DE OORLOG.
VUsslngen, 4 Februari.
Gisterenavond is alhier binnenge
komen de Nederlandsche motorschoe
ner „Cornelis" om aan de Kon. Mij.
„de Schelde" gerepareerd te worden.
Te Utrecht slaagde voor het voor-
loopig machinisten diploma de heer
G. van de Velde, alhier.
De justitie te Middelburg heeft een
gerechtelijk geneeskundig onderzoek
bevolen van het gisteren op het strand
alhier aangespoelde lijk, teneinde te
doen uitmaken of hier al dan niet
sprake kan zijn van misdrijf.
Zooals bekend mag goud niet uit
Duitschland gevoerd worden. Heelt
men goudgeld bij zich, dan krijgt men
hiervoor aan de grens papiergeld.
Heden maakten wij kennis met twee
dames, die op bijzondere manier hun
goud verborgen hadden. De eene dame
had zich de knoopen van haar flu-
weelen japon afgetornd. Een groot
aantal knoopen werd nu door haar
gemaakt van 20 markstukken Iedere
knoop bevatte twee 20 Markstukken,
waarop een watje en dit geheel werd
overtrokken met fluweel. De knoopen
werden in twee rijen op de japon
genaaid. De andere dame moest zich
tot het hemd ontkleeden. Niets werd
gevonden. Doch in de pas van haar
hemd had zij een groot aantal goud
stukken genaaid, die voor de Duit-
schers verborgen bleven.
Aan het strand te Zoutelande is
dezer dagen een flesch aangespoeld,
waarin 2 briefkaarten, afkomstig van
een Duitschen militair.
De eene briefkaart bevatte in het
Duitsch het volgende
„Waarde Vinder
Wie ge ook zijn moogt, ontvang
van een krijgsman aan de Noordzee
de allerhartelijkste groeten en schrijf
eens op bijgevoegde kaart (volgt
adres van een regiment Duitsche
infanterie in België). 4
Op de adreszijde der kaart staat
„Mocht het intusschen tot den vurig
gewenschten vrede gekomen zijn, dan
verzoek ik u, aan mijn oorspronkelijk
adres te schrijven" (volgt adres ïr.
een plaats aan de Elbe).
De tweede kaart bevatte alleen het
adres waaraan moest worden geschre
ven en was overigens blanco.
Of men hier met een grappenmaker
te doen heeft die aar. de Belgische
kust de flesch te watet heeft gewor
pen is natuurlijk niet bekend.
Bij de installatie van den heer P.
Dumon Tak als burgemeester van
Middelburg, werd nog het woord ge
voerd door het oudste lid van den
gemeenteraad, den heer mr. S. Gra-
tama, die de voldoening wenschte uit
te drukken, die zoowel de raad als
de burgerij bezielt over deze burge
meestersbenoeming, door H. M. de
Koningin gedaan. Door de uitste
kende wijze waarop de heer Dumon
Tak zijn post van waarnemend bur
gemeester bekleedde, ontstond in
Middelburg de algemeene wensch,
dat hij de opvolger zou mogen zijn
van jhr. v. d. Brandeler. De heer
Gratama sprak de hoop uit dat de
nieuwe burgemeester, wien de raad
welwillend tegemoet treedt, veel zou
weten tot stand te brengen voor de
gemeente, bijzonder wat betreft de
verbetering van den financteelen
toestand.
De heer Tak bedankte de verschil
lende sprekers voor hunwoorden en
de overige aanwezigen voor hun blij
ken van instemming.
De twee Fransche officieren, die
gisteren met een tweedekker te Co-
lijnsplaat zijn geland, zullen geinter-
nterd worden. De aviateurs verklaar
den verdwaald te zijn. Zij hadden
stafkaarten bij zich en in de vliegma
chine was een mitrailleuse geplaatst.
Gisteren zijn naar het huis van
Bewaring te Middelburg overgebracht
A l S„ 20 jaar, f. V., 19 jaar en
f! van T., 18 jaar, allen wonende te
Westdorpe, verdacht van diefstal met
braak bij den landbouwer E. A-, te
Westdorpe, waarbij verschillende kle
dingstukken,gouden- en zilveren voor
werpen aan Belgische vluchtelingen
toebehoorende, werdén ontvreemd.
