VRIJDAG
3© MAART
ee- NO. 72
53e Jaargang
jjjtoavefirma f. VAH DE VELDE If, Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10
Verschijnt dageiijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdag»
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
Roman door MINA VON HALM.
KAMEROVERZICHT.
Nederland en de Oorlog
!9i5
bankwerk. Adres :P,|
Nieuwstraat 38.
ERKVROUW vraagt I
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
m
ADVERTENTIEPRIJS Van 1 —4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cenj
Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in't bezit eener Q ft gulden bij levens- n Cft gulden bij dood Oft ft gulden bij verlies A gulden bij verlies J| AA gulden bij verlies f% J"*gulden bij verlies
polls, zijn GRATIS verze- /III III lange ongeschikt- II door <5 Bil van een hand, l*|ll van! II III vaneen /H van eiken
kerd tegen ongelukken voor: £4 WW heid tot werken t WW een ongeluk WWv voet of oog AWW een duim JlWw wijsvinger td%3 anderen vinger.
Dtze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig pliatsbewl|s, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Zij die zich met
1 April op de da
gelijks oerschijnende „VL1S
SINGSCHE COURANT" abon
neeren, ontuangen de Courant
tot dien datum GRATIS.
drankwet.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
Gelet op artikel 37 der Drankwet;
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een ver
zoek van PHILIPPUS ROOS, om
verlof tot verkoop van alcoholhouden
den drank anderen dan sterken drank
in perceel Palingstraat no. 53
dat vanaf heden gedurende 14 dagen
schriftelijke bezwaren legen het ver-
leenen van het gevraagd verlof kun
nen worden ingebracht bij Burge
meester en Wethouders voornoemd.
Vlissingen, 25 Maart 1915.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE
De Secretaris.
M. VAN DER BEKE CALLENFELS,
L. S.
MILITIE.
Inschrijvingsregister en Alphabetisch
Register.
De Burgemeester van Vlissingen,
maakt bekend, dat het Inschrijvings
register voor de lichting 1916, met
het daaruit opgemaakte Alphabetische
Register, gedurende acht dagen van
den 26 Maart 1915 tot en met 3 April
a.s. ter gemeentesecretarie voor een
ieder ter lezing ligt.
Hij vestigt er voorts de aandacht op
lo. dat binnen den tijd, hierboven
vermeld, tegen deze registers bezwa
ren kunnen worden ingebraciit bij
den Commissaris der Koningin der
Provincie
2o. dat het bezwaarschrift behoor
lijk met redenen moet zijn omkleed
en op ongezegeld papier kan worden
gesteld.
3o. dat het bezwaarschrift eigen
handig moet zijn onderteekend, doch
dat onderteekening door een ander
persoon is toegelaten, zoo bij het be
zwaarschrift eene behoorlijke volmacht
wordt overgelegd.
4o. dat het bezwaarschrift tegen
bewijs van ontvangst bij den burge
meester ter gemeente-secretarie moet
worden ingeleverd
5o. dat een bezwaarschrift dat niet
voldoet aan de eischen, hierboven
genoemd, of r.iet wordt ingeleverd
binnen den tijd en bij de autoriteit,
hierboven vermeld, geen gevolg kan
hebben
6o. dat het bewijs van ontvangst
9)
O— (Nadruk verboden.
Elke week ga ik tweemaal naar
Elmershorst, waar ik mijn armen, ver
lamden oom uit de courant voorlees,
Jij tante Luise onderricht in de huis
houding krijg en lange, heerlijke wan
delingen maak in het groote, koste
lijk aangelegd park. Ook bezoekt
Odo mijn broer dikwijls, maar met
houdt hij zich nooit op. Een groet
hjj het komen en gaan, een paar
vluchtige woorden, dat is alles, wat
mj voor mij over heeft. Ja, het valt
JJiet te ontkennen, hij ziet mij over
het hoofd, ofschoon ik toch een flinke
'engte heb.
Interessant vind ik Odo volstrekt
•net, daarin kan ik u geen gelijk geven.
Op onzen spoorwegtocht van Majo
renhof naar W., waar wij drieën toch
een|ge uren op elkander aangewezen
uioet worden bewaard, totdat hij of
zij, die het bezwaarschrift indiende,
in kennis is ges eld met de uitspraak
van den Commissaris der Koningin.
Vlissingen, 25 Maart 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Vergadering van Donderdag.
De eedskwestie
Bij arrest van 29 December 1913
heeft de Hooge Raad beslist dat een
met bedreiging van straf af te dwin
gen verplichting tot eedsaflegging niet
aanwezig is voor een getuige in
strafzaken, die niet tot een kerkge
nootschap behoort.
