DE OORLOG.
het gemeentehuis, te verwerken in 10
jaren en de rente der overblijvende
1 8000 gebruikt moeten worden door
het Burgerlijk Armbestuur voor een
extra bedeeling op den Tweeden
Kerstdag.
Vlisslngen, 17 Februari.
De uitwisseling van
gewonden.
De gisteren met de mailboot mede-
gekomen Duitschers werden zoo
spoedig mogelijk in den ambulance-
trein overgebracht. Te ongeveer 8
uur vertrok de trein. De begelei
dende heeren hadden vóór het vertrek
herhaaldelijk hun groote tevredenheid
betuigd over de wijze wsarop hier
door de afdeeling van 't Roode Kruis
alles geregeld was, terwijl tevens dank
werd gebracht aan allen, die zich
voor de verzorging en voeding en
het transport der gewonden hadden
bereid verklaard.
Korten tijd nadat de extra-trein met
de Duitsche gewonden van hier was
vertrokken, werd aangevangen met
het transport van de Engelsche ge
wonden naar de mailboot, dat uit
stekend geregeld was, want aan ieder
der mannen was een label uitgereikt,
die zij zichtbaar droegen en waarop
aangeduid was of zij le of 2e klasse
op de boot bekwamen, welke hut zij
hadden en over welke loopplank zij
aan boord moesten gaan. Een 24tal
der lichtst gewonden konden echter
aan boord geen slaapplaats meer be
komen en moesten in de loods over
nachten. Zij gingen eerst hedenmorgen
aan boord.
Aan het strand nabij het fort de
Nolle is wederom aangespoeld het
lijk van een onbekend manspersoon.
Het is door de politie vervoerd naar
het lijkenhuis op de algemeene be
graafplaats. Het lijk verkeerde in ver
gevorderden staat van ontbinding en
was daardoor onherkenbaar.
Op het lijk is bevonden een por-
temonnaie, inhoudende Duitsch geld.
De commissaris van politie alhier
verzoekt aan ieder die inlichtingen
omtrent de identiteit van het lijk kan
geven zich aan zijn bureau te ver-
voegen.
Hedenmorgen is een Arnemuidsche
hoogaarts op het Nolleplaatje gestrand,
waardoor het vaartuig vol water was
geloopen. De 4 opvarenden klommen
in den mast en werden na een zeer
moeilijke redding door een sloep van
het Nederlandsch loodswezen gered.
Betreffende dit ongeluk kunnen wij
nog het volgende mededeelen
De hoogaarts „Arm. 4", is heden
morgen doordien het vaartuig met het
zwaard de bank raakte op het Nolle
plaatje geloopen, waardoor het vaar
tuig vol water liep en de 4 opvaren
den in en tegen den mast kropen.
Gelukkig werd spoedig door het
Nederlandsch loodswezen het gevaar
bemerkt waarin zich de opvarenden
bevonden, waarop een sloep van dit
loodswezen, onder schipper I. Kamer
mans derwaarts vertrok en na een
moeilijke redding er in slaagde alle
opvarenden te redden.
Door het ruwe weder moest niet
minder dan viermaal worden terug
gekeerd alvorens de 4 opvarenden
in de sloep waren opgenomen.
Door schipper Kamermans werd
bij dit reddingswerk zeer handig met
de sloep gemanoevreerd.
Hedenmiddag is de tonnenlegger
van het Nederlandsch loodswezen naar
buiten gegaan en en heeft dit vaartuig
de „Arm. 4" opgepikt en naar de
Nieuwe Haven gesleept.
Vanaf morgen zal de passagiers-
dienst met de mailbooten der maat
schappij „Zeeland" worden gestaakt.
Het vervoer van goederen en post
gaat evenwel door.
De „Midd. Ct." meldt dat de heer
J. Vader, hoofdmachinist bij de Kon.
Marine, benoemd is tot leeraar aan
de De Ruyterschool alhier.
