Eerste Blad.
DitnummerhBStaaluil2hladen.
6 FEBRUARI
BADEH, BEEN WÜBBDEN.°
gitgmfirmi Hl li KIBE Ir., Kliine Huil 51. VfoiiiiM. iililim Intnl. II
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke leestdagen
iSffiM
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
No. 31
1915
VLI5SIING5CHE COURAINT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
nTabonnés, in 't bezit eener f> flflguMen bij levens- f] r*f| gulden bij dood j>gulden bij verlies* gulden bij verlies4f|f|gulden bij verlies OHgulden bij verlie»
oolis zijn GRATIS verze- /III III lange ongeschikt- /»1 li door van een hand, van! vaneen van eiken
|jerd tegen ongelukken voor: LUUU heid tot werken f Vil een ongeluk VUil voet of oog J.W een duim JLilil wijsvinger IJtM anderen vinger.
Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien ven geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ol tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
BEKENDMAKING.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter algemeene kennis de
navolgende circulaire van den Minis
ter van Landbouw, Nijverheid en
Handel
Ik heb de eer U hiernevens te doen
toekomen eene nieuwe lijst van arti
kelen met de daarvoor voorloopig
aangenomen maximumprijzen, welke
lijst de vorige, vastgesteld bij circu
laire van zijn ambtsvoorganger dd.
4 Augustus 1914, no. 8816, afd.
Handel, vervangt.
Bijaldien U blijken mocht, dat de
vastgestelde maximumprijzen voor
uwe gemeente te hoog of te laag
zijn, of wanneer voor andere artike
len b. v. brandstoffen eene
sterke stijging van prijzen in den
kleinhandel plaats vindt, gelieve U
mij daarvan onverwijld mededeeling
te doen. Eveneens verzoek ik U mij
onverwijld te berichten, wanneer
blijkt, dat de vastgestelde maximum
prijzen geene voldoende winst voor
den kleinhandel overlaten, omdat ik
daaruit wil afleiden, of het noodig is
maximumprijzen voor den groothan
del vast te stellen.
Ik stel mij voor, maandelijks met
de sub-commissie uit het Koninklijk
Nationaal Steuncomité 1914 inzake
voeding van mensch en dier overleg
te plegen omtrent deze lijst en haar,
zoo noodig, te wijzigen.
De Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel,
(get.) POSTHUMA.
Lijst van eenige der meest voorko
mende artikelen met daarvoor
voorloopig aangenomen maximum
prijzen.
(Deze prijzen hebben uitsluitend
betrekking op de gewone qualiteiten.
De luxe sorteeringen, waarvoor in
gewone tijden reeds veel hoogere
prijzen worden betaald, blijven buiten
aanmerking
Koffie (Santos) per K.G. f 1,16
(Java) 1,40
Suiker (witte geraffin.) 0,55
(basterd of bruine) 0,55
Stroop 0,30
Roggebloem 0,25
Tarwebloem 0,25
Boekweitmeel 0,32
Wit brood
a. Gebuild tarwemelkbr. 0,26
b. Geb. tarwehalfmelkbr. 0,24
c. Geb. tarwewaterbr. 0,22
door S. H.
98) O(Nadruk verboden.
Wij hebben samen gestroopt, sa
men gevochten tegen vier of vijf
soms, wij zijn vrienden geweest van
het soort, dat gevormd wordt door
zwerftochten in de maneschijn. Tot
nu toe weet ik niet, dat je ooiteen
gemeenen streek hebt uitgehaald, maar
bij den Hemel, nu doe je het. Het
meisje is anders dan anderen, Ned
zij zal het zwaarder opnemen dan een
ander zou doen. Trouw met haar, zoo
als je plicht is en zij zal een goede
vrouw voor je zijn.'
