DE OORLOG. VUsslngen, 4 Februari. Gisterenavond is alhier binnenge komen de Nederlandsche motorschoe ner „Cornelis" om aan de Kon. Mij. „de Schelde" gerepareerd te worden. Te Utrecht slaagde voor het voor- loopig machinisten diploma de heer G. van de Velde, alhier. De justitie te Middelburg heeft een gerechtelijk geneeskundig onderzoek bevolen van het gisteren op het strand alhier aangespoelde lijk, teneinde te doen uitmaken of hier al dan niet sprake kan zijn van misdrijf. Zooals bekend mag goud niet uit Duitschland gevoerd worden. Heelt men goudgeld bij zich, dan krijgt men hiervoor aan de grens papiergeld. Heden maakten wij kennis met twee dames, die op bijzondere manier hun goud verborgen hadden. De eene dame had zich de knoopen van haar flu- weelen japon afgetornd. Een groot aantal knoopen werd nu door haar gemaakt van 20 markstukken Iedere knoop bevatte twee 20 Markstukken, waarop een watje en dit geheel werd overtrokken met fluweel. De knoopen werden in twee rijen op de japon genaaid. De andere dame moest zich tot het hemd ontkleeden. Niets werd gevonden. Doch in de pas van haar hemd had zij een groot aantal goud stukken genaaid, die voor de Duit- schers verborgen bleven. Aan het strand te Zoutelande is dezer dagen een flesch aangespoeld, waarin 2 briefkaarten, afkomstig van een Duitschen militair. De eene briefkaart bevatte in het Duitsch het volgende „Waarde Vinder Wie ge ook zijn moogt, ontvang van een krijgsman aan de Noordzee de allerhartelijkste groeten en schrijf eens op bijgevoegde kaart (volgt adres van een regiment Duitsche infanterie in België). 4 Op de adreszijde der kaart staat „Mocht het intusschen tot den vurig gewenschten vrede gekomen zijn, dan verzoek ik u, aan mijn oorspronkelijk adres te schrijven" (volgt adres ïr. een plaats aan de Elbe). De tweede kaart bevatte alleen het adres waaraan moest worden geschre ven en was overigens blanco. Of men hier met een grappenmaker te doen heeft die aar. de Belgische kust de flesch te watet heeft gewor pen is natuurlijk niet bekend. Bij de installatie van den heer P. Dumon Tak als burgemeester van Middelburg, werd nog het woord ge voerd door het oudste lid van den gemeenteraad, den heer mr. S. Gra- tama, die de voldoening wenschte uit te drukken, die zoowel de raad als de burgerij bezielt over deze burge meestersbenoeming, door H. M. de Koningin gedaan. Door de uitste kende wijze waarop de heer Dumon Tak zijn post van waarnemend bur gemeester bekleedde, ontstond in Middelburg de algemeene wensch, dat hij de opvolger zou mogen zijn van jhr. v. d. Brandeler. De heer Gratama sprak de hoop uit dat de nieuwe burgemeester, wien de raad welwillend tegemoet treedt, veel zou weten tot stand te brengen voor de gemeente, bijzonder wat betreft de verbetering van den financteelen toestand. De heer Tak bedankte de verschil lende sprekers voor hunwoorden en de overige aanwezigen voor hun blij ken van instemming. De twee Fransche officieren, die gisteren met een tweedekker te Co- lijnsplaat zijn geland, zullen geinter- nterd worden. De aviateurs verklaar den verdwaald te zijn. Zij hadden stafkaarten bij zich en in de vliegma chine was een mitrailleuse geplaatst. Gisteren zijn naar het huis van Bewaring te Middelburg overgebracht A l S„ 20 jaar, f. V., 19 jaar en f! van T., 18 jaar, allen wonende te Westdorpe, verdacht van diefstal met braak bij den landbouwer E. A-, te Westdorpe, waarbij verschillende kle dingstukken,gouden- en zilveren voor werpen aan Belgische vluchtelingen toebehoorende, werdén ontvreemd. RECHTSZAKEN Bij bevelschrift der rechtbank te Middelburg is verwezen naar de openbare terechtzitting met bevel tot gevangenhouding van de beklaagden de zaak