Eerste Blad.
Om den Vrede.
No. 37
53e Jaargang
1915
yjtgaveFirma F. VAH DE KtLBt Ir, Kleine Harkt 58, Vlissingen. Telefoon inletc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdag»
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
Nederland en de Oorlog.
VLISSI1NGSCHE COURANT
(ABONNEMENTSPRIJSVoor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in 't bezit eener AA O A gulden bij levens- gulden bij dood O ff|#| gulden bij verlies .1 rfffl gulden bij verlies .J rt gulden by verlies f^gulden bij verlies
oolis zijn GRATIS verze- M111111 lange ongeschikt- 11 door van een hand, vanj 11111 vaneen M*\ van eiken
Sterd tegen ongelukken voor: uUUU heid tot werken ff UU een ongeluk UUU voet of oog lUU een duim 1UU wijsvinger anderen vinger.
Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien een geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ol trim. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Mogen wij de berichten uit binnen-
en buitenlandsche bladen geloof
schenken, dan heeft over vrijwel de
geheele beschaafde wereld op den
jongsten Zondag, zij het ook niet al
gemeen, dan toch een omvangrijke
•vredesbetooging plaatsgehad. En wel
eene van godsdienstigen aard, in de
kerken, die haar gezag aan -Rome
ontleenen. Want op dien dag is voor
alle Katholieke kerken een en het
zelfde gebed afgekondigd, een gebed
voor den vrede.
Al kan men twijfel uitspreken over
de aanstonds toonbare gevolgen van
deze gebeurtenis, het behoeft geen
enkelen weldenkende, geloovig of
atheïst, roomsch of onroomsch te ont
gaan, hoe omvangrijk deze wereld
uiting is geweest. Op denzelfden dag,
schier op hetzelfde uur hebben in tal
van landen millioenen Duitschers en
Oostenrijkers, Franschen en Engel-
schen het hoofd gebogen, de gebalde
vuisten ontvouwen en in diepe aan
dacht om den wereldvrede gesmeekt.
Het kan niet anders of deze ge
beurtenis, omtrent welker rechtstreek-
sche gevolgen men overigens geheel
verschillend denken kan, zal niet
nalaten indruk te hebben gemaakt.
In verschillende landen toch, is met
volkomen terzijdestelling van de
grenzen der nationaliteit, door vriend
en vijand, door vijand en vriend een
en dezelfde gedachte gekoesterd, de
gedachte die uitging naar den we
reldvrede. Inderdaad, deze gedachte,
deze begeerte mag en moet inter
nationaal zijn, gelijk zij ook aan geen
enkel kerkgenootschap uitsluitend
verbonden is. Geloovig en ongeloovig,
christen of heiden, een ieder wien
het hart op de rechte plaats zit, moet
thans een vurige begeerte koesteren,
naar den eindelijk verbeiden, den nog
immer zich wachten latenden wereld
vrede.
Om deze begeerte in vervulling te
zien gaan, om dit vurig verlangen
naar weder een normalen staat van
zaken te verwezenlijken, grijpt deze
naar het gebedenboek, gordt gene
zich aan met kalm overleg en koel
verstand, een ander weder berust en
gehoorzaamt, terwijl een vierde al
zijn krachten aan lichaam en geest
ter beschikking stelt aan het doel.
Doch om het even, allen, hoe ver
scheiden ook in de middelen, zijn eens
gezind wat het doel betreft: den
vrede te bevorderen.
door S. H.
104) O(Nadruk verboden.
Zij ging geheel in hem op. Zij wist
het en was er blij om. Gedachten en
wenschen, hoop en vrees, de kleine
geheimen, die vrouwen hebben, tot
haar uur komt zij gaf ze allen
aan hem, en lachte bij de gedachte,
hoe veilig zij waren.
Bg een kromming van het pad,
juist waar een door den wind gebo
gen lijsterbessenboom zijn vederach
tig gebladerte uitspreidde, ontmoette
zij den man, die alles en alles voor
haar was.
