WOENSDAG 31 MAART 83e Jaargang 1915 HuwFirma f. VAH DE VELDE If, Kleine Harkt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen Nederland en de Oorlog FEUILLETON Roman door MINA VON HALM. No. 7© VUSS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk I.SO. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweern aal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel 4 gulden bij verlies ff O O gulden bij verlies T* 1K|| van) IIQII vaneen /K iUU een duim JIUU wijsvinger !U%3 De abonnés, in 't bezit eener - -•>- GRATIS verze- <%Of|flgulden b'ï 'evens- rjjTfk gulden bij dood A O O gulden bij verlies nolis, zijn UKAiia verze- /III III lange ongeschikt- /'111 door <1111 van een hand, kerd tegen ongelukken voor: LiUUU heid tot werken B UU een ongeluk UUU voet of oog Daze ultkeeringen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien ven geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ot tram gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Verzek. Bank" te Schiedam Een officieel Belgisch Comiteit veor Nederland. Vrijdag 11. werd het officieel comi teit, dat voor enkele dagen door de Belgische regeering werd benoemd, op het Belgisch gezantschap te 's Hage door Z. E. den heer Poulet, Belgisch minister van Kunsten en Wetenschap pen, geïnstalleerd. Nadat Z. E. den warmsten lof had gebracht aan Z. E. baron Fallon, den Belgischen gezant, voor de buitengewone arbeidskracht en onuitputtelijke hulpvaardigheid, welke deze met zijn personeel, te midden van de tallooze moeilijkheden van de laatste maanden, had aan den dag gelegd, complimenteerde hij op de meest gelukkige wijze de aanwe zige comiteitsleden met de werkzaam heid welke zij, in verschillende rich ting, voor hunne landgenooten tot hiertoe uit eigen aandrang hadden ontwikkeld en mei de officieelë erken ning welke er het gevolg van was geweest. Er zijn reeds talrijke Belgische ver- eenigingen en instellingen tot stoffe- lljken en zedelijken steun der Belgen, in Nederland tct stand gekomen. Maar het ontbreekt aan samenhang. De bedoeling van het officieel comiteit is ze, bij hunne weikzaamheid, met raad en voorlichting en alle gepaste middelen van bijstand te dienen en het zal deze zijn zending uitoefenen onder leiding van het Belgisch ge zantschap. In Nederland heeft de regeering zelf rechtstreeks de hulpverschaffing van de tallooze arme Belgen, welke naar hier waren gevlucht, ter hand genomen en buitendien bestaan er talrijke en belangrijke Nederlandsche comité's welke zich öf geheel zelf standig öf, gedeeltelijk met hulpmid delen der regeering, aan hetzelfde doel hebben gewijd. De bedoeling van het officieel Bel gisch comiteit is niet in de geringste mate op het gebied der Nederlandsche menschlievendheid te treden, noch zich met hare organisatie te bemoeien. Alleen de Belgische vereenigingen vallen onder zijn zorg wanneer echter van Nederlandsche zijde eenig ver zoek tot het comiteit mocht worden gericht, moet het steeds zijn diensten bereid houden. Z. E. sprak met de grootste be wondering en dankbaarheid, en onder de meest spontane instemming van de aanwezigen, over het ontzaglijk werk, dat door de openbare en par- ticulaire liefdadigheid van Nederland voor zijn landgenooten nu sedert een half jaar reeds was verricht. „Nooit", zegde hij, „zal ons land dat kunnen vergeten en de vroeger reeds zoo vriendschappelijke banden tusschen 13) —O— (Nadruk verboden —Wat moet Alfred zei-op 't zelfde oogenblik een mannenstem. Alfred was door de deur, welke van de gang in Jella's kleine rijk leidde, binnengekomen, zonder dat iemand dat hoorde. Nu kwam hij met onhoorbare schreden over het dikke vloerkleed naderbij. Vergeef me, dat ik zoo zonder kloppen binnendring, zei hij, terwijl hij Jella begroette, maar ik vond de deur slechts aan staan. Ook de huis deur stond open en zoo kwam ik bin nen zonder aan de bel te trekken. Die onattente Mina 1 berispte Jella de dienstbode. Natuurlijk zit ze weer ergens in de buurt te babbelen. Wilt ge een kop koffie, meneer von Elmer De kan is nog flink warm. Zeer gaarne, antwoordde Alfred, beide landen zullen er veel sterker zijn door toegehaald." Ontheffing van personeels belasting voer gemobiliseerden. Blijkens het eindverslag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp houdende bijzondere regeling nopens ontheffing van personeele belasting