No. 83- 53e Jaargang - 1915
DONDERDAG JffgÉÉb 8 APRIL,
IlilgiTBfirma f. VAH BE VELBE Ir, Kleine Markt 58, Vlissingen. feletoon toe. 10 Verschijnt dagelijks, uitBezonderd op Zeedag en algemeen erkende Christelijke leestdagii
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
hun door MUS Ï0H HUM.
Nederland an da Oorlog
VL1SSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels 0.40 voor Iedere regel meer 10 cent
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent y Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
Deabonnés, in'tbezit eener ftftftftgulden bij levens- n ft gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies, ft gulden bij verlies, ft ft gulden bij verlies ft r*gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- 7I||I1I lange ongeschikt- ft 8 9 door «Ilgl van een hand, Iftl] van! II lig vaneen M*\ van eiken
kerd tegen ongelukken voor: ÜUUv beid tot werken m een ongeluk vUU voet of oog 1UU een duim JLUv wijsvinger fafV anderen vinger.
0«z« ultkeeringen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot oi tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
POLITIE-VERORDENING.
De Territoriale Bevelhebber in Zee-
tand enz., ter standplaats Middelburg
Gezien de Koninklijke Besluiten van
29 Augustus 1914 (Staatsblad no. 435),
van 8 September 1914 (Staatsblad no.
448) en van 11 Februari ^^(Staats
blad no. 81), waarbij de gemeenten
in de Provincie Zeeland zijn verklaard
„in Staat van Beleg
Gelet op artikel 22 van de wet van
23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128);
Stelt bij deze de navolgende nieuwe
verordening van politie vast en be
sluit te bepalen
Artikel 1. Het is verboden in de
Provincie Zeeland buitenshuis, schet
sen, teekeningen, opnemingen en pho
to's te maken, tenzij men voorzien is
van een bewijs van vergunning van
den Territorialen Bevelhebber in Zee
land enz.
Art. 2. Het schetsen, teekenen, doen
van opnemingen en photographeeren
mag nimmer geschieden in raijons
van verdediging en bewaking.
Van photographische opnamen moet
de ontwikkelde plaat, vóór het afdruk
ken, vertoond worden aan den mili
tairen Commandant of het hoofd der
politie, ter plaatse, zonder wiens toe
slemming afdrukken niet mag plaats
hebben.
Artikel 3. Zij, die de vereisch-
le vergunning hebben gekregen,
moeten het bewijs, op verzoek van
den Militairen Commandant, of de
Politie vertoonen en zijn ten allen
tijde verplicht, aan hem of haar in
zage te geven van de gemaakte
schetsen, teekeningen, opnemingen
en photo's.
Art. 4. De Burgemeesters zullen
van deze verordening onverwijld af
kondiging doen in hunne gemeente
en de onder hunne bevelen staande
Politiebeambten opdragen, aan de
naleving daarvan streng de hand te
houden.
Art. 5 Overtredingen van deze ver
ordening worden, ingevolge Artikel 43
der Wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad
no. 128), gestraft met hechtenis van
ten hoogste eene maand, of geldboete
van ten hoogste drie honderd gulden.
Door bovenstaande verordening
vervalt de Politie-verordeniug van 27
October 1914.
Uitgegeven te Middelburg,
7 April 1915
De Territoriale Bevelhebber in Zee
land enz.,
BROCX.
Afgekondigd te Vlissingen 8 April
1915.
BEKENDMAKING.
Afgekeurd vleesch.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
li uimiL
19) o(Nadruk verboden
Men had er zich algemeen over
verwonderd, dat de oude heer von
Elmer de verloving van zijn eenigen
zoon met een meisje uit den burger
kring zoo kalm, ja met zooveel vreug
de had opgenomen. Gelukkig was de
tamiliewet, wat het majoraat betrof,
zoodanig, dat het voor Odo niet ab
soluut noodzakelijk was een meisje
met zestien voorouders te nemen.