„Ned bukte zich om een strootje
op te rapen en begon er kalm op te
kauwen. „U meent het goed", zei hij
„en als de menschen het goed mee-
nen, mogen ze ons op de teenen trap
pen. Het kan zijn, dat ik veel ver
keerds doe; misschien weet ik het
beter, dan u denktmisschien zou
Bruinbrood per K.G. f 0,20
Roggebrood (zie noot)*
Rijst (andere dan Java) 0,25
Gort 0,32
Boekweitgrutten 0,30
Havermout 0,30
Bruine boonen 0,25
per kop (liter) 0.20
Capucijnererwten per K.G. 0,30
per kop (liter) 0,25
Aardappelen per K.G. 0,07
Zout 0,09
Boter 1,75
Margarine 1,
Volv. Goudsche Mei- en
Sept.-kaas met rijksmerk p. p. 0,62'
Volv. Goudsche Mei- en
September-kaas per pond 0,60
Volv. jonge Goudsche kaas
met rijksmerk per pond 0,52s
Volv. jonge Goudschekaas p.p. 0.50
Edammer Mei- en Sept-kaas
(40 -4-) per pond 0.55
Jonge Ed. kaas (40 per p. 0,50
Goudsche kaas (40 per p. 0,47s
Kaas in Edammer- en
Goudsch model (30 -f-) p. p. 0.40
Kaas in Edammer- en
Goudsch model (20 -4-) p. p. 0,35
Friesche Nagelkaas per pond 0,30
Leidsche en Delftsche
Komijnekaas per pond 0,55
Boterolie per liter 0,63
Raapolie 0,57s
Zeep (zachte, groene
of gele) per K.G. 0,26
Soda 0,07
Petroleum per liter „0,11
Vlissingen, 5 Februari 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Een uniforme prijs voor rogge
brood, geldende voor het geheele
land, kan in verband met de zoo uit-
eenloopende bereidingswijze in de
verschillende provincies niet worden
vastgesteld. Daarom zal zulks voor
elke prov. afzonderlijk geschieden in
overleg met de prov. rogge-commissie.
Een vol half jaar teistert reeds de
geesel van den oorlog ons wereld
deel tot dicht bij onze grenzen toe.
Het tweede kwartaal van dezen ramp
zaligsten aller modere krijgen spoedde
aireede ten einde en nog laat de
uitkomst zich even onbeslist aanzien,
als toen het reusachtige volkeren-
conflict een aanvang nam. Echter, deze
tweede drie maanden zijn ongetwijfeld
veel minder bewogen aan ons voor
bijgegaan, dan met het eerste drietal
maanden van den krijg het geval was
de sterk-ontroerende gebeurtenissen
als de verovering van Luik, van
Namen en Maubeuge, als de slagen
aan de Marne en de Aisne, als de
val van de fiere handelsstad Antwer
ik zelfs graag Hester geheel voor
mezelf hebben, voor goede en kwade
dagen. Maar het is zoo gesteld, moet
moet u wetenik ben niet geschikt
voor het huwelijk."
„Dan zul ie je geschikt moeten
maken," zei Griff barsch.
Er was oprechte droefheid, oprecht
zelfonderzoek in Ned's gelaat. „Als
het op denken aankomt, is het treurig
met me gesteld", ging hij voort, ter
wijl hij zorgvuldig een tweede strootje
uitzocht, „en ik moet bekennen, dat
ik niet veel verder kan zien, dan mijn
neus lang ismaar het schijnt hard,
en daar kan ik niet over heen, dat
een beetje liefde voor een meisje tot
zulk een verwarring zou leiden. Zie
mij aan 1 Kijk me goed aan 1 Zie ik
er uit als iemand, die rustig bij een
vrouw thuis kan zitten en kinderen
opvoeden
„je zult het moeten doen, Ned."
