ouw |D, lechf VRIJDAG 11 Gemeenteraad. ïen >or Dams, LREN. ROUW UitgaveFirma F. flff OE VEL0£ Ir., Kleine üsÉ 58, Vlissingen. Telefoon latere. 16 GEMEENTEBESTUUR KAMEROVERZICHT. FEUILLETON "BINNENLAND No.292 1914i VUSSINGSCHE COURANT S3, iedere Inder rabat, yoi-dt twee- |che vluchte- nscht VER- DR te wor- iia's voor den rien of andere IlEGELMAN, ren. een lend. Adres i Ewoulstraat klein gezin, me aange- ge. Verlangd Engelsch en der huisge- daarvan be- genegen bij |werk te ver- 1513, Bureau 3. GLERUM, esBureau yerkzaamhe- boerenstand eden. Adres lamypark 18, ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege De abonnés, in't bezit eener A g* gfc gulden bij levens- rjT* ffc gulden bij dood gulden bij verlies 4 gulden bij verlies A jftffc gulden bij verlies ft p'gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- 11 gg Egg lange ongeschikt- 11 door gil van een hand, JH1| van' 11911 vaneen JH van eiken kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken B WH een ongeluk voet of oog ICltJ een duim jLUP wijsvinger anderen vinger. Deze ultkeeringen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ot tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl, fllg. Verzek, Bank" te Schiedam PERSONEELE BELASTING. Afkondiging van het kohier der Personeele Belasting no. 7, dienst 1914. 41 De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aan den rijksontvanger is gezonden het executoir verklaarde kohier wegens de Personeele Belasting no. 7, dienst jaar 1914. De daarop voorkomende belastingschuldigen worden uitgenoo- digd om hunne aanslagen op den be paalden tijd aan te zuiveren, ook ter voorkoming van vervolgingen en herinnert: dat de bezwaarschriften binnen zes ■weken na heden behooren te worden ingediend, terwijl de aangiften ter bekoming van ontheffing, ingeval van verhuizing, moeten worden gedaan bij den Directeur der Directe belas tingen in wiens directie de aanslag sis vastgesteld, binnen zes weken na het verlaten van het perceei. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort den 11 Dec. 1914. De Burgemeester voornoemd, C. A. KALBFLEISCH, L. B. Het leeningsontwerp. Tot voor enkele weken heerschte er pais en vree in den lande, zelfs in het politieke kamp. Het leenings ontwerp verscheen en brak deze schoone broederschap. De regeering was daardoor in haar illusie getroffen en sprak het uit dat zij gehoopt had op een langeren duur van dien goeden geest van Augustus. Zie daar de tekst waaruit de heer Troelstra een lange zedepreek tegen de regeering smeedde en een aparte boekpredikatie tegen den minister van financiën. Diens eigen financieele plannen toch staan los van dit lee ningsontwerp. Hoe kan dat, vraagt de heer Troelstra zich af. Als de minis ter toch een weg weet om de midde len voor sociale hervormingen te vin den, waarom heeft hij ons dan niet een exposé daarvan gegeven. De minister ging uit van het stand punt dat de Godsvrede behouden moest blijven. Daarom was hij de rechterzijde^ter wille, met het gevolg echter dat hij den vrede aan links opzegde. Was de rechterzijde wel zoo tegen een heffingen eens Uit verschillende bladen blijkt dat dit allerminst het geval was. Merkwaardig is het dat éen der antirevoluiionnaire bladen zich bij de leening neerlegt omdat.. het den Godsvrede niet wil verbre ken. Zonderlinger kan het al niet. door S. H. '55) O(Nadruk verboden. „Ja, het is oom", mompelde de ander, vermoeid, hulpeloos. De opzichters hadden intusschen tweemaal geklopt en toen zij geen antwoord kregen, gooiden zij de deur open en traden binnen. Er waren er wijf en zij zagen er allen uit als Ned want zij hadden een langen wedloop achter den rug en door de overgroote inspanning hadden hun eerlijke ge- laatstrekk n de uitdrukking van wilde beesten. Zij deinsden terug, juist zooals Ned gedaan had, toen zij de twee vrouwen zagen. „Wel?" vroeg Hester, terwijl zij zich heel recht en verachtelijk oprichtte, mei de handen op de heupen. „Wij wij zoeken Ned o'Bracken", stamelde de eerste der mannen. ,„Wat hebben wij daarmee te maken? De wijzigingen dia de regeering aanbracht zijn wel als verbeteringen aan te merken, doch ze gaan niet zoover dat daardoor het ontwerp voor de sociaal-democraten aannemelijk is geworden. Dat zal misschien het ge val zijn indien het amendement-Vlie