RECHTSZAKEN
Bij bevelschrift der rechtbank te
Middelburg is verwezen naar de
openbare terechtzitting met bevel tot
gevangenhouding van de beklaagden
de zaak tegen F. E. de W 30 jaar
A. L. Th., 34 jaar, A. de B., 35 jaar,
allen wonende te Sas van Gent thans
gedetineerd te Middelburg, beklaagd
van diefstal van 50 kisten sigaren te
Overslag.
De toestand.
Bij een vergelijking van de Duit
sche en Fransche communiqué's be
treffende de krijgsverrichtingen op 1
dezer, blijkt dat de Duitschers op
dien dag slechts berichtten, dat er op
enkele plaatsen artilleriegevechten
plaats hadden, en yerder was er op
het westelijk front niets bijzonders.
De Franschen zijn mededeelzamer.
Zij zeggen dat de Duitschers een
reeks van aanvallen deden, o. a. bij
Guinchy en La Bassée. De Engelschen
kwamen daardoor in de gelegenheid
om het verloren terrein te herwinnen
en zelfs vijandelijke loopgraven te
veroveren. Ten noorden van den weg
van Béthune naar La Bassée leverde
de infanterie der bondgenooten een
gevecht met een Duitsch bataljon, dat
een hevigen aanval had gedaan. Van
het heele bataljon konden slechts en
kelen hun loopgraven weer bereiken,
na drie vergeefsche aanvallen de rest
der Duitschers waren dood of krijgs
gevangenen.
Ten westen van Verdun werd een
Duitsche aanval eveneens afgeslagen.
De Russen melden over de gevech
ten op 1 dezer, dat de strijd in het
Mlawa-gebied (Noord Polen) voor hen
gunstig verloopt. In Midden-Polen
werd hardnekkig gevochtende Rus
sen hernamen de den vorigen dag
verloren vooruitgeschoven loopgraven.
Van de gevechten in de Karpathen
zeggen de Oostenrijkers, dat zij met
de Duitschers „in het tnidden van het
front" succesvol strijden.
Het Russisch communiqué van gis
teren zegt, dat op 31 Januari en 1
Februari de Russische troepen op
rukten naar den Doekla-pas en weer
in de streek Jaslisk—Mezo Laborcz
(Hongaarsche comitaat Ung) door
drongen. Bij dezen opmarsch verover
den de Russen een batterij van 6
kanonnen, 2 houwitsers en machine
geweren tevens werden vele gevan
genen gemaakt.
Een Oostenrijksche tegenaanval ten
zuidoosten van den Uszok-pas werd
afgeslagen.
De Engeische bladen ontvangen uit
Petersburg berichten, volgens welke
de laatste Turksche divisie, die na
de Turksche nederlagen vanArdahan,
Olty en Sarykamisj nog over waren,
vernietigd is. Zooals bekend hebben
de Russen hiervan al officieel melding
gemaakt.
Uit Newyork wordt een aanslag
gemeld op een brug van den Cana
dian Pacific-spoorweg. De 37jarige
Duitscher, die den aanslag pleegde,
gaf als reden op dat Canada de vijand
was van zijn land. De brug was slechts
licht beschadigd.
Het 20e bombardement
van Veurne.
Pas was ik te Veurne teruggekeerd,
schrijft de „Msb."-corresp. uit Rams-
capelle, of we kregen er weer een
heel onaangenaam bezoek. Zzzzt
ging het over mijn hotel. Het was
toen ongeveer 31/, uur. De eene
houwitser volgde de andere op. En
kelen ontploften niet, anderen sloegen
met helsch gedruisch neer. Voor de
19e maal bombardeerden de Duit
schers uit de richting van Pervyse de
stad Veurne. Ik kwam even voor de
deur kijken. Ik dacht de menschen
haastig te zien vluchtendit was
echter niet het geval. Tegen het
station aangeleund rookten soldaten
pratend hun pijpje. Linietroepen
trokken onverschrokken in de richting
van Pervyse. De gendarmen, die de
vaartbrug bewaken, bleven op hun
post.