„U weet, mijn leven is gemakkelijk
en prettig geweest tot nu toe", ging
Ned voort, koppig zijn lijn van zelf
verdediging volgend. „Ik weet, waar
hazen te vinden zijn, en korhoenders
en nu en dan een koppel fazanten in
de lagere streken; en fazanten en
pen, het tweede oorlogskwartaal
heeft geen feiten van zulk een over
stelpenden gemoedsdruk, van zulk
een wereldschokkende beteekenis ge
bracht. Integendeel, het heeft den
schijn aangenomen of de groote ge
beurtenissen in dezen oorlog, althans
voorloopig, hebben afgedaan en heb
ben plaats gemaakt voor een geheel
andere wijze van krijgvoerendie
der versterkte fronten, van de Noord
zee tot Zwitserland toe, op het wes
telijk, van Oost-Pruisen tot de Kar-
pathen op het oostelijk oorlogstooneel.
En mét de groote gebeurtenissen zijn
ook als het ware de groote ontroerin
gen verdwenenwel vernemen wij
schier dagelijks van scherpe gevechten
op sommige gedeelten van het ge
vechtsfront, wel worden bij den strijd
tot verovering of verdediging van
kleine stukken loopgraaf overstelpende
bewijzen van heldenmoed en doods
verachting gegeven, door beide par
tijen en zonder onderscheidmaar
gebeurtenissen, die de wereld met
ontzetting en verbijstering slaan,
vielen, nu reeds maanden lang, niet
meer voor. De oorlogs-toestand, hoe
pijnlijk en onbestemd ook, bleef fei
telijk al dien tijd dezelfde.
Is het wonder, dat na de door
gestane angsten en ontroering, die
ieder der toeschouwers aangrepen,
een tijd van matheid, van loomheid,
ja van onverschilligheid intrad Men
wil natuurlijk nog dagelijks het oor
logsnieuws lezen, maar ontveinst zich
daarbij allerminst, dat de eene dag
gemeenlijk volkomen aan den anderen
gelijk is, dat week-in, wéek-uit, maan
den lang de toestand als schijnt vast
gelegd te zijn en def de partijen over
en weer volkomen tegen elkaar blijken
te zijn opgewassen.
Die groote lusteloosheid, gevolgd
op de tijden van spanning, ja van
overspanning, heeft zich ook van zeer
velen in ons land meester gemaakt,
niet het minst bij hen, die bij het
uitbreken van den krijg geroepen
waren, daadwerkelijk het eigen land
te verdedigen tegen welke bedreigin
gen ook. Reeds volle 6 maanden
duurt thans de groote mobilisatie
van onze weerbaarheid, in haren
vollen omvang voort, zonder dat in
de afwachtende houding, althans
schijnbaar, ook maar de minste wij
ziging is ingetreden. Vandaar dat zich
meer en meer de wensch voordeed
en tot uiting kwam, om de lasten
van dezen krijgstoestand, zoo het
eenigszins mogelijk is, te verminderen
en de troepen, die daarvoor in de
termen vallen, naar huis te zenden.
Begrijpelijk mag deze wensch zijn
dien in te willigen zou groote roeke
loosheid zijn. Wat het zwaarste is,
moet immers het zwaarste wegen en
hoe zwaar en gewichtig is niet het
landsbelang waar het het hierom gaat
korhoenders en hazen zijn voor me,
wat je leven noemt maar, zie je,
ze halen iemand 's nachts uit zijn bed.
Nu, zou het meisje gelukkig zijn met
zoo'n man zou ik gelukkig zijn, als
ik mijn heele leven een blok aan 't
been had Ik zeg u, wij zouden vech
ten als kat en hond, als er een week
voorbij was."
Ondanks zichzelf moest Griff lachen.
Dit was de oude Ned de Ned, die
menig onwettige daad bedreven had,
die toch altijd een vroolijke, goedhar
tige jongen gebleven was, wiens
grootste fout was een onstuimigheid,
die hem dikwijls verder voerde, dan
hij ooit gedacht had te gaan. Griff
was hier gekomen met een sterk ge
voel van het onrecht, dat Hester was
aangedaanmaar nu begon hij een
anderen kant te zien van een misstap,
waarvan de schuld niet geheel alleen
op de schouders van den man rustte.