De consequentie van dit arrest
moest zijn, dat niet tot een kerkge
nootschap behoorende getuigen ook
niet tot een belofte mogen worden
toegelaten en slechts buiten eede
kunnen worden gehoord. Inderdaad
besliste de Hooge Raad op 29
Juni 1914 in dezen zin. In afwij
king van het gevoelen van het ge
rechtshof te Amsterdam werd beslist,
dat een belofte, afgelegd door een
niet tot een kerkgenootschap behoo
renden getuige, niet de kracht heeft
van een beëedigde getuigenverklaring.
Daai zat men nu 1 Na idem zooveel
jaar wordt uitgemaakt dat er in Ne
derland geen eedsdwang bestaat en
dat personen die niet meer tot een
kerkgenootschap behooren, als ge
tuigen geen waarde hebben.
Er is al heel veel gestreden om de
eedskwestie iedere Minister schoof
ze zachtkens op zij, want hij wist dat
hij veel strijd ontketende, veel harts
tocht en veel twist. Maar na 29 Juni
1914 moest de knoop doorgehakt.
Minister Ort diende een ontwerp in,
later gewijzigd, waarin geen vrijheid
van keuze tusschen eed en belofte
wordt gelaten, gelijk een groot deel
van het Nederlandsche volk zou willen,
en ook niet de eed beperkt blijft tot
hen, die er persoonlijk de hoogste
waarde aan hechten.
Een belofte of bevestiging wordt
afgelegd, al stelt de Minister voor,
indien de godsdienstige gezindheid
van den te beëedigen (persoon hem
het afleggen van een eed verbiedt en
ook wanneer de persoon met opgaaf
van beweegredenen verklaart tegen
het afleggen van een eed gewichtige
gemoedsbezwaren te gevoelen. De
rechter kan echter in dit laatste geval
den eed opleggen, indien hij oordeelt
dat die verklaring niet oprecht ge
meend is.
Met deze oplossing is de rechter
zijde niet ingenomen en zij was van
meening dat een noodbepaling vol
doende is geweest om in de gevallen
bij het laatste arrest bedoeld te voor
waren, we waren bovendien ook nog
de eenige passagiers in een coupé
heeft hij geen twee woorden tot mij
gesproken. Voortdurend keek hij het
coupévenster uit. Alfred en ik, die
in 't eerst vroolijk met elkander ge
babbeld hadden, werden in 't laatst
ook heelemaai stil. Het zwijgen werkt
immers onder bepaalde omstandig
heden aanstekelijk."
Tot zoover had Magda haar kost
schoolvriendin Anneliese von Rolt,
op de villa van wier ouders ze na 't
verlaten der kostschool den halven
zomer had doorgebracht, geschreven.
Nu legde ze de pen naast de lede
ren schrijfportefeuille voor zich op de
tafel en keek door de dubbele ruiten
van het hooge en breede venster in
den hof, welken haar broer Alfred
juist betrad.
Magda geleek uiterlijk heelemaai
niet op hem, alleen hierin, dat ze ook
knap was, al was dat dan ook op
een andere manier.
Haar gestalte was lang en buigzaam
ze had een slanke taille en was breed
geschouderd. Haar vormen waren ge
heel ontwikkeld en hadden niets
hoekigs meer. Haar donkergrijze oogen
zien. In deze dagen van zg. Gods
vrede ware dit een middel geweest
om aan de politieke en regilieuse
debatten te ontkomen. De Minister
meende dat hij geen andere oplossing
kan geven. De heer Rutgers heeft bij
amendement een noodregeling inge
diend, die feitelijk is de bevestiging
van den toestand vóór het laatste
arrest. Inmiddels d'ende de heer de
Savornin Lohman een motie in, waarin
wordt uitgesproken dat de door den
Minister ontworpen regeling een
noodregeling is en dat zij slechts tot
1 Januari 1919 zal gelden. Tot zoo
lang is er dan tijd om een prlnci-
pieele beslissing, een definitieve op
lossing te zoeken.
Zoo stonden de zaken toen de
Kamer heden aan het werk trok om
te voorzien in de leemte, die de
Hooge Raad na een halve eeuw in
onze wetgeving had ontdekt.
Bij de discussie rees aanstonds de
vraag of de motie-Lohman vdor of
tijdens de algemeene beschouwingen
zou worden behandeld. Het is te be
grijpen dat de motie en de kwestie
zelf moeilijk te scheiden zijn en de
Kamer besliste dan ook dat ze tege
lijkertijd aan de orde zouden komen.
Bij de stemming over het voorstel
om eerst de motie te behandelen
stemde de rechterzijde, behalve de
heer Bichon van IJselmonde vóór, de
linkerzijde tegen.
Toen dan besloten was zoowel de
kwestie van het karakter van het ont
werp als de zaak zelf te behandelen,
kon de discussie aanvangen.
Een uitvoerig exposé van de be-
teekenis van den'eed van theologisch
en zielkundig standpunt, gaf prof.
