Eerste Blad.
ViwonArï 20 FEBRUARI
2000a«at 750 300 zn1# 150 100 25 jmx»
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Dc M lit Mi.
-No. 43
53e Jaargang
1913
Firma F. VAH Pt VtlDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissinpen. Telaloon Interc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkends Christelijke feestdag»
^GEMEENTEBESTUUR
laoer onderwijs.
jos. v. raalte.
De stem der Volken.
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
oer drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 - Afzonderlijke nummers 3
cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
=r-TTnlS, in'tbeziteener ftftftftgulden bij levens- nT*{\ gulden bij dood ft ft f| gulden biJ' verlies f l^ft gulden bij verlies Jj Aft gulden bij verlies ft ^gulden bij verlies
Dtta ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien ven geldig plaitsbewljs, een ongeluk bekomen op trien, bootj)!Jreni^De^lt^«rlngj^dtj|ew««rboi'gd^jloor^d«^l1oll^/tlgM?er«loJSinl<^te^Sehledw
De Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs te Vlissingen maakt
bekend, dat Openbare Lessen
zullen worden gegeven op de scholen
A (hoofd dhr. landsman) 26
Februari 1915.
B (hoofd dhr. op den zieke)
23 Februari 1915.
F (hoofd dhr. v. d. SLIKKE) 25
Februari 1915.
De Commissie noodigt ouders,
voogden en bloedverwanten, en ver
dere belangstellenden in de kinderen
uit, deze lessen met hun tegenwoor
digheid te vereeren.
De Voorzitter,
De Secretaris,
Dr. a. van maanen.
in stede van dat de wereldbrand,
na nu ruim 200 dagen gewoed te
hebben, het uitzicht opent op een
naderend einde, schijnt het alsof in
tegendeel de wereld-verwoesting nog
verder om zich heen gaat grijpen en
dat volken, die tot dusver slechts de
indirecte gevolgen van den krijg te
dragen hadden, thans in den maal
stroom der algemeene vernietiging
dreigen te worden medegesleept.
De door niemand voorziene lang
durigheid van den krijg heeft toe
standen zien geboren worden, waar
van men tot nu toe zich nauwelijks
een denkbeeld heeft kunnen vormen,
en schier eiken dag brengt nieuwe
gevaren met zich. Het wereldverkeer,
dat toch reeds aanzienlijke belem
mering van den volkenstrijd onder
vond, dreigt sedert enkele dagen zulk
een ernstige verstoring te ondergaan,
dat de belangen der daarbij betrok
ken, nochtans niet aan den oorlog
deelnemende landen, hoogelijk be
nadeeld worden en de rechten der
neutralen met voeten worden getre
den. Op het Engelsche uithongerings-
systeem van de groote midden-Euro-
peesche rijken een middel als elk
ander, in dezen oorlog, waar alle
door S. H.
110) O(Nadruk verboden.
En het was aandoenlijk om te zien,
hoe Trash naast zijn meester lag en
nu en dan^zljn gelaat likte en kreun
de. Precies* zoo had hij bij Nell ge
legen in haar ziekte; want Trash,
ofschoon bang voor een lijk, had niet
den menschelijken afkeer van een
ziekbed den afkeer, die samen
hangt met vrees voor eigen lijden.
En zoo ging de avond voorbij, tei-
wijl Grift beurtelings sluimerde en
ijlde. Reddhiough wilde, dat de vrouw
zou trachten, wat te slapen, maar zij
sloeg 't af. De eenige troost, die zij
had, was te waken en te wachten en
halt-vergeten gebeden te fluisteren.
Te drie uur in den morgen raakte
Reddhiough even haar arm aan zij
sliep niet, maar haar oogen waren
geslotenen in haar verbeeldingzwier-
ven zij en Griff te zamen over de heide.
«Wat is het Is hij erger vroeg
zij, opschrikkend.
«Neen, hij is beter."
