EN
list.
2000
750
25
De Ml op de leidt.
BIEDINGEN
IEISJE
Reisje,
WOENSDAG
9 DECEMBER
en een
1EN
?TEUR.
No.290
s, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende
feestdagen
FEUILLETON
[et Station.
f 30 Nov. 1914.
m. 6.—, 6.-20, 6.45,
10.—, 10.20,10.40,
12.-, 32 0, 1.-,
25, 3 55, 4,30, 4.50,
7.40, 8.20.
m. 610,6 30,7.10,
3 0.10, 10.30, 10.50,
2.10, 1245, 1.20,
40, 4.10,4.40,5.05,
-, 8.30.
len des Zondags uit.
n na zonsondergang
aan den Konings-
Ook niet wanneer
aal ib afgelaten 50
beneden kanaalpeil
|tingen aangaande
POPPE (broeder
verpen. Schrijven
TRAELEN, p.a. J.
ijk.
nouvelles de mr.
are principale a
iPECKENS, docteur
lERAEIJMAEKER
iissingen.
AKVRAGEN
O.JïS, iedere
- Zonder rabat.
Btsen wordt twee-
li een nette
>eide /oorzien van
akkennis. Brieven
i;eau „Vliss. Crt."
genegen COL-
rrichten. Brieven
i „Vliss. Courant."
1914=
nEID,
wêrkzaamhe-
t den boerenstand
te treden. Adres
Bellamy park 18,
en net
enkele uren per
Hotel, kamer 9.
lijk gevraagd, een
boven de 16 jaar.
LAK, Zeilmarkt 3.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
AptFirma F. VU DE VE1DE Ir.. Iliint Markt SI, Vlissinpn. Eilrlota Inters. 10
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege
De abonnés, in 't bezit eener
polis, zijn GRATIS verze
kerd tegen ongelukken voor:
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
gulden bij dood Affefl gulden bij verlies A gulden bij verlies A JP| gulden bij verlies
door "SI 1 van een hand, I g B van] 11 911 van een
een ongeluk voet of 00ê lvH een duim lUv wijsvinger anderen vinger.
Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ot tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam
gulden bij verlie»
van eiken
üedarland en de Oorlog.
Tweede Kamer.
In de gister gehouden zitting kwam
in stemming de motie-Limburg waar
over Vrijdagmiddag met 26—26 de
stemmen staakten en waarbij le
wordt uitgesproken de wenschelijkheid
van aanvulling der uitwinningswet
ter voorkoming van gedwongen ont
ruiming van weekhuurwoningen wan
neer de huurder wegens de tijdsom
standigheden onmachtig is huur te
betalen2e. geoordeeld wordt, dat
zoo spoedig mogelijk van regee-"
ringswege behoort geregeld te worden
de geldelijke tegemoetkoming aan
personen, die wegens de tijdsomstan
digheden onmachtig zijn hunne ver
plichtingen jegens hunnen huisheer
na te komen.
De motie werd thans verworpen
met 50—31 stemmen.
Zonder stemming werd goedge
keurd het wetsontwerp tot verhooging
van hoofdstuk Justitie voor 1914
(reis- en verblijfkosten van rijksveld
wachters grondstoffen gestichts-
arbeid.)
Hierna kwam aan de orde het
wetsontwerp tot het aangaan eener
geldleening van 275 millioen en tot
voorziening in de middelen tot dek
king van ren'e en aflossing dier lee
ning of leeningen.
Het algemeen debat werd geopend
door den heer de Meester, die aller
eerst wijst op het groote gewicht
van dit ontwerp, en op den omvang
van de dadelijke behoefte der schat
kist aan geld.
Na een overzicht te hebben gege
ven van de geschiedenis van het
ontwerp en gewezen te hebben op
de plichten, welke het parlement in
deze tijden tegenover het Nederlan-
sche volk heeft, betoogde spreker, dat
de voorstanders van het beginsel
eener heffing ineens nu maar de ge
dragslijn moesten volgen om dat
denkbeeld nader in onderzoek en
studie te nemen en, hoewel het denk
beeld warm houdend, inlusschen op
te wekken in den lande tot offervaar
digheid ten aanzien der middelen tot
dekking der .leening,
Vervolgens nagaande de juistheid
van het bedrag der leening, betoogde
spreker, dat waar de regeering be
reid blijkt het laatste bedrag der lee
ning, den z.g. vierden termijn, te vor
deren, zoo zulks niet noodig blijkt
en daardoor de leening dan tot on
geveer 240 millioen beperkt zal kun-
blijven, de Kamer tegen het bedrag
dier leening ad f275.000.000 geen
onoverkomelijke bedenking kan heb
ben. Wel had spreker gewenscht,
dat de regeering een eenigszins min
der sombere voorstelling van toestan
den had gegeven om duidelijk te ma-
door S. H.