gen wordt aangenomen, d.w.z. indien thans reeds wordt beslist wat er over drie jaar zal gebeuren. De zekerheid daaromtrent moeten wij hebben, meent de heer Troelstra omdat anders en dit is de schuld der regeering drie jaar lang een heftige strijd zal moeten worden ge voerd tegen het plan der regeering. Gelijk de regeering de agitatie der jongste weken uitlokte, dat zij dit ook doen metden feilen politieken strijd welke in drie jaar zal worden gevoerd. Het volk is niet gerust er op, het kan het verschil tusschen dezen belas tingdruk en dien welken de eigenlijke financieele plannen van minister Treub zullen opleggen, niet gevoelen. Naast de hulde die de heer Troel stra bracht aan minister Treub en de uitdrukkelijke verklaring, dat geen politieke crisis kan worden beoogd, hield hij zich het recht voor, zijn meening tegenover de regeering te uiten, omdat hij het vertrouwen van het volk wenscht te behouden en niet gevaar wil loopen, dat dit zich aan zijn leiding onttrekt om zich te scha ren onder de vaan van anderen wier verantwoordelijkheid en kennis van zaken kleiner zijn. Eigenaardig was de uiteenzetting van den heer de Geer, die liet zien dat er tusschen een beffing ineens, die toch ook over eenige jaren zal moeten loopen en een leening op korten termijn, niet heel veel verschil bestaat. Een heffing wezenlijk in één punt des tijds is totaal onmogelijk, omdat ze enorme schade zou doen aan de functie van het kapitaal als arbeids voorziening. Verdeelt men de heffing over eenige jaren, dan wijkt ze niet veel meer af van een leening. Over drie jaar zal het dus ook niet de vraag zijn hoe men met een heffing- in-eens er af gzal komen, maar we! hoe bij het voortduren der leening de dekking gevonden zal worden. Dat zal z.i. geschieden door opcenten op de inkomstenbelasting met een surtaxe op de vermogensbelasting. Het amendement-Vliegen om nu reeds te beslissen over hetgeen in 1907 zal geschieden, vindt weinig steun. Commissaris der Koningin in Noord-Holland. De burgemeester van Amsterdam, de heer jhr. mr. dr. A. Roëil, heeft aan het departement van binnenland- Denk je, dat twee eenzame vrouwen je zullen helpen, om hem na te jagen „Neen, neen maar het is zoo, ziet u wij zagen hem de helling afgaan en wij zagen de deur der hut openen en het licht er door schijnen; en toen werd de deur weer gesloten." „Heel natuurlijk", zei Hester kalm. „Misschien ken je mijnheer Lomax?" „Vroeger wel", grinnikte een der opzichters. „Ik heb eens zes weken in mijn bed gelegen na een kloppartijtje met mijnheer Lomax." „Nu, dit is zijn huthij heeft haar een oogenblik geleden verlaten, want ik heb hem een boodschap gebracht van Windy Farm, en hij is heengegaan, om vader te helpen met een ziek beest." „Hem zoeken we niet", bromde de opzichter, die het eerst gesproken had. „Dat zeg ik nietmaar u hebt de deur zien opengaan en sluiten, en het licht naar buiten stroomen. U hebt zeker ook een groote mannengedaante geziennu dat was mr. Lomax op zijn weg naar Windy Farm." Mevrouw Nethercliff hield te angstig de deur in 't oog uit vrees, dat sche zaken een conferente gehad met minister Cort van der Linden. Men brengt dit onderhoud in ver band met de vervuiling van het ambt van Commissaris der Koningin in Noordholland. Hooge Raad. Bij Kon. besluit zijn benoemd bij den Hoogen Raad der Nederlanden tot president jhr. mr. W. H. de Sa- vornin Lohman, thans vice president van gemeld collegetot vice-presi dent mr. A. M. B. Hanlo, thans raads heer in gemeld college. Verspilling van rijksgelden. Hier en daar in de pers, maar ook reeds in de afdeelingen der Kamer, wordt er aan getwijfeld, of in vele gevallen de legerautoriteiten niet veel te ruim omspringen met's lands geld. De „Nieuwe Ct.", geeft eenige staal tjes van toepassing der Inkwartierings- wet die wij hier mededeelen. In het kantonnement Eindhoven zijn troepengedeelten ingekwartierd o. a. in de stoomtimmerfabiiek „De „Riel- v nk". Voor deze inkwartiering is geen legeringsruimte gevorderd, maar wordt bepaald per dag en per man en wel f0 20. Aangezien nu de fabriek „belegd" is met \'/i compagnie infanterie of pl.m. 400 man, wordt daarvoor door het rijk betaald een som van f80 per dag, of f2400 per maand, of f 28,800 per jaar. Hiervoor wordt den soldaten een kwartier verschaft, dat