Niemand wist, dat de oude, ver
zwakte man, die thans schijnbaar
mthans, want de bezitting werd reeds
jaren door Odo beheerd majoraats-
deer was, als jong levenslustig cava-
'ler zijn hart aan een mooi burger
meisje had geschonken en dat hij uit
gehoorzaamheid aan zijn ouders van
flaJ meisje had afgezien.
Later had hij een blond, deftig en
maken bekend
dat gedurende het le kwartaal 1915
door den keurmeester van het slacht
vee en vleesch afgekeurd zijn als
nadeelig voor de gezondheid
2 koeien, 2 kalvers, 1 varken, 1
veulen, 3 varkenskoppen, 4 runder
koppen, 5 runderingewanden, 1 partij
reuzel.
Voorts herinneren zij belangheb
benden voor zooveel noodig, aan het
bepaalde bij art. 207, 3de lid der Al-
gemeene Verordening van Politie
luidende«Wanneer het herhaaldelijk
voorkomt, dat bij eenzelfden slager of
vleeschverkooper, voor de gezondheid
nadeelig vleesch wordt aangetroffen,
zonder dat daarvan aangifte is gedaan,
zijn Burgemeester en Wethouders be
voegd, zulks met vermelding van de
namen der belanghebbenden, ter open
bare kennis te brengen."
Vlissingen, 8 April 1915.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
BEKENDMAKING.
Afgekeurde Visch.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat gedurende het le kwartaal 1915
door den Keurmeester van visch
1 partij Gullei
1 Schelvisch
zijn afgekeurd als ongeschikt voor
voedsel.
Vlissingen, 8 April 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De economische maatregelen.
Verschenen is het voorloopig ver
slag der Tweede Kamer over het ont
werp tot aanvulling en verhooging
van het tiende hoofdstuk der Staats-
begrooting voor 1914.
Verscheidene leden maakten ernstig
bezwaar tegen de wijze waarop de
beurs weder is opengesteld. Tegen
de voorschriften in, en aldus het ge
zag ondermijnend, wordt ter beurze
handel gedreven in alle fondsen, die
zich voordoen, terwijl oificieele notee
ring slechts is geoorloofd voor de
zeer enkele fondsen, die daarvoor be
paaldelijk zijn aangewezen. Andere
fondsen zijn nog van de noteeriïigs-
lijst geweerd en toch hebben vele
daarvan gedurende den oorlog aan
zienlijke rijzing ondergaan, zoodat
niets den geidnemers zou behoeven
te beletten deze fondsen uit prolon
gatie in te lossen. Hel aldus kunst
matig opheffen van de verplichting
tot aflossen ook in deze gevallen,
achtten deze leden niet in overeen
stemming met de bedoeling van art.
rijk meisje uit de familie van zijn
moeder, die uit Esthland afkomstig
was, zijn hand geschonken. Hij had
zijn vrouw later ook werkelijk lief ge
kregen, vooral toen ze hem den krach-
tlgen, gezonden erfgenaam schonk.
Zijn zoon, zijn eenige zou voor zulk
een lot bewaard worden; hij moest
vrij, overeenkomstig zijn hart moeten
kunnen kiezen dat had de oude
heer zichzelven beloofd.
Dat Odo's keuze geen slechte zou
zijn, daarvoor meende hij in het reine,
eerbiedwaardige karakter van den jon
gen man een voldoenden waarborg te
hebben. Het meisje, dat Odo bij hem
zou brengen met het verzoek baar als
dochter te willen zegenen, zou hem
als zoodanig welkom zijn.
Door Thea's lieve, betooverende
verschijning was nu ook het laatste
vooroordeel tegen de buigerlijke
schoondochter, dat hij misschien toch
nog onbewust in de diepste plooien
zijner ziel had gekoesterd, krachteloos
gemaakt.