tegen F. E. de W 30 jaar A. L. Th., 34 jaar, A. de B., 35 jaar, allen wonende te Sas van Gent thans gedetineerd te Middelburg, beklaagd van diefstal van 50 kisten sigaren te Overslag. De toestand. Bij een vergelijking van de Duit sche en Fransche communiqué's be treffende de krijgsverrichtingen op 1 dezer, blijkt dat de Duitschers op dien dag slechts berichtten, dat er op enkele plaatsen artilleriegevechten plaats hadden, en yerder was er op het westelijk front niets bijzonders. De Franschen zijn mededeelzamer. Zij zeggen dat de Duitschers een reeks van aanvallen deden, o. a. bij Guinchy en La Bassée. De Engelschen kwamen daardoor in de gelegenheid om het verloren terrein te herwinnen en zelfs vijandelijke loopgraven te veroveren. Ten noorden van den weg van Béthune naar La Bassée leverde de infanterie der bondgenooten een gevecht met een Duitsch bataljon, dat een hevigen aanval had gedaan. Van het heele bataljon konden slechts en kelen hun loopgraven weer bereiken, na drie vergeefsche aanvallen de rest der Duitschers waren dood of krijgs gevangenen. Ten westen van Verdun werd een Duitsche aanval eveneens afgeslagen. De Russen melden over de gevech ten op 1 dezer, dat de strijd in het Mlawa-gebied (Noord Polen) voor hen gunstig verloopt. In Midden-Polen werd hardnekkig gevochtende Rus sen hernamen de den vorigen dag verloren vooruitgeschoven loopgraven. Van de gevechten in de Karpathen zeggen de Oostenrijkers, dat zij met de Duitschers „in het tnidden van het front" succesvol strijden. Het Russisch communiqué van gis teren zegt, dat op 31 Januari en 1 Februari de Russische troepen op rukten naar den Doekla-pas en weer in de streek Jaslisk—Mezo Laborcz (Hongaarsche comitaat Ung) door drongen. Bij dezen opmarsch verover den de Russen een batterij van 6 kanonnen, 2 houwitsers en machine geweren tevens werden vele gevan genen gemaakt. Een Oostenrijksche tegenaanval ten zuidoosten van den Uszok-pas werd afgeslagen. De Engeische bladen ontvangen uit Petersburg berichten, volgens welke de laatste Turksche divisie, die na de Turksche nederlagen vanArdahan, Olty en Sarykamisj nog over waren, vernietigd is. Zooals bekend hebben de Russen hiervan al officieel melding gemaakt. Uit Newyork wordt een aanslag gemeld op een brug van den Cana dian Pacific-spoorweg. De 37jarige Duitscher, die den aanslag pleegde, gaf als reden op dat Canada de vijand was van zijn land. De brug was slechts licht beschadigd. Het 20e bombardement van Veurne. Pas was ik te Veurne teruggekeerd, schrijft de „Msb."-corresp. uit Rams- capelle, of we kregen er weer een heel onaangenaam bezoek. Zzzzt ging het over mijn hotel. Het was toen ongeveer 31/, uur. De eene houwitser volgde de andere op. En kelen ontploften niet, anderen sloegen met helsch gedruisch neer. Voor de 19e maal bombardeerden de Duit schers uit de richting van Pervyse de stad Veurne. Ik kwam even voor de deur kijken. Ik dacht de menschen haastig te zien vluchtendit was echter niet het geval. Tegen het station aangeleund rookten soldaten pratend hun pijpje. Linietroepen trokken onverschrokken in de richting van Pervyse. De gendarmen, die de vaartbrug bewaken, bleven op hun post. Na het vijftiende schot zweeg het Duitsch kanon weer talrijke soldaten en burgers liepen toen in eenzelfde richting. Vermoedelijk moesten er dus slachtoffers gevallen zijn. Nabij de militaire slagerij stonden honder den toeschouwers bijeen. Een klein vervallen huisje vertoonde een ga pende holte. Vrouwen stonden met samengevouwen handen op den drem pel hunner woning. Eenige hadden tranen in de oogen. „Hoeveel slacht offers vroeg een militair. „Drie," luidde het antwoord. Iedereen wilde me nu inlichten. Zoo vernam