Eerdmans ten beste.
Inmiddels verklaarde de minister
het amendement Rutgers voldoende
te achten. Dat gaf een opluchting want
nu was voor de. rechterzijde de ge
legenheid geopend om met het ont
werp mede te gaan. Metéen was echter
het spannende van de behandeling
weg. De verdere discussie was feite
lijk nutteloos geworden, omdat later
als de definitieve regeling aan de
orde komt, dezelfde kwestie weer
geheel opnieuw zal worden behan
deld.
Wanneer dat zal zijn
Een langdurige rede van den heer
Visser van IJzendoorn leidde tot de
conclusie dat z. i. een tijdelijke rege
ling niet in het belang is van den
eed en dat de eed toch eigenlijk wel
gemist kan worden. De verschillende
meeningen werden achiereenvolgens
tegenover elkaar geplaatst. De heer
Gerhardt gaf der vrijdenkers opvatting,
de heer Eerdmans van vrijzinnig-
godsdienstig standpunt een uiteen
zetting.
Maar deaardigheid, het
politieke vuur was weg.
konden zeer ernstig en verstandig
kijkennog slechts een heel enkelen
keer was ze nog weer het bakvischje.
Zonder er bepaald moeite voor te
doen, veroverde zij bij haar terug
komst op Schönhaide in een omme
zien de harten uan het gansche dienst
personeel, van den ouden rentmees
ter Buschmann, zoo/eei aló van de
melkmeid Trine. Magda hoorde het
rinkelen van haar broeders sporen op
de trap en borg den half voltooiden
brief aan haar vriendin in een lade
van haar mooie uitra-moderne schrijf
tafel.
De deur ging open en de jonge
man trad binnen in dezelfde kleeding,
waarmee hij uit den zadel was ge
sprongen.
Neem me niet kwalijk, Magda,
mijn laarzen zqn eigenlijk niet voor
een salon^geschikt ik wilde je maar
gauw even vragen, of je met me naar
W. gaat. Men kan heden de eerste
sledebaan probeeren. Lang zal deze
pret wel niet duren. De eerste
sneeuw in 't jaar blijft gewoonlijk
slechts een paar dagen liggen. De
grond is nog niet genoeg bevroren.
Ik heb boodschappen in de stadik
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer besteedde eenige
uren aan de discussie over de Maas
kanalisatie van Limburg, een onder
werp dat al honderd maal is bespro
ken. Het eenige dat wij er uit zouden
willen mededeelen is dat het werk in
zijn geheel 100 millioen zal kosten
en dat het zal aanvangen met het
stuwengebied te Limmen en het Maas
gedeelte Nederweert-Wessem.
De discussie was ten einde toen
de heer v. d. Feltz bezwaar maakte
zijn stem er aan te geven omdat hij
niet incidenteel wiide beloven over
een uitgave van 100 millioen.
Hij stelde uitstel voor en tot aller
verbazing werd dat voorstel aange
nomen. Bij veie leden wekte dit
zeer veel ontstemming, omdat enketen
zelfs de presentielijst niet hadden ge-
teekend en anderen reeds waren
heengegaan.
Dit muisje zal wei een staartje
hebben.
Een Nederlandsch stoomschip in den
grond geboord.
Hedenmorgen werd ons door het
persbureau Vaz Dias geseind
De Britsche admiraliteit meldt dat
het Nederlandsche stoomschip „Me-
dea" met sinaasappelen van Saloniki
naar London bestemd den 25er. Maart
des morgens 10 uur ter hoogte van
het eiland Wight door den Duitschen
onderzeëer „U 28'-' in den grond is
geboord.
Het schip voerde de Hollandsche
vlag er. had Hollandsche bemanning.
Het had het woord „Amsterdam" in
groote letters naast den naam ge
schilderd. Het stoomschip kreeg be
vel de scheepspapieren naar den on
derzeëer te brengen. Vervolgens
moest de bemanning in de booten
gaan en werd het schip met kanon
schoten in den grond geboord.
De teruggave der scheepspapieien
werd geweigerd.
De bemanning werd opgepikt door
den Britschen torpedojager „Teviot."
Da opbrenging van Hollandsche
schepen. t
Naar aanleiding van het opbrengen
van de „Zaanstroom" en de „Bata
vier V" werd uit den kring der direct
betrokkenen bij de aanhouding te
kennen gegeven, dat men zoowel het
hljschen van de Duitsche vlag cp de
schepen als het achterhouden van
een deel der bemanning, teneinde
getuigenis te kunnen laten afleggen,
en met 't doel ook de schepen later
weer in de vaart te kunnen brengen,
overeenkomstig de bepalingen van
de Duitsche prijsgerechtverordening
acht.
Men verwacht dan ook van die
zijde de eerste, welker belangen er
bij betrokken is géén moeilijkhe
den in de afwikkeling der zaak.
