DINSDAG KAMEROVERZICHT- Nederland en de Oorlog. No. 301 tiitgaveFirma F. VAN DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen ÜEMËÉNTEBESTUUR FEUILLETON VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheeie rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.40voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege De abonnés.in 'tbezit eener Oft ffÖÉflgulden bij levens- gulden bij dood OAAgulden bij verliest rfftgulden bij verlies 4 AA gulden bij verlies O rfgulden bij verliet polis, zijn GRATIS verze- M111111 lange ongeschikt- B B door «||B| van een hand, j *1II van| II III vaneen /q van eiken kerd tegen ongelukken voor: (ZUUU heid tot werken f UU een ongeluk (JUU voet of oog lvH een duim LUU wijsvinger UV anderen vinger. 'Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl, Alg. Verzek. Bank" te Schiedam Zij die zich met 1 Januari op de «dagelijks uerschijnende „VLIS SINGSCHE COURANT" abon- neeren, onfuangen de Courant tot dien datum GRATIS. BEKENDMAKING. Kamers van arbeid voor da Metaalbe werking en voor de Bouwbedrijven te Vlissingen. Burg. en Weth. van VlissiDgen gelet op art. 11 van het kiesreglement voor de Kamers van Arbeid herinneren de hoofden of da bestuur ders van de navolgende bedrijven, ver tegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Metaalbewerking het bewerken van metalen met uitzondering van bet lood- en zinkwerkersbedrijfhetseheeps- makersbedrijf het laden en lossen van schepen en spoorwegwagons en de hoofden of bestuurders van de navolgende bedrijven, vertegenwoordigd in de Kamer van Arbeid voor de Bouw bedrijven bet timmerlieden-, metselaars-, stukadoors,- lood- en zinkwerkers-, Bchil- ders- en aardewerkersbedrijf het leggen van electrische geleidingen of van gas- en waterleidingenhet ontwer pen van en het houden van toezicht bij het uitvoeren van bouwplannen aan hunne verplichtingen om vóór 15 Januari e. k. een lijst of zoo noodig lijs ten op te maken van de namen en de voornamen der mannelijke en vrouwelijke personen, die in hun bedrijf binnen het gebied der Kamers van Arbeid als pa troons of in bun dienst als werklieden werkzaam zijn geweest gedurende het laatstverloopen kalenderjaar, waarvoor wat het bouwvak en a&rdwerkersbedrijf betreft het laatste tijdperk van 7 maan den en wat het laden eu lossen van sche pen betreft, het laatste tijdvak van 6 maanden, dat in die bedrijven gewerkt is, geldt en om die lijst of lijsten voor 15 Ja nuari e. k., te zenden aan Burgemeester en Wethouders of in te leveren ten Raad- huize (Griffie.) Op de lijsten mogen niet vermeld wor den zij, die gedurende den boven aan gegeven tijd niet binnen het gebied der Kamera van Arbeid bij hetzelfde hoofd of denzelfden bestuurder zijn werkzaam Op de lijsten behoeven niet vermeld te worden zij, die geen ingezetene des Rijks of geen Nederlanders zijn of op den 15 Eebruari e. k. den leeftijd van 25 jaren niet zullen bereikt hebben. Zi', die gedurende het laatstverloopen kalenderjaar of wat het bouwvak en aar dewerkersbedrijf betreft, gedurende het laatste tijdvak van schepen betreft ge durende het. laatste tijdvak van 6 maan den, dat in die bedrijven gewerkt is niet in bet bedrijf van hetzelfde hoofd of den- aelfden bestuurder werkzaam zijn geweest en die aanspraak kunnen maken om op eene kiezerslijst voor de Kamers van Ar beid geplaatst te worden, worden er voorts aan herinnerd, dat zij daarvan vóór 15 door S. H. 64) O(Nadruk verboden. „Squire Daneholme is hier giste ren geweest Kende hij haar Maar hoe vraag ik dat? Natuurlijk kende hij haar. „Dat deed hij toch niet. Zij hield haar gezicht steeds naar den haard gekeerd en de Squire tierde en raas de al dien tijd zoo, dat hij in het geheel niet op haar lette. O, dat weet u nog niet. Wij hebben Ned o' Bracken gisteravond op bezoek ge had. Ik moet zeggen, het was Iaat voor twee eenzame vrouwen, om een be zoeker te hebben, maar Ned maakt geen onderscheid tusschen nacht en dag." „Ik weet, dat hij hier was en, Hester, hij heeft me een boodschap voor je meegegeven." Het meisje schudde het hoofd. .Zonder het te weten had zij gehoopt, Januari e. k. aangifta kunnen doen bij Burgemeester en Wethouders voornoemd. De formulieren der lijsten en der aan giften zijn van af 4 Januari e. k. ter Gemeente-Secretarie(Griffie) kosteloos ver krijgbaar. Vlissingen, 22 December 1914. Burg. eu Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. MEDISCHE POLITIE. Drinkwater. De Burgemeester van Vlissingen overwegende dat het met het oog op het voorkomen van meerdere ge vallen van febris typhoïdea in deze gemeente, bijzonder gewaarschuwd dient te worden tegen het gebruik van onzuiver water brengt ter algemeene kennis dat het water in de openbare pom pen niet deugdelijk is voor drinkwater, zoodat tegen het gebruik daarvan door hem wordt gewaarschuwd. Vlissingen, 19 December 1914. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BEKENDMAKING. Herplaatsing wegens misstelling. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen üelet op art. 54, 3e lid der Ge meentewet maken bekend dat de Raad dezer gemeente in zijne vergadering van 10 December j.l. uit zijn midden, tot lid der vaste com missie van bijstand voor den Reini gingsdienst benoemd heeft den heer H. J. TICHELMAN. Vlissingen, 22 December 1914. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaiis, WITTEVEEN. Vergadering van Maandag. Lager Onderwijs. Het debat over lager onderwijs, andere jaren met zooveel vuur ge voerd, was' ditmaal zeer mat. Alles wat geld kost, behoeft niet besproken ie worden, want daarvan komt stellig niets. Alleen de kwestie van de op leiding der onderwijzers kon bespro ken worden, omdat theoretische be schouwingen toch geen geld kosten. De Minister heeft een algemeen reor ganisatieplan ontworpen voor de rijksnormaallessen, dat hij echter heeft ter zijde moeten stellen omdat er geen geld is voor de uitvoering. In- lusschen tracht de regeering verbete ringen aan te brengen door verschil lende avondnormaallessen op te heffen en te vervangen door dag dat Griff, de zwaarte en schoonheid van heur haar zou opmerken en dat hij haar voor dezen éénen keer be wonderen zou. Neen, zij had meer gehoopt dan dit in de eerste vreugde, toen zij hem de helling zag afkomen zij had in zijn oogen gezocht naar een zweem van dien hartstocht, die haar verteerde en haar dagen waardeloos maakte. Maar Griff had haar met kalme achting aangezien en dit maakte Hester woedend. En zoo schudde zij weer het hoofd, een der manieren, waarop ze haar gevoelens kon ver bergen en haar tranen in bedwang houden. „Waar hebt u hem gezien vroeg zij onverschillig. „Hij kwam regelrecht naar Windy Farm en vond je vader en mij bij den haard zitten, nadat wij de bonte gered haddenen toen vertelde hij ons zijn geschiedenisen zijn bood schap was, dat je de eerste paar we ken niet naar hem moest uitzien. Hij is naar Wyecollar gegaan, tot de zaak wat vergeten is." „Er zijn er, die denken, dat ze o, zoo gemist zullen worden. Waarom scholen in centra. Het plan zal aan de Kamer worden overgelegd. Met deze discussie was de begroo ting voor Binnenlandsche Zaken af gedaan. Daarna kwam er een oude kwestie op het tapijt, bekend onder den po- pulairen naam van bevriezingswetje. Bij de herziening van de lager on derwijswet is een hoogere rijksbij drage toegezegd aan de u. 1. o. scholen en de m. u. 1. o scholen. In afwach ting van een definitieve regeling werd deze alleen toegekend aan reeds op gerichte scholen. Er werd een datum gesteld voor welken deze regeling gereed moest zijn. Verleden jaar was hel reeds noodig deze voor een jaar te verschuiven. Thans werd voorgestéld een verschuiving van twee jaar. Dit uitstel houdt verband met de indiening van het lyceum-wetje De heer Tydeman vreest afstel van dit uitstel indien men deze samen koppeling behoudt. Daarom vroeg hij spoedige indiening van een afzon derlijk wetje. De Minister kan dat niet beloven, doch hij had er geen bezwaar tegen den termijn van twee jaar in éen jaar te wijzigen. Het voorstel van den heer Tydeman nam hij over. Vervolgens kwam de begrooting van Financiën aan de orde, waarbij de heer Patijn een krachtig pleidooi hield voor een verbetering in de re geling der oester- en mosselvisscherij in Zeeland. Speciaal drong hij aan op remissie van de gesloten pachten nu door het stopzetten van den export de oester- en mosselhandel zoo slecht is gewórden. Verschillende andere punten wer den aangeroerd, die echter van zeer weinig algemeen belang waren. De Minister zal mild zijn tegen over de zoozeer geteisterde oester- en mossel-visschers. Na vele redevoeringen van den Rotterdamschen