ik, dat een soldaat het hoofd werd af geslagen. Een anderen werden de beenen afgeslagen. Maar wat vooral een storm van verontwaardiging deed opgaan, was, dat de projectielen ook een oude vrouw van 84 jaar hadden getroffen, die aan den haard gezeten haar verkleumde handen warmde. Alleen zij gaf nog teekenen van leven. Men bracht haar door de ontroerde menigte naar een ambulancewagen van het Engelsch gasthuis. Men vreesde een nieuw bombar dement dezen nacht. De morgen kwam echter, zonder dat de stem van het Duitsch kanon mij uit den siaap gewekt had. Maar de kalinte was van korten duur. Om 81/i uur des morgens siste de eerste kogel weer over de voorstad. Ik trok op ver kenning uit. Aan de spoorbrug ge komen, sloegen de projectielen over mijn hoofd heen. Het gevaar belette niet, dat een Belgisch soldaat, aldaar op wacht, nauwkeurig mijn passen onderzocht. Een projectiel kwam met groot gedruisch aangevlogen en ont plofte met helsch geraas eenige meters van ons. Ik zag op dit oogenblik de papieren niet eens in zijn handen beven. In de Zuidstraat heerschte groote opgewondenheid. Een der houwitsers was er in een winkel geslagen en doodde er een dokter op het oogenblik, dat hij zijn kame raad ging wekken. Twee vrouwen gekwetst. Een Engeische vliegenier steeg op, om na te speuren van waar gescho ten werd. Dit was voldoende om een einde te maken aan het 20e bombar dement. Keizer Wilhelm over zijn tegenstanders. In de „München, Neuesten Nach- richten" schrijft Ludwig Ganghofer over den Keizer: Ook in de grootste opwinding blijft hij zich steeds bewust van wat hij zegt. Ik hoorde hem eens naar aanleiding van een lastering zeggen „Dat is sterk, maar gelukkig is de waarheid op den duur steeds slimmer en sneller." De ridderlijke houding van tegen standers doet hem altijd genoegen. Bijna geen anderen Duitscher hoorde ik over de goede eigenschappen en de prestaties van onze vijanden zoo rechtvaardig en waardeerend oordee- len, als door den Duitschen keizer. Ook tegen Engeland hoorde ik van hem geen in toorn buiten de perken gaand woord, Tot een vertegenwoordiger van een onzijdigen staat zei de keizer eens: „Gij zijt een sportbeoefenaar. Wan neer bij een wedren de minder snel le concurrenten afvallen en slechts twee paarden elkaar de overwinning betwisten, zaagt u dan ooit, dat het beste paard door zijn berijder gesla gen werd De aangesprokene schud de van neen, waarop de keizer voort ging „Waarom slaat Engeland dan naar onswaarom niet op zijn eigen, luier wordende knol Een ander gedenkwaardig gezegde van den keizer is„Velen, die naar uiterlijke omgangsvormen oordeelen en ons barbaren hee'en, schijnen het groote onderscheid tusschen uiterlijke beschaving (Zivilisation) en innerlijke beschaving (Kultur) niet te kennen. De Engelschen zijn een volk van de hoogste uiterlijke beschaving, in een salon merkt men dat op. Maar inner lijke beschaving bezitten beduidt over een nauwgezet en een hooge moraal beschikken. Dat hebben mijn Duit schers. Wanneer men in het buiten land zegt, dat ik een wereldrijk wil stichten, is dat de meest volmaakte onzin. Maar in de moraal, het ge weten en den vlijt der Duitschers schuilt de kracht eener verovering, waarvoor de wereld zich zal ontslui ten." Officieel Fransch legerfcericht. De Fransche legatie deelt omtrent de krijgsverrichtingen het volgende mede De le Februari werd gekenmerkt door een verdubbelde hevigheid van het artilleriegevecht en door een reeks aanvallen der Duitschers, welke ove rigens van ondergeschikt belang wa ren en die alle werden afgeslagen met ernstige verliezen voor onze tegen standers in verhouding tot de sterkte der troepen, die er hunnerzijds aan deelnamen. Rond Yperen was er