DONDERDAG
4 MAART
NO. 33
53e Jaargang
1915
Uitgavefirma F. VAN Of VflDf Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
jij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
Nederland bh de Oorlog
BINNENLAND
oor Kinderen uan
i/iuchtelingen, -
bij den Singel-
andag 8 Maart
D.
worden kwartier
school uerwacht,
HET COMITÉ.
een zindelijke
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 1 —4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
t 'tbezit eener OHflflgulden bij levens" rrCfl8"106" b'j dood nflflëulden bij verlies J r*«gulden btf verlies J nnsulde^arf1^erllesOCguld®"nbeijlc^rlteii
De abonnés, tn verze_ OJjJ|j| lange ongeschikt- 0|| door XI III v*" ?e„f ooe lüU een duim 1UU wijsvinger U%J anderen vinger.
Ëd'tegen ongelukken.voor: ^^SdlaVl^teb^! een .„..„li bekomen ep trien. b..t o. tram. D, uUkeertn,, wordt ae„»rb.r9d do., de „Ho... Alg. Verrek. Bank" te Sch.ed.t
Date ultkeerlngen woraen
Vergadering van Woensdag.
De rede van den Minister van
Landbouw was één lange opeensta
peling van cijfers en gegevens, die
strekte om een overzicht te geven
van de voorraden, het effect van uit
voerverboden en de beteekenis der
maximum-prijzen. Het is ondoenlijk
deze cijfers alle hier te noemen, om
dat zij ten slotte toch niets zeggen
wanneer wij daarnaast niet de cijfers
hebben van de hoeveelheden, die
benoodigd zijn voor het levensonder
houd van ons volk. Zoo deelde de
Minister bijv. mede dat wat de tarwe
betreft, op dit oogenblik de stand
zóó is: uitgegeven zijn reeds twee
honderd millioen kiloer is in voor
raad 775 duizend kilo, onderweg
naar ons land is 38 millioen, terwijl
in koop en nog niet verscheept eert
hoeveelheid van 239 millioen voor
de regeering in het uitzicht is. Ten
aanzien van het tarwemeel zijn deze
cijfers resp. 181/», 6, S'/z en 42 mil
lioen K.G.
Alles te samen zeide de Minister
dat de voorraden van dien aard zijn
dat ze als voldoende zijn aan te mer
ken. Nederland zal het er best bij
varen meent hij wanneer het gepast
zuinig is en niet te veel de voorraden
opdrijft. Geregeld heeft nog doorvoer
plaats, doch of dit zóó zal blijven,
is natuurlijk niet te zeggen.
Enkele puntjes willen wij naar
voren brengenZoo wat betreft de
brood-regeling. Toen de voorraad
graan dreigde te gering te worden,
werd het voorschrift gegeven alleen
ongebuild graan te gebruiken. Later
werd half-om-half toegestaan, doch
daarbij werd zooveel bedrog gepleegd
dat een nieuwe regeling bleek noodig
Ie zijn. Thans is de politiek der Re
geering deze voor het brood wordt
een maximum-prijs gesteld, doch zóó
dat het bruine brood goedkooper
wordt en het witte wat duurder.
Daarmede is gelegenheid voor hen
die minder willen betalen, om z ch
tevreden te stellen met bruinbrood.
De politiek tegenover de varkens
kwestie is dezevoorop dient te
slaan dat de fokkerij doorgaat. Dit
is het criterium. Want als deze wordt
stopgezet, dan zijn wij in een oog
wenk door alle varkens heen. De
mogelijkheid om de fokkerij voort te
zetten hangt geheel af van de hoe
veelheid mais. Gelukkig is de toe
stand op het oogenblik bevredigend.
De keuring van het vleesch, dat uit
gevoerd wordt, heeft een goede uit
werking op de hoeveelheid die naar
het buitenland gaat. De gelegenheids
door S. H.
120) O(Nadruk verboden.
