DONDERDAG
18 FEBRUARI
No. 41
53e Jaargang
1915
iawg: firma F. VAN Pt VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc.lfl"
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
fiF.MEENTEBESTUUR
KAMEROVERZICHT.
FEUILLETON
Nedarland s&ile Oorlog.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
„er drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels 0.40voor Iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés.^in 't bezit eener 2000
gulden bij levens- n F*ft gulden bij dood A 0|#|gulden bij verlies .J gulden bij verlies 4 f"|gulden bij verlies r^gulden bij verlies
nnlis~"ziïn 'GRATIS verze- lange ongeschikt- "in door <1111 van een hand, 1*1 II van) II III vaneen van eiken
kerd tegen ongelukken voor: LUUU heid tot werken f vw een ongeluk UUU voet of oog lUU een duim luw wijsvinger U%3 anderen vinger.
Oeie ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ol tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
lager onderwijs.
De Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs te Vlissingen maakt
bekend, dat Openbare Lessen
zullen worden gegeven op de scholen
A (hoofd dhr. LANDSMAN) 26
Februari 1915.
B (hoofd dhr. OP DEN ZIEKE)
23 Februari 1915.
F (hoofd dhr. v. d. SLIKKE) 25
Februari 1915.
De Commissie noodigt ouders,
voogden en bloedverwanten, en ver
dere belangstellenden in de kinderen
uit, deze lessen met hun tegenwoor
digheid te vereeren.
De Voorzitter,
JOS. v. RAALTE.
De Secretaris,
Dr. A. VAN MAANEN.
Eerste Kamer.
Vergadering van Woensdag.
De Minister van Landbouw is een
slagvaardig debater en een zeer ge
moedelijk causeur. Veel was het niet
dat hij bij de behandeling van zijn
begrooting had te verdedigen; de
discussie was welwillend en vrien
delijk. Enkele zakelijke puntjes willen
wij even naar voren brengen.
De aanvoer van graan uit Amerika
gaat nog steeds met veel moeite ge
paard en de vrachten zijn hoog. Wat
vroeger aan transportkosten 10 en 15
shilling bedroeg, bedraagt thans 80
shilling. De Minister tracht die
prijzen zoo mogelijk wat lager te
verkrijgen en, ten dien einde heeft
hij overleg gepleegd met de Neder-
landsche reeders. Dit overleg had
hedenochtend plaats en het resultaat
is nog niet bekend. Het graan zal
thans voornamelijk uit Zuid-Amerika
moeten worden betrokken en het laat
zich aanzien dat de kosten daarvan
niet gering zullen zijn.
Uitvoerig schetste de Minister den
strijd tegen de gevreesde runderziekte,
mond- en klauwzeer. Historische me-
dedeelingen wezen er op dat de me
dewerking der betrokken landbouwers
meest veel te wenschen overliet. Met
de medewerking alleen komt men er
niet. Krachtig dient ingegrepen te
worden en alleen het onmiddellijk
afmaken van het verdachte vee levert
de grootste kans dat de ziektegevallen
gelocaliseerd blijven.
Even was aangeroeid de kwestie
van de bebossching van de duinen
op Schouwen. De Minister liet een
onderzoek instellen dat nog han
gende is.
Een ietwat zonderlinge rede werd
door S. H.
108) o(Nadruk verboden.
„De steen wil niet los 1 Ik kan hem
tiiet loswerken. Het is een molensteen
om mijn hals. Gabriël kent den mo
lensteen. Het is een beste kerel, Ga
briël, maar een dwaas. Hoor je, Ga
briël Inplaats van hier te komen, om
die arme Nell van me weg te nemen,
waarom help je me niet liever, om er
den steen uil te werken, den laat-
sten molensteen, Gabriël. Hij ligt
precies midden in den greppel en ik
kan hem niet oplichten. Ik probeer
en doe mijn best, en hij glijdt weer
terug en anderen komen er bij.