Deze benoeming heeft reeds en
kele maanden geleden plaats gehad,
de heer Vader is evenwel nog niet in
functie getreden, omdat hij nog geen
ontslag uit den zeedienst heeft kun
nen verkrijgen.
Wij vernemen dat aan het Duitsch
consulaat alhier is toegevoegd een
beroepsconsul, dr. Walther, die zich
zal belasten met het uitgeven van
passen.
De „Administrateur de Badts* zal
morgenochtend van hier naar Antwer
pen vertrekken.
Bij beschikking van den minister
van marine is, met ingang van den
len Maart a.s. aan den loodsschipper
der le klasse W. U. Auttr op diens
verzoek eervol ontslag uit der. loods-
dienst verleend.
Met denzelfden datum benoemd tot
loodsschipper der le klasse, de zee-
loods J. D. Sutherland.
Door de politie alhier is aangehou
den de Belg J., aan wien het verblijf
in onze provincie door den territorialen
bevelhebber was ontzegd en die zich
trots dat verbod te dezer stede op
hield.
Hij is ter beschikking van de justi
tie gesteld.
Voor het toelatingsexamen tot de
rijksnormaalschool alhier hebben zich
17 candidaten aangemeld, waarvan
16 voor de 1ste en 1 voor de 2de
klasse.
Te Sluis is een officieele mede-
deeling afgekondigd dat alle onver
mogende vluchtelingen tegen Donder
dag a.s. uit Sluis moeten zijn ver
trokken. Aan de meergegoeden wordt
nog een tusschentijd van veertien da
gen gegeven om een ander onder
komen te zoeken.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor het
beroep te Amsterdam ds. A. B. te
Winkel te Arnhem.
De toestand.
In afwachting van de nieuwe aan
zienlijke versterkingen, die beide par
tijen aan het westelijk front hopen
te kunnen bijeentrekken voor een be
slissende actie, hebben aan dit front
slechts kleinere operatiën plaats, die
blijkbaar alleen bedoelen om elkaar
bezig te houden. Men krijgt althans
geen inzicht in de beteekenis, die
deze locale gevechten in het groote
plan hebben. Nu al maanden lang
duurt die wijze van oorlogvoeren in
het Westen voort, zonder dat eenige
wijziging van belang in de gevechts
linie is verkregen. Met belangstelling
vernemen we dat hier eenige hon
derden meters vijandelijke loopgraaf
zijn vermeesterd, dat daar eenige do
zijnen gevangenen zijn gemaakt, dat
weer elders vijandelijke batterijen tot
zwijgen zijn gebracht. Maar de ee
nige conclusie, die deze dagelijksche
berichten uit de hoofdkwartieren van
Duitschers en geallieerden toelaten
is deze, dat men tegenover elkaar
is vastgeloopen, dat men elkaar in
evenwicht houdt en dat dus alleen
dan een wijziging in den toestand
zou kunnen worden verkregen, indien
een van beide partyen er in kan sla
gen op een strategisch punt een zoo
geweldige overmacht bijeen te trek
ken, dat hij de poging kan wagen
om de vijandelijke linie te doorbreken.
De geallieerden rekenen daarbij dan
natuurlijk op het leger van lord Kit
chener, dat nu zoo langzamerhand
wel voor den strijd gereed zal zijn.
Wat de Duitschers betreft mist men
elke gegevens omtrent de reserves
die het Duitsche leger nog in het
vuur kan brengen. Duitschland is in
het geweldige nadeel dat het den
oorlog moet voeren aan twee fronten
en dit nadeel zou alleen overkomen
zijn, indien het Duitsche leger er in
was geslaagd aan een der beide fron
ten een zoo beslissende overwinning
te behalen, dat het hier zonder ge
vaar zich voor het grootste deel zou
kunnen terugtrekken om zich aan het
andere front te concentreeren.