in verband met de in 1914 plaats gehad hebbende mobilisatie van land en zeemacht, werd bij het afdeelings- onderzoek opgemerkt, dat ook die ge- mobiliseerden, die als zoodanig eene tegemoetkoming uit 's Rijks kas ontvangen, en buiten staat zijn hun aanslag in de personeele belasting te betalen, vaak eene waarschuwing en een dwangbevel ontvangen, indien die betaling achterwege blijft, zoodat zij reden hebben voor executie te vreezen. Eenige leden wenschten dat ten aan zien van zulke personen geenerlei vervolgingsmaatregelen zouden wor den genomen. Wie als gemobiliseerden eene tegemoetkoming ontvangen, is ten gemeentehuize bekend en de belastingambtenaren kunnen dus daar omtrent gemakkelijk inlichting be komen. Goede Vrijdag. Op last van hunne Doorluchtige Hoogwaardigheden den Aartsbisschop en Bisschoppen van Nederland brengt de Hoofdaalmoezenier bij het Neder landsche Leger ter kennis, dat dit jaar het gebruik van vleeschspijzen ook op Goeden Vrijdag aan R. K. Militairen is geoorloofd, indien zij zich bedienen van spijzen welke hun volgens de militaire reglementen wor de a verstrekt, of indien zij in de ge zinnen waar zij zijn ingekwartierd, bezwaarlijk andere spijzen kunnen bekomen. Ds Zondag in het leger. „De Standaard" driestartNog steeds botst de Zondag hier en daar met het legerbevel. Al zijn we nimmer in Sabbatisme vervallen, ja, al kwamen we steeds in verzet bij elke poging om de Joodsche opvatting in Christus' kerk te doen binnendringen, zoo verstaan we 't toch niet, waarom er nog altoos commandanten zijn, die juist op Zondag door de troepen doen laten, wat ze precies even goed op een der werkdagen konden gelasten. Was 't alles hals over kop blijven gaan, gelijk in de eerste helft van Augustus, zoo zou dit te billijken zijn. Toen ging het alles overhaast. Men wist niet wat de dag van mor gen brengen zou. In zooveel was men ten achter. Bij alles moest wor den ingehaald. En daarom kon de Zondag niet altijd gespaard. Thans daarentegen liggen er zeven maanden achter ons. Alles is nu ge regeld en op goede orde gekomen. terwijl hij tusschen zijn zuster en jella plaats nam. Hoe gaat het met u tan tes vroeg hij vervolgens. Dank u. Tante Martha moet, daar haar oogen vandaag zeer pijnlijk zijn, in de donkere kamer blijven. Vanmorgen leed ze bovendien aan migraine. Nu slaapt zij al een half uur. De keukenmeid zit met haar breiwerk in de kamer er naast en waakt over de patiënte. Tante Jett- chen heeft bezoek van haar kleine vriendin, de dochter van onzen huis dokter. Wij storen u toch niet, juffrouw jella? vroeg Alfred, eigenlijk slechts voor den vorm want hij dacht er in 't geheel niet aan, dadelijk te ver trekken. Hij had zijn koetsier bevolen over een uur voor de deur van het huis der dames te zijn. In 't geheel niet, verzekerde Jella. Magda stoort mij nooit. En ik dan vroeg Alfred met een arme zondaarsgezicht. Gij soms, antwoordde Jella ernstig. Maar toen ze in zijn oprecht bedroefd gezicht keek, begon ze harte lijk te lachen. Alfred zag er uit als In de werkdagen is er overvloed van tijd, om alles, wat geen uitstel duldt af te doen. Waarom dan nu dat be slag leggen op den Zondag voor bezigheden, waarvan men weet dat velen er zich op Zondag aan er geren Wat voor den dienst eisch is, moet natuurlijk geschieden. Joodsche Sabbatisten zijn we niet. Maar waar om niei van den Zondag afgenomen wat zich evengoed op een werkdag doen laat? Een dag van hooger zin kan juist thans voor 't leger zoo zeer ten goede komen~-"~' Anders staat het natuurlijk met de oefening van de Vrijwilliger Corpsen. De manschap, die zich uit eigen beweging bij deze corpsen aanmeldt en aansluit, is voor het grooter deel al de dagen van de week in burger gerlijken loondienst. Althans een groot deel van deze manschap zou zich daarom niet kunnen aansluiten, indien het regel was, alle oefening geheel buiten den Zondag te houden. Er zijn er die ook in de week vrij zijn. Er zijn er ook anderen, die het zeer wel met hun patroon schikken kunnen, om eenige vrije uren op den werkdag te bedingen. Vooral nu de lente inging en de zomer nadert, kan dit zeer wel. Doch er zullen er steeds zijn, die 't met hun patroon niet kunnen klaren, en dan is niet buiten der. Zondag te blijven. Jezus gaf dit toe als een kalf in de sloot dreigde te verdrinkenzou 't dan niet om toe te gever, zijn voor