DINSDAG
Nederland en dB Oorlog.
No. 283
32e Jaargang
1914
UitgaveFirma F. SI DE VE10E Jr., Kleine Markt 53, Vlissingen. Telefoon Inters. IB
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
GEMEENTEBESTUUR
FEUILLETON
SINÖSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 1 —4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regej
De abonnés, in 't bezit eener gulden bij levens- gulden bij dood CfcflH gulden bij verlies-f gulden bij verlies .J ff* f> gulden bij verlies Q P* gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- §|§|||lange ongeschikt- 11 door <|||l van een hand, 6 I van' 11 lil van een w van eiken
kerd tegen ongelukken voor: LUUU heid tot werken ff een ongeluk voet of oog lUv een duim 1HH wijsvinger LJ%J anderen vinger.
Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
BROOD.
De Burgemeester van Vh'ssingen
Gelet op het telegram van den
Territorialen Bevelhebber in Zeeland,
d.d. heden
brengt ter algemeene kennis
dat de uitgevaardigde bepalingen
omtrent het bakken van brood met
ingang van 1 December 1914 worden
ingetrokken.
Vlissingen, 30 November 1914.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE,
BEKENDMAKING.
Prijsbepaling Brood.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter algemeene kennis
dat de prijs van het WITTE brood
met ingang van 1 December nader
wordt bepaald op 17 cent per K G.
Vlissingen, 30 November 1914.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Leening.
In de groote zaal van het feest
gebouw „Bellevue" te Amsterdam
hield de Vrijzinnig Democratische
Bond Zondagmiddag een groote
openbare bondsvergadering ter be
spreking van het leening-ontwerp
der regeering.
Als sprekers traden op de heeren
mr. H. P. Marchant, lid van de
Tweede Kamer der Staten Generaal,
W. O. A. Koster, algemeen secreta
ris van den Vrijz. Dem. Bond en J.
L. varrder Voorden, voorzittervan het
Algemeen Nederiandsch Werklieden
Verbond.
In zijn openingswoord deed de
voorzitter, de heer mr. L. N. Rooden-
burg, uitkomen, door welk motief
deze vergadering is bijeengeroepen.
Door het leeningsontwerp is de V.
D. partij sterk verontrustde sprekers
zullen dan ook geen blijk van bewon
dering geven, doch critiek op de
leening uitoefenen. Spr. protesteert
krachtig tegen de Standaard driestar,
waarin de eer van dr. Bos wordt
aangetast.
Eerste spreker is de heer W. O. A.
Koster, alg. seer, van den V. D. Bond,
die de oorzaken releveert, welke tot
het leenings-ontwerp aanleiding zijn
geweest.
Hij toont aan, dat de kapitaalstij
ging de laatste jaren onevenredig
groot was ten opzichte van de ver
meerdering der bevolking; het kapi
taal steeg van 5775 millioen tot 7478
millioen. Daarbij komen nog de
groote oorlogswinsten, die verschil
lende, o. a. de suiker- en de rijst-
ondernemers, hebben gemaakt.
46)
door S. H.
O(Nadruk verboden.
Griff had het ook gehoord en het
bijgeloof der heide had ook zijn macht
over hem nog niet verloren. „Het is
de „Wilde Jager", zei hij eenvoudig,
als iemand, die iets heel gewoons
zegt. „Het is een jaar geleden, dat
ik hem voor het laatst voorbij hoorde
tijden."
„Wij hebben te Wyecollar veel over
den „Wilden Jager" gehoord en mijn
man schijnt van dezelfde wilde natuur
geweest te zijn. Ja, en zijn misdaden
waren dezelfde en zeer waarschijnlijk
jagen ze nu samen, de ééne geest
wedijvert met de andere onder het
loeien van den wind."
„U bent bitter", was alles wat
Griff zei.
„Daartoe heb ik reden, want ik
heb geleerd mijn echtgenoot te halen",
ging zij voort, steeds met dezelfde
Schade lijdt echter de middenstand.