Wat nu is het geval. Weliswaar
hebben de Duitschers in het oosten
zeer belangrijke overwinningen be
haald overwinningen die het Rus
sische offensief waarop de geallieer
den in het Westen in den beginne
zoo groote verwachtingen bouwden,
tot mislukking brachten, maar zij
slaagden er niet in de Russische
strijdkrachten een vernietigenden slag
toe te brengen. Steeds weten de Rus
sen vóór den beslissenden klap hun
hoofdmacht terug te trekken en nieuwe
posities te doe innemen. Maar al is
dus van den Russischen opmarsch
naar Berlijn niets terecht gekomen,
de Russen houden in elk geval groote
legermassa's van Duitschers en Oos
tenrijkers vast en dat is een hulp
voor d« geallieerden in het Westen,
die zeker niet mag worden onder
schat.
De „Temps" maakt omtrent de po
sitie der Duitschers eenige juiste op
merkingen. Na te hebben uiteengezet,
dat de superieure strijdkrachten door
de Duitschers in Oost Pruisen bij
eengetrokken waarschijnlijk niet uit
de reserves in het binnenland zullen
zijn gehaald, maar onttrokken zullen
zijn aan de legers in het Bzoerage-
bied, waar in den laatsten tijd in
hoofdzaak slechts een artillerieduel
is geleverd, verklaart het Fransche
blad de bewondering voor de activi
teit van den vijand niet te mogen
weigeren. Overal biedt hij weerstand
zoodra de tegenstander op eenig deel
van het front vooruitrukt, werpt hij
troepen aan een ander deel van het
front onttrokken, naar het bedreigde
punt, aldus zich van de overmacht
verzekerend.
„Deze strategie is uitstekend, zij is
die van Bonaparte in 1796; zij geeft
groote successen, op één voorwaarde
echter en wel deze, dat men het
leger waartegen men een oogenblik-
kelijke overmacht concentreert, ook
afdoende verslaat. Indien men alleen
bereikt dat de tegenstander terugtrekt,
zal deze weer opnieuw gaan opruk
ken, terwijl zijn vijand zich verzwakt
door op een ander punt een dreigend
gevaar af te wenden. Zoo geschiedt
het thans op het oostelijk oorlogstoo-
neelde Duitschers brengen hun re
gimenten van de Bzoera naar de Nje-
men, naar Galicië, naar de Karpathen,
zelfs van westelijk front naar oostelijk
frontdat is een ware beproeving
die hun is opgelegdzij behalen
succes.
Het zou verkeerd zijn dat niet te
erkennen, maarzij behalen nimmer
een voldoend beslissend succes. En
met dit spelletje putten zij zich te
meer uit, nu zij hun aanvallen uit
voeren zonder eenigen eerbied voor
het leven huneer soldaten."
Een gesprek met von
Bissing.
De oorlogscorrespondent Scheuer
mann van de „Dusseldorfer General
Anzeiger" heeft een onderhoud gehad
met den gouverneur van België, Frei-
herr von Bissing. Reeds sinds den
aanvang, toen ik deze verantwoorde
lijke plaats van Z. M. ontving, zeide
de gouverneur, was ik er mij van
bewust dat mijn opdracht zou zijn
Duitschen aard en Duitsch leven,
Duitsche kracht en Duitschen arbeid
hier steeds meer in eere te brengen.
Hiermede hoop ik de veiligheid te
vestigen en de rust het best te hand
haven.
Ik heb mij zoo helder mogelijk het
doel voor oogen gesteld België zoo
levenskrachtig mogelijk te maken en
een land te doen worden waar, gedu
rende den betrekkelijk korten tijd der
bezetting, de toestanden des vredes
steeds meer hersteld worden. Wij
moeten er naar streven dat, zoo niet
reeds thans dan toch in de toekomst
België wat zijn voedingsmiddelen be
treft, zich zelf zoo mogelijk als een
eigen provincie kan dekken, zoodat
het steeds meer onafhankelijk wordt
van den invoer.
