lukwensch en noemde Thea in de
weinige regels geen enkelen keer.
Het duureje geruimen tijd eer Jella
zich in de veranderde omstandigheden
kon schikken. Magda von Elmer dacht
er over als zij.
tk begrijp niet, zei deze op ze
keren dag, toen ze met een ruiker
frissche bloemen uit de plantenkas
van Eimershorst voor Jella zat, ik be
grijp niet, hoe tante Luise alles zoo
kalm kan opnemen. Ik zal nooit ver
geten, hoe Odo er uitzag, toen ik hem
de eerste maal, nadat zijn verloving
was verbroken, ontmoette. Hij leek
wel tien jaar ouder geworden, 't Zal
alles wel weer terecht komen, zegt
tante Luise telkens weer, wanneer
we met ons beiden over Odo's lot
spreken. Het scherpste, wat ze van
Thea zegt, isHet meisje heefl hem
niet bemind. En stel je voor, Jeila,
Odo is toch haar éen en haar al.
Tante Luise leeft immer alleen voor
dezen neef. In den grond der zaak is
ze, geloof ik, zielsblij, dat deze ver
dan de bewoners zelf wel ooit heb
ben vermoed. Dat nu met eigen
oogen te aanschouwen, waardeeren
en liefhebben, zal het reisseizoen van
1915 aan vele Nederlanders kunnen
ieeren. Want ons eigen land biedt
zooveel kostelijks van de Schelde-
boorden tot den Dollard, van de
Texelsche stranden tot de Limburg-
sche dreven, dat het de Nederlandsche
reizigers over hun eigen Nederland
zal doen verrukt staan. Bovendien
komt daar nog bij, dat op deze wijze
'n groot deel van het geld dat anders
in het buitenland uitgegeven zou
worden, thans aan een breede klasse
van nijvere landgenooten ten goede
komt, hetgeen in deze tijden van druk
waarlijk geen overbodigheid mag
heeten.
Doch bovenal achten wij het van
niet gering belang, dat de oprechte,
zuivere liefde voor het land, dat hen
niet alleen zag geboren worden, maar
ook nog zooveel schoons aanbiedt,
bij vele onzer landgenooten niet wei
nig zal toenemen. Want zoo onbekend
onbemind maakt, het tegenovergestelde
kan eveneens het geval zijn, en zal
dat ook hier zijn. Wanneer dan door
die „naderejkennismaking".'met eigen
landstreken, de vaderlandsliefde nog
zal toenemen, kan, dunkt ons, dit niet
anders dan toejuiching verdienen, in
tijden als wij nu beleven, komt het
er op aan, zooveel mogelijk ons-zelf
te zijn en dat kan slechts wanneer
wij daarbij diep in ons gevoelen, niet
anders te willen en te kunnen zijn
dan Nederlanders.
Deze verhooging van het nationaal
gevoelen is wel ze?r een verschijnsel
van dezen oorlogstijd in alle landen.
Op eenmaal zijn de volkeren zich
bewust geworden, dat om waarlijk
sterk te staan in den strijd der naties,
zij voor alles zich te ontdoen hebben
van vreemde invloeden en ongemo
tiveerde sympathiën met wat niet uit
eigen landsbodem stamt.
De hebbelijkheid, de zucht om in
het buitenland, zonder redelijken
grond, te waardeeren en te be-
wierooken, wat binnen de eigen
landspalen even zoo goed, ja wellicht
beter aanwezig is, dient een eind te
nemen, en heeft, onder den drang
der omstandigheden, in veie opzichten
alreeds een einde genomen. Wij kun
nen het derhalve niet anders dan
hoogelijk prijzen, wanneer die om
standigheden er eveneens toe leiden
om een averechtsche bewondering
van al wat in het buitenland te vinden
is, te doen ophouden en deze te doen
plaatsmaken voor de waardeering van
het vele goede en schoone, dat tiert
en opgroeit en een lust der oogen is,
in de welige gaarde van Neerlands
beemden.
Wanneer dan, al is dit tijdstip mo
gelijk nog niet zeer nabij, ook aan
loving verbroken werd. Ik vond Thea
ook niet sympathiek en Alfred be
weerde steeds, dat Odo en zij van
karakter te veel verschilden om ge
lukkig met elkaar fe worden.
Hoe gaal het je broer, Magda
vroeg jella zacht, bijna aarzelend.
