MAANDAG IQ APRIL 53e Jaargang 1Q15 firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Inters. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen Nederland en da Oorlog, FEUILLETON Roman door MINK VON HALM. No. 01 ijs, bii verkiezing ik, TE KOOP: tertuinlje, Nieuwe nhalte Domburg- cerke. Adres letter Courant." v. g. g. v. biedt KINDEREN en G tegen 15 Mei i motto „Huishou- ss. Courant". pleidïng bij J. E uisstraat. 35 jaar, flinke de Ned., Fransch, |>ok machineschrift. f3.50 per week, ers L. E. M., Bu- Courant." bn klein gezin voor Zich te vervoegen TE, Houikade 14. VL1SSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overigfe landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 1 —4 regels ƒ0.40 voor tedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt ftveemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel ne abonnés, in 't bezit eener U GRATIS verze- nnnnfid b, i» 7Cn,uido„ wi do«d gft*E„id«n nnlis zijn UKAi is verze- |1|||| lan2e ongeschikt- door J|1111 va" I j|| een duim AlJÖ wijsvinger bé4j anderen vinger. kerd'tegen ongelukken voor: fatUvU held tot werken I vil een ongeluk S De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Hall. Alg. Verzek. Bank" te Schledaa g"e ultkeërlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk hekomen op trein, boot ot tram. De ullkeerlng woror gew 3 Het torpedeeren van de „Katwijk." In de Nederlandsche pers komen tal van beschouwingen voor over de ramp, welke de „Katwijk* heeft ge troffen. De „Nieuwe Ct." verwacht van de Duitsche regeering volle medewerking om den dader van den geheimen aanslag op Nederlandsche levens en voederen op te sparen en de verant woordelijkheid vast te stellen. Onze regeering zal stellig niet na laten de Duitsche rechtstreeks voor die verantwoordelijkheid te stellen, zoodra zij de aanwijzingen omtrent den dader van den aanslag sterk ge noeg acht. Het wil ons voorkomen, dat ze dit reeds zijn. En in dat geval geldt het hier geen zaak die op de lange baan kan blijven, doch mag van Berlijn een spoedig antwoord, in welken zin ook, worden ver wacht. Het „Vaderland", dat het geval meer dan ergerlijk noemt, zegt o. a Het feit, dat zoo goed als uitsluitend Duitsche onderzeebooten tot nog toe in de Noordzee zijn aangetroffen, geeft reden voor een sterk vermoeden, dat het een Duitsche onderzeeër is geweest. Maar meer dan dat is het niet, en indien dat vermoeden juist bleek, zou dit de daad stempelen lot een ongerijmdheid. Immers men mag aannemen, dat de onderzeeboo ten eenigermate op de hoogte worden gehouden van de schepen die onder weg zijn en van hunne lading (zoo als b.v., al heeft men zich toen ver gist, blijkt uit het op vermoeden van contrabande-vervoer torpedeeren van de „Medea", en het op vermoeden opbrengen van de „Batavier V" en de „Zaanstroom"). Wat voor zin zou het echter hebben, indien een Duit sche onderzeeër een Nederlandsch schip met een voor Nederland be stemde en bijna de Nederlandsche kust bereikt hebbende lading tot zin ken bracht Ook het feit, dat 's mor gens op die plaats een Engelsch schip getorpedeerd werd, is nog geen bewijs dat de onderzeeër die 's avonds de .Katwijk" vernielde, dezeltde was, al wordt het vermoeden daardoor iets sterker. De marinestaf waaronder de be kende onderzeeër behoort, ontvangt natuurlijk rapporten der op expeditie zijnde booten. Maar zij staan niet tot onze beschikking, en wij hebben er dus niets aan. Hoe men het dus beschouwt, wij tasten in het duister rond, en kunnen slechts uiting geven aan onze veront waardiging over een daad, zoo zeer gekant tegen het volkenrecht en zóo zeer in strijd met alle begrippen van humaniteit. 