Hester was ook zorgeloos en coquet
genoeg, om de mannen het hoofd op
hol te brengen. Misschien was Ned
meer in verzoeking gebracht, dan
zelfs voor een sterker man dan hij
goed was. Maar weer herinnerde Griff
zich zijn belofte, dacht aan het ver
zijn onafhankelijkheid. Daarom, hoe
zeer elk onzer daarvan, hetzij per
soonlijk, hetzij in zijn familie-betrek-
kingen den druk moge ondervinden,
er kan geen oogenblik van aarzeling
bestaan, waar gekozen moet worden
tusschen harden plicht of schier mis
dadige roekeloosheid. Zeker, wij
mogen met zekere redenen blijven
hopen, niet rechtstreeks bij het bloe
dig staten-conflict betrokken te zullen
worden maar zekerheid daaromtrent
bestaat er allerminst en kan niemand,
wie hij ook zij, ons geven. Immers
eiken dag, elk uur, kan zulk een diep
ingrijpende wijziging in den baaierd
van volken-hartstocht en vernieling
mede brengen, dat ook wij daarbij
niet langer gespaard wordendan
komt het er op aan, den vloedgolf
van op ons aanstormende kracht, met
niet minder kracht, te kunnen keeren.
Daarvoor dienen wij gereed te zijn,
gereed met alle ons ten dienste staan
de middelen, om, mocht onze neutra
liteit bedreigd worden, den bedreiger
ontzag in te boezemen en te doen
terugdeinzen.
Want zoo de oorlog van volle zes
maanden nog geen enkele definitieve
beslissing heeft gebracht, toch is
daaruit ten volle gebleken, hoe de
kracht van een volk, in de allereerste
plaats gelegen is, afgescheiden van
zijn weermiddelen, in den vasten wil
om den tegenstand te overwinnen.
Eerst dan kan van de weermiddelen
een volk geschonken, ten volle wor
den gebruik gemaakt.
Zoo gaat het ook onseerst moet
de vaste, onwrikbare wil aanwezig
zijn, onze hoogste goederen, dat zijn
onze vrijheden en ons onafhankelijk
volksbestaan, tot het uiterste te ver
dedigen, willen wij de belagers dier
goederen terug doen deinzen. Een
volk van vasten wil zal men dan niet
zoo lichtvaardig zich tot vijand durven
maken.
Om dien wil te toonen, behoeven
wij echter geen woorden, maar daden.
Daden namelijk als waarvan onze
premier in de Kamer van afgevaar
digden sprak, bij de behandeling der
tot de regeering gerichte vraag, of
het nog steeds noodig is onze mobi
lisatie, onverkort en op volle sterkte
te handhaven. Wij hebben in ons
blad van die gedenkwaardige rede
voering van minister Cort van der
Linden het voornaamste medegedeeld,
welke rede, daags nadien door H. M.
de Koningin met de benoeming van
den premier tot Minister van Staat
werd beantwoordeen benoeming
die alom in den lande met groote
voldoening werd begroet.
Terecht, want hoe voortreffelijk van
betoog en leerzaam van inhoud waren
de woorden door den minister-pre
sident gesproken
Na gesproken te hebben van „den
driet en de angst in Hester's gelaat
en hij verhardde zijn gemoed tegen
zijn makker van vroeger dagen.
„Je moet met haar trouwen, Ned",
antwoordde hij halsstarrig.
„Kunt u het niet begrijpen? Het
is niet, dat ik iets tegen het meisje
heb en soms verbeeld ik me zelfs,
dat ik niet zonder haar leven kan
maar het is alleen, omdat zij een
meisje is en omdat ik ben, wat ik
ben. Zooals ik u la^st al zei, men
kon ever. goed van een windvlaag
verwachten, een huishouden op te
zetten."
„Je zult het toch moeten doen", zei
Griff.
Ned kon ook koppig zijn, als hij
eenmaal uit zijn slaperigheid gewekt
was zooals twee of driemaal
gebeurd was in zijn gemakkelijk le
ven en nu verviel hij in een hard
heid, die eigenlijk vreemd was aan
zijn natuur.