2ie, zie, Gabriël, je hebt de wraak
der heide tegen ons opgeroepen met
je dwaasheid De steenen rollen, rol
len overal mijn Hemel, zij hebben
feeds de geheele ontginning bedekt I
De heide heett gewonnen, vervl
de heide heeft gewonnen
door den heer van Houten gehouden
ter verdediging van de saccharine.
Onder een ongelukkig gesternte werd
deze geboren, aldus de bloemrijke
mededeeling van dezen afgevaardigde.
Z. i. is dit nieuwe product absoluut
niet schadelijk. Het;verzet er tegen
vindt alleen zijn oorzaak hierin dat
het een concurrent is van de suiker
en dusvan den suikeraccijns.
Bij de discussie over de Koloniale
begrooting werd weer eens defacul-
tatiefstelling'van het godsdienstonder
wijs besproken, zonder eenig nieuw
gezichtspunt te openen.
Wel diende de heer Colijn een
motie in om de invoering van de
gewijzigde bepaling omtrent de facul-
tatiefstelling van het godsdienstonder
wijs tijdelijk niet door te zetten.
Misschien is de ordonnantie reeds
ingevoerd. De motie werd aangeno
men met 22 tegen 15 stemmen,
rechts tegen links.
De Kamer is weer uiteen tot nadere
bijeenroeping.
Tweede Kamer.
Vergadering van Woensdag.
De vergadering van de Tweede
Kamer was uitermate roezemoezig.
Het was moeilijk de weinig be
langrijke discussies te volgen. Het
wetsontwerp dat strekt om de forma
liteiten voor eventueele onteigening
door gemeenten wat te vereenvoudigen
zoodat zij wat sneller werk kunnen
verschaffen voor bestrijding der werk
loosheid, werd goedgekeurd.
Enkele bezwaren werden ge
opperd en eenige discussie werd
gevoerd over de vraag of de aankon
diging van onteigening in plaatse
lijke bladen èn, óf in de Staatscourant
zal geschieden.
Theoretisch lezen alle Nederlanders
de Staatscourant. Practisch leest nie
mand die. De heer Bichon achtte het
niet gewenscht dat particuliere bladen
betaald zullen worden voor het pu-
bliceeren. Men schijnt aan te nemen
dat zij het toch wel zullen doen. Ge-
lukkkig was de Kamer verstandig
en nam zij aan het voorstel-Tydeman
dat zij zoowel in de Staatscourant als in
plaatselpe bladen zullen worden af
gekondigd.
De Kamer keurde goed de wets
ontwerpen.
Goedkeuring van het op 30 Mei
1914 te 's Gravenhage gesloten ver
drag tusschen Nederland en Duitsch-
land tot aanvulling van het op 27
Augustus 1907 gesloten verdrag be
treffende ongevallenverzekering.
Goedkeuring van het den 20sten
Maart 1914 te Bern onderteekend
Protocol, toegevoegd aan de Herziene
Berner Conventie ter bescherming van
letterkundige en kunstwerken, den
13den November 1908 te Berlijn ge
sloten.
Nell durfde hem niet te verlaten,
om drie mijlen hulp te zoeken te
Windy Farm. Zij durfdeniet werke
loos bij het bed te blijven. Het scheen
haar, dat de marteling om te beproe
ven, dien zwaren steen op te lichten,
niet de zijne alleen was, maar ook
de hare.
Zij ging naar de deur en iiet haar
blikken gaan over dit land van zin
gende lijsters en jubelende leeuwe
rikken, over de meedoogenlooze heide
en den onvruchtbaren veengrond. De
Hemel scheen plotseling zoo ver te
zoeken, maar zij bad met al haar
kracht, dat er hulp mocht komen. En
intusschen ging de man op het bed
maar voort met praten.
„Er is geen beweging in den steen
te krijgen", riep hij. „Het is desteen
van de groote zonde van mij, Nell.
Ik dacht hem te kunnen oplichten,
maar ik kan het niet. En wat is jou
beetje kracht, meisje? Dat kan niet
helpen; het is het best, dat je het
aan mij overlaat."
