GEMENGD NIEUWS gewoon rijke buit is den Duitschen troepen bij Lowitsch en Lodz in handen gevallenmen kan daaruit opmaken hoe groot de overwinning was. Als men ziet dat er alleen aan ongewonde krijgsgevangenen 40.000 man geteld zijn, waaraan men dan nog een evenredig getal dooden en gewonden moet toevoegen, dan wil dit zeggen dat het Russische leger een kolossale verzwakking heeft on dergaan. Het getal gewonden is op zich zelf al grooter dan een leger corps op volle gevechtssterkte. A's men daarbij dan nog in aanmerking neemt dat volgens de berichten van gisteren de Oostenrijkers rond 30.000 gevangenen hebben gemaakt en de Duitschers in de voorafgaande dagen evenveel, dan maakt dat een totaal van 100,000 krijgsgevangenen. Van evenveel belang is daarbij het getal buitgemaakte kanonnen en mitrailleurs wier vervanging voor het Russisch opperbevel een zware taak zal zijn, ja waarschijnlijk geheel onmogelijk, daar toch alle verbindingen met het buitenland zijn afgebroken door het dichtvriezen van de haven van Ar changel. Door al deze verliezen moet het weerstandsvermogen van het Russische leger ondanks zijn groote getalsterkte zoodanig verzwakt zijn, dat het succes ten slotte aan de Duitschers zijn zal. Blijkbaar hebben ook de Russen de beteekenis der gevechten die zich thans in West- Polen afspelen in haar volle draag wijdte voor den uitslag van den ge- heelen oorlog erkend en trachten zij nu alle nog beschikbare krachten te laten ingrijpen. Dat kan men opma ken uit het aanrukken van nieuwe versterkingen uit het zuiden en oos ten. Het moet echter als een geluk kige omstandigheid aangezien worden dat deze niet tegelijkertijd met de vroeger reeds vermelde versterkingen konden ingrijpen, zoodat ze bij ge deelten de een na de ander konden verslagen worden, want ook deze nieuwe versterkingen die het Russisch opperbevel tegen de Duitschers .heeft in het veld gebrachl, konden nog niet op eenig succes bogen. Hunne aanvallen zijn overal afgeslagen maar toch heeft hun ingrijpen de eindbe slissing weer doen opschorten. Men mag er echter vast op rekenen, dat nu ook deze aanvallen worden terug geslagen binnenkort de beslissing zal vallen. Fransch legerbericht. Een communiqué van gisterenmid dag meldt; Den dag van 26 November kon overal een vermindering van het ar tillerievuur der Duitschers worden geconstateerd. Twee infanterie-aan- vallen tegen bruggenhoofden werden afgeweesd en de bondgenooten wier pen de Duitschers terug op den rech teroever van den Yser, zuidelijk van Dixmuiden. Van het overige front is hoege naamd niets te melden. Toch is Reims vrij hevig beschoten geduren de het bezoek aan de stad door journalisten van onzijdige landen. In de Argonnen hadden eenige in- fanterie-aanvallen plaats. Uit de loop graven werden deze beantwoord. Duitschland's toekomst. Aan het slot van een geestdriftige rede over „Deutschland und seine Feinde" zeide het Rijksdaglid dr. Pachnicke te Frankfurt „Engeland moet tegen den grond. Dat is de eigenlijke prijs van dezen oorlog, het draagt de bloedschuld en moet ook de gevolgen dragen. De vredessluiting wordt tot een wereld gebeurtenis. Duitschland komt ver jongd uit den wereldoorlog te voor schijn. Nieuwe verhoudingen moeten beslist geschapen worden. Men zal veel moeten overleeren, ook de re geering moet overleeren. Enkele din gen moeten anders behandeld wor den zoo zullen de kiesrecht-quaestie, het Polenvraagstuk en nog andere dingen, ook de verbonds-politiek een rivisie ondergaan. Ruimte voor den vleugelslag van den Duitschen Ade laar." Engelsche waardeering. Een jongmensch van goeden huize te Londen, dienende bij de Kon. Britsche marine-reserve, die, na de ontruiming van Antwerpen door de bezettingstroepen, met de marinesol daten op ons grondgebied geïnterneerd is en zich in het Interneering depot te Groningen bevindt, schreef uit dat verblijf aan een Haagschen vriend, die vroeger samen met hem te Londen op een handelskantoor in betrekking was het volgende „Ik vind, dat het Nederlandsche volk wel het meest vriendelijke en hulp vaardige volk van de wereld is; de wijze waarop uw landgenooten de vluchtelingen en de geïnterneerden hebben behandeld, is eenvoudig prachtig. Ik ben er zeker van, dat zij gaarne nog meer voor ons hier zouden willen doen, ware het niet dat zij door de wetten der neutraliteit daarin beperkt worden." Het bovenvermelde is een uittreksel van een brief acht dagen voorafgegaan aan de met toejuiching begroete mededeeling der Engelsche regeering in het Parlement betreffende de voor treffelijke verzorging der Britsche marine-geïnterneerden in Nederland. Russische overwinning. Alle correspondenten van Engelsche bladen te St. Petersburg gewagen van een groote overwinning der Russen in Polen en nu Kitchener de eerste officieele bevestiging heeft gegeven, twijfelt men niet meer aan de juist heid van hun berichten. De correspondent van de „Morning Post" seint: In de officieele militaire rapporten worden de groote successen in Polen nog niet als een overwinning erkend, maar uit een dozijn verschil lende bronnen is deze