«Er was nu geen hardheid in den
toon van den dokter.
middelen geoorloofd schijnen
wordt door Duitschland met zulk een
dreigement van vergeldingsmaatrege
len geantwoord, dat daaruit elk oogen-
blik het vreeselijkste conflict voor de
onzijdige staten bij de uitoefening van
hun legitiemen handel en legitieme
scheepvaart kan ontstaan. De uiterste
inschikkelijkheid, de grootste voor
zorgsmaatregelen kunnen bij zulk een
staat van zaken wel eens onvoldoende
blijken, met het gevolg, dat het too-
neel van dezen wereldstrjjd alweder
in omvang en allicht in duur zal
toenemen.
Waarlijk, nimmer was een oorlog
zoo de geheele wereld omvattend als
deze en nimmer ook was een oorlog
zoo vol bedreigingen van welvaart en
geluk van honderden millioenen, als
die, welken wij thans beleven moe
ten. Het zijn niet meer huurlegers
of zelfs beroepslegers, die thans tegen
over elkander staan, die elkander te
vuur en te zwaard, in de lucht en in
het water, ja zelfs onder den grond,
trachten te vernielen, maar het zijn
de volken zelf, die van het hoofd tot
de voeten gewapend elkander ten
doode toe bekampen. De Engelsche
minister van buitenlandsche zaken
heeft het in zijn deze week gepubli
ceerde nota van antwoord aan de
Amerikaansche regeering zeer juist
gezegd in Duitschland bestaat feite
lijk geen onderscheid meer tusschen
de burgerbevolking en het leger, het
geheele volk is als éen ontzaggelijke
weermacht te beschouwen. Zoo is
het ginds, maar zoo is het ook elders
het geval. In alle oorlogvoerende
landen neemt de geheele bevolking
met hart en ziel deel aan den strijd,
en acht zich niet bevredigd voor
en aleer de overwinning is behaald.
Daarvoor heeft zij alle opoffering over,
daarvoor getroost zij zich het grootste
leed, de nijpendste ontberingen.
Evenwel, hoe sterk deze gevoelens
leefden, nu reeds bijna 8 maanden,
in alle lagen en kringen dier volken,
het kan niet anders of daar moet en
zal een kentering komen. De abso
lute doelloosheid van het verder
voortzetten van den strijd, waarbij
de wederzljdsche partijen fot nu toe
vrijwel geheel in kracht tegen elkan
der bleken te zijn opgewassen, moet
te eeniger tijd ook zelfs den vurigsten
tot het besef brengen, dat hoe eerder
het einde komt, hoe beter dit
voor de geheele wereld is. Om dat
besef echter luider en spoediger te
doen spreken is het noodig, dal ook
andere volken hun stem verheffen.
Echter, de stem der volken, niet die
der diplomatie. Want zoo éen zaak
„Zal hij leven Ik heb het wel ge
dacht o, ik heb wel gezegd, dat
hij leven zou 1"
„Misschien zal hij leven. Eerst was
er niet veel kans op, maar hij was
altijd iemand, die niet het gewone
spoor volgde. Hij heeft een groote
zorg gehad, die hem drukte", voegde
hij er bij met een onderzoekenden
blik op haar, „maar ik geloof, dat hij
ook een groot geluk heeft, dat hem
redden kan. Naar menschelijke bere
kening moest hij al dood zijn en hij
leeft noger was een kracht achter
hem, die hem over het ergste heen
hielp."
Neli's oogen, schitterend van tranen,
zagen den dokter vol aan. Hij had
haar in zooveel woorden gezegd, dat
zij Griff kracht had gegeven, toen hij
die niet meer in zichzelf had. En de
gedachte zong als muziek in haar
hart.
„U hebt gelijk, dokter", antwoord
de zij, nauwelijks lettend op wat zij
zei. „Hij heeft een groot geluk, om
hem te helpen."
Reddhiough knikte levendig. Deze
vrouw beviel hem, wie zij ook was,
en hoe zij ook hier kwam. Grillen
moest zij wel hebben, zoo besloot
bij, daar zij een vrouw was, maar zij
was dezen avond oprecht en eerlijk
en verstandig genoeg.