Zelfs nu was het heerlijk hem te
hooren spreken van „Nell." Toch was
het verschrikkelijk te weten, dat deze
storm van woorden het gevolg was
Vermindering van het recht van
overgang bij overlijden van onroerend
goed. i
Verklaring van het algemeen nut
der onteigening van eigendommen,
noodig voor en ten behoeve van het
aanleggen van een verkeersweg tus
schen de Jonker Fransstraat en de
Cool vest, enz. te Rotterdam en be
handelde daarna het wetsontwerp tot
wijzing van art. 276 van het burger
lijk Wetboek en van daarmede ver
band houdende artikelen van dat wet
boek en van het wetboek van bur
gerlijke rechtsvordering.
Dit laatste is het befaamde echt
scheidingswetje, betreffende de afkon
diging van de echlscheiding.
De zaak is deze Van verschillende
zijden werden klachten vernomen, dat
tengevolge van de regeling van art.
276 van het B. W. gelijk dit artikel
door den Hoogen Raad wordt ver
staan, de man tegen wien een vonnis
tot echtscheiding is verkregen, het in
zijn macht heeft aan dit vonnis de
kracht te ontnemen door voor een
korten tijd zijn woonplaats over te
brengen naar het buitenland.
Tegen de strekking van het ont
werp dat daartegen bepalingen bevat,
had niemand bezwaar. Alleen wenschte
de heer Schim van der Loeff afkon
diging in de Staatscourant en wenschte
de heer Mendels dat de gronden
waarop het vonnis berust niet in de
advertenties zullen worden meege
deeld.
Morgen wordt dit voortgezet.
Een luchtschip boven ons land.
Gistermorgen te ongeveer half tien
is een luchtschip boven Watergraafs
meer gesignaleerd. Het luchtschip
dreef in noordwestelijke richting, en
is iets later gezien in de omgeving
van de Amsterdamsche havenwerken.
Het verdween in noordwestelijke rich
ting naar de Noordzee.
Het naderde uit zuidoostelijke rich
ting. Daar het op zeer groote hoogte
dreef, kon niet worden waargenomen
of het bemand was. Het maakte den
indruk zonder stuur op de richting
van den wind mede te drijven.
De eigenaardige vorm gaf geen
nadere opheldering over de nationa
liteit. De vorm hield het midden tus
schen een Zeppelin en een gewonen
luchtbalion het luchtschip was name
lijk langwerpig met een zakvormige
punt aan de onderzijde, waaraan dan
nog een staart met ballast afhing.
Deze vorm doet het meeste denken
aan een nieuw soort Fransche lucht
schepen.
In de nabijheid van Vlieland is
gisterenmorgen te ongeveer 11 uur
een vliegtuig gezien in den vorm van
van zijn gedachten en wanhopig wer
ken gedurende de laatste dagen
misschien gedurende de laatste weken.
Weer bad zij, en weer was het, of de
leeuwerikken haar bespotten.
„Ik kan het voltooien natuurlijk
kan ik dat ik ben taal," zoo klonk
Griff's stem weer, toen de koortsfan
tasieën hem weer terugbrachten tot
zijn eersten gedachtengang, of wat
men zoo noemt bij menschen in zulk
een geval.
„Zal er dan nooit hulp komen
riep Nell.
Haar gebed scheen eindelijk ver
hoord, want om den hoek der stallen
klonk een hoefslag en plotseling reed
een vreemdeling, breed gebouwd en
met een rood gezicht, op de deur
der hut toe.
De man zag Nell verbaasd aan en
haalde toen even de schouders op.
Hij was altijd gewoon, de dingen van
den practischen kant te bekijken, en
zich nergens in te verdiepen, wat hij
niet begreep.
„Ik ben dokter Reddiough", zei hij
kort. „Op mijn weg naar huis kwam
ik even mr. Lomax spreken. Royd, te
Windy Farm, is erger en ik dacht
een ballon-captif. De ballon verdween
in noordwestelijke richting.