Hij reed stijf en nog stijver steeg
hij af, toen hij haar zag. Eenoogen-
blik staarde zij hem vol afgrijzen in
het gelaat; toen snelde zij hem met
«en kreet tegemoet en stak hem beide
handen toe.
«Ben je gewond?" riep zij. ,0,
zeg mij, wat er gebeurd is."
De diplomaat, die al zijn beleid
en omzichtigheid van noode heeft
om zijn land, dat tot dusver voor de
rechtstreeksche gevolgen van den
wereldbrand gespaard bleef, voor lis
tige oorlogshinderlagen te behoeden
die steeds waakzaam op zijn post
staat, hetzij in het studie-vertrek, in
de ministerskamer dan wel in de
diplomatieke salons, zijn werk als
vredesman strekt zijn land tot zegen.
De krijgsman, hij zij generaal of
gemeen soldaat, die, nu eenmaal de
oorlog dreigt, zijn harden soldaten-
plicht met vasten wil blijft voldoen,
bereid zijn leven te wagen, te offeren
als het moet, ook hij doet, als
vredesman het zijne om zijn land
sterk te doen zijn en het als over
winnaar een duurzamen vrede te
schenken.
De burger, in welke maatschappe
lijke positie hij ook geplaatst moge
zijn, om het even of hij geklommen
is tot de hoogste sporten van de
maatschappelijke ladder, dan wel of
hij in een nederige betrekking het
dagelijksch brood voor zich en de
zijnen wint, hij ook kan in hooge
mate, als vredesman, den wereldvrede
bevorderlijk [zijn. Zich onderwerpend
aan het boven hem gestelde gezag,
blijmoedig vertrouwen stellend in het
beleid dergenen, die meer dan hij,
weten kunnen en weten moeten wat
om 's lands behoud noodzakelijk is,
kan hij gewis het zijne bijdragen om
te redden wat nog te redden valt, of
te herwinnen wat dreigt verloren te
gaan, den vrede naar binnen en den
vrede naar buiten. Vraagt het den
diplomaten eens, hoe dikwijls een
toonlooze, zinnelooze schaar burgers
alle vredelievende berekeningen ten
spijt, hun land in den oorlog heeft
gestort, toen beleid en overleg, ge
hoorzaamheid aan de gestelde machten
en het vóór alles bewaren van de orde,
de oorlogsrampen nog hadden kunnen
voorkomen.
Want in deze tijden van wereld-
beroering en het plotseling bloot
leggen van de diepste hartstochten
van geheele volken, is het dubbel
behoefte aan dezulken, die als ware
vredesmannen, het hoofd koel, zij
ook de hand gereed houdenen die,
temidden der somwijlen van alle kan
ten woest aanstormende onheilsgolven,
vastberaden en vertrouwend op eigen
kracht den oorkaan het hoofd durven
bieden. En ziet: dan schieten soms
even snei als zij kwamen de onweers
wolken voorbij en klaart de hemel op
en de grootste angst is geleden. Het
is in zulke uren van beproeving, dat
een volk behoefte heeft aan dezulken
waarvan wij spraken, en bjj wie het
minder op groote kennis en allerlei
wetenschap aankomt, dan wel op
groot karakter, op innerlijken moed
en gerechtvaardigd zelfvertrouwen.
Hij lachte, zeker van het geluk, dat
de aanraking en het gezicht van haar
hem zoo nabij brachten.
„Niets om je ongerust over te ma
ken, kind. Ik moest vechten voor
een goede zaak en ik ben nogal
toegetakeld."
„Heb je gewonnen Maar, natuur
lijk heb je gewonnen," sprak zij, vu
rig verlangend, als elke vrouw, van
haar jeugd af tot de ouderdom haar
rimpels geeft, dat haar man overwin
naar zou zijn.
„Ik heb gewonnen, doch het was
maar ternauwernood, dat ik het klaar
speelde, meisje. Nu, zeg me eens,
zie ik er erg uit, alsof nu, alsof
ik reparatie noodig had
„O, het is vreeselijkDaar is een
groote wond een groote, lange
wond juist onder het éene oog en
een snede boven je slaap, en je
moet gauw mee naar huis, dat ik je
gezicht kan wasschen."