op verschil lende plaatsen hevig geschutvuur. Een van onze batterijen slaagde er in, de Duitsche convooien te verjagen, die bij Poelcappele waren gesignaleerd. Bij Cuinchy hebben gedeelten van een Duitsch regiment een Engelschen post aangevallen en hebben dien eerst teruggedreven. De Engeische troepen hebben het verloren terrein weder bezet, vervolgens zijn zij vooruit ge trokken en veroverden vijandelijke loopgraven. In den ochtend heeft de vijand onze loopgraven ten noorden van den weg Béthune—La Bassée hevig aan gevallen. Hij werd teruggeworpen en het gevecht was bijzonder schitterend voor onze infanterie. De Duitschers schenen ten minste een bataljon sterk geweest te zijn. De eerste twee aanvallen der Duitschers mislukten door ons vuur, bij den der den aanval gelukte het den vijand in een van onze loopgarven te komen. Maar door een onmiddellijk onderno men tegenaanval met de bajonet werd de vijand er uit verjaagd. Slechts en kele Duitschers slaagden er in, hun loopgraven weder te bereiken, al de anderen bleven op hét terrein, dood of krijgsgevangen. Tusschen de Somme en de Oise en langs het front aan de Aisne is geen enkele gebeurtenis van belang te melden, buiten den vijandelijken aanval op Beaumont—Hamel,dieniet werd hernieuwd. Onze zware-artilierie heeft het station van Noyon gebom bardeerd, waar men bezig was met maatregelen voor de approviandeering van het leger en heeft twee ontplof fingen veroorzaakt, waarvan de rook meer dan twee en een half uur bleef hangen. in Woevre heeft de vjjand een on middellijk gestuiten aanval beproefd tegen den westelijken uitlooper van het Bouchotbosch. Italië gereed. De Londensche bladen bevatten het bericht, dat italiaansche reservisten in Liverpool een waarschuwing heb ben ontvangen om zich gereed te houden zich bij hun vaandel te voegen wanneer zij worden opgeroepen. De „Avanti" schrijft in een hoofd artikel, dat indien Italië zich in het Europeesch conflict zal mengen, het geen steunpunten zal vinden, noch bij zijn bondgenooten, die het verra den heeft, noch bij de Triple Entente. De „Corrière della Sera" wordt uit Rome gemeld, dat het bericht, dat Bulgarije aanstoot nam aan het Ser visch—Bulgaarsche grensincident, eenige onrust heeft gewekt, daar men het voor moeilijk houdt, dat zulke grensincidenten aan de Servisch— Bulgaarsche grenzen zullen worden vermeden. Officieele tegenspraak. Officieel wordt door het groote Duitsche hoofdkwartier medegedeeld De officieele Fransche berichten over de gebeurtenissen bevatten in den jongsten tijd merkwaardige, in ons nadeel verkeerd voorgestelde, somtijds zelfs volkomen verzonnen mededeelingen. Natuurlijk denkt het Duitsche leger bestuur er niet aan, dergelijke mede deelingen afzonderlijk tegen te spre ken, daar iedereen aan de hand der Duitsche officieele berichten in staat is, ze zelf te beoordeelen. Van het Oostelijk front. De correspondent van de „Daily Chronicle"bij het Russische leger zegt in een telegram uit Wola Penkozews- ka dat nieuwe troepen voortdurend in het dorp aankomen. Zij behooren tot de aanzienlijke strijdmacht van meer dan een millioen van de recru- ten van 1914, die te zamen met de troepen der tweede linie de reeds machtige Russische legers krachtig versterken, welke de linies van de Oostzee tot de Karpathen bezet hou den. Ieder onderdeel hunner uitrusting is nieuw. Groote voorbereidingen worden getroffen. Men is er van overtuigd dat het huidige oogenblik een der keerpunten in den oorlog is. Hardnekkige slagen zijn spoedig te wachten, terwijl inmiddels de Russen zoowel als de Duitschers nauwkeurig acht geven op elke beweging van hun tegenstander. Van beide zijden worden nieuwe schikkingen getroffen met het