'53) O(Nadruk verbaden.
„Het is de beste, dat je hem bij
je hebt, Hester, om de dieven weg
te houden," zei hij lachend om het
denkbeeld, dat een dief iets zoeken
zou te Lostwithens. „Zeg haar, waar
om ik naar Windy Farm moet gaan."
„O. ja, ik zal het haar zeggen,"
zei Hesther, nog altijd op denzelfden
drogen toon.
Zij zag Griff in de duisternis ver
dwijnen, toen klopte zij aan de deur
der hut en ging naar binnen. Er was
wrok in haar hart jegens de vreemde
vrouw maar deze verdween spoedig,
toen zij zag, hoe vermoeid de ander
er uitzag, hoe treurig haar oogen
stonden. En wat kwam heter eigen
lek op aan, dat zij hier was Griff
was toch niet iemand voor een boe
renmeisje, wier handen rood waren
ken, dat deze leening noodig is. Daar
door toch heeft zij aan den leening
een karakter van gedwongen deelname
gegeven, terwijl naar spr.'s overtui
ging het volk toch ook wel geheel
vrijwillig tot offers bereid zou zijn
geweest.
Spreker hoopt verder, dat wegens
het tijdelijk karakter van de leening
de rente van 5 pet. niet te zwaar zal
blijken te drukken op onze andere
fondsen.
Hierna treedt spr. in beschouwing
over de dekkingsmiddelen en geeft
daarbij uiting aan zijn voldoening,
dat er te dien aanzien door de re
geering wijzigingen zijn aangebracht,
die werkelijke verbeteringen zijn als
tot vervallen van opcentenheffing op
geslacht-accijns, invoerrechten en ta
riefrechten.
Groot bezwaar echter had spr. nog
tegen de heffing van 20 opcenten op
het personeel.
Spr. wijst er in dit verband op,
dat in de eerste drie jaren bezwaarlijk
hooge opcenten kunnen worden opge
bracht. Het bezwaar zou kunnen
worden ondervangen door eerst in
1918 de gedwongen aflossing der
leening aan te vangen. Spr. blijft ver
trouwen stellen in de resultaten van
het Ieeningsontwerp en hoopt, dat het
land zich de schande van een gedwon
gen leening zal weten te besparen.
De heer Rutgers acht de hoofd
vraag of deze leening zal worden
afgelost door een heffing in eens dan
wel door een in termijnen. De aflos
sing in termijnen behoeft z. i. geen
beletsel te zijn voor het tot stand
komen van soc'ale hervormingen,
want daaronder zijn er, bijv. de ar
beidersbescherming, die weinig van
de schatkist vergen.
Aan hen die vreezen dat de sociale
hervormingen door leening-aflossing
in termijnen in 't gedrang zullen ko
men, merkt spreker bovendien op, dat
te voorzien is dat na 1929 zai worden
doorgegaan met de belasting-verhoo
ging met 267j millioen per jaar. „En
zoodoende zal men een fondsje krij
gen ter bekostiging van sociale her
vormingen, die geld van de schatkist
vorderen. Breedvoerig verdedigde
spreker ook op andere gronden het
regeeringssteisel.
Spr. komt vervolgens met kracht
op tegen de politieke campagne, die
zelfs door de geestverwanten van den
minister tegen dezen op touw wordt
gezet.
Daarna houdt de heer Patijn uit
voerige financieele beschouwingen,
waarin hij zijn leedwezen uitdrukt
over sommige wijzigingen door de
regeering aangebracht.
Hij raadt aan de leening te beper
ken tot f200.000.000 a f250.000.000
om haar beter te doen slagen en ver
dedigt een rentetype van 5 pet.
door het ruwe werk.
En toch en toch zij kon le
ven, dacht Hester zij kon leven,
als hij zich ook maar verre hield van
andere vrouwen zooals van haar!