Met een uitbarsting van gevoel had
hij bij de eerste begroeting vau de
verloofde van zijn zoon, die hij rid
derlijk, zij het dan ook met veel
24 van de beursvoorschriften. Verder
schijnt zich het gemis van officieele
noteering te doen gevoelen ter zake
van de wettelijke verplichting tot
amortisatie van Staatsschuld, terwijl
zulks in sterke mate het geval zal
zijn bij de aanstaande waardebepaling
van fondsen fen behoeve van de ver
mogensbelasting.
Meende men alzoo, dat er reden te
over is om te bevorderen dat de han
del ter beurze in deze weder zijn
normaal verloop verkreeg, niet minder
gold die aandrang ter zake van han
del en bedrijf in het algemeen. Want
al wilde men gaarne aannemen, dat
tal van maatregelen, die gedurende
de crisis genomen zijn, door de om
standigheden waren geboden, zoo
meende men toch, dat de opgedane
ervaring zonneklaar had bewezen,
dat het ingrijpen van de regeering in
het economische leven vaak schrome
lijke gevolgen heeft, hetgeen trou
wens niet kan verwonderen, daar
toch de regeering de organen mist,
die haar in staat kunnen stellen tal
van samengestelde economische vraag
stukken naar behooren te overzien.
Het gevolg van het ingrijoen der
regeering is dan ook meermalen ge
weest, dat, tegen de goede bedoeling
in, de uitkomsten geheel anders waren
dan men zich had voorgesteld. Een
stelsel van inmenging van regeerings-
bureau's zou bovendien, naar men
vreesde, de publieke moraliteit in
gevaar kunnen brengen.
Verscheidene leden hadden ge-
wenscht dat de economische nota's
eenige mededeeiiug zouden hebben
bevat ter zake van het telegrafisch
verkeer met het buitenland, bepaal
delijk met onze koloniën.
Andere leden wenschten de regee
ring hulde te brengen voor de eco
nomische maatregelen, die in het be
lang van volksvoeding en van den
landbouw zijn genomen. Toch meen
den ook deze leden, dat de regeering
zich wel eens aan overdrijving heeft
schuldig gemaakt.
Door verscheidene leden werden
bedenkingen geopperd tegen de aan
de gemeenten gerichte circulaire inzake
het beneden den thans geldenden
prijs aan minvermogenden verschaffen
van levensmiddelen op gemeenschap
pelijke kosten van Staat en gemeente.
Zij waren verbaasd geweest over
het plotselinge verschijnen van die
circulaire en vroegen waarom de mi
nister daaromtrent niet vooraf het
advies had ingewonnen van de be
sturen der gemeenten, althans van die
der groote gemeenten.
De minister verschuift de verant
woordelijkheid inzake de beslissing,
ot de tegenwoordige prijzen van
levensmiddelen het nemen van bij
zondere maatregelen noodzakelijk
maken, van de regeering naar de ge-
moeite, eenige schreden tegemoet was
gegaan, in zijn armen gesloten en bo
ven het donkere hoofdje een zegen-
wensch gemompeld.
Nu zat men bij de thee, die om
vijf uur in de kamer van den ouden
heer werd voorgediend.
Een geheel gedekte tafel was door
Lisette en Maddiis, den bediende,
binnengedragen. Tusschen het rijke
zilver en het Meiszner porcelein prijk
ten twee buitengewoon prachtige
bloemenruikers in kostbare vazen.
Dat waster eere van Thea.
In 't eerst kon men het gesprek niet
bestaan den gang houden, maar later
werd het levendiger.
Odo vertelde Thea van zijn plan
om een nieuwe melkkamer te laten
bouwen, een onderwerp, waarop juf
frouw Lindner met belangstelling in
ging de huishouding doen was im
mers haar element. Thea echter had
slechts een-.verstrooid glimlachje voor
zoo iets en vond het een bewijs van
gebrek aan tact bij Odo, dat hij haar
met zulke prozaïsche dingen, waar
van ze in't geheel geen verstand had,
bezig hield.
Kort na hetsouper vertrokken Alfred
meentebesluren, waarvan wellicht het
gevolg zal zijn, dat de eene gemeente
de zaak zal aanvatten, de andere niet.