28) (Nadruk verboden. Jella ging stil in haar kamer zitten, doch ver van het venster, als vreesde ze, dat haar oogen in de paden van het park een lieve, welbekende ge stalte zou kunnen zien, diemetveer- krachtigen tred naderkwam. Ze gevoelde, dat het uit was met den onbevangen omgang tusschen haar en Alfred. Bij de eerste de beste gelegenheid moest het tot een ver klaring komen. Ach, en ze had nog zoo gaarne op de oude rmnier voort geleefd! Het ergerde haar ook, dat Alfred zich niet had kunnen beheer- schen, dat een slecht geplaatst hul debetoon den slaap had gestoord van een zieke, die rust noodighad.Waarom toch had ze hem steeds beschouwd als iemand, die zeer fijn gevoelde? H°e vriendelijk was hij tegen het Onder het opschrift „Steeds ernsti ger," zegt de driestar-schrijver van „De Standaard" Wat nu met de „Katwijk" voorviel, gaat wat we dusver op zee ondergin gen, verre te boven. Verder kan het bijna niet gaan, of het werd een rechtstreeksche oorlogsdaad in vollen vrede. Een onderzeeër, die zich niet aan meldt. Een onderzeeër, die er zelfs niet naar omziet of er ook schipbreu kelingen te redden zijn. E11 dit alles anoniem. Zonder de eerbiediging van eenigen den minsten vorm. Het is kort weg geen daad van oorlogvoering meer, maar van barbaarsche over weldiging. Een daad hier te erger, daar het een schip gold, dqor onze regeering gecharterd. Een schip, dat niet aan het leveren van levensvoorraad aan Engeland of Frankrijk dacht. Men vetstaat 't niet, en men begrijpt 't niet. En de inlichtingen uit Berlijn zullen wel zeer voldoende en overtuigend moeten zijn, om den fatalen indruk van deze roekelooze daad weg te nemen. Men verstaat schier niet, wat hier aanleiding of beweegreden kan ge weest zijn. En mocht blijken, dat de luitenant van de duikboot op eigen gezag en naar pure willekeur handelde, dan hopen we ten zeerste, dat men te Berlijn dezen zeeheld niet sparen zal. De „Nederlander" meent, dat de da der zal moeten terechtstaan wegens poging tot moord en vernieling van roerend goed. Misschien zal de dader kunnen aantoonen, dat hij, toen hij het feit pleegde, in dienst was van een der hoogst beschaafde belligerenten, en als verzachtende of verschoonende omstandigheden pleiten, dat, te midden van het afgrijselijk vernielingswerk, door de machthebbers dezer wereld verordend, de dienaren van den staat het onderscheidingsvermogen tusschen krankzinnigen, met vernielingszucht zijn behept. Lazen wij niet, dat de sche penverdelgers zich amuseeren met het zien zinken der door hen vernietigde schepen Evenals kinderen, die met hun scheepkens in de waschtobbe spelen. Dit alles zal behooren tot de mid delen die, volgens prof. Steinmetz en eenige diepdenkende theologen, die nen moeten om ons gedegenereerd geslacht te regenereeren. 't Is hart-verheffend De „Tijd" acht het verkieslijker met een protest te wachten en meent, dat hier een daad van de grootste vriendschap kan worden verricht, door Duitschland in de gelegenheid te stel len zelf schuld te bekennen en aanbod te doen van herstel. 