DONDERDAG IS MAART No. 65 53e Jaargang 1915 lllliii[iimi i. Hl 01 TO Ir. Iliim Mail SI, mininp. lililwi Sniert. 18 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagn ij deze Courant behoort een Bijvoegsel. fiEMEENTEBESTUUR KAMEROVERZICHT. FEUILLETON Roman door MINA VON HALM. Nederland en de Oorlog. VÜSS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in 't bezit eener Aft ft ft gulden bij levens- ni*f\ gulden bij dood A ft Cl gulden bij verlies A r* gulden bij verlies A AA gulden bij verlies ft l^gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- M111111 lange ongeschikt- ft 11 door 49 lil van een hand, I ft 11 van!. II lil vaneen van eiken kerd tegen ongelukken voor: wUUU heid tot werken ff UU een ongeluk UUU voet of oog 1UU een duim 1UU wijsvinger wv anderen vinger. Paze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien Je verzekerden, voorzien vin geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schledasi VORDERINGEN TEN LASTE VAN DE GEMEENTE. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen Gelet op de circulaire van den Heer Commissaris der Koningin dezer Provincie, d.d. 5 Maart j. 1. A. No. 109, ie afdeeling, waarbij de wen- schélijkheid wordt geuit, dat in het belang van een geregelde administra tie, de vorderingen ten iasie der ge meente over 1914 zoo spoedig moge lijk worden ingezonden en betaald en daarmede niet tot het einde van het dienstjaar worde gewacht noodigen belanghebbenden uit spoe dig hunne rekeningen ten laste der Gemeente ter Secretarie (Griffie) in te zenden. Vlissingen, 17 Maart 1915. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Vergadering van Woensdag. Deze dag was speciaal gewijd aan theologische disputen over de kwes tie der voorwaardelijke strafopschor ting. Het bleek al aanstonds dat in de kringen der theologen al evenmin eensgezindheid dienaangaande bestaat als in dien der juristen. Ook hier zou een scheiding tusschen klassieke en moderne theoriën zijn te maken. Ter wijl de heeren Rutgers en Brummel- kamp vasthouden aan de ordonnantiën Gods om te betoogen dat het recht en de gerechtigheid steeds moeten worden gehandhaafd en de straf die verdiend is, moet worden ondergaan, zet de heer Bichon van IJselmonde uiteen dat deze ordonnantiën de op schorting niet in den weg staan. Wij vermogen niet uit te maken of hier dezelfde ordonnantie op het oog wordt genomen, dan wel of persoon lijke appreciatie daarbij' tot zoo uiteenloopende opvattingen leidt. Uit één oogpunt zou de heer Rutgers het ontwerp kunnen bezien, zóo dat hij er mee accoord ging, wanneer hij n.l. voorop zette dat het reclasseerings- werk er door vergemakkelijkt zal worden. Dit werk is van christelijken huize en heeft dus diens sympathie. De heer Van Wijnbergen hield een lange rede, om jte betoogen dat hij geen bezwaren had zóo gewichtig deze hem dwongen tegen de wet te stemmen, terwijl de heer vanldsinga verklaarde vóór de wet te zullen stemmen, hoe slecht hij het ontwerp ook vond. Waarom hij die wet zoo 2) O— (Nadruk verboden. Odo en Alfred gingen aan't eene einde van de lange tafel zitten. Mid den op die tafel stonden twee half uitgebloeide azalea's in potten, gehuld in mooi geplooid wit papier. Odo bestelde een flesch rooden wijn van 't beste merk. De neefs waren op toogenblik de eenige gasten in 't lokaal. De vleugeldeuren, door welke men in de lange danszaal kon komen, stonden open. Aan 't eind van die zaal zag men op den donkeren ach tergrond een klein tooneel, dat een Paar keeren in 't jaar door een dilet- lantengezelschap gebruikt werd om «Toneelvoorstellingen voor een lief dadig doel te geven. Nu en dan «wam ook een reizend tooneelgezel- schap in het stadje tooneelvoorstel- slecht vond is ons alleen niet duidelijk geworden evenals den Minister, die dit openhartig bekende. De vragen, die zij behandelden, raakten meerde praktische dan de theoretische kwes ties. Nieuwe gezichtspunten werden daarbij niet geopend. Men ontkent en daar gaat het feitelijk om dat de klassieke theorie er met hand en tand aan vasthoudt dat ieder kwaad zal gestraft worden. Daarbij wees de heer Van Wijnbergen o.a. op de klacht-delicten, waarbij de klacht uit blijft de vrijheid die de Kamerleden hebben om