Is de nood zoo groot, als de minister
schijnt te meenen, dan had de zaak
van rijkswege moeten worden aan
gevat, opdat alle hulpbehoevenden
gelijkelijk door den maatregel gehol
pen hadden kunnen worden.
Hiertegenover werd echter door
andere leden betoogd, dat naar hun
meening'sministers bedoelingen waar
deering verdienen. Het loon der ar
beiders, het. salaris van lagere amb
tenaren, kantoorbedienden, onderwij
zers, het kleine pensioen, is door de
stijging van de kosten van levens
onderhoud niet langer voldoende.
Verhooging van loonen, traktementen,
pensioenen enz. kan de minister be
zwaarlijk gelasten of bewerkstelligen.
Derhalve heeft hij gepoogd een maat
regel te ontwerpei, waardoor het loon,
pensioen, of andere inkomsten hur.
oude draagkracht grootendeels her
krijgen. Daarvoor, meenden deze leden,
moest aan den minister hulde ge
bracht worden.
Belasting van vluchtelingen.
De minister van financieën heeft op
schriftelijke vragen van het Kamerlid
den heer Van Vuuren betreffende den
aanslag in 's Rijks directe belastingen
van naar Nederland uitgeweken vreem
delingen, het volgende medegedeeld:
„De tengevolge van den heerschen-
den oorlogstoestand uit België naar
Nederland uitgeweken personen wor
den ingevolge een door den onder-
geteekende uitgevaardigde aanschrij
ving voor de toepassing der wetten
op de vermogens- en de bedrijfsbelas
ting als niet hier te lande wonend
beschouwd, zoolang uit de omstandig
heden kan worden afgeleid, dat zij het
voornemen hebben naar hun land
teiug te keeren, zoodra de oorlog zal
zijn geëindigd. Dit geldt ook voor hen
die hier te lande een woning betrok
ken en gemeubileerd hebben, wanneer
als vaststaande kan worden aangeno
men, dat een terugkeer naar België
in de bedoeling ligt.
Voorts is den ambtenaren medege
deeld, dat inrichtingen tot huisvesting
van onvermogende Belgische vluch
telingen., voor de toepassing der wet
op de personeele belasting zijn aan
te merken als inrichtingen van wel
dadigheid, waarvoor bij art. 4 1 d
dier wet vrijstelling van belasting
wordt verleend.
Ten slotte merkt de ondergeteeken-
de op, dat door de tijdelijk hier te
lande vertoevendeuitgewekenen, krach
tens art. 34 Ir b, van laatstgenoemde
wet, vrijstelling van personeele be
lasting wordt genoten, voor zoover zij
niet langer dan drie achtereenvolgende
maanden een perceel in gebruik heb
ben, of dienstboden, paarden, rijwie-
en Magda. Odo hoopte nu ongestoord
een uurtje met Thea te kunnen bab
belen, maar deze zei, dat ze vermoeid
was van de reis, en trok zich op haar
kamer terug.
Zij en haar moeder waren in twee
naast elkaar liggende, door een deur
verbonden,kamers onder dak gebracht.
juffrouw Lindner, werkelijk ver
moeid door de reis en da nieuwe
indrukken, sliep weldra den slaap
des rechtvaardigen, nadat ze zich
tegenover haar dochter had uitgeput
in lofzangen over de vriendelijke ont
vangst opElmershorsf,de voorkomend
heid van den ouden heer en zijn zus
ter, over het familiezilveren het rijke
souper.
Thea daarentegen lag nog geruimen
tijd wakker.
Met open oogen dacht ze er over
na, of haar positie als verloofde haar
tot dusver datgene had gebracht, wat
ze ervan gehoopt en verwacht had.
Ze had daaraan twijfelde ze nog
geen oogenblik Odo uit genegen-
beid, die gedurende de briefwisseling
in haar was ontkiemd, haar antwoord
gegeven. Trouwens, er waren ook nog
andere overwegingen geweest, die
len of motorrijtuigen houden. De wet
laat geen vrijheid deze vrijstelling uit
te breiden tot hen, die langer dan
drie achtereenvolgende maanden ge
meubileerde woningen kosteloos te
hunner beschikking hebben gekregen.