Tot eenig antwoord sloeg hij de
armen om haar heen en tilde haar
als een veertje op het zadel. Zij had
deze plotselinge beweging niet ver
wacht, en zy protesteerde ademloos,
toen zy eenmaal veilig zat.
Daarop komt het in deze tyden van
onzekerheid en angst, maar ook van
groote wereldstaatkundige beteekenis
in de eerste plaats, voor elk onzer,
aan ons een klein maar noodzakelqk
deel te gevoelen van die groote een
heid, die vaderland heet, en er ons
van bewust te zijn, dat alleen wanneer
elk onzer vastberaden zijn plicht vol
brengt, ons land zyn plicht in de rij
der natiën betrachten en ten einde toe
vervullen kan. Als dan eenmaal de
storm, die deze wereldoorlog is, zich
heeft neergelegd en een betere toe
komst over het afgepijnd Europa
daagt, hoe groot mag dan de vol
doening zijn, die ons doorgloeit: te
weten, dat ons land zijn plicht gedaan
heeft,den vrede bewaard, en den storm
heeft kunnen weerstaan, omdat elk
onzer zyn eigen plicht gekend en
daarnaar ten volle gehandeld heeft.
Paardenvleesch, Woningbouw.
Van half twee tot vijf en van acht
tot half twaalf is onze gemeenteraad
j.l. Maandag bezig geweest om vrij
wel niets tot stand te brengen. Alte-
maal arbeiders-belangencontrole op
de werkloozenuitkeering aan de
werkloozen bescherming van de
vleeschetende gemeente tegen het
bedrog met paardenvleesch. Resultaat
de bijdrage aan ongehuwde werk
loozen, die niet in het ouderlijk gezin
zijn opgenomen wordt verhoogd van
drie gulden per weej; tot f 3.99. Dit
bedrag is juist beneaen de vier gulden
gelaten omdat daarboven het steun
comité geen toeslag meer geeft.
Die paardenvleesch-historie is merk
waardig. Misschien wordt hier en
daar in het runder-gehakt wel eens
paardenvleesch gemengd. Dit reus
achtige bedrog moet gekeerd worden.
Onmiddellijk 1 Alsof er in onze resi
dentie geen tien misstanden zijn aan
te wijzen die al jaren om afdoening
roepen en eenvoudig dood-genegeerd
worden. Enfin, ieder diertje heeft zijn
pleziertje en de Haagsche Raad is nu
eenmaal de redder van alle ver
druktekiezers uit district I.
Inmiddels wachten wij af hoe het
der Rotterdamsche verordening op
dit zelfde euvel zal vergaan. Er zit
een enorme juridische kwestie in öf
n.l. de gemeente zich mag bemoeien
met deze aangelegenheid dan wel of
dit het territoir is van den Rijkswet
gever. Indien Gedeputeerde Staten
hebben uitgemaakt dat het gemeente
bestuur zich mag inlaten met paar
denvleesch en runder-gehakt zal on
verwijld een verordening worden sa
mengesteld om dit bedrog te keeren.
De kiezers kunnen dus gerust wezen,
tot in het gehakt zijn de afgevaar
„Je je behandelt mij als een
kind", riep zy.
„Doe ik dat, meisje Ja, maar wie
anders dan een kind en een heel
dwaas kind zou van huis wegge-
loopen zijn
„Ja, het was van huis", antwoordde
zij eenvoudig. En zij gingen in te
vreden stilzwijgen naar Lostwithens,
en geen van beiden dacht meer aan
Griff's geschonden gelaat, voor hij de
merrie gestald had en in de hut was
gekomen, waar Nell een kop thee
voor hem klaarmaakte. Zij keerde zich
om, toen hy binnenkwam en ,een
lach, feeder en schalksch, ontsnapte
haar.
„Wat is er?" vroeg Griff, aan aan
genamer dingen denkend, dan aan
zijn eigen voorkomen.