De vreemdelinge was verbaasd,
toen zij hoorde, welke bezigheid Griff
op dit uur nog over de heide deed
gaan.
Ik begrijp 't niet," sprak zij met een
kleine hulpelooze beweging der han
den, alsof zij in tegenwoordigheid van
iets bovennatuurlijks was. „Je zegt, dat
hij mijlen en mijlen over de sneeuw
gaat, omdat er een koe ziek is
„Het is maar drie mijlendaar ge
ven we hier weinig om. Bovendien,
mr. Lomax is erg gek met stomme
dieren nog gekker dan vader en
dat zegt heel wat. Het is, of hij zelf
een viervoetig dier is, zoo trekt hij
het zich aan, als er een beest ziek is.
En nu moet ik u uw avondeten ge
ven, heeft hij gezegd, ofschoon het
naar mijn idéé nog rijkelijk vroeg is."
De vreemdelinge deed haar best, wat
te eten en daarna ging zij met Hes
ter bij den haard zitten, om te praten.
Het leven dezer bewoners der wil-
Kamerleden en de oorlog.
Naar het „Vad." verneemt, heeft bij
uitbreken van den oorlog behalve de
drie Tweede Kamerleden, de heeren
De Muralf, Schaper en Bongaerts,
ook de oud minister van oorlog, de
heer Colijn, lid der Eerste Kamer,
zich ter beschikking van den minister
van oorlog gesteld.
De minister achtte in verband met
de tijdsomstandigheden aanvaarding
van het aanbod niet noodzakelijk.
De regeering en de geïnterneerden.
Door het Kamerlid E. J. Beumer
zijn de volgende vragen tot de minister
van oorlog gericht
1. Is juist, hetgeen de dagbladen
meldden, dat mr. P. J. Troelstra naar
aanleiding der betreurenswaardige
gebeurtenis, 3 December j.l. in het
interneeringskamp te Zeist voorge
vallen, den minister van oorlog heeft
aangeboden met den Belgischen volks
vertegenwoordiger Camille Huysmans
genoemd kamp te bezoeken, opdat
laatstgenoemde alsdan zijn landge-
nooten zou toespreken en trachten hen
tot rede te brengen
2. Indien ja, is de minister bereid
mede te deelen, welk antwoord door
hem op dat aanbod is gegeven
Ook de heer dr. Frans van Cauwe-
laer. afgevaardigde van Antwerpen,
heeft zich, naar wij vernemen, tot
onzen minister van oorlog gewend
met het aanbod, de Belgische geinter-
neerden te Zeist, naar aanleiding van
het droevige voorval, te gaan toe
spreken, en hun de raad te geven,dien
zij in de huidige omstandigheden van
noode hebben. Het ministerie echter
heeft aanvaarding van het aanbod
voorshands niet noodzakelijk geacht.
De heer van Cauwelaer heeft Zon
dag jl. de bij het voorval genoemde
soldaten te Amersfoort bezocht.
Hij heeft zich voorts ter beschikking
van het ministerie gesteld voor het
houden van voordrachten en het or-
ganiseeren van ontwikkellngsavonden
voor de Belgische geïnterneerden, niet
alleen te Zeist, maar ook in andere
plaatsen.
Het departement heeft dit aanbod in
overweging genomen.
Een voordrachtsavond, dien hij met
Hullebroeck voor de geïnterneerden te
Amersfoort tegen jl. Zaterdag had
georganiseerd, is wegens het gebeurde
te Zeist tot nader vast te stellen da
tum verschoven.
Dr. van Cauwelaer gaat de volgende
week om persoonlijke redenen voor
drie weken naar Italië.
Kapitein Duymaer van Twist.
Naar aanleiding van het beric ht
dat de heer Duymaer van Twist, lid
van de Tweede Kamer en kapitein
der infanterie op non-activiteit, eerlang
den dienst zou verlaten, heeft de
heer Duymaer van Twist het volgende
medegedeeld
dernis was zoo nieuw vóórhaar, zoo
vreemdwant, ofschoon zij, zooals
zij dacht, in vioeger dagen de
heidebewoners goed gekend had,
het was altijd slechts een kennisma
king geweest, die niet verder ging
dan de oppervlakte. Zij had weinig
geleerd van deze innerlijke manieren
van gedachte en gevoel, van hoop en
vrees en ellende en geluk, die deel
van hun leven uitmaakten.