Nader wordt nog gemeld
Het schip vloog of dreef liever
gezegd, want 't werd door den wind
meegevoerd, en werd blijkbaar niet
bestuurd het schip vloog zdó laag,
dat men op sommige punten 't ge
rammel van de neerhangende kettin
gen over de daken hoorde.
Op verschillende punten ook werden
door den staalkabel palen uit den
grond getrokken.
In Oudewater, waarboven het lucht
schip mede dreef, onstond op so'm-
mige plaatsen een onschuldig paniekje
onder de menschen. „Een Zemelien
Een Zemelien werd geroepen. En
angstig voor mogelijke bommen
liepen kinderen en juffrouwen de
huizen in.
Maar 't liep natuurlijk best los.
Uit Durgerdam meldt men:
Ook hier passeerde gisterenvoor-
middig het luchtschip. Het gleed
over de Oranjesluizen. Een kabel
hing uit het schuitje. De kabel ver
nielde de telefoonlijn naar Durger
dam, en rukte van een huis te
Scheliingwoude een aantal dakpan
nen af. Het gevaarte dreef naar het
noorden, nu eens schuin, dan weer
horizontaler.
De correspondent voegt er aan
toe Met zekerheid kan ik melden,
dat het luchtschip niet bemand was
het gevaarte was geel van kleur.
De stijging der graanprijzen.
Naar aanleiding van het voornemen
van de Regeering, om de prijzen,
waarvoor zij tarwe levert aan de in-
landsche meelfabrikanten, te ver-
hoogen met f 1.38 per 100 K.G. wordt
van de zijde van direct belangheb
benden het volgende medegedeeld
Door de Regeering zijn groote
partijen graan aangekocht, teneinde
verzekerd te zijn dat in het land geen
gebrek aan meel zal komen wanneer
de oorlogstoestand nog ernstiger mocht
worden.
In Januari is echter slechts een
gedeelte van het graan, dat de Regee
ring volgens contract uit Amerika
moest ontvangen, in Nederland aan
gekomen, waarschijnlijk daar de reede-
rijen, die de Regeeringstarwe zouden
vervoeren, voor andere artikelen hoo-
gere vrachtprijzen konden bedingen.
Het onmiddellijk gevolg van een en
ander is dat verschillende groote
meellabrieken, o.a. de fabriek „Hol
land", eenigen tijd moest stop zetten
bij gebiek aan tarwe. Ook bij de
bakkers deed zich het gebrek aan
meel ernstig gevoelen. Dit behoeft
echter geen reden te zijn tot onge
rustheid, daar de militaire autoriteiten
in de stelling Amsterdam groote hoe
veelheden graan hebben opgeslagen,
waardoor in de behoefte zou kunnen
dat mr. Lomax wel zoo viiendelijk
zou willen zijn, er heen te gaan, om
wat voor de boerderij te zorgen. Hij
heeft nu geen dochter meer bij zich,
zooals u misschien weet."
Tot zijn groote verbazing barstte
Nell in tranen los. „U kunt misschien
nog in tijds zijn", snikte zij. Toen,
driftig en ongeduldig door de span
ning, waarin ze verkeerd had: „O,
waarom gaat u niet naar binnen?"
riep zij. „Hij is ziek, zeg ik u ziek."
Reddiough steeg af, zonder een
woord te zeggen en ging naar binnen,
en de vrouw volgde hem.
„Wel vroeg zij.
„Hij moet sterven", zei de dokter
barsch,;want Reddhiough haatte den
dood met een diepen haat, en hij
was altijd boos, als zijn kunst niets
vermocht.
Een oogenblik wankelde Nell, toen
herstelde zij zich.
„Dat zal hij niet," sprak zij. „U en
ik wij zullen hein redden."
Reddhiough zag haar voor het eerst
aan met werkelijke belangstelling.