'tls te hopen, dat het reeds door arme Jettchen geweest, hoe voorko mend en deelnemend jegens tante Martha! Heel anders dan Walter be handelde hij de bejaarde dames, met veel meer zorg, en zij had stellig ge loofd, dat dit niet alleen om haar ge beurde, maar dat het een uitvloeisel was1 van zijn ridderlijk, beminnelijk karakter. Nu was ze boos op hem en tege lijk diep bedroefd. Zij zou hem nu te kennen moeten geven, dat hij haar in 't vervolg niet meer door zijn herhaalde bezoeken moest storen hij zou natuurlijk be grijpen, wat er nog meer in dien wenk opgesloten lag. Het begon te sneeuwen al dichter en dichter. Jella ging nu tóch naar het venster en keek onafgebroken naar het spel der vlokken, tot de oogen haar pijn deden van het witte licht. Hoor de bel aan de huisdeur. Zou Alfred komen vloog het Jella door 't. brein. Natuurlijk zou hij komen om zijn verontschuldiging aan te bieden, dat hij zoo tactloos tegenover zieken had gehandeld. Jella wenschte, dat het een de Duitsche regeering gelaste on derzoek de verantwoordelijkheid voor de afkeurenswaardige daad ook hun nerzijds zal weten vast te stellen, en dat door een loyale vergoeding want buiten kijf was geen contrabande aan boord der „Katwijk" de goede nabuurschap behouden blijve met ons volk, dat in zoo ailermoeielijkste om standigheden voortdurend blijk geeft van zoo correcte handhaving zijner onzijdigheid. Het „Centrum" vraagt o.a.Wat is er stuitender voer het gemoed, dan deze moedwillige vernieling van han delsschepen, van weerlooze vaartui gen, die levensmiddelen vervoeren De wereldoorlog heeft van meet af aan een vernielend en verdelgend ka rakter vertoond. Vele non-combattanten maakte hij reeds tot slachtoffers. Maar deze duikbooten aanvallen op han delsschepen, en dan nog wel van een neutraal land, teekenen misschien meer, dan wat ook het „rücksicht- lose", dat in dezen krijg wordt be tracht. De „Rotterdammer" meent dat wan neer de „Katwijk" met bewustheid is ten onder gebracht dan is niets meer gewaarborgd, dan staat alles op losse schroeven. De Nederlandsche vlag hing in top. Met duikelijke letteren waren onder scheidingsteekenen aangebracht, die geen twijfel overlieten of het was een Nederlandsch schip. De lading was voor Nederland be stemd. Sterker nog, zij bevatte graan aan de Nederlandsche regeering geadres seerd. Weike waarborgen voor veiligen overtocht wil men nog meer Het „Volk" acht de mogelijkheid nog niet uitgesloten dat het vernielen van het handelsschip niet als een oor logsdaad is te beschouwen. Was ze verricht door de Engelsche oi Fransche marine, dan zou die mo gelijkheid zeker niet in aanmerking mogen worden genomen. Het Duitsche militairisme echter is niet alleen opper machtig, maar als zoodanig ook uit tartend en roekeloos. De noodzakelijk heden van den duikbootenkrijg hebben die trekken nog verscherpt. Vernielen wat hun voor den boeg komt, is blijk baar het parool geworden. Maar nog is niet zeker, dat aan de commandan ten de order is gegeven te doen wat nu tegen de „Katwijk" is begaan. Heeft de bevelhebber die haar in den grond boorde, tegen zijn orders gehan deld, dan mag verwacht worden dat de Duitsche regeering hiervan onmid dellijk zal doen blijken. Gebeurt dit niet, dan zal men tot het overwegen van de vragen moeten terugkeeren die wij stelden, en die zijn samen te vatten in de vraagWaarom ander mocht zijn, die gescheld had, en niet Alfred. Vol verwachting keek ze naar de deurMinna draaide die weldra open en diende aan De heer van Schönhaide. Laat meneer binnenkomen Jella sprak de woorden weliswaar luide en op vasten toon, maar een lichte trilling in haar stem kon ze toch niet heelemaal verbergen. Alfred kwam binnen en groette zwijgend.Zwijgendbeantwoordde Jella zijn groet. Een pijnlijke pauze ontstond, maar eindelijk ging Alfred naar jella, die onbeweeglijk bij 't venster was blijven staan. luffrouw Jella, een belangrijke aan gelegenheid, die over ons beider tot beslist, voert mij tot u. Mag ik spre ken, zooals het hart mij Jingeeft