afgevaardigde Ter Laan, die voor leege banken sprak, werd de behandeling verdaagd. Het Koninklijk woord. De door H. M. de Koningin ge schreven „Kerstgroet" wordt bij den uitgever W. A. Beschoor te 's Graven- hage verkrijgbaar gesteld voor 2Va cent per exemplaar, voor 25 exem plaren 50 ets., voor 100 exempl. f 1.50 en voor 1000 exempl. f 10. Zooals reeds werd medegedeeld komen even- tueele baten der uitgave aan het Ko ninklijk Nationaal Steuncomité. De Kerstgroet zal op den 24 De cember verschijnen. Minister Loudon over Nederlands Internationale positie. De rede door den Nederlandschen zou ik uitzien naar Ned o'Bracken „Wel, hij is het wel waard, dat men naar hem uitziet," zei Griff, niet wetende, dat zijn vriendelijke wensch om deze twee veilig getrouwd te zien, als gal was voor Hester. „Zoo Dat is in elk geval nieuws voor me. Heeft hij u gezegd, hoe ik hem in het turfschuurtje verstopte voegde zij er bij na een oogenblik, ofschoon zij niets geen beling meer stelde in de gebeurtenissen van gis teravond, noch nieuwsgierig was om te weten, hoe Ned het klaar gespeeld had, om zoo plotseling te verdwijnen. „Ja," zei Griff lachend, „en hoe noch de Squire, noch de jachtop zichters er aan dachten, dat een turf schuurtje twee deuren kan hebben. Ned ontsnapte door de buitendeur, terwijl zij de turven wegtrokken." „O ja, dat is juist een streek van Ned. Er is geen hoekje, waar je hem kunt inmetselen, of hij zal zijn weg wel uitvinden. Hij komt wel, waar hij wezen wil, dat moet ik hem tot zijn eer nageven. En nu, mr. Lomax, zult u wel verlangen, haar te zien, en ik geloof, dat zij dat zij u ook gemist heeft." minister van buitenlandsche zaken,jhr. Loudon, bij de behandeling van zijn begrooting Donderdag in de Tweede Kamer gehouden, was van groote be- teekenis voor de internationale positie van ons land. Reeds wordt het ge beurde in die zitting, waarin de heer Lohman tot de orde geroepen werd, in het buitenland verkeerd uitgelegd o.a. in de „Köln. Ztg." van 18 Dec. Van belang is het daarom, de uiteen zetting van den minister in haar juiste bewoordingen te kennen. Na zijn dank te hebben uitgespro ken voor de waardeering, die de lei ding van onze buitenlandsche betrek kingen in dezen moeilijken tijd vond en de beantwoording van de heeren de Beaulort en Knobel, besloot mi nister Loudon als volgt: „Dat ik ondanks de meening van de geachte afgevaardigden uit Zwolle en Utrecht thans weinig mededeelzaam zal zijn en mij verplicht acht my ab soluut te houden bij hetgeen in de Memorie van Antwoord is geschreven, zal de Kamer, ik vrees er niet voor, volkomen billijken. Ik twijfel er niet aan, of dit zal worden begrepen in alle fracties, ook in die van den ge- achten afgevaardigde uit Utrecht II, wier leider zelf in den iaatsten tijd zooveel diplomatieke gaven heeft ten toon gespreid! „De ons omringende belligerenten hebben volkomen begrepen de positie die Nederland in den oorlog inneemt. Gaarne wil ik dan ook aan den geachien afgevaardigde uit Utrecht II mededeelen, dat de bedoelde oorlog voerende regeeringen mij zelfs op meer dan éen wijze hebben te kennen gegeven, dat zij die positie niet alleen begrepen maar ook waardeerden. „Naast de regeeringen mag ik ook de voornaamste persorganen in die landen noemen. Vooral in den iaatsten tijd hebben wij van die waardeering blijken ontvangen. Ik maak hierbij alleen een uitzondering voor een zeer kleine minderheid onder de journa listen, mannen, die nu eenmaal niet overtuigd willen worden. Een en ander neemt niet weg, dat Nederland en de Nederlandsche re- geeiing steeds op hun hoede moeten zijn. Het is niet te ontkennen, dat in omstandigheden als de tegenwoordige, incidenten te allen tijde kunnen voor komen, die zeer groote en zeer be denkelijke afmetingen kiannen aanne men, het is evenmin te ontkennen, dat hoe langer de oorlog duurt des te .meer de mogelijkheid tot dergelijke incidenten zich za! kunnen voordoen. Al is dit tot op den huidigen dag nog niet gebeurd, zoo is het toch waar dat, wanneer een neutraal land als het onze zich bevindt midden tusschen oorlogvoerende mogendhe den op het oogenblik van een zoo wijd vertakte conflagratie, er maar Het kostte Hester heel wat, om zoo veel te zeggen en terwijl zij sprak, verwonderde zij er zich over, waar om zij zichzelf zoo noodeloos pijn