Inlijving lichting 1915.
In het tijdvak van 20—24 April a.
s. zullen worden ingelijfd de dienst
plichtigen der lichting 1915, toege
wezen aan de compagniën wielrijders
en aan het lilde bataljon van elk der
regimenten grenadiers, jagers en in
fanterie, met uitzondering van hen die
in het bezit zijn van het bewijs, be
doeld in art. 70 eerste lid der Mili-
tiewet. Voor deze laatste zal de inlij
ving geschieden in het tijdvak van
20—24 Juni a.s.
Alleen om zeer gewichtige redenen
waaronder in dit geval ook stu-
diebelangen kunnen worden gerekend
kan aan deze in te lijven dienst
plichtigen uitstel van eerste oefening
worden verleend, indien zij daartoe
a'snog ten spoedigste zelf hun ver
langen bij (ongezegeld) verzoekschrift
aan den Minister van Oorlog te ken
nen geven, met overlegging van een
deugdelijk bewijsstuk omtrent het
werkelijk bestaan van de reden der
aanvrage. De dienstplichtigen zullen
echter rekening moeten houden met
de mogelijkheid, dat het uitstel wordt
ingetrokken zoodra de omstandig
heden daartoe aanleiding mochten
geven.
Zilvarhens.
Naar wij vernamen, blijken er vele
valsche zilverbons van f 5 in omloop
te zijn. Men zal miisdien verstandig
doen door bons van dit bedrag niet
meer in betaling aan te nemen, het
geen met ingang van heden niet meer
verplicht is. Wie exemplaren daarvan
bezit, kan deze bij de betaalmeesters
ontvangers der directe belastingen en
aan de postkantoren inwisselen tot 3
April a.s.
Opleiding sergeant majeor.
Bij ministerieele beschikking is be
paald, dat voor zooveel zulks door
den betrokken inspecteur van het
wapen (of dienstvak) noodig wordt
geoordeeld, éénmaal 'sjaars in het
door dien inspecteur te bepalen tijd
vak, aan sergeanten de gelegenheid
zal worden geboden zich te bekwa
men voor den rang van sergeant-ma
joor instructeur en van sergeant ma
joor administrateur.
Aan de opleiding kunnen deelne
men de sergeanten, die hiertoe het
verlangen te kennen geven en naar
het oordeel van den korpscomman
dant voldoen aan de eischen van het
bevorderings voorschrilt.
zou je bij de Greenhoffs kunnen bren
gen en je daar later vandaan halen.
Heerlijk! riep Magda verheugd
je wee! dat ik dol veel van Jella houd.
Alfred omarmde zijn zuster en kuste
haar bijzonder hartelijk.
Ik zou voor jou ook geen bete-
I ren omgang kunnen wenschen dan
dien met jella.
jella is verrukkelijk, verze-
kerde'iviagda, is vaak zoo'n me
delijden met haar. Ik begrqp ?oms I
niet, hoe ze een leven, als zij leidt,
zoo geduldig draagt. Ën daarenboven
is ze meestal ook nog opgewekt;
Ze is een sterk karakter met
veel wilskracht, antwoordde Alfred.
En goed en edel, voegde Magda
er bij. En vervolgens vroeg ze Wan
neer gaan we
Dadelijk na den eten wees maar
goed op tijd klaar.
Zeker, ik haat alle talmen. De
stiptheid is mij op de kostschool tot
een tweede natuur geworden. Daar
was ons leven immers geheel naar
de klok geregeld. Het was vaak heel
vervelend, maar stellig zeer heilzaam,
dat zie ik thans in. Het viel mij me
nigmaal moeilijk, altijd mijn plichten
voor de school stipt te vervullen,
maar nu schaam ik mij daarover nog
diep, als ik zie, hoe dapper Jella haar
plichten vervult. Och, die Jella is
mijn ideaal.
En het mijne, mompelde de
jonge man, zonder dat zijn zuster 't
kon hooren. Hij vond Magda in haar
geestdriftige bewondering voor Jella
Greenhoff dubbel lief,
HOOFDSTUK V.
lhcii, b'j he' »Park", zooals deze
voorname wijk van W. geiiGemd werd,
lag het huis, dat aan juffrouw Martha
Greenhoff toebehoorde. Daar woonde
de oude dame reeds vijftien jaar met
haar jongere zuster Jettchen. De laat
ste elf maanden had ze ook haar ach
ternicht jella bij zich.
Tante Martha miste allen tact om
jeugdige harten te winnen. Ze was
nu juist niet onvriendelijk jegens haar
achternicht, maar had ook nooit een
liefkoozing voor haar.
jettchen Greenhoff's verstand is
op haar twaalfde jaar blijven staan,
zei men algemeen in W.
(Wordt vervolgd.)