Mag ik alles zeggen, wat zich reeds iangmet geweld op mijn lippen dringt? Jella hief de hand op, als om hem het zwijgen op te leggen. Haar hart klopte, alsof het zou bersten. Op zulk een verklaring was ze niet voorbereid geweest. Neen, Alfred mocht niet spreken, hij mocht geen bekentenissen De Rijksmiddelen. De Rijksmiddelenstaat over de maand Maart vertoont, zooals te verwachten was, weder eenigen achteruitgang bij de overeenkomstige maand van het vorig jaar. Ditmaal bedraagt de min dere ontvangst f 1,344,107.12x/u op een totaal bedrag over deze maand van f 11,774,985.541/,. Toch is deze uitkomst niet zoo slecht, als op het eerste gezicht schijnt omdat daaraan hebben medegewerkt eenige bronnen van inkomst, die nogal eens sterk afwijkende cijfers vertoo- nen, zonder dat zulks verband houdt met den economischen toestand des lands. Allereerst bracht n.l. de suikerac cijns een geringere bate in 's lands schatkist van f391 000. terwijl de suc cessierechten met f 261 000 beneden de opbrengst van het vorig jaar ble ven. Ook de accijns op het gedistil leerd leverde f364.000 minder op. Telt men deze drie bedragen tezamen dan komt men reeds boven het milli- oen, zoodat dan het grootste deel van den achteruitgang reeds is verklaard. Voor de rest van het bedrag geven de volgende mutaties voldoende op heldering Minder leverden opde bedrijfs belasting f61.000, de invoerrechten f 206.000, de gouden en zilveren wer ken f 10.000, de zegelrechten f 201.000 de registratierechten f 284 000, de hy potheekrechten f32.000, de domeinen f 5000, en de loodsgelden f 220.000. Meer werd ontvangen uit de grond belasting i 26.000, het personeel i 54.000, de vermogensbelasting f136 000, den wijnaccijns f60 000, dien op het zout f44.000, op bier f 13.000, op het geslacht t 275 000 (natuurlijk een gevolg van grooteren uitvoer) en de Staatsloterij f84.000. In het geheel is over de drie maan den van 1915 ontvangen een bedrag van f32,461,526.711/,, terwijl het eer ste kwartaal van 1914 een totaal op leverde van f36.233,565 99, alzoo dit jaar f 3,772,039,27 V, minder. („Nieuwe Ct".) internatioaal Vredescomité. Het Internationaal Vredescomité, hoofdafdeeling gevestigd te Amster dam, verzoekt ons plaatsing van het volgende Het Internationaal Vredescomité, gevestigd te Amsterdam, meent in het belang van het doel, dat het beoogt, goed te doen hare meening te publi- ceeren betreffende de incidenten, die zich dezer dagen voordeden. Het comité zou zijn taak te licht opvatten wanneer het, terwijl ern stig gewerkt wordt aan het voorbe reiden van maatregelen, weike kunnen leiden tot beëindiging der oorlogsgru welen, verzuimde zich te doen hooren, nu enkele gebeurtenissen van doen, naar welke ze om zijnentwille niet mocht luisteren. Meneer von Elmer, zei ze zacht, maar op vasten toon, ik vermoed, wat ge tot mij wilt zeggen, maar ik bid u om uw zelfswil, spreek niet verder. De wenschen, die gij koestert, kunnen niet vervuld worden. Kunnen thans nog niet vervuld worden riep hij driftig. Maar Jelia, al sta ik ooit ais een bedelaar voor u wat dat ben ik in elk opzicht ik bedel immers om uw liefde, Jella 1 al moet ik ook de bezitting, die ik erfde, mijn Schönhaide, verliezen, toch zal de tijd komen, dat ik u een thuis zal kunnen aanbieden, dat uwer waardig is. Ik wil alles in het werk stellen om jou te veroveren, Jella, jou, mijn liefste, mijn eenigste goed Ver acht mij niet, scheld mij niet voor een dwaas, een waanzinnige ik weet, ik heb het tijdstip voor mijn verkla ring slecht gekozenik sta hier in jouw oogen als een mensch zonder