Eerste Blad. 3 ARRIL, Oiltiumnier bestaat uit 2 bladen. No. 79 1915 nf, en 3 uur /IERS Middelbnrg Larven. Firma F. VU OE VELDE Jr., Kleins Mark! 58, Vlissingen. Telefoon Inlerc. 10 Verschijn! dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdag» Herleving. FEUILLETON floman door MINA VöH KALM. Brieven uit de Hofstad IS. per flosoh, lend aard mark, aoh. Rijnwijn, Si. lard A InvalidI laga enz, enz, nde prijzen, Telefoon 46. h aan het woonhuis I ublleerde een) gevraagd. Vliss. Crt." kg van a! 2 uur In on" te «preken. doodt pljt, Bont en en kost jer doos. op voor Ne- LINNEW1EL, traat 17. er Arrondissement iddelburg, Eerste Ka- lart 1915, is de Vit ïlvereeniging „EEN- T MACHT", gevest®» EN, verKlaardln .lilissemeDt, me den EdelAchtbaren ZIJLSTRA, Lid dei itbank, tot Rechter- van ondergeteekenfó ;ureur te Middelburg, Curator voornoemd, Vlr. P. DIELEMAN. April 1915. drait connaïtre ^PER' ale, réfugiée nt machine, acieux, loisirs es identité, eX,K seules nom, adresse, „Travieso" >urant". biedt zich aanals ^FROUW J ;gen de op zich te ne Bureau „VI. Wl' VL1SS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unje 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bi] abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel ne abonnés, in't bezit eener Oflflftgulden blï leyens-fyf* ft gulden bij dood ftftft gulden bij verlies 4 P* ft gulden bij verlies J ft ft gulden bij verlies ft P^gulden bij verliti nolis, zijn GRATIS verze- /III III lange ongeschikt- /ftlg door <1111 van een hand, lftll van! Illll vaneen /h| van eiken kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken ff een ongeluk VUU voet of oog 1.<J" een duim iUU wijsvinger Ld%& anderen vinger. Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien ven geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol trim. De ultkeerlng wordt gewurborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam MAANDAG jyBBy (2e Paaschdag) verschijnt GEEN nummer van deze Courant. Van gansch de Christenheid hebben in deze week de oogen en gedachten terug kunnen blikken naar het groot- sche gebeuren, een negentiental eeu wen geleden in de stad Jeruzalem voorgevallen. De Christelijke volke ren hebben aan hun geestelijk oog weder kunnen doen voorbijgaan, wat toenmaals van Palmzondag totPaasch- morgen plaats greep en hetgeen tel ken jare te gedenken millioenen en millioenen zich tot een liefelijken plicht rekenen. Hoe was voor hen daar ditmaal dubbel aanleiding toe 1 Hoe kunnen zij bij het leed, dat thans over het grootste deel der beschaafde wereld is uitgestort te gereeder het leed ge denken, dat toenmaals werd geleden want immers, nog onophoudelijk dreunt het' kanon over de velden van Europa, wegmaaiende eiken dag tal- looze jonge, bloeiende menschenle- vens, alom rouw en angst versprei dend; n&g onophoudelijk waart de ijselijke Maaier rond en telt zijn ver- schrikkelijken oogst bij tien ja honderdduizenden. En niet alleen in de Europeesche velden, ook daarbui ten woedt deze wereldkrijg, ja laat schier geen landstreek meer onge moeid. Zoo komen ons ook in de laatste weken tal van namen onder 6e oogen ons uit de Schrift bekend. Doch in hoe gansch ander verband Zoo lazen wij, dat de oud-testamen- tische berg Sinaï thans de donderen de echo's weerkaatst van het moderne scheepsgeschut en geeft dezelfde plek waar eenmaal Mozes de tien Gebo den ontving thans honderdvoudig den klank der donderende scheepsmor- tieren weer. De Engelsch-lndische troepen staan gereed de Turken uit het land van Mesopotamië, eertijds het gezegende geheeten, te verdrij ven Cyprus, het eiland dat door de Engelschen bezet j is, was de plaats waar Paulus een aanvang met zijn arbeid maakteten