De Landstorm.
Waar in den lande van veel belang
stelling blijkt in de plannen met den
landstorm en men merkbaar, nu er
een inspecteur van den landstorm is
opgetreden.de veelomvattende militaire
organisatie met zeer rasse schreden
haar voltooiing meent te zien naderen,
leek het doeltreffend eens ter bevoeg-
der piaatse inlichtingen in te winnen
omtrent den stand van zaken.
De uniformkwestie is om te be
ginnen tot oplossing gekomen. De
manschappen krijgen de vroeger reeds
beschreven bovenkleeding, en hieraan
kan thans nog worden toegevoegd,
dat hun ook schoeisel zal verstrekt
worden, doch alleen in gevallen waar
in zulks door de commandanten noo
dig zal worden geoordeeld.
Goedgekeurd is een door den in
specteur gedaan voorstel, om den
officieren bij den landstorm een toe
lage voor éénmaal van f 100 toe te
kennen voor uitrusting.
Uit den aard der zaak zullen de
officieren, om voor deze toelage in
aanmerking te komen, de voorge
schreven uniform moeien dragen,
althans naar kleur en model. De stof
blijft natuurlijk ter keuze van den
officier.
Voorts is getroffen een regeling,
van welke verwacht wordt, dat zij
zal kunnen strekken om voor zooveel
mogelijk aan te moedigen de deta
cheeringen bij het veldleger reeds
thans en dus niet eerst in oorlogstijd
van landstormafdeelingen, hetzij
in haar geheel, hetzij van haar indi-
vidueele leden.
Op dit oogenblik zijn er, behalve
de bestaande 35 landstormafdeelingen,
reeds een 20 a 25ta! in verschillende
plaatsen van het land in oprichting.
Uitvoer van aardappelen.
Voor eenige dagen kwam in de
bladen het bericht voor, dat een be
perkte uitvoer van aardappelen zou
worden toegestaan. De ervaring, met
de consenten opgedaan, heeft er toe
geleid, dat de regeering thans een
anderen weg inslaat. Voor uitvoer
komen alleen in aanmerking: Eigen
heimers, Borgers en Industrie-aard
appelen. Soorten, die bewaard kunnen
worden, als Red Star en Bravo's,
mogen in geen geval worden uitge
voerd. Binnenkort zal bekend gemaakt
worden, dat degene, die aardappelen
wenscht uit te voeren, zich met opgaaf
van hoeveelheid, prijs en ligplaats
kan aanmelden bij het daarvoor op
gerichte bureau, onder leiding van
den heer Bonthuis. Zoodra de opgaven
haar tot den beslissenden stap had
den geleid, in de eerste rij stond
hierbij de wensch om van de geest-
doodende eentonigheid vanhetklein-
steedsche leven verlost te worden.
Dit was bijzonder zwaar in de weeg
schaal gevallen, die naar Odo's kant
was overgeslagen.
Want ofschoon de manier van leven
opElmershorst 't onbemiddelde meisje
imponeerde en de gedachte, hier wel
dra als meesteres te kunnen heer-
schen, haar in zekeren zin bedwelm
de, een nauw merkbaar gevoel van
weemoed bekroop toch haar hart, als
ze aan de aanstaande scheiding van
haar oude, goede ouders dacht.
Thea was ijdel en genotzuchtig
haar egoïsme was sterk ontwikkeld,
maar in weerwil daarvan was ze toch
een liefhebbende dochter.
Hoe pijnlijk haar dikwijls de be
krompen omstandigheden in het ouder
lijke huis waren, nooit was het haar
in de gedachte gekomen zich te scha
men over haar sukkelenden ouden
vader en haar brave, trouwe moeder,
die haar, hun eenig geliefd kind, naar
hun beste weten opvoedden. Naar hun
beste weten. (Wordt vevolgd.)