oog op de hernieuwing van den strijd. Bin nen de volgende twee weken mogen belangrijke gebeurtenissen verwacht worden. De Duitschers onttrekken een aanzienlijk deel van hun hospi talen en voorraaddepöts aan het Rawkafront en concentreeren het voor naamste deel hunner strijdmachten tegenover de Russische stellingen aan de Bzura. De Duitsche sociaal democraten. De „Vorwarts" maakt de volgende verklaring openbaar De sociaal-democratische fractie in den Duitschen Rijksdag heeft in haar vergadering van Dinsdag na grondige bespreking het volgende besloten De franctie sluit zich aan bij de door het bestuur der fractie afgelegde verklaringen van December 1914 over het stemmen van Liebknecht, veroor deelt ten scherpste de door Liebknecht gepleegde inbreuk op de partijtucht wijst de door item verspreide moti veering van zijn stem als onvereenig- baar met de belangen der Duitsche sociaal-democratie, met beslistheid af; en veroordeelt eveneens de door Liebknecht in het buitenland versprei de mededeelingen over gebeurtenissen in de partij, die op een dwaalspoor kunnen brengen. Aangezien de fractie, volgens de partijstatuten niet over de middelen beschikt tot verdergaande maatregelen moet zij een definitieve beslissing overlaten aan den eerstvolgende^ partijdag. Voorts heeft de fractie besloten, dat zij het besluit, dat de fractie in den Rijksdag eensluidend zal stemmen zal handhaven, voorzoover zij zich daarvan voor een bijzonder geval niet uitdrukkelijk ontheven verklaart. Een lid der fractie dat meent, dat het volgens zijn overtuiging niet kan deelnemen aan een aaneengesloten stemming der fractie, heeft het recht, niet aan stemming deel te nemen' mits deze onthouding niet het karakter draagt van een betooging. De Duitsche metaalvoor- raden in beslag genomen. Naar de Duitsche bladen mede. deelen, heeft de Duitsche regeering beslag gelegd op alle voorraden ko per, nikkel, tin, aluminium, antimo nium en lood. Al wie in Duitschland voorraden van deze metalen in zijn bezit heeft, is verplicht voorden 15n Februari hiervan opgave te doen aan de „Kriegsrohstoffabteilun" van het ministerie van Oorlog te Berlijn. Daar de Duitsche regeering reeds sedert geruimen tijd niet meer in staat was, zich de hoeveelheid metaal, die zij voor haar oorlogsdoeleinden noo- dig had, langs den normalen weg te verschaffen, was zij er toe overge gaan naar gelang van de eischen, die de toestand stelde, op de voorraden van particulieren beslag te leggen. Blijkbaar kon zij echter ook op deze wijze niet langer in haar behoeften voorzien. Dientengevolge was zij zer- plicht tot een maatregel van de meest algemeene strekking over te gaan en en op al het in Duitschland aanwe zige metaal beslag te leggen. Na eerst de korenvoorraden onder staatsbeheer te hebben gesteld, heeft J Duitschland thans dus ook een rijks monopolie van metalen ingevoerd. Een krasse maatregel. De Peterburgsche correspondent van de „Times" bevestigt het bericht dal aan de bemanning van de bij Libau neergeschoten Parseval (ten on rechte werd eerst van een Zeppelin gesproken) is meegedeeld, dat zij als gewone misdadigers zullen worden behandeld en berecht. Rusland n.l. heeft, zoo zegt de correspondent, in overeenstemming met den algemeenen geest der internationale verdragen, in welke de regels van de oorlogvoering zijn neergelegd, besloten om een bom bardement van een onverstrekte Stab als een daad van roof te beschouwen en personen, die aan dergelijke daden I deelnemen, als roovers te behandelen, welke aanspraken zij ook doen gelden op de hoedanigheid van oorlogvoe renden. En het bommer.werpen op Libau rekent de Russische regeering tot zulk een daad, omdat Libau reeds lang geen versterkte