Tienduizenden zijn door werkloos
heid of gedeeltelijke werkloosheid
getroffen, en doot uitkeering moeten
ze voor geheelen ondergang behoed
worden.
Wanneer we zien, dat de menschen
uit de vrije beroepen, de midden
standers het meest lijden, dan zijn we
toch overtuigd dat na dit tijdperk van
crisis er een van bloei zal komen.
Doch dan zullen we sterk moeten
staan, niet door het zwaard, doch
sterker op de arbeidsmarkt, sterk wat
kennis en kunde betreft. Daartoe zal
het onderwijs dienen verbeterd te
worden. Zal dit gebeuren, dan moet
de leening zoo getroffen worden, dat
de uitgaven voor onderwijs niet door
de renten der leening moeten uitge
steld worden. Zelfs de anti-revolu-
tionnairen, de soc.-democraten, de
unie-liberalen en de vrij-liberalen wa
ren bet met het plan-Bos, belasting
naar draagkracht, eens.
Wat deed echter de Regeering?
Ze ging den Godsvrede handhaven,
in het bijzonder de minister van fi
nanciën, die deze trachtte te bereiken
langs den weg der opcenten.
Hierna werd het woord gevoerd
door den heer J. L. van der Voorden,
voorzitter van het Alg. Ned. Werk
liedenverbond, die er zich in verband
met den zeer slechten toestand van
de arbeiders in verschillende gemeen
ten door cijfers gestaafd over
verwondert, hoe men thans met een
dergelijk leeningsontwerp kan komen
en doet een protest hooren tegen de
verhooging van verschillende accijn
zen, Hij sfelde ten slotte de vraag,
'hoe het mogelijk zou zijn, dat thans
10 pCt. opcenten op de invoerrechten
werd geheven, waar deze invoerrech
ten vroeger als een ramp voor de
welvaart van ons volk werden be
schouwd.
Mr. Marchant, de derde spreker,
zeide, dat hem van verschillende
zijden gevraagd was, hoe het moge
lijk was, dat juist hij, als vriend van
Treub in deze vergadering het woord
voerde, waarop hij antwoordde, dat
daaruit het gewicht van de zaak voor
de vereeniging ten duidelijkste bleek.
Door de dekking der voorgestelde
leening zal alles, waarvoor jaren ge
vochten is, in rook opgaan en het
is duidelijk, dat de dekkingsbelasting
voor het volk te zwaar zal worden.
Er gaat een roep thans naar Den Haag
en het gaat er niet om, wie de be
ginselen ten uitvoer brengt en hoeveel
volksvertegenwoordigers er zijn, maar
wel hierom, dat het beginsel ten uit
voer wordt gebracht. Algemeen
wenscht men dan ook, dat men in
eens van de dekking ontlast zal
worden.
Van een wijziging der aflossing van
de heffing in 1920 verwacht spr. hoe
kalme stem. „De winterdagen jaagde
hij altijd, en halve winternachten
dronk hijja, hij zou een goede
metgezel geweest zijn voor den
„Wilden Jager". O, geloof mij, vrou
wen houden slechts zoo lang van
deze woestelingen, als zij hen niet
van te nabij zienvan nabij gezien,
walgen wij er van."
Zij had meer tot zichzelf gesproken
dan tot Griff, .en nu zag zij hem aan
met plo'selinge schaamte.
„Dit alles moet u vervelen," zei
zij, maar ik ben u een verkaring
schuldig van wat mij naar uw hut
bracht:"
„Vertel mij alles," antwoordde Griff,
„en vergeet dan de geschiedenis.
Geef ze mij in bewaring."
Als bij instinct ging zij gretig in
op deze vrouwelijke manier, om tot
rust te komen bij instinct wist zij,
dat deze man nooit een vreemde meer
voor haar zijn kon, maar eer een
vriend, die de donkere schuilhoeken
van haar leven kende en begreep. En
de wind, die om deze warme, gezel
lige hut woei, drong haar er toe, een
trouwen kameraad te zoeken.