„Daar is ras," dacht hij„er gaat
nigts boven ras. Die arme Lomax zal
loch sterven ofschoon ik het mis
worden voorzien, indien inderdaad
gebrek zou dreigen. Bovendien is
dezer dagen weer een schip met tarwe
in Nederland aangekomen, waardoor
verschillende fabrieken wederom kun
nen werken, zij het ook slechts voor
korten tijd.
Mededeelingen van het Centraal
Bureau voor de Statistiek.
Hoewel de toestand gedurende de
le hellt van 1914 over het geheel
bevredigend is te noemen, was er toch
minder reden tot tevredenheid dan
in het vorige jaar. In verschillende
bedrijven toch was een grootere of
geringe teruggang vaak te consta-
teeren, terwij! daartegenover slechts
betrekkelijk weinig anderen stonden,
die zich door een gunstiger toestand
dan in 1913 kenmerkten.
In de 2e helft des jaars is met het
uitbreken van den oorlog in het bui
tenland voor tal van bedrijven hier
te lande plotseling een abnormale, on
gunstige periode ingetreden. Van de
factoren, welke op den geregelden
gang van zaken tijdelijk of blijvend
storend hebben gewerkt en oorzaak
waren, dat zoowel de geheele als de
gedeeltelijke werkloosheid een abnor-
malen omvang aannam, verdienen als
de voornaamste vermelding: gebrek
aan de noodige fondsen, geringe
koopkracht en lust bij het publiek,
of belemmering van den uitvoer, on
geregeld vervoer te land en te water
en het onder de wapenen zijn van
moeilijk te vervangen bedrijfsleiders
of personeel. Anderzijds werd de
werkloosheid getemperd do'or de om
standigheid, dat vele arbeiders door
mobilisatie aan hun bedrijf onttrokken
waren.
Ofschoon September wel reeds ge
deeltelijk wat verbetering bracht en
ook in het 4e kwartaal verschillende
bedrijven zich geleidelijk begonnen
te herstellen, bleef de toestand
een aantal bedrijven en sommige toe
vallige plaatselijke uitzonderingen
buiten beschouwing gelaten on
gunstig afsteken bij dien in de on
middellijk voorafgaande jaren. In het
bijzonder de „luxe bedrijven" en ver
schillende bedrijven (resp. onderne
mingen), die grootendeels op den
export zijn aangewezen of hunne
grondstoffen uit het buitenland be
trekken, hadden nog met vele en
groote moeilijkheden te kampen.
Daartegenover stonden enkele andere,
waarvoor de toestand aan het einde
des jaars bepaald gunstig te noemen
was. Terwijl er over het algemeen
een groot aanbod was van onge
schoolde arbeiders, hadden enkele
bedrijven te kampen met gebrek aan
geschoold personeel.
Alles te zamen genomen, is 1914
tot de ongunstigste jaren te rekenen.
schien wat zachter moest voorstellen."
„Wij zullen ons best doen," ant
woordde hij. „Ik kan vannacht wel
bij hem blijven, en gelukkig heb ik
eenige geneesmiddelen in mijn tasch.
Blijf hier, wilt u, terwijl ik mijn paard
verzorg
„Het paard moet wachten, tol u
voor den patiënt gedaan hebt, wat u
kunt of, wacht, ik zal er zelf voor
zorgen. Er is een plaats over in den
stal."
Reddhiough had reeds van het
zadel de tasch met instrumenten en
medicijnen losgemaakt, die hij nooit
thuislietzijn practijk was te uitge
breid daarvoor, want de tijding van
een dringend geval op een der ver
afgelegen boerderijen kon hem ten
allen tijde op zijn heen- of terugreis
bereiken, en voor zoover dat mogelqk
was, nam hij medicijnen en instru
menten mee.
„U kunt niet voor het paard zor
gen. Het is voor mij slechts een
oogenblik", zei hij tot de vrouw, wier
tegenwoordigheid hier hem in de
war bracht.
(Wordt vervolgd.)