zuiden van Da mascus liggen de hooglanden van Nazareth, welke streek thans door de Turken geheel op moderne wijze met loopgraven, veldwerken en prik keldraad-versperring tegen een vij 16) O(Nadruk verboden g s. Toen wreef ze zich ontevreden met he vlakke hand over 't voorhoofd. Weg met deze dwaze inbeel ding 1 Ze gevoelde, dat ze niet alleen voor zichzelf, maar ook voor Alfred verstandig moest zijn. Hij mocht er niet aan denken, met een geheel on bemiddelde vrouw een huishouding ie beginnen, terwijl hij voor zijn jonge zuster had te zorgen, die geheel van haar broer afhing, en moest trachten zich boven water te houden op een bezitting, die zwaar verschuld was... Jella doopte met een diepen zucht de pen in den sierlijken inktpot een philippinegeschenk van Alfred et schreef „Beste Walter 1 °P den taatsen brief van jou aan andelijken aanval is gereed gemaakt ook de berg, waar de Prediking werd uitgesproken is, mogen wij de berichten gelooven, tot een geducht versterkt verdedigingspunt gemaakt. En terwijl zoowel op het Westelijk- Europeesche als op het Oostelijk- Europeesche oorlogsterrein de eind beslissing maar niet schijnt te kunnen vallen, moet het wachten wellicht zijn op een catastrofe in de landen rondom de oude wereldzee. Doch vooreerst wil het voorkomen, dat ook daar de strijd zijn einde niet spoedig zien zal met hoeveel aan drang ook, door de vloten der ge allieerden, de ingang geforceerd wordt dier oude Dardanelles aan wier oevers de Apostelen eenmaal stonden en een gansch ander geluid vernomen werd, dan thans uit de ijzeren monden der land- en scheeps- batterijen weerklinkt. Het is al dood en verderf wat zij doen hooren 1 Welke droeve Paaschdagen, die van het jaar 1915! Toch, wanhopen mag men niet, hoezeer en hoeveel malen het vertrouwen in het betere dat in ieder mensch, gelijk ook in ieder volk aanwezig is, geschokt werd. Daar moet, het kan niet an ders, eenmaal een blijde morgen,^ook voor allen, die thans in rouw en vrees gedompeld zijn, aanbreken. Na eiken, ook den zwartsten nacht, daagt een lichte ochtendstondna eiken, ook den zwaarsten wintertijd, meldt zich een nieuwe lente aan, liefelijker in onze oogen naarmate de maanden die haar voorafgingen, ons eindeloos somber toeschenen. Dat is de tijd der herleving, als voorgoed de donkere winterslaap geëindigd is, als de knoppen aan de boomen zwellen gaan, als hier en daar reeds het vriendelijk gewas zich in frissche voorjaarskleuren komt aanmelden, wanneer er leven komt onder het gevogelte in de nog bla- derlooze twijgen, wanneer de velden als met een zacht-groen donzen kleed overtogen een lust der oogen en een verkwikking voor het ge moed zijn. Met nieuwen moed en met verjongde levenskrachten staat dan het menschdom telkenjare na zulk een tijd van rust gereed om zijn levenstaak verder te volbrengen. Hoe moet het velen in dezen tijd zwaar vallen daaraan niet met geheel hun hart te hunnen medewerken. Immers, ontelbaar zijn zij, die op de een of andere wijze in het diepst van hun gemoed door rampen of te genslag getroffen werden en die allerminst in zich de kracht gevoelen om de hun opgeiegde taak met op gewektheid zoo noodig toch voor elk welslagen te volbrengen immers, daar zijn ontelbaar rouwen den, hetzij om een vader, om een zoon, om een vriend, die in den strijd tante Martha moet ik je kort en bon dig antwoorden, dat je in 't vervolg op geen enkele geldzending van haar kant meer moet rekenen. Ik dacht, dat je, nu je je in Riga als advocaat had gevestigd, van je practijk, die naar ik hoor, volstrekt niet slecht moet zijn, toch wel zoudt kunnen leven. Neem mij de harde woorden niet kwalijk, maar de oude, zwakke tantes, die zelf nauwelijks genoeg