„Misschien kuntu niet vermoeden,
genaamd niets. Ten eerste zal de
rentestandaard nog niet laag genoeg
zijn en tweedens zal men niet met de
dan reeds uit sleur geheven belastin
gen breken.
Waarom wijst „de Standaard" op
een mogelijke crisis Omdat ze bang
is Treub te missen? Neen, omdat de
Standaard het er door wil hebben,
omdat het voordeelig is voor de par-
tijgenooten.
Nu doet de Kamer een voorstel,
waarmede ze het zelf niet eens is, ter
wille van den Godsvrede. Doch hoe
zouden we juichen als Treub thans
zichzelf zou kunnen zijn.
Er zullen onder de voorstemmers
zijn, die het met vreugde doen, om
dat er een nieuwe morgen voor hem
daagt. Hen noemt spr. de vijanden
der regeering.
Het is geen feest in dit feestgebouw
deze vergadering te houden, doch
wel zal het ons een feest zijn, als
het de regeering mogelijk zou zijn
haar zaak de onze ie doen zijn, en
als Treub ons zal dwingen te zeg
gen: „Hij is onze Trenb."
De Voorzitter deed ten slotte nog
mededeeling, dat enkele telegrammen
zijn ingekomen, waarvan er een
luidde: „Geen opcenten, waar de
centen op zijn" en van dr. Bos,
waarvan de inhoud was
Niet in staat de vergadering bij te
wonen wensch ik haar langs dezen
weg het beste gevolg. Moge duidelijk
blijken van eensgezindheid der partij,
om een beroep te doen op de denk
beelden zelf van den minister, denk
beelden welke niet in het leenings
ontwerp neergelegd,, tvegens redenen
buiten i de zaak gelegen, toch blijk
baar den steun van de meerderheid des
volks zouden krijgen. Moge de ver
gadering daarvan wat onze partij be
treft het bewijs leveren.
Ook de voorzitter hoopt ten slotte,
dat pogingen tot verbetering van het
leeningsontwerp zullen worden
gedaan.
Tarweprijzen.
De minister van landbouw heeft
bij circulaire aan de burgemeesters
bericht, dat met ingang van 1 De
cember in afwijking van voorgaande
regelingen door hem besloten islo
den maximumprijs van inlandsche
tarwe te laten vervallen2o. den prijs
van tarwebloem, inlandsch en uitslui
tend één soort, te stellen op f 17 per
100 K.G. contant aan fabriek, molen
of magazijn voor bakkers en derge
lijke verbruikers. Aan tusschenper-
sonen mag op verzoek f0.25 korting
worden toegestaan3o. den maxi
mumprijs voor wit brood vast te
stellen op 24 ct. per K.G., contant
afgehaald aan bakkerij of winkel. De
ze prijzen mogen dus uitsluitend voor
wit brood aanleiding geven tot een
hoe vreeselijk deze dagen voor mij
waren," ging zij voorl. Hij was met
mij getrouwd uit een hartstochtelijke
gril en toen de hartstocht bekoeld
was, kwam de wreedheid. Hij begon
mij te slaan, als mijn wil in ver
zet kwam tegen den zijnen. Hij ver
koos het gezelschap van zijn honden,
zijn paarden, zijn dronken vrienden
boven het mijne. Toen het kind kwam,
dacht ik, dat het hem zachter zou
stemmen, maar dat deed het niet
als het schreide, dreigde hij het re
gelrecht te dooden, opdat er weer
rust in huis zou zijn. Rust! En het
waren zijn soupers, zijn vrienden
met hun wijn en hun vloeken en hun
ruzie, die het kind 's nachts wakker
hielden."
„Ga voort tot het einde,".zei Griff,
toen zij ophield met haar verhaal. „U
moet niet over deze oude smart blij
ven peinzen. Geef al uw zorgen aan
mijik beloof u, dat zij veilig opge
borgen zullen worden."