Het karakter van den Squire was
als een open boek, als zijn boosheid
eenmaal was opgewekt en de waard
uit de „Herders" wist zeer goed, dat
de trots van het geslacht bij de min
ste aanleiding gewond was. Dit had
labez reeds vele jaren geweten, en nu
vond hij er een bijzonder vermaak in,
zooals de gewoonte is van zwakke
mannen, als zij hun meester gevon
den hebben, om de wonde, die hij
eindelijk had kunnen toebrengen, te
doen schrijnen.
»lk heb u alleen gezegd, waar
iedereen over spreekt", ging hij voort.
«Het ligt niet op mijn weg, een geest
hoog- of laaggeboren het rond
dwalen te beletten."
«Maar mijn nicht leeft", riep Dane-
Iwlme. „Hoe kan zij spoken, zooals
j? in je domme bijgeloof uitbazuint
slachters zijn door deze keuring ge
dupeerd en zij zijn uitgeschakeld.
De prijs van het varkensvleesch is
reeds dalende en de minister over
weegt wat hij alsnog zal doen indien
deze daling niet aanhoudt. Intusschen
zijn de kleine slagers het meest de
dupe van den huidigen toestand en
de vraag is of het mogelijk zal zijn op
andere wijze hun tegemoet te komen.
Door middel van het Kon. Nat. Steun
comité wil de minister vet en spek
beschikbaar stellen, mits de midden
stand daardoor niet te veel in het
gedrang komt.
Wat met het graan, het veevoeder,
de maximum prijzen het geval is,
komt met eenige verandering op ge
lijke wijze weer voor bij alle andere
artikelen. Er is, dat sta voorop,
een zeer ingewikkelde belangen-
verhouting zoowel tusschen de groot
handelaren en de detail-verkoopers,
als tusschen deze en de consumen
ten. In het zeer gecompliceerde net
van deze maatschappelijke relatiën kan
de minister nimmer ingrijpen, zonder
naast het voordeel aan den éen be
rokkend, den ander te schaden. De
derde factor daarbij is vervolgens het
behoud van de productie en dit gaat
feitelijk vóórop. Een absoluut uit
voerverbod van vleesch kan onmo
gelijk plaats hebben, behalve om de
fokkerij, ook nog hierom dat Neder
land alles moet doen om den handel
aan den gang te houden. Wanneer
wij op hetgeen wij bezitten gaan
neerzitten, alles vasthouden en niets
meer uitvoeren, dan is het onmiddel
lijk gevolg daarvan dat ook onze in
voer zal stop liggen. En dat kan en
mag niet.
Wat ook de Kamer aan den minis
ter heeft verweten, hierin staat hij ten
slotte het sterkst, dat hij alle klagers
gelijkelijk wenscht te behandelen en
alles wil doen om ook voor de toe
komst te zorgen.
In dien zelfden geest sprak ook de
minister van financiën die zich even
eens had te verdedigen over aanval
len op de maatregelen die hij trof.
De Groningsche graanhandelaren
kwamen daarbij weer de op prop
pen, doch nieuws werd daarbij niet
verteld.
Het dchat van dezen dag dat
morgen wordt voortgezet heeft op
ons dezen indruk gemaaktde regee
ring is ieder uur van den dag waak
zaam en werkzaam, maar zij zal ten
allen tijde schijnbaar fouten moeten
maken, omdat den een datgene fout
lijkt wat hem benadeelt. De regee
ring zorgt voor ons allen en op
zijn tijd ook voor die thans bena
deelden.
„Nu hebt u't mis, Squire. Uw nicht
is dood, en zij is nooit begraven
want die Nethercliffs hebben haar de
deur uitgezet in de sneeuwjachtzij
is verdwaald op de heide, en zij dwaalt
nu rond, omdat niemand haar lijk ge
vonden heeft, om het een christelijke
begrafenis te geven."
Het was Jabez' bedoeling geweest,
den Squire te kwetsen, maar hij was
ontsteld over de gevolgen zijner
woorden. Eerst had de oude man zijn
rijzweep opgeheven, alsof hij hem
slaan wildetoen was zijn arm slap
neergevallen en hij was naar de tafel
gewaggeld en daar op den rand gaan
zitten, zonder te letten op de bier-
vlekken.
„Dood, zegje? Dood, jabez Je
bent je bent een leugenaar."