het behoud van b. t vaderland Alleen maar, vóór twee uren des middags moet geen militaire dienst ingezet. De morgenuren en het etens uur moeten geheel vrij en ongerept blijven. Bond van machinisten ter koopvaardij. Bovengenoemde Bond heeft een adres aan de Tweede Kamer gezon den met verzoek het ontwerp zeeoor- logs-ongevallenwetzoo spoedig moge lijk te willen behandelen en tot wet te doen verheffen. Vrouwonoproep voor Christiaan De Wet. Het Viouwencomité, hier te lande werkzaam, ten gunste van generaal De Wet, verzoekt het volgende te melden Sinds de uitzending van het tele gram aan minister Botha uit naam van ruim 12.000 medestandsters, kwamen bij de secretarissen van het Comité nog ruim 5000 handteeke- ningen in. Dus totaal meer dan 17.000. Dit aantal en de wijze waarop het verkregen is, feitelijk zonder organi satie, binnen 14 dagen, uit volkomen spontane medewerking uit alle volks kringen bewezen voldoende hoe een kleine schooljongen, die een standje heeft opgeloopen, en dat leek verbazend grappig. Ik wilde u immers niet krenken, meneer von Elmer. Het was werkelijk erg moeilijk hem duidelijk te maken, dat hij niet zoo vaak mocht komen. En hem zeer doen neen, dat wilde Jella niet. Zal ik heengaan? vroeg hij nu erg bedeesd. Moest dat „Alfred moet", dat ik bjj mijn binnenkomen hoorde, misschien beteekenenAlfred moet dadelijk weer omkeeren Hij trok bij het uitspreken van dit vermoeden zulk een wanhopig ge zicht, dat de beide jonge dames aan haar vroolijkheid den vrijen teugel vierden. Neen, riep Magda, zoo waren mijn woorden straks niet bedoeld. Stel je gerust, Jella stuurt je niet weg. Ik wilde zeggenAlfred moet zijn toekomstige vrouw later precies zoo'n kamer inrichten als deze hier. Ik ben verrukt over Jella's salon. Jella was plotseling zeer rood ge worden en wijdde voor een oogen blik al haar aandacht aan de keuken- levendig hier de bewondering en sympathie gebleven zijn voor den Zuid Afrikaanschen vrijheidsheld. Maar nu is inmiddels uit Zuid Afri ka het heugelijk bericht gekomen, dat de regeering zelve uit haar Indemni teitswet de bedreiging met de dood straf ook voor de aanvoerders der gevangenen gelicht heeft. En daarom werd het wijzer geacht de beweging hier te lande nu te staken en ook geen nieuw telegram naar Zuid Afrika te zenden. Het gevaar voor een onherroepe lijke beslissing is gelukkig voorbij aan de Zuid Arfikaansche stamver wanten nu zelf de taak voor de vrijlating der gevangenen te strijden. Onder hartelijke dankbetuiging aan alien die zoo aanstonds aan den op roep der 20 Nederlandsche vrouwen voldaan hebben, wordt voorts het restant der ingekomen gelden (ver moedelijk f 15) gestort bij het Ned. Comité voor Brigische vluch'elingen. Openbare leeszaal. Gisterenavond hield de vereeniging Openbare Leeszaal haar jaarlijksche algemeene vergadering in het gebouw der vereeniging, onder voorzitterschap van den heer ds. H. C. Hogerzeil. De voorzitter opende de vergadering met de mededeeling dat ieder in de zen tijd iets van den oorlog onder vindt, dat is ook met de leeszaal het geval. Het bezoek, vooral van mili tairen, was zeer druk. In den beginne nog drukker toen gratis papier pennen, briefkaarten enz. werden ver strekt. Daar de financieele toestand van de leeszaal echter r.iet zoo roos kleurig is, heeft het bestuur ten slotte moeten besluiten, om een geringe vergoeding voor het gebruik van pa pier en enveloppen te vragen. Verder wees de voorzitter er op dat het aantal leden toch nog ver meerderd is en thans 444 bedraagt. Dit aantal valt werkelijk mede. Het bestuur hoopt dat wanneer de quitanties rondgaan ieder deze zal betalen en het bestuur medewerking zal ontvangen om de moeilijke tijden door te komen. Het viel den voorzitter bijzonder op dat de vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingen verkeer geen bij drage meer verleent. Dat verwondert hem van deze vereeniging ten zeerste. De voorzitter hoopte dat het be zoek aan de leeszaal ook na het ver trek der vluchtelingenjgroot zal mogen blijven en de behoefte van de lees zaal steeds meer zal blijken. De voorzitter geloofde te kunnen zeggen dat juist de oorlog getoond heett dat de openbare leeszaal iets dringend noodzakelijks is. Wij moeten evenwel zorgen niet in de schuld te komen. Ten slotte bracht de voorzitter een doeken. O I zei Alfred zeer verlegen. En nu