„Ik houd van u en ik zal van u
blijven houden, mr. Lomax, wat u
ook moogt zeggen maar ik zal geen
bevelen van u opvolgen, wanneer u
maar verkiest, mij die te komen ge
ven. Heb ik niet in de open lucht
vasten wil om ons zelf te zijn den
vasten wil om de hoogere goederen
van vrijheid en van verdraagzaamheid,
die ons volk in een historie vol van
lijden en strijden tot zijn eigen goed
heeft gemaakt, te handhaven en te
behoeden tegenover iedereen," uitte
de minister deze gulden woorden
„Nederland zal nu en in de toe
komst zijn recht, aan wie het ook
zij, niet goedschiks prijsgeven. Wij
leven in een tijd van daden, niet
van woorden. En niet ons recht
op een onafhankelijk volksbestaan is
onze beschutting, maar die beschut
ting is hierin gelegen, dat wij bereid
zijn, om dat recht ook met daden
te verdedigen."
Zoo is heten, indien er nog wei-
felmoedigen onder ons zijn, mogen
zij dan de woorden in 's lands ver
gadering van zoo voortreffelijke zijde
geuit, tot de hunne maken en niet
terugdeizen om, elk naarmate van
zijn krachten, aan het behoud van
ons aller hoogste goed mede te
werkendat echter daden eischt,
geen woorden.
De storting. De post
Het Steuncomité.
Wij hebben meer dan eens klaag
liederen gezongen en gekermd over
de bureaucratie en nog onlangs hadden
wij alle aanleiding om te toornen over
de bureaucratische wijze waarop het
toeging bij de inschrijving op de
oorlogsleening.
In alle bladen was met een beroep
op de vaderlandsliefde en andere
schoone zaken, de burgers op het
hart gedrukt toch vooral zooveel mo
gelijk de regeering te steunen door
alle oude kousen met rijksdaalders
leeg te storten in 's rijks schatkist.
Duizenden hebben aan deze roepstem
gehoor gegeven. Verwacht had mogen
worden dat de regeering nu althans
eenigermate was tegemoetgekomen in
de wijze waarop deze steun werd
aanvaard. Dit toch was allerminst het
geval. Het leek er veel eer op alsof
men het er op gezet had, hen, die
dezen plicht van vaderlandsliefde
wilden vervullen, op de kaak te stellen.
Van alle zijden werd daarover ge
klaagd en zoowaar kwam er beweging
in de bureaucratische colonnes. Niet
meer zou de vieze paardenstal van
den rijksbetaalmeester dienst doen als
de plaats waar geofferd zou worden
in het heiligdom. In het departement
van financiën zelf, werd een lokaal in
gereedheid gebracht voor offeraltaar.
Wij waren benieuwd hoe die in
richting zou zijn en wij konden onze
oogen haast niet gelooven toen wij
Maandagmorgen dezelfde te pronk-
stelling aanschouwden,ditmaal nog aan
geleefd Ben ik niet vrij geweest, om
te komen en te gaan, als de wind, en
niemand, om mij vragen te doen, als
ik terugkwam te Bracken Clough Ik
zeg u, ik zou slikken, als ik een
vrouw naar de oogen moest zien, en
opgesloten blijven in huis."
Griff, die Ned kende, had geen
ander resultaat verwacht van over
reding. Hij liet zijn argumenten da
delijk rusten, trok zijn jas uit en
stroopte zijn hemdsmouwen op.
„Wij hebben nooit gevochten, Ned,
jij en ik" zei hij. „Denk je, dat je
me zou kunnen afranselen
Ned begon hem te begrijpen, en
rolde zijn eigen mouwen wat hooger
op. „Ik geloof wel dat ik het zou
kunnen", zei hij goed gehumeurd,
„ofschoon, als ik het van u kan win
nen, dan behoef ik tusschen hier en
Lancashire voor niemand bang te
zijn."
„Dan zullen wij het op die manier
in orde maken. Is dat eerlijk spel,
Ned?
(Wordt vervolgd.)