Na het vijftiende schot zweeg het
Duitsch kanon weer talrijke soldaten
en burgers liepen toen in eenzelfde
richting. Vermoedelijk moesten er
dus slachtoffers gevallen zijn. Nabij
de militaire slagerij stonden honder
den toeschouwers bijeen. Een klein
vervallen huisje vertoonde een ga
pende holte. Vrouwen stonden met
samengevouwen handen op den drem
pel hunner woning. Eenige hadden
tranen in de oogen. „Hoeveel slacht
offers vroeg een militair. „Drie,"
luidde het antwoord. Iedereen wilde
me nu inlichten. Zoo vernam ik,
dat een soldaat het hoofd werd af
geslagen. Een anderen werden de
beenen afgeslagen. Maar wat vooral
een storm van verontwaardiging deed
opgaan, was, dat de projectielen ook
een oude vrouw van 84 jaar hadden
getroffen, die aan den haard gezeten
haar verkleumde handen warmde.
Alleen zij gaf nog teekenen van leven.
Men bracht haar door de ontroerde
menigte naar een ambulancewagen
van het Engelsch gasthuis.
Men vreesde een nieuw bombar
dement dezen nacht. De morgen
kwam echter, zonder dat de stem van
het Duitsch kanon mij uit den siaap
gewekt had. Maar de kalinte was
van korten duur. Om 81/i uur des
morgens siste de eerste kogel weer
over de voorstad. Ik trok op ver
kenning uit. Aan de spoorbrug ge
komen, sloegen de projectielen over
mijn hoofd heen. Het gevaar belette
niet, dat een Belgisch soldaat, aldaar
op wacht, nauwkeurig mijn passen
onderzocht. Een projectiel kwam met
groot gedruisch aangevlogen en ont
plofte met helsch geraas eenige meters
van ons. Ik zag op dit oogenblik de
papieren niet eens in zijn handen
beven. In de Zuidstraat heerschte
groote opgewondenheid. Een der
houwitsers was er in een winkel
geslagen en doodde er een dokter
op het oogenblik, dat hij zijn kame
raad ging wekken. Twee vrouwen
gekwetst.
Een Engeische vliegenier steeg op,
om na te speuren van waar gescho
ten werd. Dit was voldoende om een
einde te maken aan het 20e bombar
dement.
Keizer Wilhelm over zijn
tegenstanders.
In de „München, Neuesten Nach-
richten" schrijft Ludwig Ganghofer
over den Keizer:
Ook in de grootste opwinding
blijft hij zich steeds bewust van wat
hij zegt. Ik hoorde hem eens naar
aanleiding van een lastering zeggen
„Dat is sterk, maar gelukkig is de
waarheid op den duur steeds slimmer
en sneller."
De ridderlijke houding van tegen
standers doet hem altijd genoegen.
Bijna geen anderen Duitscher hoorde
ik over de goede eigenschappen en
de prestaties van onze vijanden zoo
rechtvaardig en waardeerend oordee-
len, als door den Duitschen keizer.
Ook tegen Engeland hoorde ik van
hem geen in toorn buiten de perken
gaand woord,
Tot een vertegenwoordiger van een
onzijdigen staat zei de keizer eens:
„Gij zijt een sportbeoefenaar. Wan
neer bij een wedren de minder snel
le concurrenten afvallen en slechts
twee paarden elkaar de overwinning
betwisten, zaagt u dan ooit, dat het
beste paard door zijn berijder gesla
gen werd De aangesprokene schud
de van neen, waarop de keizer voort
ging „Waarom slaat Engeland dan
naar onswaarom niet op zijn eigen,
luier wordende knol
Een ander gedenkwaardig gezegde
van den keizer is„Velen, die naar
uiterlijke omgangsvormen oordeelen
en ons barbaren hee'en, schijnen het
groote onderscheid tusschen uiterlijke
beschaving (Zivilisation) en innerlijke
beschaving (Kultur) niet te kennen.
De Engelschen zijn een volk van de
hoogste uiterlijke beschaving, in een
salon merkt men dat op. Maar inner
lijke beschaving bezitten beduidt over
een nauwgezet en een hooge moraal
beschikken. Dat hebben mijn Duit
schers. Wanneer men in het buiten
land zegt, dat ik een wereldrijk wil
stichten, is dat de meest volmaakte
onzin. Maar in de moraal, het ge
weten en den vlijt der Duitschers
schuilt de kracht eener verovering,
waarvoor de wereld zich zal ontslui
ten."
Officieel Fransch
legerfcericht.
De Fransche legatie deelt omtrent
de krijgsverrichtingen het volgende
mede
De le Februari werd gekenmerkt
door een verdubbelde hevigheid van
het artilleriegevecht en door een reeks
aanvallen der Duitschers, welke ove
rigens van ondergeschikt belang wa
ren en die alle werden afgeslagen
met ernstige verliezen voor onze tegen
standers in verhouding tot de sterkte
der troepen, die er hunnerzijds aan
deelnamen.