„Alleen, dat je me aan oom herin
nert. Hij kwam soms thuis na een
nacht met zyn opzichters, en zag er
dan net uit als jij nu Hy noemde het
een „grapje", weet ik nog heel goed
ofschoon ik nooit kon begrijpen,
welk pleizer hy daarin vinden kon".
„Je oom!" herhaalde Griff. „Heb
ik je niet gezegd, dat hy dien avond,
toen je wegging, met mij thuiskwam
digden de verdedigers van hun
belangen.
Het zonnige weertje dat ons de
vorige week verraste, bracht ons er
toe eens eenige wandelingen te maken
door verschillende wijken van de
stad. Het was onze bedoeling eens
op eenige punten te Ietten, welke in
verband gebracht konden worden met
de huidige tijdsomstandigheden. Wij
wilden o.a. eens zien of het bouw
bedrijf stilligt en ten tweede of het
aantal te huur staande woningen op
vallend groot is. Het heeft ons ge
troffen dat dit laatste niet zoo om
vangrijk was als wij verwacht hadden.
De opzegtermijn van huurwoningen
is meest drie maanden. Het liet
zich dus denken dat, waar 1 Mei de
verhuisdag is, de eerste week van
Februari het aantal huurbordjes het
grootst zou zijn. Het viel ons zeer
mee. Telkenjare heeft er een groote
exodus plaats en een even sterke in
vasie het zou ons alleen kannen op
vallen als het getal zeer groot was.
En dat wij constateeren het met
genoegen was niet het geval.
Minder gunstig was onze indruk
over het bouwbedrijf. Wel werd hier
en daar aan den bouw van huizen
gearbeid, maar het leek ons dat dit
alles nog dateerde van den tijd vóór
de mobilisatie. Van nieuwe huizen
bouw die na dien begonnen is, von
den wij zeer weinig. Natuurlijk valt
dit te begrijpen. Het geld is niet ge
makkelijk te krijgen en waar dit mo
gelijk is, is het zeer duur.
De toeneming der bevolking is niet
zoo groot als andere jaren het geval
was en in zooverre heft dit dus het
stopzetten van den nieuw-bouw op.
Inmiddels zijn in de raadszitting van
j.l. Maandag de besluiten gevallen
waarbij voorschotten worden gegeven
voor den bouw van arbeiders-wo
ningen. In het geheel zullen dienten
gevolge 350 woningen gebouwd
worden. Nu is het een feit dat aan
dit soort huizen een groot gebrek
bestaat, zoodat de aanbouw van deze
van geen invloed zal zijn op het
aantal leegstaande woningen.
Voorshands zullen wij de maandMei
moeten afwachten om te weten wat
het resultaat van alle verhuizingen
zal zijn en hoe de stand van deze
aangelegenheid zal zijn.
Natuurlijk gaat die kwestie ons ter
harte omdat de woningbouw een
levenskwestie is voor den Haag. Er
moet ten allen tijde een flink verschot
in alle soorten en types blijven be
staan wil de trek naar de residentie
niet bemoeilijkt worden. Over het
algemeen is het in den Haag niet
duur wonen, al zijn tengevolge van
de tijdsomstandigheden zeer vele
huren verhoogd. Inderdaad is dit een
der aantrekkelijkheden van de resi
„Wat weer In Lostwithens geweest
Ik weet nog, dat hy beloofde, eens
te komen aanrijden, en ik was half
bang, dat hy het doen zou, tot week
op week vootbyging en hy nog altijd
wegbleef."
„Hq plaagde me met je hierzljn,
ofschoon hy niet anders wist, dan
dat je niet groot van stuk was, en
hem halsstarrig den rug toedraaide,
terwyl Hester sprak. De geheele zaak
was niets dan een grap voor hem."
„Hij zou er geen grap van gemaakt
hebben, als hq geweten had, wie
diezelfde kleine vrouw was, die haar
gelaat naar het vuur hield gekeerd.
Heb je er wel aan gedacht, wat er
moet gebeuren, als hij weerkomt?"