stad meer is. Volgens „Vetsjerne Vremya" zouden twee leden van de bemanning van de Parseval vóór den oorlog te Libau hebben ge woond als kappers en dus heel goed weten, dat de stad niet versterkt is- en geen garnizoen heeft. Dit blad meldt verder dat onder de officieren zich bevond luitenant von Schenk, die groote bezittingen heelt in Rusland en voor den oorlog hout handelaar was, die vooral hout uit I Rusland aan de Duitsche regeering leverde. Als de bemanning werkelijk als roovers behandeld zal worden, dan vreezen wij dat hun de doodstraf wacht. In den hospitaal-trein. In het „Berl. Tagebl" vertelt een dokter bijzonderheden over het werk in een hospitaal-trein. Deze treinen zijn uitsluitend voor zwaar gewonden bestemd. „Als in den hemel", zeggen de patiënten gewoonlijk, wanneer ze eindelijk in het zachte bed van den trein komen te liggen. Zoodra de trein vol is gaan de dokters en het ver- plegingspersoneel aan het werk. Alle gewonden worden ontkleed en van warme kousen en gereed liggende hemden voorzien. De vertrekken zijn reeds te voren goed verwarmd. De schoenen worden uitgetrokken, als het eenigszins mogelijk is, in den naad open getornd en nu worden de klee- dingstukken, ransels en andere gerei van de soldaten genummerd in den bagagewagen opgeborgen. Eerst als deze stoffige dingen weg zijn, begint het eigenlijke chirurgische werk van den geneesheer. Intusschen is in de groote ketels in de keuken warme bouillon en warm eten klaar gemaakt- Zeer gelukkig zijn de dokters als zij hun patiënten dan een glaasje rooden wijn kunnen geven, daar dit veel leed doet verdragen. Dan begint het aan leggen van nieuwe verbanden en het los maken van de oude. Kleine ope- raties hebben in den ziekenwagen plaats, andere alleen in de operatie- De belastini gische uitg Het besluit no] Iheffing van afwez I- De B, J914 aan personei worpen enedie se den oorlog vrijv venaten en meer buiten België verb ten een buitenge belasting betalen, tienvoudige van h melde belasting, opcentiemen van| ze vóór 1 Maart den teruggekeerd wijs van het tege als buiten Belgi belastingschuldige ven of niet verblij woonst. Art. 1.: Artikel I passing op de b voor wie het bedra Ibelasting, volgens de opcententiemen begrepen, niet hoe 35 fr. in gemeent 45 fr. in gemeent 60 fr. in gemeent 80 fr. in gemeent jlOO fr. in van me Het hoofd van] stuur bij den gouv| E gemachtigd, voor yaatdigheid vrijste] te verleenen. Art 3. De helft der belasting komt kaal gouvernement de te voorzien in het bezet gebied, en 49 der Haags den oorlog te lanc is ten voordeele de velke de belasting vorpen is aan de i belasting voor het Art. 4. De belas] ten laatste op 15 baar bij middel va] verloop van dien Art. 5. Alle bijzi belastingen, gesten feelijk aan die voorz £fgeschaft, of kunnt piet ingesteld word Onderhavig beslu ran kracht. Het ho jerlijk bestuut bij jeneraal in België i •ing er van belast. De Belgische vluel is ook ter sprake taadszi ting te An plaatselijk blad„Atwt het eerste blad c tan de stad verse roor drie weken ges n verslag van iok melding heeft nterpellatie, waarui in W. van Antwerp belasting hebben verklaarden toch, autonoom is in final Hat zij er nooit ben, tot zoo'n belast fte nemen. ben luchtaanv Uit Noord-Frankrij ingelsche bladen ichers weer een terken gedaan hebbq lebben zij het lag boven de r 'at zou hun ook ten zijn, want leid gebracht. Kano] tachines te beschi 'erschillende plaatsen] als mitrailleurs, tal Fransche ongenoode gasten Tie een of andere ichers te weten regelen er gen hebben zij het De maan gen ïucti ebb niet plaal mi alles] Ook machine wij i gekon er genomen bij nd scheen h

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1915 | | pagina 2