Vraag op vraag deed zij, kalm, be
schroomd bijnaen Hester, blij, eens
een gelegenheid tot praten te hebben,
babbelde voort over het leven, dat
voor haar zoo gewoon, maar voor de
andere nieuw en vreemd was, als een
eenzaam, onbewoond eiland voor een
reiziger, die daar schipbreuk heeft
geleden.
Eindelijk echter zag Hester, dat
haar patiënt weer koortsig was ge
worden de kleur kwam en ging op
het vermoeide gezichije, de oogen
waren te helder. Zij raadde haar aan,
zich uit te kleeden en onder de dekens
te kruipen.
„Mr. Lomax zal laat zijn, als hij al
thuis komt vannacht," zei zij„maar
In Februari ontving ik een brief
van den minister van oorlog, waarin
mij werd medegedeeld, dat ik zoo
danig nummer in de ranglijst van de
kapiteins innam, dat het zich liet
aanzien, dat binnen niet ai te lengen
tijd een beslissing moest genomen
worden omtrent mijn eventueele be
vordering. Di minister was daarbij
zoo vriendelijk, mij er aan te herin
neren, dat ik nog niet had voldaan
aan de eischen, gesteld in de Bevor-
deringswet 1902, voor zoover betreft
de bevordering tot hoofd-officier.
Deze zijn, dat een kapitein ten minste
één jaar als zoodanig in zijn rang
heeft gediend. Ik heb 2 maanden als
kapitein dienst gedaan, toen ik in 1905
wegens bevordering van luitenant tot
kapitein in activiteit was hersteld, er.
zal dus nog 10 maanden moeten
dienen, om aan deze bepaling te
kunnen voldoen. Er bleef mij dus niet
anders over, öf te bedanken als lid
van de Kamer, öf de kans op mijn
bevordering in het leger op te geven.
De keuze was voor mij zeer moeilijk.
Met inijn vollen zin ben ik officier
en ik heb steeds met ambitie en
voldoening gediend. Bij de laatste
verkiezing in 1913 zo a het mij niet
ongevallig zijn geweest, als ik niet
zou zijn herkozen, en mijn plaats in
het leger weer had kunnen innemen.
Naar aanleiding van den brief van
den minister van oorlog, heb ik met
mijn politieke vrienden en eenige
invloedrijke mannen der rechterzijde
in het distiict Steenwijk overleg ge
pleegd. Hel district Steenwijk, reeds
14 jaar door mij vertegenwoordigd,
werd steeds na een felle campagne
en tweemalen met een geringe meer
derheid door rechts veroverd er. be
houden. In 1913 kwam ik met een
meerderheid van 40 stemmen uit de
bus. Indien ik mijn mandaat neer
legde, zou er kans op het verloren
gaan van dezen zetel zijn, zoodat ik
voor den aandrang van mijn vrienden
zwichtte en m ijn carrière in het
leger, in het belang van mijn partij
opofferde.
Bij het intreden van den oorlogs
toestand seinde ik aan den voorzitter
der anti-revolutionaire kiesvereeniging
te Steenwijk: „Zoo het vaderland
mijn diensten als officier behoeft,
stel ik mij beschikbaarechter zullen
de vrijzinnigen te Steenwijk de be
lofte moeten doen, tegenover onzen
car.didaat geen tegen candidaat te
stellen."
Na eenige dagen werd mij door
het bestuur der vrijzinnige kiesver
eeniging te Steenwijk bericht, „dat
van vrijzinnigen kant geen candidaat
zal worden gesteld bij uwe eventueele
indiensttreding." ik had mij reeds tot
den minister van oorlog gewend met
de mededeeling: indien het noodig
is, dat u mijn diensten als officier
ik heb hem beloofd, hier te slapen,
zooals ik u al zei, als hij op onze
boerderij werd opgehouden."
„U bent allen zoo vriendelijk voor
mijik ben u tot last
„Och, komHet is een moeilijk
leven en een eenzaam leven op Ling
Crag heide," viel Hester haar met
goed gemeende hartelijkheid in de
rede. „Wij konden in 't geheel niet
voortleven, als wij eikaar niet nu en
dan hielpen.
Denkt u, dat we om een beetje
moeite geven, mevrouw
Zij hield even op, alsof zij op den
naam wachtte en de andere, zij het
ook met eenigen tegenzin, gaf hem.