„Misschien, misschien niet. Maar
mevrouw Nethe cliff is uitgegaan in
een sneeuw, waar een sterk man niet
door zou kunnen en, zooals ik zeg,
haar lijk is nooit gevonden. Kom,
Squire, kom 1 Ik zou nooit zou koud
gesproken hebben, als
„Je moest in 't geheel niet ge
sproken hebben", zei de ander boos,
„maar een dwaas wordt afgemeten
Nederlandsche handel.
Men seinde ons gisterenavond uit
Amsterdam
In een heden alhier gehouden ver
gadering van de commissie voor den
Nederlandschen handel met het be
stuur der reedersvereeniging en de
directies van de groote Nederlandsche
stoomvaartmaatschappijen, is besloten
dat aan huitenlandsche afzenders zal
worden verzocht in hun eigen belang
tot nader bericht geen goederen uit
of via Duitschland naar Nederland te
verzenden ter verdere verscheping.
Mijnen.
Het Dinsdag in den Waterweg bin
nengekomen stoomschip „Wrexham"
van de Harwichlijn rapporteerde,
tusschen het vuurschip en den Nieu
wen Waterweg verscheidene mijnen
voorbij te zijn gevaren. De loodsboot
heeft voor den Waterweg acht mijnen
in den grond geschoten.
Op 1 en 2 Maart zijn in het Zuider-
fontier 30 mijnen aangetroffen, waar
van 12 in den grond werden geboord
en twee bij aanspoeling sprongen
(de eene bij de havenmonding van
Zierikzee met het bekende noodlottige
gevolg en de andere bij Westkapelle)
De overige mijnen van dit dertigtal
zijn aangespoeld en onder bewaking
gesteld,ten einde zoo spoedig mogelijk
te worden onschade'ijk gemaakt.
Ook in het Noorderfrontier zijn ver
scheid ne mijnen aangetroffen, maar
omtrent het getal is op dit oogenblik
nog geen nauwkeurigs opgave te doen.
De uithongeringspolitiek van Engeland.
In zijn jongsten staa kundigen brief
behandelt mr. S. van Houten de uit
hongeringspolitiek van Engeland.
„Ik onderstel, zegt hij, dat de ge
heele zaak reeds uit was, als Engeland
er niet in betrokken was. Maar En
geland heeft de medestanders verbon
den om geen afzonderlijken vrede te
sluiten en is zelf een eigenaardig
speculatief krijgsplan met zijn zeemacht
begonnen, wrarvan eerst in den zo
mer stellig blijken kan of het even
weinig kans heeft als dat van Frank
rijk-Rusland.
De ontwerpers van dit krijgsplan
willen geheel Duitschland uithonge
ren, als de Duitschers in 1870 Parijs.
Eerste étappe was de qualificatie van
levensmiddelen als contrabande.
ik acht dit krijgsplan een fout, even
groot en onhumaan, ofschoon niet
evenzeer met tractatenrecht strijdig
als het Duitsche om, via België in
korten tijd in Parijs te komen.
Vooreerst ontstemt het de geheele
wereld. Want levensmiddelen, niet
direct voor militaire doeleinden be
stemd, zijn uit hun aard geen con-
naar de lengte van zijn tong."
Hij was in het radel en weg, vóór
de waard bekomen was van schrik
want een groote smart gevoelde de
Squire, en hij wilde alleen zijn. Ge
heel den hond vergetende, zelfs ver
getend, dat een boodschap hem naar
de „Herders" gebracht had, wendde
hij den kop van zijn paard naar Ling
Crag en reed s apvoets de golvende
heuvels op en af.
Nell dood! Neen, het is ongeloof
lijk, mompelde hij eens.