„Ja; maar hq zal r.iet komen
hy is er de man niet naar, om be
loften van dat soort te houden en
bovendien, geef je er om, wat ge
beurt, kind
Zq keerde zich om, met den thee
pot in de hand, den kokenden ketel
in de andere, „Er om geven?' her
haalde zij met een zachten gelukki
gen lach. „Ik zou er om geven, als
ik je geluk bedierf, zooals de predi
kant me waarschuwde, dat ik doen
dentie waar nog bijkomt dat de wijze
van bouwen en de inrichting der
huizen zeer gunstig afsteekt bij de
bouworde te Amsterdam en te Rot
terdam. De aanleg der straten en lanen
is ook veel aangenamer dan in deze
beide steden, zoodat de eerste indruk
altijd zeer gunstig is.
DenHaag moet het nu eenmaal heb
ben van den toevloed vreemdelingen
die zich hier komen vestigen. Vooral
de gepensioneerden, die geen school
gaande kinderen meer hebben en dus
meer aan de gemeentekas betalen dan
zij weer kosten.
Onze wandelingen hebben ons de
overtuiging geschonken dat de toe
stand niet onbevredigend is, al is deze
niets zooals andere .jaren.
Hopen wij dat de omstandigheden
zich spoedig zóó zullen wijzigen dat
het bouwbedrijf weer geheel zal her
leven.
Dit is een groot belang voor onze
stad. Eiber.
i ■- - 1
Staat van beleg en staat van oorlog.
Naar wq vernemen heeft het by
Koninkiyk besluit in staat van beleg
en in staat van oorlog verklaren van
eenige deelen van het land voor zoo
ver die niet reeds in dien staat ver
keerden, ten doel beter de orde te
kunnen handhaven in die streken.
Vergoedingen wegens mobilisatie.
Het Kamerlid de heer Bogaardt
heeft aan de regeering o.ra. de vol
gende vraag gesteld
Door de in kwartier zynde afdee-
lingen van het veldleger wordt van
de inkwartieringsgelden afgetrokken
voor verlofsdagen van officieren en
minderen, ofschoon de kwartieren niet
ontruimd worden gedurende de ver
loven en ter beschikking moeten
blqven van de verlofgangers.
Acht de minister van oorlog het
niet billijk, dat hierin spoedig ver
andering wordt gebracht, althans de
biliykheid wordt betracht ten aanzien
van kleine kwartiergevers en van
hotel- en pensionhouders?
De minister van oorlog gaf het vol
gende antwoord
Er bestaat voor de kwartiergevers,
generlei verplichting om het vrqge-
komen kwartier van een verlofganger
beschikbaar te houden. De minister
kan niet als eisch van biliykheid er
kennen, dat betaald wordt voor het
geen niet genoten is.
Dat echter de belangen van den
kwartiergever door hem niet voorbij
gezien worden, moge blqken uit de
in afschrift hiernevens gevoegde be
schikking van 13 Januari 1915, waar-
bq een regeling is getroffen welke,
gelet op de bestaande voorschriften.
zou maar geven om de boosheid
van oom? Neen die kan ik nu heel
gemakkelqk dragen,"
Griff wachtte, tot zij de theepot
had neergezet; toen ging hy naar
haar toe en legde de handen op
haar schouders.
„Denk je nog aan wat Gabriël
zeide vroeg hij.
„Soms komen zqn woorden tot my
terug. Hq was zoo zeker
„Ja, even zeker als hy is, dat ieder
een verdoemd is, die niet stap
voor stap met Gabriël Hirst mee
gaat even zeker als hij is dat de
menschen zondaren zijn door geboorte
en door het Noodlot. Luister naar
my kind! |e moet je de ellende van
dien avond uit de gedachten zetten,
en je moet me beloven, dat, wie ook
naar Lostwithens komt sluipen, als ik
myn rug gekeerd heb, je zult wach
ten, tot ik hier ben, om hem te ant
woorden."
Zyn onstuimigheid, de druk zyner
handen op haar schouders, deden Nell
Nethercliff beven van geluk.
(Wordt vervolgd.)