„Nethercliff," zei zij kalm. Niemand
dan zij wist, wat het haar kostte, den
naam van haar achtgenoot uit te spre
ken den naam, die niets in haar
geheugen terugriep dan een maand
van liefde en daarna de helsche jaren
van drinken, dobbelen en wreedheid.
Hester zette de handen op de wel
gevormde heupen, een gewoonte van
haar, als zij verwonderd of ont
roerd was.
„Wat? U is de weduwe van den
behoeft, dan kunt u over mij be
schikken.
Het is natuurlijk, aldus verder de
mededeeling van den heer Duymaer
van Twist, dat ik nu niet zonder
eenige noodzakelijkheid mijn mandaat
als Tweede Kamerlid nederleg, om
als gepasseerd kapitein in het leger
te dienen. Ik sta nu als nummer 5 op
de ranglijst en kan dus niet mee
voldoen aan de bepaling oméenjaar
als kapitein te dienen, zoodat ik,
wanneer ik nu in het leger terugkeer,
niet meer in de termen zou vallen
om voor bevordering in aanmerking
te komen. Wanneer ik b.v. nummer
20 van de ranglijst had, zou dat iets
anders zijn. In normale omstandig
heden denk ik er ook niet aan, als
gepasseerd kapitein te dienen, dat is
nu niet zoo aangenaam en heeft vele
bezwaren, Maar indien het vaderland
mijn diensten noodig heeft, vervallen
deze bezwaren.
Belasting van gemobiliseerden.
Op de desbetreffende vragen van
den heer J. ter Laan, omtrent maatre
gelen betreffende de achterstallige
belasting van personen, die gemobi
liseerd zijn, heeft de minister van
Financiën geantwoord: le bij missive
van 1 Aug. 1.1., aan de directeurs der
directe belastingen enz., is medege
deeld, dat met het oog op de ernstige
tijdsomstandigheden voorloopig niet
tot executie wegens belastingschuld
moest worden overgegaan, behalve in
gevallen van duidelijk bebleken on
wil en 2e, dat tot het verleenen van
ontheffing ambtshalve geen termen
aanwezig worden geacht. Is een ge-
mobliseerde buiten staat, zijn belas
ting te voldoen, dan is het voor hem
een geringe moeite, daarop door een
verzoek om ontheffing, de aandacht
der autoriieiten te vestigen, zegt de
minister.
Vlissingen, 9 December.
De Broederband.
Aan het jaarverslag van de Coöpe
ratieve Volksbroodbakkerij en Ver-
bruiksvereeniging „De Broederband"
alhier over het boekjaar 1913—1914,
is het volgende ontleend:
Kon in de vorige verslagen steeds
worden geschreven, dat het jaar in
alle opzichten gunstig was verstreken,
dat kan helaas nu niet worden ge
daan, daar de crisis, welke zich over
Europa uitstortte, de geheele handel
een oogenblik in de war bracht.
Waren de vooruitzichten weder
gunstig te noemen, dit mocht helaas
niet zoo blijven, daar door de oor
logsvlam, welke over Europa ont
brandde, en ook hare tong naar ons
land scheen te doen uitstrekken, de
gevolgen daarvan niet uitblevèn bij
al wat handel dreef.
woesten Harry Netherchiff riep zij.
al te duidelijk haar gevoelens verra
dend. „Dat is waar ook, hij trouwde
met een Daneholme dat had ik al
eer kunnen weten."
De roode plekken werden donker
der op de wangen der zieke vrouw
Hester kwetste haar diep, ofschoon
zij het niet wist.
„Ik weet een heele massa van hem,
weet u", ging het meisje voort; dat
doen wij allen in Ling Crag, want
hij kwam altijd als een gek gallop-
peeien naar de „Gouden Arend", en
hij zai er onder de jongens, die daar
kwamen drinken en spoorde hen al
tijd aan tot kwaad stroopen, ha
nengevechten, alles, wat maar in zijn
gekke hoofd opkwam. Daar nu!
Ik ben een dwaas, om mijn tong niet
beter in bedwang te houden, en u
ziet er uit, alsof u in brand staat. U
moest al lang in bed zijn."
Zij keek door het raam der hut en
zag dat de „Groote Beer"' een
zeker uurwerk voor hen, die eenig
verstand van sterreleei hebben
wees op minstens tien uur.
(Wordt vervolgd.)