hebben om te leven, heb je met je vragen om geld lang genoeg lastig gevalien. Daar moet thans een eind aan komen, jij reflecteert nu al op den interest, welken tante Martha in januari van haar kapitaal krijgt 1 Beste Waiter, die som is bestemd om een vernieuwing van het dak van ons huis, die zeer noodzakelijk is, moge lijk te maken. Ook moet er een nieuwe vloer in tante Jettchen's kamer gelegd worden. Om tante Martha niet van streek te brengen dokter Miiller zegt, dat elke opwinding voor haar toestand zeer schadelijk zou kunnen zijn, heb ik haar je brief niet laten zien en ik zal ook je volgende brie ven, als ze weer van denzelfden in houd mochten zijn, in beslag nemen. voor het vaderland het leven lieten immers, daar zijn, niet minder talrijk, voor het geheele verdere leven ge wonden, verminkten, lijdenden, van wien voor goed de gezondheid werd vernield. Hoe zullen zij allen nog verder kunnen medewerken aan de groote levenstaak der menschheid, die niet vraagt naar nationaliteit noch grenzen, noch naar afkomst of ge boorteland,maar slechts naar dat eene mensch te kunnen zijn. Dubbel gezegend derhalve zijn die landen, wier burgers nog niet, en hopelijk ook in het geheel niet, het zwaard uit de scheede behoefden te trekken. Zij dragen geen rouw, al bleef ook van hen vrees en zorg niet verre. Nochtans, die groote weldaad brengt ook groote verplichtingen mede. Zij toch in de eerste plaats zullen geroepen zijn, om met al hun krachten zich aan te gorden, ten einde de diepe, wreede wonden der menschheid thans geslagen, zooveel mogelijk te heeienhun taak is het om onverzwakt en onverpoosd op de bres te staan, waar het geldt de on stoffelijke goederen van geest en hart te verdedigen tegen den stormvloed van het meest brute geweld en de grofste zelfzucht, die thans schier alle edele gevoelens van rassen en rijken heeft overstelpthet is voor hèn weg gelegd, om in de naaste toekomst de banier der vergevingsgezindheid, van menschlievendheid en mededoogen hoog te houden te midden der de landen, rijken en werelddeelen onstuwende, torenhooge golveri van haat en afschuw, van doodelijken wrok en bitteren nijd, die, vreezen wij, nog jarenlang zullen blijven woeden tusschen de strijders van thans, hun kinderen en hun kinds kinderen. Daar is echter een eervolle en schoone, maar moeilijke en alle krachten vereischende taak wegge legd voor alle landen ook het onze die voor den oorlogsfakkel en zijn verzengenden gloed gespaard blevenzij is dezezich voor te bereiden, om, wanneer eenmaal voor de strijdende volkeren het uur der bevrijding uit de" kluisters van ver schrikking en verdelging daagt, na dezen eindeioozen tijd van rouw en kommer, met alle krachten te kunnen medewerken aan de eenmaal blijde herleving eener thans nog ten doode toe bedroefde menschheid. Tradities. De stille week draagt in de resi dentie haar naam niet als een ijdeien klank. Het is inderdaad stil, akelig stil, vooral des avonds, als geen volle trams af en aan rijden naar schouw Vergeef mij mijn volkomen openhar tigheid; ik meen, dat het in het ge geven geval noodig is, den toestand geheel bloot te leggen." Met groote vaste letters zette Jella haar naam onder den brief. Haar halfbroer mocht dan al boos op haar worden, dat deed er niet toe, ze moest hem verbieden meer geld van de tantes af te dwingen. Om Walter uit de verlegenheid te helpen, had juffrouw Martha herhaal delijk geld op het oude huis opge nomen. Hij had die zaakjes altijd zelf in orde gebrachtde oude tante had absoluut !geen kennis van zaken en zei op alles, wat haar achterneef voorstelde, ja en amen. Bij hetgeen het overschot van haar vermogen aan rente opleverde, kwam nog de huur, welke een schoenmaker