De Gouverneur zeide dat alle mo
gelijke moeite gedaan wordt om de
productie van landbouw en industrie
aan te moedigen. Hij sprak met groo-
ten lof over de houding der thans in
België verschijnende pers die, naar
hij zeide, bij de beoordeeling der
oorlogsfeiten steeds een groot ver
stand van zaken aan den dag legt.
Een tragisch -verhaal.
„De Tijd" or.tvangt van zijn oor
logscorrespondent te Duinkerken het
tragische verhaal van den dood van
pastoor van St. Joris, een vriendelijke
grijsaard en uitermate bemind bij zijn
parochianen, die aan hem gehecht
waren als kinderen aan hun vader.
„In zijn vrome, van het rumoer der
wereld ver afgelegen plattelandsparo
chie sleet hij het leven van den
dorpspastoor, geheel aan God gewijd
en verborgen wel te doen. Toen brak
de vreeselijke oorlog uit en na den
val van Antwerpen, de vreeselijkste
worsteling langs de oevers der Yser,
Leie en het idyllischeWest-Vlaanderen.
Wat de arme pastoor met zijn paro
chianen heeft doorgestaan, is met geen
pen te beschrijven. Herhaaldelijk,
zooals men weet, lag St. Joris in de
vuurlinie. De verspreid gebouwde
hoeven zijn stukgeschoten, in de kel
ders hebben wekenlang onze soldaten
en hier en daar wat schuwe vluchte
lingen gehuisd.
De verschrikkingen van het bom
bardement, het gezicht op de afschu
welijk verminkte dooden en de onop
houdelijke oorlogsgruwelen hadden
het toch reeds zwakke zenuwgestel
van den herder vreeselijk geschokt.
Toen hij, bij het ineen storten der
pastorie, bijna onder een muur be
dolven werd, en hij romdom zich de
vlammen zag opstijgen, werd hij van
schrik volslagen krankzinnig. Van dien
dag af kon men den armen zinnelooze
zonder te letten op den kogelregen,
door de straten en langs de wegen
zien dwalen als de schim van een
mensch, de van schrik sneeuwwit
geworden haren verward langs de
ingemagerde slapen, de oogen in de
holle oogkassen schichtig onder
de borstelige wenkbrauwen, en als
een idioot stommelend en wild ge
barend. Een schrapnelkogel had zijn
pastoorssteek verscheurd en een rand
van den hoed fladderde als een raven-
vleugel over zijn rug. Herhaaldelijk
moest men hem met zacht geweld
wegvoeren van gevaarlijke plaatsen,
waar hij bij voorkeur het vuur van
schrapnells en bommen zocht. Ook
vond men hem een avond op een
eenzame plek, waar hij met zijn han
den de aarde doorwoelde der graven
van soldaten, welke dien dag daar
waren gesneuveld. Hij beweerde, dat
een stukgeschoten Moedergodsbeeld
uit de kerk door de Duitschers op
die plek in den grond was gedolven
en lispelde voortdurend„Sancta Ma
ria, ora pro nobis!" Door een Belgi
schen voorpost werd de arme ver
dwaasde dien avond zachtjes meege
troond naar de loopgraven, waar hij
den nacht doorbracht, terwijl men hem
aldoor hoorde mijmeren„Sancta
Maria, ora pro nobis."