De gedachte was vriendelijk en
zij zond hem een dankbare blik toe
maar hij keek nog altijd strak voor
zich uit en zag, hoe de rook van zijn
pijp omhoog ging.
verhooging van den broodprijs in de
verschillende gemeenten met 1 cent.
Amerikaansche bloem (Straight)
wordt geacht gelijk in prijs te staan
met inlandsch, uitsluitend één soort
Amerikaansche bloem (Baker) 75 cent
lager. Voor Amerikaansche patent
bloem acht de minister het voorshands
niet noodig, een prijs vast te stellen.
Nederlandsche bepalingen in België.
De heer mr- W. A. Rutgers, Neder
iandsch regeeringscommissaris, belast
met de regeling van Nederlandsche
belangen in België, tot nog toe voor
al werkzaam in Antwerpen, is bezig
in andere plaatsen alles te regelen.
Te Brussel heeft hij een commissie
ingesteld, bestaande uit de heeren
Jhr. J. M. de Bosch Kemper, L. C.
Janse en J. Kamps, die onder zijn
leiding de belangen van aldaar wo
nende Nederlanders ter hand hebben
genomen. Het bureau van genoemde
heeren is gevestigd Rue Royale 187,
spreekuur van 2—4 uur n.m.
Te Mechelen heeft zich beschik
baar gesteld de heer Leyndekkers,
Veemarkt.
Binnenkort zullen de werkzaamhe
den in andere plaatsen worden aan
gevat, voorzoover althans de toestan
den zulks zullen veroorloven.
De regeerings-commissaris is dage
lijks te spreken te Antwerpen, Meir
14, van 2 tot 4 uur.
Nederland en België.
In de „Gazet van België" (het offi-
cieele orgaan van de Belgische uit
gewekenen in Breda en omstreken)
komt een artikel voor betreffende de
handelsbetrekkingen tusschen België
en Nederland na den oorlog.
De schrijver betoogt, dal een mach
tige herleving van den handel tusschen
beide landen hun bevolking ten zegen
zal zijn. Indien de Belgische zaken-
menschen Nederland de voorkeur
schenken, zal, zoo meent hij, België
tevens uiting kunnen geven aan de
gevoelens van dankbaarheid over de
wijze, waarop de Belgische vluch
telingen in ons land zijn ontvangen.
Aan het artikel is het volgende ont
leend
„Door de bijzonder hartelijke en
breede gastvrijheid die ons in Holland
te beurt viel, in al de klassen der
bevolking, in al de provinciën, in al
de middens staan wij voor machtige
verplichtingen tegenover dit land, dat
ons op een zoo onbaatzuchtige wijze
en zonder het minste achterdenken op
winstbejag, geholpen heeft in onzen
nijpenden nood.
Ik druk vooral op deze algemeene
ware en patente belangloosheid, waar
aan enkele afzonderlijke overtredin
gen, welhaast gestraft en hiervan
bezit ik bewijzen door de Hollan
ders zelf, den glans niet konden ont
„Eindelijk kwam er een nacht als
deze," ging zij voort, „een dooinacht,
volgende op lange dagen van sneeuw.
Door het weer was hij gedoodzaakt
geweest, in huis te blijven, en dus,
in plaats van den geheelen dag te
jagen, dronk hij en dobbelde met
zijn kameraden, tot hij eindelijk ge
heel buiten zichzelf moet geweest
zijn. O, hij was krankzinnig! Geen
man, die bij zijn gezonde verstand
was, zou zoo beestachtig gehandeld
kunnen hebben. Luisterhet was
schemertijd en de wind huilde om de
pannen juist als nu en ik
hoorde de deur van de hal opengaan
en mijn man binnen waggelen. Het
kind ik verzorgde het juist
hoorde ook zijn voetstappen en be
gon te schreien; want hij had ge
leerd zijn vader te haten, zooals ik."
Weer een stilte. Zij scheen een
tooneel te zien, vreeselijk, maar duide
lijk.