Hoe hevig de twist ook tusschen
hen geweest was, de oude man had
zijn nicht lief, had haar altijd lief
gehad. Meer dan eens had hij de
laatste maanden aan verzoening ge
dacht maar verzoening hield in,,dat
hij meer of minder ongelijk had, en
de Squire had nog nooit ongelijk be
kend. Eigenzinnig, opgewekt, tiran
niek, was hij stormachtig door het
leven gegaan en nu teisterde de storm
hem op zijn beurt. Nell was dood
zij kon hem nu niet dwarsboomen;
en hij wilde nu wel erkennen, nu zij
er haar voordeel niet meer mee doen
kon, dat de schuld niet alleen bij haar
had gelegen.
trabande. Zij worden oorlogsbehoefte
door bijzondere omstandigheden. Als
zoodanig doet de ass milatie van
Duitschland als geheel met een be
legerde stad dienst. Maar die verge
lijking gaat aan alle kanten mank.
Duitschland is immers niet door den
vijand ingesloten. En bij een belege
ring of blokkade stopt men eenvoudig
het verkeer en vindiceert men het
recht daartoe niet de qualificatie van
eenig goed als contrabande.
Als Duitschland rond komt met 't
geen het heeft en, trots alle maatre
gelen nog krijgt, is het militair re
sultaat der speculatie natuurlijk abso
luut nul. Doch als het niet rond
komt Hoe gaat het dan echter in de
eerste plaats wel den bondgenooten
uit door Duitschers bezette landstre
ken. Hoe de honderdduizenden krijgs
gevangenen En verwacht Engeland,
dat Denemarken, Zwitserland, Neder
land, om van de aan Oostenrijk gren
zende en via een ander land bereik
bare landen niet te spreken, de in
sluiting zullen helpen voltooien en
met hun gewapende macht de honge
renden, die over de grenzen vluch
ten, zullen terugjagen? Dat wij b.v.
in onze werkelijke neutraliteit, maar
tevens met ons hoog besef onzer
inenschelijke en staatkundige plich
ten, niet evenzeer de lijdende natuur-
genooten der andere partij naar ver
mogen zullen helpen als hun naar
ons land gevluchte Belgische land-
genooten Dat niet aan de neutralen
voor dit doel uit de geheele wereld
de middelen zullen toevloeien?
Het onverstand van dit heele gedoe
springt in het oog, ook al mislukt
het Duitsche „leer om leer" met de
duikbooten.
Het is een lichtpunt dat hier al
thans de menschelijkheid en het ge
zond verstand een overwinning zou
den kunnen vieren, als Engeland de
belemmering van toevoer van levens
middelen staakte en Duitschland, de
vernieling van privaat eigendom door
onderzeeërs, gelijk van laatstgenoemde
zijde in uitzicht is gesteld. Zulk over
leg zou tevens voorbereiding kunnen
zijn van een bespreking van het toe
komstig oorlogsrecht ter zee, waar
over ik meen dat Engeland en Duitsch
land zich bij eenigen goeden wil wel
zouden kunnen verslaan."
Schr. meent, dat als het eens goed
doordenkt, vooreerst wat het uithon-
geringsplan in werkelijk beteekent,
ten anderen hoe weinig kans op suc
ces het aanbiedt, en ten derde hoe
het hun eigen positie in de geheele
neutrale wereld bederft, reeds nu
het geheele Engeland van Cobden
en Bright betreurt, dat op dit punt
aan de Kitchener's en Churchill's de
vrije hand is en wordt gelaten.
„Arm kind, arm kind", mompelde
de Squire, toen hij de laatste helling
naar Ling Crag opging. „Ik heb eens
een dag doorgebracht bij den ouden
Nethercliff en zijn vrouw, en ik heb
toen gezegd, dat de hel er heilig bij
was. Arm klein, levendig ding als
zij weer hier was, zou ik het goed
maken. Ik zou bekennen, dat ik hard
was. Ik zou
Hij reed nu door het dorp, nog
altijd stapvoets en Betty o'the Nab,
die aan haar deur stond, zag hem
naderen. Betty, die van nature
geneigd was, een ons kwaadaardigheid
als kostbaarder te beschouwen dan
een pond welwillendheid, had haar
eigen bijzondere grieven tegen Squire
Daneholme; want de deugniet van
een zoon van den Squire had eens
het hof gemaakt aan Betty, en zij had
den jongen dwaas weten te verleiden
tot een huwelijksbelofte, die, toen de
vader er van hoorde, door eenvoudige,
afdoende middelen werd verbroken
een afrossing namelijk van den zoon
en een onderhoud met Betty, dat op
de klok af precies tien minuten duurde.