lang niet vol doet aan de latevartieringswet. De huur per jaar (128,800) bedraagt meer dan de géheele waarde der fabriek. En dat, terwijl de Inkwartieringswet nu het recht geeft om legerruimte op te eischen. In het dorpje Eersel staat een nog in aanbouw zijnd huisje, dat voor inkwartiering gebruikt werd. Ofschoon de kwartiergever bijna niets kon geven om recht te kunnen doen gel den op een vergoeding van f0.20 per dag en per man, werd hem in ongeveer 6 weken tijd uitbetaald een som van f 300, terwijl de heele waarde van het huisje slechtst 1200bedroeg. Een stem uit Italië. Onder den titel „Reis door Hol land, de groote gastvrijheid van een klein land" heeft de heer Alexander Sacco in de üiornale van Turijn, van den 15 November j.l. een artikel gepubliceerd, waarin hij met grooten lof gewaagt van de ontvangst der Belgische vluchtelingen ir, ons land. In dit artikel zegt hij onder meer „Ik kan bevestigen, zonder dat ik vrees behoet te koesteren, tegenge sproken te worden, dat elk Neder- landsxh dorp het zich tot een eer de Squire zich zou vertoonen om veel te letten op wat er gezegd werd toch begreep zij vaag, dat Hester, terwiji zij zich zoo dicht mogelijk bij de waarheid hield, een uitweg voor haar vriend zocht. De opzichters keken elkaar aan. Zij herinnerden zich, dat Ned en Griff bijna van dezelfde lengte waren en Hester's verhaal, ofschoon het in een minder haastig oogenblik duidelijk gapingen zou vertoond hebben, bracht hen in de war. „Wat doe jullie daar zoo lang voor den dkwam daar de stem van den Squire. „Denk je, dat oude botten als de mijne den nacht willen doorbrengen op deze vervloekte heide Mevrouw Nethercliff had zich naar den haard gekeerd; en zoo zag de Squire, toen hij over den drempel was en de hut rondzag, niets dan een vrouwengedaante, te klein en te nietig, om tweemaal naar te zien in tegen woordigheid van Hester's imposante gestalte. „Hij is niet hier, Squire", mompelde een der opzichters. Er is geen hoekje, waar iemand zich verbergen kan." heeft gerekend, om 't allerbeste wat 'i bezat en kon bedenken, hun aan te bieden. Op mijn tochten merkte ik op, dat 't getal vluchtelingen grooter was dan de bevolking zelf, en toch werd in ieders behoeften voorzien op een bewonderenswaardige manier, met de angstvallige nauwgezetheid, die dit land kenmerkt, dat op ongemerkte wijze alles doet wat het kan en wi). Het leger zelf werkte op voorbeeldige wijze mee tot het bauwen van barak ken en alles wat noodig was om de vluchtelingen te helpen. Hier en daar stonden de soldaten zelfs hun legerplaatsen af. En ik mag niet vergeten, en moet zelfs met bij zondere voldoening vermelden, dat aan de talrijke Itaiianen die uit Ant werpen zijn gevlucht, een dergelijke behandeling is te beurt gevallen ge durende de enkele dagen dat zij in Holland gebleven zijn. Daar het niet de eerste keer was, dat ik mij in Holland bevond, kan ik zeggen dat ik het karakter van dit volk ken en voel ik mij bijna ver plicht te bevestigen, dat bij deze ge legenheid het geheele Nederlandsche volk een edelmoedigheid aan den dag heeft gelegd, die ieder treffen moest, die er getuige van was". Zitting van Donderdag 10 December, des namiddags 2 ure. (Vervolg.) Naar aanleiding van een verzoek van het bestuur der R. K. jongens school, stellen Burg en Weth. voor toe te staan dat een achttal scharen tegen den muur van den tuin van den heer Van Nieuwkuyk op gemeente grond blijven staan, tegen een jaar- lijksche vergoeding van f 4. Dit werd goedgevonden. in verband met de verhooging hun ner jaarwedden, wegens dienstjaren- aanspraak verkregen, stellen Burg en Weth. voor den pensioen grondslag van den directeur en enkele leeraren aan de H. B. school te her rien. Conform dit voorstel werd besloten. Goedkeuring werd verleend aan eenige ontwerp-besluitea tot bepaling en nadere bepaling der jaarwedden en tot voorloopige regeling der pen sioen grondslagen van eenige ge meente ambtenaren. Door Burg. en Weth. wordt voor gesteld met de naamlooze vennoot schap E. Noach's Koninklijke vleesch- waren en conservenfabriek te Gronin gen, een contract aan te gaan voor het huren van een terrein, gelegen aan de Oostzijde van de Buitenhaven, groot 300 M3 met het recht om daar op te richten een vetkokerij met werk plaats en woning, tegen betaling