Rond Yperen was er op verschil
lende plaatsen hevig geschutvuur. Een
van onze batterijen slaagde er in, de
Duitsche convooien te verjagen, die
bij Poelcappele waren gesignaleerd.
Bij Cuinchy hebben gedeelten van
een Duitsch regiment een Engelschen
post aangevallen en hebben dien eerst
teruggedreven. De Engeische troepen
hebben het verloren terrein weder
bezet, vervolgens zijn zij vooruit ge
trokken en veroverden vijandelijke
loopgraven.
In den ochtend heeft de vijand
onze loopgraven ten noorden van den
weg Béthune—La Bassée hevig aan
gevallen. Hij werd teruggeworpen en
het gevecht was bijzonder schitterend
voor onze infanterie.
De Duitschers schenen ten minste
een bataljon sterk geweest te zijn. De
eerste twee aanvallen der Duitschers
mislukten door ons vuur, bij den der
den aanval gelukte het den vijand in
een van onze loopgarven te komen.
Maar door een onmiddellijk onderno
men tegenaanval met de bajonet werd
de vijand er uit verjaagd. Slechts en
kele Duitschers slaagden er in, hun
loopgraven weder te bereiken, al de
anderen bleven op hét terrein, dood
of krijgsgevangen.
Tusschen de Somme en de Oise
en langs het front aan de Aisne is
geen enkele gebeurtenis van belang
te melden, buiten den vijandelijken
aanval op Beaumont—Hamel,dieniet
werd hernieuwd. Onze zware-artilierie
heeft het station van Noyon gebom
bardeerd, waar men bezig was met
maatregelen voor de approviandeering
van het leger en heeft twee ontplof
fingen veroorzaakt, waarvan de rook
meer dan twee en een half uur bleef
hangen.
in Woevre heeft de vjjand een on
middellijk gestuiten aanval beproefd
tegen den westelijken uitlooper van
het Bouchotbosch.
Italië gereed.
De Londensche bladen bevatten het
bericht, dat italiaansche reservisten
in Liverpool een waarschuwing heb
ben ontvangen om zich gereed te
houden zich bij hun vaandel te voegen
wanneer zij worden opgeroepen.
De „Avanti" schrijft in een hoofd
artikel, dat indien Italië zich in het
Europeesch conflict zal mengen, het
geen steunpunten zal vinden, noch
bij zijn bondgenooten, die het verra
den heeft, noch bij de Triple Entente.
De „Corrière della Sera" wordt uit
Rome gemeld, dat het bericht, dat
Bulgarije aanstoot nam aan het Ser
visch—Bulgaarsche grensincident,
eenige onrust heeft gewekt, daar men
het voor moeilijk houdt, dat zulke
grensincidenten aan de Servisch—
Bulgaarsche grenzen zullen worden
vermeden.
Officieele tegenspraak.
Officieel wordt door het groote
Duitsche hoofdkwartier medegedeeld
De officieele Fransche berichten
over de gebeurtenissen bevatten in
den jongsten tijd merkwaardige, in
ons nadeel verkeerd voorgestelde,
somtijds zelfs volkomen verzonnen
mededeelingen.
Natuurlijk denkt het Duitsche leger
bestuur er niet aan, dergelijke mede
deelingen afzonderlijk tegen te spre
ken, daar iedereen aan de hand der
Duitsche officieele berichten in staat
is, ze zelf te beoordeelen.
Van het Oostelijk front.
De correspondent van de „Daily
Chronicle"bij het Russische leger zegt
in een telegram uit Wola Penkozews-
ka dat nieuwe troepen voortdurend
in het dorp aankomen. Zij behooren
tot de aanzienlijke strijdmacht van
meer dan een millioen van de recru-
ten van 1914, die te zamen met de
troepen der tweede linie de reeds
machtige Russische legers krachtig
versterken, welke de linies van de
Oostzee tot de Karpathen bezet hou
den. Ieder onderdeel hunner uitrusting
is nieuw. Groote voorbereidingen
worden getroffen. Men is er van
overtuigd dat het huidige oogenblik
een der keerpunten in den oorlog is.
Hardnekkige slagen zijn spoedig te
wachten, terwijl inmiddels de Russen
zoowel als de Duitschers nauwkeurig
acht geven op elke beweging van
hun tegenstander.