Op zeker uur wilde hij de loopgraaf
verlaten, omdat hij voorgaf de Vespers
te moeten houden. Toen men hem
dit belette, teekende hij het kruisteeken
over de soldaten, keerde hij zich ver
volgens tot de borstwering, alsof hij
voor het altaar stond, en hief plot-
seling het „Regina Coeli" aan. Zacht
klonk over de velden z(jn oude, beven
de stem, met een innigheid, alsof hij
in zijn jeugd opging naar het heilig
dom en in den schemer der dorpskerk
te zingen:o clemens, o pia, o
dulcis virgo Maria 1
Onvergetelijk tragisch was de dag
van zijn dood. In een weide had hij
een scharminkel van een paard op
gevangen, dat wekenlang in verlaten
heid had rondgedoold en mager van
ellende was aangehinkt op drie beenen
(het vierde was door een stuk van
een obus verminkt.) Op dezen misera
belen knol,waar de soldaten nauwelijks
eenige kilo's paardevleesch aan ge
vonden zouden hebben, reed de arme
simpele langs velden en wegen, den
schildwachten en soldaten in de ver
schansingen toeroepend, dat hij de
legeraanvoerder was en de troepen
had geïnspecteerd. „Houdt maar vol,
verkondigde hij, St. Joris is onneem
baar en het jongste gevecht gaat
komen, dan zult gij wat zien 1" Geen
der soldaten bespotte hem, want velen
hadden hem gekend in zijn schoonen
herderlijken tijd, en toen hij nog in
het begin van den krijg romdon Sint
Joris de eerste gewonden liefdevol
had verpleegd. Een paar schreiden
van aandoening om deze aangrijpende
verstandsverbijstering. Zij wilden het
paard bij den teugel grijpen, toen een
vlakbij ontploffende granaat de knoki
ge merrie deed schrikken, die hinne-
kend den dorpsweg insloeg onder het
bersten der bommen. „Hier komt St.
Maartenriep hij, bij den ingang
der parochie, waar een gewond sol
daat hulpeloos neerlag, „geef mij een
zwaard om mijn mantel door te snijden
voor dien arme daar 1" Plots viel op
nieuw een granaat, die hem doodelijk
trof en van zijn paard wierp. Het
artillerievuur van den vijand hield
geweldig aan. De oude knol wilde
den pastoor, wiens voet was blijven
haken in een der stijgbeugels van
touw, welke hij vervaardigd had,
voortsleuren den straatweg op, toen
een nieuw kanonschot den gevel van
het naastbijzijnde huis deed instorten,
ruiter en paard onder het puin begra
vend. Later haalde men onder het
puin het lijk van den pastoor uit de
ruïnen vandaan, om het een christe
lijke begrafenis te geven".
De handelsoorlog ter zee.
De „Tribune" verklaart naar aan
leiding van graaf Bernstorffs nota van
gisteren, dat de quaestie betreffende
het recht van Amerika om levens
middelen naar Duitschland te zenden
direct met Engeland geregeld zal
worden, de quaestie van het recht
van Amerikaansche schepen om in
overeenstemming met de regelen van
het internationale recht niet-geblok
keerde Engelsche havens binnen te
gaan zal met Duitschland geregeld
worden.
Wanneer de verklaring omtrent de
oorlogszone Donderdag van kracht
wordt, moeten de rechten van Ame
rikaansche schepen desondanks ge
ëerbiedigd worden. Wanneer zij ge
torpedeerd mochten worden, dan zal
Duitschland de logische gevolgen
hebben af te wachten.
De „World" zegt, dat de verklaring
van den ambassadeur dat oorlogsma-
terieel en andere artikelen zorgvuldig
zullen worden uiteengehouden moei
lijk overeen te brengen is met 't keizer
lijk besluit, dat verklaart, dat ze op
dezelfde wijze behandeld zullen wor
den.
De stemming in Engeland.
In Engeland maakt men zich, blij
kens de mededeelingen in de bladen,
volstrekt niet buitengewoon ongerust
over de Duitsche „blokkade". De
reeders erkennen wel, dat de Duitsche
onderzeeërs schade zullen doen, maar
op die schade is men voorbereid
Men ziet echter in de dreigende actie
een wanhoopsdaad en heeft vertrou-
wen, dat de Engelsche vloot wel zoo
krachtdadig zal optreden, dat aan de
actie der Duitsche onderzeeërs binnen
korten tijd een einde zal worden ge
maakt. Zoo goed als de Duitsche
kruisers die volkomen wettig op.
traden ten slotte werden vernie
tigd en aan hun werkzaamheid een
einde werd gemaakt, zoo goed zal dat
ook geschieden met de duikbooten
meent men. En daar komt bij dat
men overtuigd is, dat de actie der
onderzeeërs beperkt is. Het aantal
Duitsche onderzeeërs, geschikt voor
actie op eenigszins belangrijken al-
stand van de basis, kan niet zoo heel
groot zijn, bovendien kunnen de
booten slechts weinige torpedo's mee
voeren en zal de voorziening met de
noodige brandstof voor de voortbe
weging moeilijkheden bieden als men
ver van de eigen kust wil werken.