hun meening te uiten in de Kamer zonder vervolgd te kunnen worden, enz. Waar nu kwaad niet gestraft wordt, heeft de klassieke theorie duidelijk bewezen principieel niet tegen de strafopschorting te zijn en dus zich eventueel daarmede te kunnen vereenigen. Daarbij ontkenden verschillende leden dat dit nieuwe instituut het gevolg zou zijn van de moderne theorie. De rede van den Minister kon, zooals te begrijpen valt, zich geheel aansluiten bij de verdedigingen die reeds waren gegeven. De Minister staat meer op het klassieke standpunt, doch hij meent dat ons strafstelsel niet alleen de voorwaardelijke veroor deeling gedoogt doch zelfs eischt. Het nieuwe instituut heeft 'n negatieve strekking in zooverre het de repres sieve werking der straf betrefteen positieve strekking waar het zich richt op de zelfverbetering van de delinquenten. Onze Koningin blijft voorgaan. De anti rev. „Rotterdammer" bevat den volgenden driestar Onze Koningin blijft voorgaan als eene trouwe landsmoeder. Zij wekt door haar vorstelijk voor beeld haar onderdanen op tot eene trouwe betrachting van het: bid en werk. De geestelijke toon van teere gods vrucht ontbreekt niet. Denkt slecht aan den heerlijken Kerstgroet waarmee zij haar volk op riep naar Bethlehems kribbe te gaan. En dan, hoe spreken hare maat schappelijke gedragingen van hoog plichtsbesef. In alles leeft zij met haar volk mee. Bij het „Nationaal Steuncomité" ver raste zij door haar Koninklijk initiatief en milden zin. Bij de Staatsleening was de Konin gin voor een enorm bedrag de eerste, die inschreef. Geen werk van barmhartigheid, dat den oorlogsnood zoekt te lenigen, of Onze Koningin steunde het. Nu pas weer schonk zij aan de Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens 25 mille. lingen geven, maar dat gebeurde be trekkelijk zelden. Alfred's blik gleed droomerig over de gladgewreven vloer van de zaal. Nog maar enkele weken was hij, een der beste dansers van den exclusieven kring die hier zijn bals hield, over een rijkelijk met stearine bestrooiden vloer gevlogen in zijn arm Waar heb je vanmiddag gegeten Met deze zeer prozaïsche vraag wekte Odo hem uit zijn droomen. Bij de Greenhoffs. Was de schoone Jeila thuis ^Natuurlijk, antwoordde Alfred op een toon van verbazingwaar zou ze anders moeten zijn? Wel, ze bezoekt toch nu en dan haar bloedverwanten in Sanzen of Wiegand. Ze houdt immers van het buitenleven, zooals ze mij onlangs verzekerde. Maar Odo, riep Alfred zonder er bij na te denken, er is hier van daag immers paardenmarkt. Odo lachte luidkeels. ja, 't is waar, dat had ik totaal vergeten. Ik begrijp echter nog niet volkomen, hoe deze omstandigheid in verband zou kunnen staan met juf Waarlijk, in deze dagen van span ning zijn tusschen Neerland en Oranje nieuwe banden gelegd. De Rijksmiddelen. Over de afgeloopen maand Februari werd blpens het Overzicht van de opbrengst der Middelen voor 's Rijks Schatkist ontvangen f 9,712,869.21, tegen f 10,640,159.48in Februari 1914. Dit jaar dus f 927,290.27 minder. Hebben, met uitzondering van de grondbelasting, de directe belastingen een flinke vermeerdering opgeleverd. De middelen, welke meer direct ver band houden met de economische toestanden, dragen wel duidelijk de kenmerken van de tijdsomstandighe den. Zoo moeten groote verminde ringen worden geconstateerd in de opbrengsten der invoerrechten, der zegel- en registratierechten en der loodsgelden. Gaan wij eerst na de inkomsten welke bij verleden jaar zijn gestegen, dan treffen wij aan bij de personeele belasting een vermeerdering van f 14,000, de bedrijfsbelasting van f 648,000, de vermogensbelasting van f43,000, den suikeraccijns vanf21,000, den zoutaccijns van f 32,000 en het geslacht van f 130,000. Daartegenover staan de volgende verminderingen bij Februari van het vorig jaarde grondbelasting f 69,000, de invoerrechten f 143,000, de wijn accijns f 4000, het gedistilleerd f 890,000, de bier- en azijnaccijns f 25,000, de gouden- en zilveren werken f 12,000, de zegelrechten f 119,000, de registratierechten f 234,000, de hypotheekrechten f 32,000, de successierechten f 37,000, de domeinen f 18,000, de Staatslo terij f 84,000, de jacht- en viscbak- ten f 1000 en de loodsgelden f 