Van beide zijden worden nieuwe
schikkingen getroffen met het oog op
de hernieuwing van den strijd. Bin
nen de volgende twee weken mogen
belangrijke gebeurtenissen verwacht
worden. De Duitschers onttrekken
een aanzienlijk deel van hun hospi
talen en voorraaddepöts aan het
Rawkafront en concentreeren het voor
naamste deel hunner strijdmachten
tegenover de Russische stellingen aan
de Bzura.
De Duitsche sociaal
democraten.
De „Vorwarts" maakt de volgende
verklaring openbaar
De sociaal-democratische fractie in
den Duitschen Rijksdag heeft in haar
vergadering van Dinsdag na grondige
bespreking het volgende besloten De
franctie sluit zich aan bij de door
het bestuur der fractie afgelegde
verklaringen van December 1914 over
het stemmen van Liebknecht, veroor
deelt ten scherpste de door Liebknecht
gepleegde inbreuk op de partijtucht
wijst de door item verspreide moti
veering van zijn stem als onvereenig-
baar met de belangen der Duitsche
sociaal-democratie, met beslistheid
af; en veroordeelt eveneens de door
Liebknecht in het buitenland versprei
de mededeelingen over gebeurtenissen
in de partij, die op een dwaalspoor
kunnen brengen.
Aangezien de fractie, volgens de
partijstatuten niet over de middelen
beschikt tot verdergaande maatregelen
moet zij een definitieve beslissing
overlaten aan den eerstvolgende^
partijdag.
Voorts heeft de fractie besloten,
dat zij het besluit, dat de fractie in
den Rijksdag eensluidend zal stemmen
zal handhaven, voorzoover zij zich
daarvan voor een bijzonder geval niet
uitdrukkelijk ontheven verklaart. Een
lid der fractie dat meent, dat het
volgens zijn overtuiging niet kan
deelnemen aan een aaneengesloten
stemming der fractie, heeft het recht,
niet aan stemming deel te nemen'
mits deze onthouding niet het karakter
draagt van een betooging.
De Duitsche metaalvoor-
raden in beslag genomen.
Naar de Duitsche bladen mede.
deelen, heeft de Duitsche regeering
beslag gelegd op alle voorraden ko
per, nikkel, tin, aluminium, antimo
nium en lood. Al wie in Duitschland
voorraden van deze metalen in zijn
bezit heeft, is verplicht voorden 15n
Februari hiervan opgave te doen aan
de „Kriegsrohstoffabteilun" van het
ministerie van Oorlog te Berlijn.
Daar de Duitsche regeering reeds
sedert geruimen tijd niet meer in staat
was, zich de hoeveelheid metaal, die
zij voor haar oorlogsdoeleinden noo-
dig had, langs den normalen weg te
verschaffen, was zij er toe overge
gaan naar gelang van de eischen, die
de toestand stelde, op de voorraden
van particulieren beslag te leggen.
Blijkbaar kon zij echter ook op deze
wijze niet langer in haar behoeften
voorzien. Dientengevolge was zij zer-
plicht tot een maatregel van de meest
algemeene strekking over te gaan en
en op al het in Duitschland aanwe
zige metaal beslag te leggen.
Na eerst de korenvoorraden onder
staatsbeheer te hebben gesteld, heeft J
Duitschland thans dus ook een rijks
monopolie van metalen ingevoerd.
Een krasse maatregel.
De Peterburgsche correspondent
van de „Times" bevestigt het bericht
dal aan de bemanning van de bij
Libau neergeschoten Parseval (ten on
rechte werd eerst van een Zeppelin
gesproken) is meegedeeld, dat zij als
gewone misdadigers zullen worden
behandeld en berecht. Rusland n.l.
heeft, zoo zegt de correspondent, in
overeenstemming met den algemeenen
geest der internationale verdragen, in
welke de regels van de oorlogvoering
zijn neergelegd, besloten om een bom
bardement van een onverstrekte Stab
als een daad van roof te beschouwen
en personen, die aan dergelijke daden I
deelnemen, als roovers te behandelen,
welke aanspraken zij ook doen gelden
op de hoedanigheid van oorlogvoe
renden.
En het bommer.werpen op Libau
rekent de Russische regeering tot zulk
een daad, omdat Libau reeds lang
geen versterkte stad meer is. Volgens
„Vetsjerne Vremya" zouden twee leden
van de bemanning van de Parseval
vóór den oorlog te Libau hebben ge
woond als kappers en dus heel goed
weten, dat de stad niet versterkt is-
en geen garnizoen heeft.