betaalde, die in het achterhuis woonde. De interest voor de hypoheken, waarmee het huis was beiast, moest stipt op tijd betaald worden. Jella zou soms niet geweten hebben, hoe ze zich wel had moeten redden, wanneer haar oom haar niet een ruim zakgeld had ge geven. Met dit geld kon ze menig gat in de huishouding, die thans door burg en concertzaal. Het blijft iets eigenaardigs dat in het mondaine den Haag een traditie in eere wordt ge houden, waarvan de oorspronkelijke beteekenis al zeer weinig strookt met de geavanceerde en maar al te vaak wufte denkbeelden van het overgroote deel der Hagenaars, van beiderlei kunne. De burgemeester handhaaft de tra ditie en allen leggen er zich zonder verzet bij neer. Deze korte pauze, een maand voor het einde van liet seizoen, komt lang niet ongelegen, wordt zelfs gretig aanvaard. Zoozeer is de passie voor het vermaak buiten huis nog niet in de gemoederen in gewerkt, dat men zich ongelukkig gevoelt bij het denkbeeld 's avonds niet naar eenig vermaak, reëel of denk beeldig te kunnen gaan. De café's zijn als altijd open en voor hen is de stille week allesbe halve stil. Integendeel, zij zijn de eenige die wèlvaren bij die handha ving eener traditie waarvan negen tiende gedeelte der Hagenaars de be teekenis niet weet. Inderdaad is dit wat zonderling, zooals trouwens de meeste tradities in hun vorm van res tant eener belangrijke historische beteekenis, iets tegenstrijdigs hebben. Het publieke vermaak moet een oogen- blik worden stopgezetdoch datgene wat onmiddellijk het vermaak kan vervangen, wordt er dubbel aantrek kelijk door. Veel tradities heeft de residentie overigens niet. Wij zouden u er geen enkele kunnen opnoemen, die op dezen naam aanspraak maganaken. Alleen in Scheveningen, indien men dit een deel van den Haag wil noe men, bestaat in veel opzichten een krampachtig vasthouden aan aarts vaderlijke overleveringen. Niet alleen in hun kleurige kleederdracht, hun eigenaardige allures, hun dialect, maar ook in hun schromelijke ondeugden. Er is in den Scheveninger, zoowel mannelijk als vrouwelijk, iets van een schrijnend contrast. Zij zijn alle zeer godsdienstig en vroom, en in hun dagelijksch leven brengen zij eigen schappen aan den dag die allerminst met die vroomheid strooken. Zij zijn bijvoorbeeld bekend om hun snoeplust. De fabelachtigste verhalen worden daarvan verteld, natuurlijk schromelijk overdreven, maar dat zij alle graag snoepen be wijst wel het algemeen verschijnsel van hun slechte gebitten. Als een Scheveningsche jonge dochter haar mond opent om te lachen, wordt steeds een ruïne van tanden en kie zen zichtbaar. Met de waarheid zijn de Scheve- ningers al te familiare vrienden, waar aan zij zich als het in hun kraam te pas komt, al zeer weinig trouw zijn. Wie een Scheveningsche dienstbode de ziekte van tante Martha nog meer kostte dan anders, stoppen. Haar oom openhartig verteilen, hoe de zaken stonden, wilde Jella niet Want dan zou aan 't licht zijn geko men, hoe onverantwoordelijk Walter de arme verlaten en goedgeloovige vrouwen had uitgebuit. jella verschoonde haar stiefbroer niet uit zusterlijke liefde, maar om het aandenken harer moeder te eeren zweeg ze en deed onverpoosd haar best om door spaarzaamheid menige uitgave te vermijden. Ofschoon, zooals ze zelf bekende, „rekenen niet haar sterke zijde was", hield ze toch nauwkeurig boek en noteerde eiken stuiver, die door haar handen ging. Jella verwachtte, dat ze van haar broer een zeer verontwaardigd en in toornige uitdrukkingen vervat ant woord zou krijgen. Tot haar groote verbazing echter berichtte hij haar, dat hij haar weldra een bezoek zou brengen. Over de geldkwestie gleed hij op humoristische wijze heen. 