deed. Griff vermoedde niets van den storm, die in haar woedde, maar ging kalm naar binnen en groette mevrouw Nei- hercliff. Hester volgde hem niet; maar zij maakte het haar op in een lossen wrong, keek nog eens onge duldig naar de hut en begaf zich toen op weg naar Windy Farm. „Zij kunnen mij wel missen," mom pelde zij met een snik. Mevrouw Nethercliff glimlachte, zooals een vermoeid kind zou doen, toen Griff binnenkwam. De opwinding van den nacht, de herinneringen aan de dagen van weleer, die de komst van den Squire hadden opgewekt, waren gevolgd door doodelijke ver moeidheid en gedruktheid. Zij was op en gekleed, maar zag er uit, als of het bed een geschikter plaats voor haar zou geweest zijn. „U hebt gisteravond bezoekers ge had, hoor ik zei Griff terwijl hij den regen van zijn jas schudde, „ja ziet u, ik heb er na dien tijd weinig behoeft te gebeuren, om de oorlogsvlam ook tot ons te doen overslaan. Ik herhaal dan ook hetgeen onlangs de minister van financiën heeft gezegd, dat ons land steeds waakzaam moet zijn. „Onze onzijdigheid is zeer zeker niet een uiting van onverschilligheid of flauwhartigheid. Een onzijdigheid als de onze vereischt bij het volk karakterzij vereischt dit bovenal bij dat deel van het volk, dat met de wapenen in de hand gereed staat en steeds wacht om in geval van nood die neutraliteit te verdedigen. „Onze neutraliteit smoort ook niet de individueele sympathie voor den eenen belligerent of den ander; wat zij alleen vordert, is, dat de betuiging dier sympathie in toom worde gehou den dat het publiek en vooral de pers, zich zelf in bedwang houden. Nu is het mij een behoefte, van de pers sprekend, te verklaren, dat in het oog van de regeering, de Neder landsche pers, sedert het uitbreken van dezen oorlog, den hoogslen lof verdient. Ik spreek van onze pers in het algemeen, want op weinige, ge lukkig zeer enkele uitzonderingen na, heeft de pers getoond te begrijpen en te gevoelen dat het juist in een land waar zij over zoo groote vrijheid be schikt, haar plicht is om zich in toom te houden. Zij heeft getoond die eigenschap te bezitten, die in elke menschengemeenschap gevorderd mag worden van de verschillende organen, waaruit die gemeenschap bestaat, en die, bezitten zij haar, hun tot eer strekt namelijk verantwoordelijkheidszin.Des te meer treffen dan ook die enkele onder onze persorganen die niet schijnen begrepen te hebben, om welke verantwoordelijkheid het hier gaat. „Onze onzijdigheid is de bevestiging van onzen naiionalen drang, van onzen nationalen wil, om zelfstandig te blij ven in ons doen en laten en ik wensch het hier met nadruk te zeggen de Nederlandsche regeering zal, zoowel nu, als in de toekomst, die zelfstandigheid met vastberadenheid, met beslistheid steeds tot uiting weten te brenger.". Be Belgisch-Hollandsche grens bepalingen. De verscherpte maatregelen voor het verkeer tusschen ons land en België, die het bijna onmogelijk ma ken om de grens te passeeren, zijn blijkbaar alleen genomen vanwege de gerechtvaardigde vrees en het ver moeden, dat het briefverkeer tusschen Nederland en België gebruikt zou worden voor 't overbrengen of ont vangen van voor Duitschland nadee- lige berichten. Het groot getal Belgen in Nederland heeft naar wij /er- nemen aanleiding gegeven dat aldoor aan moeten denkenhet bracht me zoo duidelijk al de verhalen in mijn geheugen terug, die oom aan aan het ontbijt mee in huis bracht na een langen nacht met de jachtop zieners. Ik dacht in die dagen in 't geheel niet dat ik zelf nog eens midden in zoo'n tooneel zou zijn en niet herkend zou worden." Hester scheen verbaasd over Ned's verdwijning, die toch eenvoudig ge noeg was. Hij vertelde haar, hoe Ned ont snapt was en hoe hij van plan was, zich een poosje rustig te houden, er op vertrouwende, dat de Squire een grief spoedig vergat. Mevrouw Nethercliff lachte zacht. „Hij moet oom goed kennen",zei zij „zijn woede is te hevig, om lang te duren en als de kalmte volgt och dan wil hij den vjjand wel met beide handen geven wat hij vraagt. Maar hij is niet altijd zoo er zijn dingen, die hij niet kan vergeven." Griff wist, dat zij dacht aan haar eigen misdrijf jegens den Squire, door tegen zijn zin te trouwen, maar hij wilde haar niet op het onderwerp laten doorgaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1