Dit blad meldt verder dat onder de
officieren zich bevond luitenant von
Schenk, die groote bezittingen heelt
in Rusland en voor den oorlog hout
handelaar was, die vooral hout uit I
Rusland aan de Duitsche regeering
leverde.
Als de bemanning werkelijk als
roovers behandeld zal worden, dan
vreezen wij dat hun de doodstraf
wacht.
In den hospitaal-trein.
In het „Berl. Tagebl" vertelt een
dokter bijzonderheden over het werk
in een hospitaal-trein. Deze treinen
zijn uitsluitend voor zwaar gewonden
bestemd. „Als in den hemel", zeggen
de patiënten gewoonlijk, wanneer ze
eindelijk in het zachte bed van den
trein komen te liggen. Zoodra de trein
vol is gaan de dokters en het ver-
plegingspersoneel aan het werk. Alle
gewonden worden ontkleed en van
warme kousen en gereed liggende
hemden voorzien. De vertrekken zijn
reeds te voren goed verwarmd. De
schoenen worden uitgetrokken, als het
eenigszins mogelijk is, in den naad
open getornd en nu worden de klee-
dingstukken, ransels en andere gerei
van de soldaten genummerd in den
bagagewagen opgeborgen. Eerst als
deze stoffige dingen weg zijn, begint
het eigenlijke chirurgische werk van
den geneesheer. Intusschen is in de
groote ketels in de keuken warme
bouillon en warm eten klaar gemaakt-
Zeer gelukkig zijn de dokters als zij
hun patiënten dan een glaasje rooden
wijn kunnen geven, daar dit veel leed
doet verdragen. Dan begint het aan
leggen van nieuwe verbanden en het
los maken van de oude. Kleine ope-
raties hebben in den ziekenwagen
plaats, andere alleen in de operatie-
De belastini
gische uitg
Het besluit no]
Iheffing van afwez
I- De B,
J914 aan personei
worpen enedie se
den oorlog vrijv
venaten en meer
buiten België verb
ten een buitenge
belasting betalen,
tienvoudige van h
melde belasting,
opcentiemen van|
ze vóór 1 Maart
den teruggekeerd
wijs van het tege
als buiten Belgi
belastingschuldige
ven of niet verblij
woonst.
Art. 1.: Artikel
I passing op de b
voor wie het bedra
Ibelasting, volgens
de opcententiemen
begrepen, niet hoe
35 fr. in gemeent
45 fr. in gemeent
60 fr. in gemeent
80 fr. in gemeent
jlOO fr. in van me
Het hoofd van]
stuur bij den gouv|
E gemachtigd, voor
yaatdigheid vrijste]
te verleenen.
Art 3. De helft
der belasting komt
kaal gouvernement
de te voorzien in
het bezet gebied,
en 49 der Haags
den oorlog te lanc
is ten voordeele de
velke de belasting
vorpen is aan de i
belasting voor het
Art. 4. De belas]
ten laatste op 15
baar bij middel va]
verloop van dien
Art. 5. Alle bijzi
belastingen, gesten
feelijk aan die voorz
£fgeschaft, of kunnt
piet ingesteld word
Onderhavig beslu
ran kracht. Het ho
jerlijk bestuut bij
jeneraal in België i
•ing er van belast.
De Belgische vluel
is ook ter sprake
taadszi ting te An
plaatselijk blad„Atwt
het eerste blad c
tan de stad verse
roor drie weken ges
n verslag van
iok melding heeft
nterpellatie, waarui
in W. van Antwerp
belasting hebben
verklaarden toch,
autonoom is in final
Hat zij er nooit
ben, tot zoo'n belast
fte nemen.
ben luchtaanv
Uit Noord-Frankrij
ingelsche bladen
ichers weer een
terken gedaan hebbq
lebben zij het
lag boven de r
'at zou hun ook
ten zijn, want
leid gebracht. Kano]
tachines te beschi
'erschillende plaatsen]
als mitrailleurs,
tal Fransche
ongenoode gasten
Tie een of andere
ichers te weten
regelen er gen
hebben zij het
De maan
gen
ïucti
ebb
niet
plaal
mi
alles]
Ook
machine
wij
i gekon
er genomen
bij
nd
scheen h