van een huurprijs van f250 's jaars. „Dat is waar," bromde de Squire, terwijl hij in eiken hoek rondzag. Toen keek hij scherp naar Hester en het was op dit oogenblik, dat zij, op vrouwenmanier, alles verbeurde, waar zij zoo haar best voor gedaan had. Onbewust had zij het hoofd gewend naar de deur van het turf- schuurtje en Squire Daneholme mee smuilde. „Kijk daar in, gekken," zei hij, naar het deurtje wijzende. Hester's armen vielen van haar heupen. „Dit beteekent drie maanden voor Ned," mompelde zij gelaten. Er was iets kalms en klassieks in dit kind der heide, ondanks haar luchthartigheid en haar grillen. Zij had dapper haar best gedaan Ned te reddennu zij haar best had gedaan en niet geslaagd was, legde zij er zich bij neer met een fatalisme ge kweekt door wind en storm Onderwijl hadden de opzichters hel schuurtje doorzocht; het was leeg. „Breng hem er uit", brulde de Squire. „Het hoofd eerst, of de beenen eerst, dat doet er niet toe, maar breng hem. Ik moet Ned o'Bracken hebben." „Hij is hier niet, Squire," zei een De havencommissie en de com missie voor de financien adviseeren tot aanneming van het voorstel. Aldus besloten. Goedkeuring werd verleend aan een wijziging der gemeente-begrooting voor 1914 tot een verhoogd bedrag van f 5566.38. Door P. J. Venteville te Rotterdam is in een adres verzocht hem restitutie te verieenen van een gedeelte zijner als deurwaarder bij de plaatselijke belastingen in deze gemeente, gestorte per.sioens-bijdragen. Waar de gemeente straks jaarlijks het geheele pensioen van Venteville in 's Rijks pensioenfonds moet stor ten, bestaat er, aldus merken Burg. en Weth. op, geen enkele grond van recht op billijkheid aan adressants verzoek te voldoen, integendeel, moet het een vreemden indruk verwekken nu de gemeente voor hare in functie zijnde ambtenaren zulke gunstige be palingen ten aanzien van den inkoop van vroegeren diensttijd en van de pensioensbijdrage heeft vastgesteld. Burg. en Weth. geven derhalve in overweging, waarmede de commissie voor de financiën zich vereenigt, af wijzend op het verzoek van adressant te beschikken. Dienovereenkomstig werd zonder hoofdelijke stemming besloten. Vastgesteld werd een derde sup- pletoire kohier van den hoofdelijken omslag tot een bedrag van f 588,695. Vervolgens werd vastgesteld het kohier van schoolgeld voor de her halingscursussen tot een bedrag van f 63. Daarna werd beslist op reclames tegen den hoofdelijken omslag dienst 1914. De heer Lindeijer meende dat ten opzichte van deze reclamenten een noodmaatregel bestaat en stelde hij dus voor om ten opzichte van hen die onder de wapenen zijn of minder verdiensten hebben, ontheffing zal worden verleend. Het is niet billijk dergelijke aan slagen, ook al voorziet de verordening daar niet aan, te handhaven. De heer Tichelman meende dat ieder geval op zichzelf behandeld moet worden. De voorzitter meende dat tal van aanvragen zullen inkomen en waar blijft dan het eind. De heer Lindeijer toonde nog nader aan dat sommige reclamanten wel degelijk recht hebben op afschrijving door vermindering van verdiensten. De grond waarop afwijzende be schikking wordt voorgesteld is ont leend aan de verordeningdat noem de hij verkeerd. De heer Tichelman meende dat men met dergelijke verzoeken voor zichtig moet zijn. Hij wees er op* dat de gemeente ook der mannen. De Squire nam een kandelaar van den schoorsteen en hield hem zoo scheef dat het kaarsvet neerdroop op de roodbruine turven, en zoo lichtte hij in alle hoeken, tot hij er ook zeker van was, dat de vluchteling niet in de hut was. „De man is een wezel," brulde Squire Daneholme. „Hier meisje," en hij keerde zich tot Hester als een werwelwind, „jij weet, iets van deze zaak. En die andere vrouw, wie is zij Wat voor den duivel doen jullie beiden in dit vergeiengnest Mevrouw Nethercliff hield nog altijd haar gelaat naar den haard gekeerd en zelfs te midden van naar ontstel tenis kon zij niet anders dan de hu moristische zijde der zaak zien. Zoo als hij altijd geweest was, zoo was. de Squire ook nu ruw in optreden en spreken, geneigd om zijn weg door het leven te hameren, als dat leven hem weerstand bood. Het verwonderde haar niet, dat een oogenblik later zijn stemming geheel veranderde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1