Alfred's zorgen worden helaas
steeds grooter, antwoordde Magda
bedrukt. Het is eigenlijk voortdurend
de oude geschiedenis. Alfred is te
genwoordig altijd zoo stil hij stort
zijn hart nooit eens uit en zegt eiken
dag minder. Ik koester geen optimis
tische verwachtingen meer ons lief
Schönhaide zal weldra niet meer aan
mijn broer toebehooren. Ik wou, dat
Alfred mij verlof gaf om te trachten
een betrekking als gouvernante te
krijgen, maar daar wil hij niets van
hooren. Hij doet, ik vermoed het, wan
hopige pogingen om een deel van
mijn klein vermogen, dat in het land
goed zit, te redden. Mij echter ligt
niets aan het geld gelegen. Als het
rechte oogenblik gekomen is, wil ik
Alfred zien te overreden om zich met
het weinige, dat mogelijk voor mij
gered wordt, een bestaan te verzeke
ren, bijvoorbeeld door een landgoed
deze wereldworsteling een einde ge
komen is, en ons land gespaard mag
zijn gebleven voor het leed, dat in
zoo groote mate over de naburige
landen is uitgestort, dan moge de
dankbaarheid daarover zich paren aan
de liefde, die in veler harten nog
toegenomen is, door de aanschouwing
van het waarlijk schoone in eigen land.
Een historisch moment
Wie zal ons zeggen hoeveel his
torische momenten wij meemaken
Momenten die in de geschiedboeken
zullen vermeld blijven als keerpunten
in den gang der menschheid
Zal het internationale vredescon
gres der vrouwen zoo'n moment ge
weest zijn Of zal het tenslotte
slechts één dier wanhoopskreten zijn
die in dezen moorddadigen oorlog
hier en daar en overal geslaakt
worden
De tijd zal het ieeren. Maar voor
het oogenblik hebben wij er inder
daad vertrouwen in dat het congres
meer beteekenis zal hebben dan een
hartverscheurende vrouwenkreet. Het
hangt er van af of de vrouwen die
nu zoo sterk onder den indruk heb
ben gestaan, thuisgekomen het geloof
in de mogelijkheid van slagen zullen
behouden. Indien het waar mocht
zijn, dat van de vrouwen de oproep
ten strijde zal uitgaan tegen den oor
log, dat zij zich, zooals de thans te
velde staande legers, schouder aan
schouder zullen scharen om met
evenveel geestdrift den strijd voor
de goede zaak te aanvaarden, ja, dan,
dan hebben wij de illusie dat zij
haar verheven doel zullen bereiken.
Het élan voor dien strijd was er, dat
is op het congres duidelijk gebleken.
Aan woordvoedsters ontbreekt het al
evenmin. Maar zal het leger dat be-
noodigd is, een leger van millioenen
vrouwen, zich laten vormen Wij
zijn ervan overtuigd dat als het leger
er komt, de overwinning slechts een
kwestie van tijd is.
Wij hebben van de vergaderingen
van het congres een goede herinne
ring meegenomen. Wel stond nu en
dan de discussie niet zóó hoog als
men dit wel zou wenschen, wel werd
af en toe de tendenz er wat te dik
opgesmeerd en werden groote woor
den aangevoerd waar sterke argumen
ten meer effect zouden hebben be
reikt, doch alle te zamen stond het
congres op voldoende peil om als
„vol" te worden aangemerkt. Wij
houden nu eenmaal niet vurig van
congressen. Onze illusie dienaan
gaande is reeds lang vervlogen. Er
bestaat n.l. een afzonderlijk soort re
denaars, congres-redenaars, die het
talent bezitten in dergelijke vergade
te pachten. Dan doe ik voor Alfred
de huishouding en we gaan nooit van
elkaar.
Je bent een trouwe zuster, Mag
da. Wil je mij beloven mij bericht te
zenden, als er over Schönhaide een
beslissing gevallen is
Magda beloofde dit.
Twee weken later gaf de dokter
Jella verlof om te reizen en barones
Greenhoff ging met haar naar naar het
Zuiden.
Jelia verliet Lijfland zonder Alfred
weergezien le hebben.
Het was immers ook natuurlijk, dat
hij Sanzen opzettelijk vermeed, sedert
zij daar vertoefde.
Het toeval had ook geen ontmoeting
tusschen die twee teweeggebracht.
Aan de Riviera ontving Jella de
verlovingskaart van haar broer.