ontstond er een kleine, eenigszins pijnlijke pauze, daar Magda plotseling begreep, dat wat zij had gezegd beter ongespoken ware ge bleven. Ze keek eerst haar broer aan en daarna Jella en verwonderde zich, dat ze tot dusver als met blindheid ge slagen was geweest met betrekking tot den toestand van Afred's hart. Wat Jella betreft, was ze niet heele- maal zeker van haar zaak. Nadat, zooals het in den volksmond heet, een engel heel langzaam door de kamer was gegaan, zei Jella, zon der van haar werk op te kijken Ik heb Odo in langen niet ge zien. Als ik hem uw opmerking over breng, is hij morgen hier, antwoordde Alfred. Dat zou me groot genoegen doen ik houd bijzonder veel van Odo. Jella beschouwde het laatste als iets volkomen natuurlijks en Alfred vatte het ook zoo op. Op Odo was hij nooit jaloersch, ofschoon Jella het volstrekt niet geheim hield, dat ze een zekere woord van bij zonderen dank aan den ijverigen bibliothecaris en zijn doch ter, die zooveel doen in het belang der leeszaal. Het bestuur kan aan den bibliothe caris de leiding in vele opzichten overlaten. De voorzitter sprak nog de hoop uit dat de openbare leeszaal zich nog meer in de belangstelling zal mogen verheugen van ieder die met het nuttig doel der leeszaal instemt, dat ook bijv. de gemeenteraad zijn subsidie zal ver- hoogen en dat van de zijde van par ticulieren de zoo noodig zijnde finan cieele steun zal worden verkregen. Vervolgens werden de notulen van de vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Door den secretaris, den heerj. C. Heine, werd daarna het jaarverslag uitgebracht, waaraan het volgende is ontleend. Het afgeloopen jaar was voor de Leeszaal in alle opzichten gunstig te noemen. Vooral het aantal bezoekers was dit jaar buitengewoon groot. Be droeg dit over 1913 in totaal 7728, over 1914 was dit niet minder dan 14627, een vermeerdering dus van 6899. Wel was die vermeerdering voor een groot deel een gevolg van de buitengewone tijdsomstandigheden, want vooral in de laatste maanden mocht de leeszaal zich in een bijzon der druk bezoek verheugen, eerst vooral van de hier verblijvende mili tairen, later ook van de hier vertoe vende Belgische vluchtelingen. Toch toonen de tabellen die door onzen volijverigen bibliothecaris zoo zorg vuldig worden bijgehouden, duidelijk aan, dat ook zonder dien het aantal bezoekers merkbaar grooter zou zijn geweest dan in het vorige verslag jaar, getuige de cijfers over de maan den, die aan de mobilisatie vooraf gingen. Ook hier is een flinke toe name, vergeleken bij de overeenkom stige maanden van het vorig jaar, waar te nemen. Doch ook uit de, zij het dan ook niet zeer snelle, maar toch geregelde toename van het ledental kan de gevolgtrekking worden ge maakt, dat de Leeszaal steeds meer gewaardeerd wordt door het Vlissing- sche publiek zelf. Het aantal leden bedroeg op 31 Dec. 1913 381in 1914 werden 103 nieuwe leden inge schreven, terwijl door verschillende oorzaken 65 leden voor de vereeni ging verloren gingen, zoodat op 31 Dec. 1914 het ledental 419 bedroeg, een werkelijke vermeerdering van 38. Daarom viel het des te meer te be treuren, dat op een verzoek aan de Provinciale Staten om subsidie afwij zend werd beschikt. In het bestuur kwamen in den loop van het jaar eenige wijzigingen. Reeds in het begin van het jaar werd de heer C.J.Nobels, die van de oprichting voorliefde voor hem koesterde. Odo is in den laatsten tijd erg vreemd, spon Alfred den draad van het gesprek verder. In hoeverre vroeg jella. Er gaat iets in hem om, ant woordde Alfredhij is onafgebroken met een bepaalde gedachte, misschien met een besluit bezig. En daarbij is hij merkwaardig gesloten, terwijl hij die eigenschap vroeger bepaald niet bezat. Alle voorzichtig polsen van mijn kant helpt niets. Odo zwijgt als het graf. Hij is veranderd na de kleine re'is, die we dezen zomer onderna men. Ik heb u immers verteld van de buitengewoon knappe dame, die we in de spoorwegcoupé leerden kennen. Alfred dempte hier zijn stemover de aangelegenheden van Odo's hart mocht hij alleen tot Jelle spreken zelfs Magde mocht daar niets van vernemen. Maar deze had zich aan 't andere einde der kamer, waar op een ronde, met boeken bedekte tafel de groote, hooge lamp brandde, in de beschouwing van eenige photo- grafiën verdiept. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1