„Geef mij een stuk brood en kaas
deze oorlog aan de menschheid heeft
geleerd, het is dit, om niet te zeer te
vertrouwen noch op de diplomatie in
het algemeen, noch lop haar doel
matigheid en vast beleid in de uren
des gevaars. Neen, inderdaad de di
plomatie heeft zich niet van haar
sterksten kant doen zien, zoomin bij
het ontbranden van den wereldkamp
als daarvoor, toen nog veel had kunnen
worden voorkomen. En thans, nu nog
het woord geheel is aan het zwaard,
schijnt de tijd der diplomaten nog
niet te zijn gekomen. Een krachtiger,
een meer omvattende, een alles over
weldigende stem is noodig om zoo
mogelijk nog van den ondergang te
redden, wat te redden is, om te
voorkomen, dat nog langer geluk en
welvaart, voorspoed en gezondheid
van millioenen en millioenen mede-
menschen meedoogenloos ten offer
vallen in dezen bloedstroom der volken.
Een stem, krachtiger dan het wa
pengekletter en het donderen der
kanonnen, is de stem der volken
deze moet, hoe eer hoe beter op
klinken uit alle lagen en kringen der
samenleving, uit alle klassen en stan
den der maatschappij, om, als met
alles overweldigende kracht,den macht
hebbers te overtuigen, dat het waarlijk
langer zoo niet duren kan. Sterker
dan alle geschreven tractaten en
plechtig bezworen overeenkomsten is
de partij van het zwaard gebleken,
die het volkenrecht ter zijde stellend,
het onheil in den zomer van verleden
jaar over de wereld deed ontketenen
maar eens zal de tijd moge hij
niet ver af zijn komen, dat, sterker
dan zij, de oonvgspartijen, die de
hartstochten der volken wisten te doen
ontbranden, door hun eigen maaksel
zullen worden verteerd. Dan zal ten
slotte het geweten der volken gaan
spreken in het besef, dat niemand
werkeloos mag blijven bij het aan
schouwen van den eindeloozen ramp
spoed over het rijkste en vruchtbaarste
deel der wereld uitgestort.
Alle beschaafde volken der wereld
zijn aangewezen om al hun zedelijke
krachten in (e spannen, ten einde den
zondvloed van jammer en verschrik
king te keeren, die sedert bijna 7
maanden de wereld teistert en steeds
nog hooger en hooger klimt, en wel
licht straks opnieuw geheele rijken
zal overstroomen en in zijn geweld
medesleuren. Thans, zeker, schijnt
dan ook het oogenblik gekomen om
de regeeringen, die het waarachtig
heil niet slechts van hun eigen, maar
ook van de andere landen ter harte
gaat, bij wier ondergang ook het eigen
land niet onaangetast kan blijven, om
of wat ook", fluisterde hij plot
seling. „Ik heb sinds gistermiddag zoo
goed als niets gebruikt."
Zij maakte een maaltijd voor hem
klaar, stil, ernstig, en Reddhiough
verwonderde er zich over, hoe zij
zoo de behoeften van een man kende,
toen zij ook rum en warm water voor
hem gereed zette. Hij vulde zelf een
glas, dronk het in éen teug leeg, en
vulde het nog eens, vóór hij begon
te etenwant hij moest de vermoeie
nis op een afstand houden, en rum,
die een ander slaperig zou gemaakt
hebben, was op zulke tijden voor
Reddhiough onontbeerlijk.
De nacht ging voorbij, tot het koude
uur kwam van het aanbreken van den
dag. Griff sliep oogenschijnlijk gerust.
Trash lag naast hem, nu en dan een
harig oor opheffend, als hij in zijn
droomen een haas of fazant vervolgde.
„Hoop niet te spoedig", zei Reddhi
ough, op wien het treurigste uur van
den geheelen nacht ook zijn invloed
uitoefende. „Hij is alleen nog onder
den invloed van die andere kracht,
zooals Ik u al zei. Het ijlen zal terug-
keeren, maar als hij de eerstvolgende
vierentwintig uur doorkomt, is hij ge
red."