Thea en Waller hadden zich in
't laatst van Mei in alle stilte laten
trouwen en waren dadelijk op reis
gegaan en wel direct naar Parijs.
Walter had reeds lang gewenscht die
stad eens te Ieeren kennen.
De inwoners van Thea's geboorte
stadje hadden in dien lijd veel stof
om te babbelen.
ringen een toon te voeren, die uitgaat
boven alle andere en de ervaring leert,
dat tenslotte die gladtongige praters
voor de praktijk al heel weinig be-
teekenen. M.a.w. de meeste congres
sen doen het werkelijke doel onder
dompelen in een stroom van woorden.
Er wordt vooral ten aanzien van
den oorlog en de vredesbeweging te
veel gepraat en te weinig gedaan.
Ook op dit congres had wat minder
gesproken kunnen worden en wat
meer gedaan kunnen zijn. Enfin wij
zullen afwachten of de schoone be
loften die zijn afgelegd, zullen beklij
ven, of er daden op zullen volgen.
Natuurlijk staan duizenden in den
lande zeer sceptisch tegenover de
mogelijkheid van succes dat de
vrouwen in deze zouden hebben te
behalen. Wij mogen dat betreuren en
wij zouden wel wenschen, dat de
zulken eens om een hoekje hadden
gekeken toen dit congres in vollen
gang was. Waarschijnlijk was dan
ook bij hen de geestdrift een moment
ontvlamd.
Den Haag heeft zich weer lekker
gevoeld met de eer dat hier ter stede
dit wereldcongres werd gehouden.
Niets is ons liever dan als een we
reldcentrum beschouwd te worden,
waar de vertegenwoordigers van alle
oorden bijeenkomen om te beraadsla
gen over het wel en wee van de
menschheid. De hofstad is in vele
opzichten aangewezen voor gastvrouw
van dergelijke wereldsamenkomsten,
omdat zij er alle eigenschappen voor
bezit.
Bij deze gelegenheid hebben wij
weer eens de juistheid gevoeld van
het denkbeeld indertijd door niemand
minder dan Dr. Kuyper verdedigd om
in den Haag een enorm congresge
bouw te stichten. Inderdaad de nood
zakelijkheid daarvan blijkt herhaalde
lijk. Wel bezitten wij hier eenige ge
bouwen,die flinke ruimte bieden maar
meestal ontbreekt het daarnaast aan
de noodige geriefelijkheden die nu
eenmaal voor een goeden gang van
zaken noodzakelijk zijn. Waarschijn
lijk zal het er in deze dure tijden niet
licht toe komen dat van particuliere
zijde het initiatief tot de stichting
van een dergelijk gebouw wordt ge
nomen, terwijl van regeeringswegen
heelemaal niet is te wachten dat voor
een doel als dit geld wordt toege
staan. Het zal nu een weinig tobben
blijven tenzij de gemeente wil me
dewerken. Want zij heeft er het
meeste belang bij. Indien er voor den
Haag iets een levensfactor is, dan is
het 't verblijf van vreemdelingen in de
residentie. Wat voor Rotterdam en
Amsterdam de schepen zijn, dat zijn
de vreemdelingen voor de residentie.
Zij brengen geld in de laadjes. Het
zou dus zoo mal nog niet zijn, in
dien de gemeente medehielp om de
Eerst hield Thea's zoo onverwacht
verbroken verloving iedereen bezig
daarna kwam haar tweede met Wal
ter von Hartung er als nieuwe, inte
ressante stof voor een gesprek bij
ten slotte moest men nog wel druk
spieken over het ongehoorde geluk
van dit meisjed; onbemiddelde
Thea Lindner was onverwacht een
rijke erfgename geworden.
Korten tijd na haar verloving met
Walter werd het testament van tante
Eugenie geopend.
Het bleek, dat Thea de universeele
erfgename van een belangrijk vermo
gen was.
Vooreerst baadde ze zich in geluk
en zaligheid.
De gewetensknaging, welke ze den
eersten tijd tengevolge van haar han
delwijze tegenover Odo gevoeld had,
was voorbijalleen kon ze niet over
Odo hooren spreken, nog veel min
der sprak ze zelf over hem, ja, ze
deed zelfs haar best om in 't geheel
niet aan hem te denken.
Dat jella geen aanstalten maakte
om haar ais schoonzuster te begroe
ten, ergerde haar in 't eerst.
(Wordt vervolgd.)