160,000 (voor dit laatste middel bij een totale ontvangst in deze maand van f 106,000.) In een afzonderlijk staatje worden medegedeeld de opbrengst van pos terijen ad f 1,211,331 bij een raming van f 1,496,000, telegrafie ad f 392,880 bij een raming van f 192,916 en te lefonie ad f 216,028 bij een raming van f 281,900. De totale opbrengst over de eerste twee maanden van 1915 (zonder de posterijen enz.) is nu f20,686,541.17, tegen f 23,114,473.3l1/, voor dezelfde middelen in het voj:ig jaar. In deze twee maanden zijn we dus achteruit met een bedrag van f 2,427,932.147s. („Nieuwe Ct.") Uitvoerverbod van varkensvleesch. Met ingang van heden zal de uit voer van varkensvleesch in eiken vorm verboden zijn. Tot dezen maatregel zag de minister van landbouw zich genoodzaakt door de voortdurend stijgende prijzen van frouw Jella's bezoek aan haar bloed verwanten op 't land. Maar 't is waar ook Odo sloeg zich met de vlakke hand even voor het voorhoofd en zei toen op een toon, alsof hij zich plotseling iets herinnerde Ik had vergeten, datje onlangs in tegenwoordigheid van Jella Green- hoff je voornemen te kennen gaf, dat je op de eerstvolgende paardemarkt een nieuw span werkpaarden wilde koopen. Was 't niet zoo, Alfred Odo, de goede Odo was éen en al plaagzucht en Alfred mishandelde in zijn verlegenheid zijn knevel. Kom, daarom geen vijanden, sprak Odo en ledigde zijn glas op Jella's gezondheid. Laten we klinken Alfred. De glazen gaven bij 't klinken een helderen klank. Nu staken de neefs elk een goede sigaar aan en het ge sprek nam een andere wending. Laten we samen naar huis gaan, Odo. Ik breng je naar den kruisweg bij den molen. Ik bestuur mijn char-i banc zelf. Mijn koetsier kan dan wel achterin zitten. Odo nam genoegen met het voor het varkensvleesch hier te lande, welke stijging, naar het zich laat aanzien, in de naaste toekomst nog niet tot staan zou komen, zoo geen maatregelen werden genomen. In dit verbod van uitvoer dreigt evenwel het gevaar, dat de fokkers en mesters verontrust door vrees voor een belangrpe daling der prijzen, hun bedrijf niet meer loonend achten en dat zullen staken. Dit dient te worden voorkomen, en daarom wor den maatregelen beraamd om te zor gen dat het fokker- en mestersbedrijf loonend blijft. Ook hiervoor is het noodig den uitvoer tijdelijk geheel te verbieden. In den loop van deze week zijn of worden te dien einde alle belangheb benden tot besprekingen uitgenoodigd. Laat niemand zich dus verontrusten en ieder fokker en mester zijn bedrijf rustig voortzetten Naar wij vernemen is aan de spoor wegen kennis gegeven: lo. dat tot 19 Maart nog varkensvleesch uitge voerd mag worden, dat het Rijks- merkteeken heeft2o. dat het varkens vleesch, hetwelk vóór of op 17 dezer ten uitvoer was ingeladen, óók nog mag worden uitgevoerd. Schorsing kiesrecht van landwear- plichtigen. Het lid der Tweede Kamer de heer J. W. Albarda heeft den voorzitter der Kamer verzocht de volgende schrif telijke vragen te mogen richten tot den minister van Binnenlandsche Zaken Is het den minister bekend, dat in een aantal gemeenten de schorsing, bedoeld in art. 6 der Kieswet, behalve op personen vallende in de termen van dat artikel, ook wordt toegepast op kiesgerechtigden tot de landweer behoorende Zoo ja, is Zijne Excellentie dan bereid te bevorderen, dat deze schor sing zonder gevolg blijft? Onwettige vrijheidsberooving. De opperbevelhebber van land- en zeemacht heeft de navolgende order uitgevaardigd „Aan het Hoog Mil. Gerechtshof is gebleken, bij de behandeling van klachtzaken, dat niet aiie militaire autoriteiten bekend zijn met de wijzi ging, die in het vroeger art. 16 (thans art. 18) der Rechtspleging bij de land macht is gebracht, tengevolge waar van het slot„mits de klager in arrest biijve, of, zoo hij reeds mocht ont slagen zijn, zich alvorens weder in arrest begeven", is komen te verval len. Daarom wordt de bijzondere aan dacht van de militaire autoriteiten op deze gewijzigde wetsbepaling geves tigd, opdat voor den vervolge worde voorkomen, dat klagers, in strijd met de wet, arrest ondergaan, zooals thans herhaaldelijk is voorgekomen. stel en een half uur later rolden de neefs op de hooge, elegante char-a banc, welke