Nell wilde juist antwoorden, om
hem te spreken over „die andere
kracht", die de hare was, toen zij
plotseling rechtop in haar stoel zat,
zich te vereenigen en een vorm te
vinden, waarin zich het lang op
gekropte gemoed der volken kan
uiten, op waardige, doch overweldi
gende wijze. Hetzij bij volksstem
ming der natiën, hetzij anderszins,
om het even, mits duidelijk en over
tuigend, moet zich de stem der vol
ken doen hooren en een verpletterend
referendum uitbrengen tegen het lan
ger bestendigen van den rampzaligen
oorlog, die niemand heil doch allen
verderf brengtdan moeten de macht
hebbers en zij die in den raad der
volken zitten, het oor wel te luisteren
leggen, naar wat die stem hun zegt.
Want die stem der volken is immers
de stem der gepijnigde menschheid
en waar deze spreekt daar zwijgt en
zwicht at het overige. Moge het dan
daartoe komen
Jubilea Onvoldaanheid
Onze hoop.
Door een der Haagsche bladen is
dezer dagen herinnerd aan een merk
waardig jubilé. Tien jaar geleden be
sloot de Gemeenteraad de verbetering
van het verkeer in de middenstad
krachtig ter hand te nemen en éen
van de eerste daden in die richting
was het plan om het Buitenhof door
middel van een breeden dam te ver
binden met den Vijverberg. Dit zöu
geschieden door achter de beruchte
Gevangenpoort een dam te leggen in
den Hofvijver.
Tegen het denkbeeld om aan dezen
mooien vijver de schendende hand te
slaan, komt van alle zijden verzet.
Inmiddels zou toch het plan zijn uit
gevoerd indien niet tusschen Rijk en
Gemeente groote oneenigheid ont
staan was over het eigendomsrecht
van den vijver. Zes jaar nadat het
besluit tot aandemping van een strook
van den Vijver was genomen, naderde
het oogenblik der beslissing. Rijk en
Gemeente geraakten in proces en
zooals dezer dagen in de Haagsche
bladen is herdacht, viert dit proces
zijn vier-jarig bestaan, zonder zelfs
maar éen stap verder gekomen te
zijn. Om het half jaar werd eens een
berichtje gelanceerd waaruit alleen
maar kon blijken dat de afwikkeling
van het proces niet vorderde. ZZi
Vaak wordt buiten de residentie
de veronderstelling geopperd,Idat den
Haag zoo dicht bij het groote vuur
der Hooge Regeering gezeten, zich
gemakkelijk weet te koesteren, m.a.w.>
dat den Haag meer dan eenige an
dere stad van de Regeering gedaan
naar de gladde eikenhouten armen
greep en haar hoofd naar het
Westen keerde. Uit de stilte van
buiten, uit de stilte van de morgen
schemering, kwam een wind, scherp
en wild, huilend met onheilspellende
woestheid.
„De Hemel behoede ons, het is de
„Wilde Jager". Dat voorspelt dood",
mompelde zij.
Haar kracht om te helpen was voor
het oogenblik verdwenen. Zij had
sedert haar meisjesjaren te goed de
geschiedenis gekend van den „Wilden
Jager" en Griff had geholpen, om het
oude bijgeloof aan te kweeken.
„Niet zijn dood", zei Reddhiough.
Deze vrouw scheen toch haar grillen
te hebben. „Is hij de eenige zieke
man op de heide?"
„Neen, neen," stemde Nell toe, zich
vastklemmend aan deze hoop en on
verschillig, wie er zou sterven, zoolang
Griff maar gespaard bleef. „Natuurlijk
is het niet voor hem hoe zou dat
kunnen
Toch was Griff wakker geworden.
Trash ook. Beiden keken zenuwachtig
naar het raam en Trash trilde aan
alle leden. Griff keerde zich langzaam
om en evenals straks was hij volko
men bij kennis en richtte zijn ernstige
oogen op Reddhiough.
„Heb je hem gehoord, Reddhiough
Het is een langgerekte kreet van
wist te krijgen wat zij graag wilde.