gevoel voor hetpeen past of niet past, maar ik smeek je, geef mij een wei nig hoop, Jella riep hij plotseling in een hartstochtelijke uitbarsting van gevoeit, Jella, wordt de mijne! den laatsten tijd de gelukkig kleine oorlogsgezinde partij in ons land, aanleiding zouden kunnen geven tot propaganda voor haar denkbeelden. Het is hier niet de plants, om de feiten stuk voor stuk na te gaan en conclusies te trekken, maar doel van dit schrijven is, er op te wijzen, dat een deel van het overgroot aantal vredelievenden in den lande, den koers kwijt raakt en meent, dat op de bejegening ons aangedaan, ten slotte oorlog zou moeten volgen. En men redeneert zoo, of laat zich door de vechtersbazen verleiden zoo te redeneeren, omdat men bang is, dat anders ons volksaanzien, onze eer zou lijden. Niets is minder waar dan dat. Juist de voorvallen der laatste maanden, de gruwelijke gevolgen van de men- schenslachting, die niet eens den naam van „oorlog" verdient, geven elke regeering, geven elk volk het recht, alles te doen om te voorkomen dat nog andere landen en volkeren, aan de slachting deelnemen. Wanneer in het gewone leven twee mannen van meening verschillen, doordat een hunner zich door den ander slecht behandeld heeft gezien, brengt men het geval voor een eere- raad van enkelen of voor den eereraad der publieke meening. Zou het hier anders moeten Wordt eenig volk verongelijkt, ge hinderd, getreiterd zelfs, laat het dan niet dwaselijk om verlies van eenig goed, of zelfs van enkele menschen- levens, véél erger in de waagschaal stellen, nu de moderne oorlogvoering eiken flinken strijd heeft onmogelijk gemaakt, en Iaat het geen daad doen die, hoe flink ook op zich zelf, zou tengevolge hebben, dat weer duizen den ongelukkig worden. De geschiedschrijver zal Nederland niet veroordeelen, omdat regeering en volk zich weten te itellen boven het tot nu geldende begrip van vol- kereneer, het er op los gaan, wanneer men gehinderd wordt, omdat de wijze van oorlogvoeren is ontaard in slachten van menschen op een wijze, die strafvervolging zou eischen, wanneer dieren zoo zouden worden gedood. Het is de wijze waarop oorlog wordt gevoerd, die elk mensch moet doen zeggen „dat niet". Wij lazen in het Handelsblad, (opgemerkt zij dat nog niet was op gehelderd van welke nationaliteit de duikboot was, wier bemanning de niet te kwalificeeren daad beging de „Kat wijk" in den grond te boren) „Het is zeker te betreuren, dat onze innige wensch om buiten den oorlog te blijven, die uitwerking op onze Duitsche buren heeft gehad. En wij zijn overtuigd, dat de Duitsche regee ring toch een niet geheel juisten in- Als een stroom, die door niets in zijn vaart is te stuiten, had jella Al freds' woorden over zich heen laten gaan en een onbeschrijfelijk zalig gevoel had haar daarbij vervuld. Doch slechts voor een oogenblik toen toonde het verstand haar den toestand in zijn voorloopig niet te veranderen treurige gedaante. Alfred lag voor Jella op de knieën. Hij had zich van haar handen mees ter gemaaki en bedekte die met kus sen. Zijn hart, zijn hartstochten hadden hem meegesleeptwilloos had hij uitdrukking gegeven aan 't geen hem geheel beheerschte. Jella had hem haar handen, die ze hem eerst in halve bewusteloosheid had laten vasthouden, weer onttrokken en trachtte nu woorden te vinden. -- Vergeef me, herhaalde hij. Jella, wees om 's hemels wil niet boos op mij. Geef mij hoop, al is het ook nog zoo weinig Ik kan niet, zei ze en er klonk een troostelooze berusting uit haar stem. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1