Alfreds vader, die dol was op équipages, kort voor zijn dood gekocht had, het stadje uit. Aan hun rechterhand kwam het meer dicht tot aan den grooten weg. Aan de overzijde ervan lag, gehuld in een doorzichtigen, blauwachtigen nevel, het zacht oploopende bergplateau, dat, van het stadspark uit gezien, een be roemd prachtig gezicht opleverde. Een donker, geheimzinnig dennewoud om zoomde den oever van het meerook verloor zich de groote weg, die on geveer een werst lang tusschen het meer en braakliggende akkers door liep, weldra in het woud. Kijk Odo, daar wordt de trein tusschen de boomstammen door zicht baar. Wat een vroolijke tocht als men toch eens mee kon gaan. Ik zou inderdaad gaarne zoo boven op den bok de wereld willen ingaan, alle zorgen voor het bedrijf in het meer willen werpen op de plek, waar dat het diepst is, ofschoon een echte scène met de knechts zeer bevorderlijk voor de gezondheid moet zijn, zooals oom Brasig zegt. Wat dunk je ervan, Saluut. De minister van oorlog heeft be paald dat voor den opperbevelhebber van land- en zeemacht, de vol gende eerbewijzen zullen worden ge geven De wachten zuilen in het geweer komen en het geweer presenteeren, de daarbij ingedeelde officieren zullen met hun zijdgeweer salueeren, de tam boers zullen vier roffels slaan, de hoornblazers viermaal „geeft acht" blazen. De schildwachten zullen het geweer presenteeren. Geen Duitsche kolen meer. Hoewel officieel te Amsterdam nog niets van een verbod van steenkolen uit Duitschland naar Nederland is bekend, vernemen wij toch, dat giste ren aldaar zeer weinig kolen zijn aan gekomen en te Rotterdam slechts een paar waggons. Deze voorraad was echter gisteren al over de grenzen gekomen. Naar wij vernemen staat heden het steenkolenvervoer van Duitschland naar Nederland geheel stil. Men meldt ons uit Elten, dat een goederentrein, bestaande uit enkele waggons met kolen beladen, de gren zen niet mocht passeeren en bevel kreeg terug te keeren. Uit Emmerik meldt men ons nog, dat er heden twee schepen zijn aan gehouden bestemd voor Amsterdam. De voedingscommissie. Het bureau der centrale commissie uit het Kon. Nat. Steuncomité 1914 inzake voeding van mensch en dier heeft het volgende schrijven gezonden aan de provinciale rogge-commissies en aan den voorzitter van de Ned. Ver. van werkgevers in het bakkers bedrijf te Amsterdam. Van den directeur van het station voor maalderij en bakkerij te Wage- ningen ontvingen wij eenigen tijd ge leden een brood bereid uit: 1 deel aardappels, 1 deel tarwe en 1 deel rogge. De aardappels (gebruikt werden klei-aardappels) voor dit brood ge bruikt, waren, na ter dege te zijn ge- wasschen, gekookt en daarna met schil en al gemalen en door de rogge en tarwe verwerkt. Het daaruit be reide deeg is iets gebroeid, zooals men dat in het noorden van ons land geregeld doet, en het bakken is ook geschied, zooals men het daar gewend is, d. w. z. gedurende zeer langen tijd (12 a 18 u., soms 24 u.), in dit laatste geval in een ouderwetschen direct gestookten oven. Het brood was inderdaad zeer smakelijk, geheel overeenstemmende met het Groningsche roggebrood, ter wijl het zeer lang versch bleef. De directeur bovengenoemd deelt nog mede, dat men de aardappelen Odo, zullen we naar Nizza gaan Hè Of liever dadelijk naar Monaco Over eenige dagen begint de negende zaaiweek; het reizen is dus voor mij van zelf verboden. Ik moet zorgen, dat mijn klaver en mijn haver op den rechten tijd in den grond komen, antwoordde Odo. Mooi zooals altijd deugdzaam en getrouw aan den plicht, zei Afred maar ik hoop, ouwe jongen, dat je nog met je laat handelen. Je hebt immers nog niet eens langs de nieuwe ltjn gereisd, „'k Ben ais student in Lijflands bergen geweest", en „Uit den tijd der jeugd, hoor ik altijd 't zelfde lied zong de overmoedige jonge man met een sympathieke tenor en het klonk schoon door het woud. Ter loops zij gezegd, dat Alfred von Elmer nog geen dertig jaar was het klonk dus haast als spot, wanneer hij sprak van een jeugd, die ver dween want hij was immers de bloeiende jeugd in persoon. Ja, in den hooitijd dan zou ik al beter weg kunnen komen, meen de Odo bedachtzaam. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 1