't Was trouwens een ellendig soort humor. Daar Jella hem zoo beslist zijn anders zoo rijke goudbron verstopte, bleef hem niets anders over dan zich heeft in den omloop kortweg een „schol" genoemd kan Zaterdags nooit zeker weten of ze 's Maandags nog wel zal terugkomen. De verma- kelijkste staaltjes zijn daarvan te ver tellen. Men behoeft er heelemaai niet van op te zien wanneer de dienst bode die Zaterdag nog bij de eene mevrouw in dienst was, Maandag bij de buren aan het werk is, zonder dat zij daarvan haar eerste „huis" heeft kennis gegeven. Lichamelijk zijn ze over het alge meen niet sterk. Er heerscht veel tuberculose onder de visschersbevol- king. Men vertelt dat deze lichame lijke verzwakking het gevolg is van het altijd in de familie trouwen. Mis schien vindt hierin de algemeene achteruitgang ook in geestelijken en moreelen zin zijn verklaring. Slim is 'n Scheveninger heelemaai nietgoed aardig dom, zich niet bewust van het verkeerde van vele zijner handelin gen niet opvliegend en niet haat dragend is een Scheveninger noch lui noch ijverig. Sloom is wellicht meer het woord voor de „snelheid" waar mee hij werkt en wandelt. De tradities die de Scheveninger dus in eere houdt, zijn niet alle van het puikste soort; integendeel, een weinig meer moderniseering zou daar aan wellicht geen nadeel doen. In den Haag zullen eertijds ook wel de noodige tradities bestaan heb ben. Het traditioneele vuurwerk in de Maliebaan, de Vijver-verlichting in het Bosch, de beroemde parades, zij waren alle aan den verjaardag van den Koning of Koningin als on afscheidelijke gebeurtenissen verbon den. Weliswaar bestaan ze nog, maar de fleur is er af. Ze worden nog slecht bezocht door de eigenaardige categorie uit de burgerij die een druk te op straat en een relletje in het Bosch als gelegenheid aangrijpt om de bloemetjes buiten te zetten. De tijden dat de stadhouder in hoogst eigen persoon, met groot ge volg, de kermis bezocht die in het Voorhout werd gehouden, zijn voor bij. De traditioneele kermis is van het tooneel verdwenen, de paarden markt al evenzeer; van dat alles is niets overgebleven dan een plaatselijk kermisje van één dag op den verjaar dag der Koningin. Het kan geen verwondering wekken dat langzamerhand de traditiën ver dwijnen, als men in aanmerking neemt dat de burgerij hoe langer hoe heto- rogener wordt. Het getal oer-echte Hagenaars, wier grootvaders en over grootvaders al dien eere-titel droegen is uitermate klein in vergelijking van het overige deel der burgerij. In 1815 bedroeg het aantal zielen van den Haag even veertig-duizend, thans drie honderd en tien duizend. Zoo is dan van de veie, aardige een rijke vrouw te zoekenwant in weerwil van zijn practijk bezat hij te weinig om verzadigd te worden en te veel om te verhongeren. Jella kon zich voorstellen, wat Walter onder „verhongeren" verstond. Wat anderen in zijn positie zeer gaarne voldoende en meer dan dat genoemd zouden hebben, dat noemde hij karig. Walters grootste ongeluk is, dat hij niet als milionair ter wereld is gekomen, had oom op Sanzen eens gezegd, maar hij zou met een millioen toch ook nog wel raad weten. Terwijl zich op haar voorhoofd een rimpel van ontevredenheid vertoonde, scheurde ze den brief van Walter in kleine stukjes. De regels hadden, hoewel ze voor haar niet beleedigend waren, op haar een zeer ongunstigen indruk gemaakt. „Aan het goud hangt, Naar het goud verlangt Toch alles. Ach wij armen I" zei Jella op half luiden toon. Nooit had ze zoo zeer de waar heid van dit woord van Goethe ge voeld als in den laatsten tijd. GoudDe tooverstaf, die alle slo ten en deuren doet openspringen,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1