„Hij riep mij ruw bij mijn naam",
begon zij weer met gedempte stem,
„en ik liep halverwege de trap af,
met het kind nog in mijn armen. Zijn
oogen waren met bloed beloopen en
zijn gelaat was verschrikkelijk, om
nemen. Zij bevinden zich hier nog bij
tienduizendtallen, deze van onze land-
genooten die hier de tafel gedekt
vinden, zonder dat er van hun hier
voor iets gewild worde, en ook deze
van de gastheeren, die, gedreven door
een gevoel van kieschheid, zoo edel
als alle humane gevoelens, die hen
bezielen, de eergevoeligheid weten te
sparen en enkel een kleine luttele
vergoeding aanvaarden.
En zouden wjj dan de machtige
inspanning van arbeid en opofferingen
voor niets tellen, zonder schadeloos
stelling en ten koste van hun zaken,
die handelaren en nijverheidshoofden
die van de steuncomités deel uitmaak
ten zich getroost hebben zouden wij
dan de belangrijke hulp der Ned.
Bank en der Spaarkas als ook den
kostelijken steun van al de over
heidspersonen, die in ons lijden zoo
troostvol was, en die de stille maar
ware sympathie van een heel volk is,
voor niets tellen
Holland ook heeft geleden en
veel zelfs in zijn handel en zijn
nijverheid uit ooTzake van den oor
log honderdduizenden zijner werk
lieden hebben geheel of gedeeltelijk
moeten staken, en voelden zich ver
plicht hun toevlucht te nemen tot
hun weinige spaarpenningen om, bij
het intreden van den winter den nood
en het gebrek zich r iet in hun woon
plaats te zien vestigen.
Wij moeten dit goed maken.
Wij moeten dezen werklieden den
arbeid terugbezorgen die hun geman
geld heeft, hun toelaten hun verloren
loonen te herwinnen en ook hun uit
geputte spaarpenningen te vernieu
wen."
Vlissingen, 1 December.
Concert en Vertooning.
Het heroptreden van het Vlaamsch
gezelschap, bestaande uit het echtpaar
De Gruijter—Mast, de heeren J.
Schmitz, Tonny Queekers en den
pianist den heer J. van Gils, had gister
avond weer heel wat publiek naar het
Concertgebouw aan de Emmastraat
doen opgaan, 't Pleit voor de presta
ties van de leden van dit gezelschap
die de eerste maal met succes hebben
gewerkt en ook ditmaal zich weer
zeer ten genoege van het publiek
hebben doen hooren.
Het tweetal tooneelstukjeseen
minnespel van Floris van Westervoort
„De brandwacht en zijn liefje" en een
blijspel „Achter 't slot", van Aug.
Hendrikx, zijn van een gehalte, dat
hooge eischen stelt aan de executanten
en waarvoor dus superieure krachten
worden gevraagd. De heer en mevr.
De Gruijter—Mast hebben zich met
beide stukjes ook nu weer van zeer
gunstige zijde doen kennen. Het vlotte
aan te zien.
„Worg het mormel 1" riep hij. „Hij
maakt me gek."
„Ik snelde terug, om het kind in
veiligheid te brengen, maar hij was al
op de trap, vóór ik kon omkeeren.
„Geef het mij, als je het niet aan
durft", zei hij en stak de armen uit,
om het me af te nemen.
En toen juist terwijl ik dacht,
dat hij het kind zou grijpen vielen
zijn handen langs zijn zijden en zijn
gelaat was purperkleurig en het was,
of zijn oogen iets verschrikkelijks
zagen. Zonder een verder woord greep
hij naar de leuning van de trap, mis
te haar en viel achterover in de hal.
Toen ik bij hem kwam, vond ik hem
dood, zijn schedel was gebroken tegen
het gebeeldhouwde einde van de
trapleuning."
Griff zei niets, want er was niets
te zeggen. Hij wachtte alleen maar
tot zij zou terugkeeren van dit doode
verleden, dat haar gevangen hield.
De wind, afnemende tot een klagend
geluid, was even treurig als het ver
haal van deze vrouw.
(Wordt vervolgd.)