Erg pessimistisch vat men de zaken
in Engeland dan ook niet op en dat
blijkt ook uit mededeelingen, die de
„Times" ontvangt uit verschillende
hoofdplaatsen, meldend dat de dien
sten met deNederlandsche en Fransche
havens gewoon zullen doorgaan.
Italië en de oorlog.
De „Corriera della Sera" verzekert,
dat de Italiaansche Regeering van
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
een verklaring heeft verlangd betref
fende hunne plannen ten opzichte
van Rumenië, en dat zij de verzekering
heeft ontvangen, dat door deze Mo
gendheden niets tegen Rumenië zal
ondernomen worden. Verder deelt
het blad mede, dat de vraag te Berlijn
in vriendelijker vorm gesteld werd
dan te Weenen, waar men een besliste
verklaring verlangde.
Van het Westelijk
gevechtsterrein.
De officieele kennisgeving uit het
groote Duitsche hoofdkwartier luidt
Aanvallen op door ons bij St. Eloy
op de Engelschen veroverde loopgra
ven zijn afgeslagen
Overigens is niets van belang te
melden.
Het officieele Fransche communiqué
van gisterenmiddag drie uur meldt:
De Engelsche troepen hebben gis
teren twee den vorigen avond verloren
gedeelten van loopgraven tusschen
St. Eloy en het kanaal van Ypeten
hernomen.
Op het Fransche front is de infan
terie niet in actie geweest.
Bevestigd wordt, dat onze artillerie
hoogst belangrijke voordeelen heeft
behaald.
Van het Oostelijke
gevechtsterrein.
Uit het groote Duitsche hoofdkwar
tier wordt het volgende voorloopige
bericht medegedeeld
In een negendaagschen slag in het
gebied der Masurische meren is het
itende Russische leger over de grens
teruggeworpen en ten slotte, na bijna
geheel omsingeld te zijn, vernietigend
verslagen.
De bloedige verliezen van den vij
and zijn zeer zwaar. Het aantal ge
vangenen bedraagt stellig veel meer
dan 50,000. Meer dan 40 kanonnen,
60 machinegeweren en een nog niet
te overziene hoeveelheid oorlogstuig
is buit gemaakt.
De gevechten bij de vervolging van
den vijand aan en over de Oost Prui
sische grenzen geleverd, blijven een
voor onze wapenen zeer gunstigen
loop nemen.
In Polen ten noorden van den
Weichsel hebben wij na korten strijd
Bielsk (ten noorden van Plock) en
Plock bezet en ongeveer 2000 gevan
gen gemaakt.
In Polen ten zuiden van den Weich
sel is niets van belang gebeurd.
De geruchten over reusachtige ver
liezen der Duitschers in het begin
van Februari geleverde gevechten ten
oosten van Bolimof zijn verzonnen.
De verliezen der Duitschers zijn, het
bereikte succes in aanmerking geno
men, gering.
HetOostenrijksch legerbericht meldt:
De algemeene toestand in Russisch
Polen en West Galicië is onveranderd.
Er hadden slechts artilleriegevechten
plaats.
Op het front aan de Karpathen werd;
hevig gevochten. De Russen deden
verscheidene aanvallen bij dag en bij
nacht op de Duitsch Oostenrijksche
stellingen, maar werden met voor
hen zeer groote verliezen terugge
dreven. Zij verloren vierhonderd ge
vangenen.
De actie in de Boekowina heeft
een gunstig verloop. De Oostenrijkers
zijn over de Sereth-linie gekomen en
hebben de Russen onder voortduren-