Betty herinnerde zich dit onderhoud
nog zeer goed. Zij werd warm van
Begrafenis W. Hovy.
Onder zeer groote deelneming is
gisteren hel stoffelijk overschot van
den heer W. Hovy, lid van de Eerste
Kamer, ter aarde besteld.
Onder de talrijke aanwezigen wer
den o.m. opgemerkt verschillende
leden van de Eerste Kamer, zooals
dr. A. Kuyper, prof. dr. H. Bavinck,
mr. W. A baron de Vos van Steen-
wijk, mr. F. J. M. A. Reekers, benevens
de griffier mr. H. Zillesen ;de Tweede
Kamerleden dr. j. Th. de Visser, P.
van Vliet jr., en J. van der Molen Tz.
De gemeenteraad van Amsterdam
was vertegenwoordied door den wet
houder mr. S. de Vries Cz.
Voorts waren in grooten getale
aanwezig vertegenwoordigers van de
vele corporaties en vereenigingen,
waarvan de overledene deel had uit
gemaakt.
Toen het lijk onder eerbiedige stilte
in de groeve was neergelaten, nam
't eerst dr. A. Kuyper het woord.
Hij schetste in een uitvoerige rede
de groote beteekenis van den doode
voor de partij waartoe hij behoorde.
Hovy's kracht en de invloed, welke
hij op de opleving van de anti-revo-
Utionnaire partij, meer dan iemand
gehad had, schreef spr. toe aan zijn
onwrikbaar pal staan voor den Bijbel,
dien hii niet alleen altijd bij zich
droeg, maar welks inhoud hem tot
een levensbeginsel was geworden.
In de tweede plaats verklaarde hij
dien invloed door de bekoring, welke
van dezen man uitging doordat de
zachte en vriendelijke geest der Hern
hutters, uit al zijn doen en laten door
blonk In zijn jeugd had Hovy zich
tot die broedergemeente aangetrokken
gevoeld en de laatste jaren zijn levens
had hij ook weder te midden van
deze gemeente willen doorbrengen.
Daarna stond spr. stil bij het vele
dat Hovy gedaan had voor de school
met den Bijbel, voor de Vrije Uuiver-
siteit en voor de christelijke arbei
derspartij. God heeft dezen man te
juister ure voor ons volk verwekt
en dit heeft daarvoor aan God grooten
dank en eere te brengen.
Spr. eindigde met op zeer harte
lijke wijze de nagebleven familie toe
te spreker.
Daarna sprak ds. B. van Schelven
troostwoorden tot de gemeente, die
vooral te Amsterdam door het heen
gaan van dezen geloovigen offervaar
digen broeder, zoo smartelijk getrof
fen is.
De oudste zoon, mr. H. W. Hovy,
burgemeester van Loosduinen, be
dankte namens de familie voor de
zoo hartelijke en zoo algemeene
deelneming.
Op zijn verzoek zongen de om-
schaamte, toen zij er dezen morgen
aan dachtdaarop weer werd zij koud
en kalm, omdat zij zich de praatjes
der heide herinnerde.
„Goeden morgen, Squire, sprak zij,
naar het midden van den weg gaande,
zoodat zij hem den weg versperde.
„Het is lar.g gelêuén, sinds we elkaar
gezien hebben, maar ik heb u niet
vergeten."
„Wie ben je vroeg de ander
lomp. Hij dacht nog altijd aan Nell
en het gelaat dezer vrouw herkende
hij niet.
„Betty o'the Nab", met een
spottende buiging „dezelfde, die
nu de jonge mevrouw Daneholme
zou zijn, Squire, als u niet alles in
de war had gestuurd."
„O, ben jij Betty o'the Nab?" zei
de Squire op den toon, die hem zoo
veel vijanden verschaft had. Nu, ik
heb slechts éen woord voor je, Betty,
je kunt naar den duivel loopen. In
tusschen kun je de leidsels van mijn
paard loslaten, want ik ben op weg
naar Saxilton."
(Wordt vetvolgd.)