En als men zoo ziet dat er een vrij
geregelde uitwisseling van Haagsche
wethouders en Ministers heeft plaats
gehad, zou die veronderstelling aan
zekerheid winnen. In 1915 werd de
wethouder van openbare werken
Bevers minister van Waterstaat; een.
der invloedrijkste raadsleden, de heer
Kolkman, minister van Financiën
later werd de oud-minister Lely wet
houder van openbare werken om
eenige jaren later weer als minister
terug te gaan. Men zou zoo zeggen
dat het Haagsche gemeentebestuur
wel als kind-in-huis bij de regeering
zou behandeld worden. Zeer vele
raadsleden zijn of waren Tweede
Kamerlid, zelfs Eerste Kamerlid,
maar toch hebben al die familiaire re
laties niets kunnen uitwerken om
een groot gemeentelijk belang te
bevorderen, terwijl dit alleen door
juridische bezwaren van de zijde der
regeering wordt opgehouden.
Het kan echter zijn dat er „stille"
krachten de afwikkeling tegenwerken,
't Gaat soms zoö zonderling in den
bureaucratischen winkel.
Hoe het zij, het groote plan tot ver-
keersverbetering wordt in hooge mate
gedwarsboomd door de enorme
traagheid, waarmee de Nederlandsche
rechtspraak pleegt te werken. Het
valt te vreezen dat het plan nog wel
het derde lustrum haalt en het pro
ces zijn tweede.
Het nieuwe arbeidsreglement voor
de beambten van de trammaatschappij
is verschenen. Het had reeds met
October gereed moeten zijn, doch
ook hier werden begrijpe wie het
begrijpen kan de ongewone tijds
omstandigheden als duivelstoejager
gebruikt ten einde uitstel te kunnen
motiveeren. Het valt te begrijpen dat
de bepalingen van dit reglement den
betrokkenen zeer zijn tegengevallen.
Te begrijpen, zeggen wij, omdat alles
wat van de zijde der directie der H.
T. M. komt tegenvalt en smal is. Wij
zullen het reglement niet nader be
kijken, doch wij willen wel dezen
indruk geven, dat naar onze meening
hier een echt afkwabbel-systeem is
gevolgd. Bekend was wat de beamb
ten zelf graag wilden. Het reglement
blijft er overal onder, maar altijd net
zoo, dat het zoo echt den indruk
wekt er naar gestreefd te zijn, zoo
veel als maar even kan er af te knab
belen en te pingelen.
Wat de gevolgen zullen zijn van
de ontevredenheid der beambten over
dit nieuwe reglement, is nog niet te
zeggen. Dat het niet zal meehelpen
om den goeden geest aan te kweeken,
WyecoIIar tot Lostwithens, maar de
„Wilde Jager" weet wel, wat hij doet.
Trash hoort hem ook. Nu, ik moet
sterven, dat is alles, maar wat zal er
gebeuren met mijn ontginning Red
dhiough, ze hadden het me moeten
laten voltooien."
Voor het eerst wenschte Nell den
dokter weg. Als Griff moest sterven,
dan moest zij alleen bij hem zijn.
„Laat mij bij hem gaan," sprak zij
scherp, toen Reddhiough opsprong.
Hij aarzelde, keek weer naar haar
en viel toen weder neer in zijn stoel.
„U zult meer goed doen dan ik,"
zei hij.
Nell Nethercliff, hoe dapper zij ook
was, had nooit meer moed noodig
gehad dan nu. Zwakker geworden
door het bijgeloof, dat zelfs Griff
zwak maakte, moest zij tot hem gaan,
zijn twee handen vasthouden en hem
niet den valschen troost geven van
woorden, maar de hoop, die het ware
geloof van een ander geeft.
En zij was sterk, ofschoon haar
geheele leven scheen saamgevat in
een enkel overvol uur alles, wat
zij zou bezitten aan kracht morgen en
overmogen en nog vele, lange dagen
in de toekomst.
„Het gaat goed", zei Reddhiough
na een uur.
Griff sliep weer, maar Nell Nether
cliff kroop naar de deur, zag de zon