overwinning toch algemeen bekend geworden. Het gevolg van deze officieele terughou dendheid is, dat een overwinning, die geen vernietiging van de Duitsche strijdkrachten is, als een teleurstelling zou worden opgenomen. Volgens particuliere telegrammen uit St. Petersburg in deParijsche ochtend bladen, neemt het succes der Russen in Polen reusachtige afmetingen aan. Een geheel Duitsch legercorps van 50 000 man is gevangen genomen, een tweede is in vollen aftocht. De „Echo de Paris" zegt naar aan leiding van een interview van von Hindenburg dat hij te boud en te vroeg heeft gesproken. Lord Kitchener over den oorlog. Lord Kitchener heeft in het Engel sche Parlement uitvoerig mededeeling gedaan over den oorlogstoestand, waaruit blijkt, dat de Engelsche troepen sinds begin October voortdurend worden gebruikt om de vorderingen der Duitschers naar de kust te ver hinderen. De vertraging der operaties die voor den val van Antwerpen plaats had, gaf aan generaal French juist tijd genoeg voor een stoutmoedig voorwaarts rukken en voor het inne men van een uitgebreide positie van Labasseé tot Dixmuiden, ten einde de Duitsche beweging naar de zee tegen te houden. Na van uit Engeland versterkingen te hebben ontvangen en na een zeer hevigen strijd tegenover machtige Duitsche troepen, zijn deze laatsten teruggeslagen en is geleidelijk bewaarheid, dat hun openlijke bluf, als zouden zij tot Calais oprukken, zich volkomen aansluit bij hun po chende beweringen aangaande Parijs (toejuichingen).Vervolgens brengt Kit chener warme hulde aan de gevechts- qualiteiten der Fransche troepen, en legt er den nadruk op, dat zij geen duimbreed gronds hebben verloren, sinds zijn rede in September jl. in het Parlement. Nog bracht Lord Kitchener de dap perheid in herinnering van den Bel gischen Koning en van de Belgen, die hoe zwaar bezocht ook, nimmer zijn leger of het Belgische grondgebied verlaten heeft en ook niet voornemens is dit te doen (toejuichingen.) Kitche ner memoreerde de herhaalde vergeef- sche pogingen der Duitschers om door de geallieerden heen te breken. De Britsche verliezen zijn groot, maar gering in vergelijking met die van den vijand. De Britsche opengevallen plaatsen zijn nu aangevuld en het leger is opnieuw toegerust met manschappen van den besten geest bezield en vertrouwende in de over winning. De Russen, zeide Kitchener zijn bij machte om in Polen de Duitschers tegen te houden en te ver slaan, die grooter verliezen hebben geleden dan zij ooit hebben toege geven. Keizer Wilhelm. Een Italiaansch journalist, die als gast der Duitsche regeering het groote hoofdkwartier bezocht, schrijft in de „Giornale d'Italia" De Keizer woont bijna alle staf vergaderingen bij, zonder echter ooit zijn persoonlijke meening te willen doorzetten, niet eens in zulke zaken, welke tot zijn volle bevoegdheid be hooren: de taktiek. Toen onlangs een taktische quaestie in strijd met het gevoelen des Keizers werd opge lost, zeide Z. M. eenvoudig: Ik ben van een andere meening, maar taktiek Is gevoelszaak. Zeer dikwijls begeeft de Keizer zich naar de troepen der voorste linie. Dat zijn voor hem da- g :n en nachten vol ontberingwant hij neemt niets mee en reist als elke eenvoudige generaal. Het leven te velde bekomt den Keizer zoo goed, dat hij 10 jaar jonger is geworden. Sinds het uitbreken van den oorlog zag ik den Keizer driemaal. Den ln Aug. toen hij van Potsdam naar Berlijn terugkeerde en eenige uren later, toen hij zijn rede tot het volk hield. De derde maal, 16 Aug., toen hij in het veld was. Alle keeren trof mij de harde, stalen, tragische uit drukking van zijn koen gelaat, waarin zelfs bij de meest geestdriftige volks ovatie geen zenuw trilde, noch zelfs het flauwste lachen merkbaar werd. De Wilhelm in het hoofdkwartier was een heel ander mensch geworden. Het was de Keizer van vroeger, van de goede dagen. Dat was de Keizer, die na de ramp van Adua, toen de Franschen en Engelschen ons leger beschimpten, naar Rome kwam, om aan het Italiaansche leger zijn eerbied te betuigen. De Keizer, dien de Fransche en Engelsche bladen als slapeloos, verouderd, gebroken schetsen, maakt integendeel werkelijk een indruk als was hij tien jaar jon ger. Hij moet blijkbaar aan den oorlog gewend zijn. Herhaaldelijk zag ik den Keizer met kinderen grap pen maken en hij was daarbij zoo opgewekt als 't maar kan. Duitschland's reserve. De geweldige reserve aan soldaten voor het Duitsche leger 4comt in het nieuwste bericht over de resultaten van de legeraanvulling het best tot uitdrukking. Er werden 395.000 weer bare mannen in dienst gesteld, 118.000 werden bij de landstorm ingedeeld, 89.000 bij de reserve, 52.000 waren vrijwilligers. Het getal der ter beschik- staande dienstplichtigen, die trots de groote legeruitbreiding in het jaar 1913 niet werden ingelijfd, bedraagt voor dien jaargang alleen reeds 227.000 man. Spoorwegverbinding met Antwerpen afgebroken. De bijzondere correspondent van het „Hbld." seinde gisterenmiddag uit Roosendaal De spoorwegverbinding tusschen Roosendaal en Antwerpen is heden middag plotseling geheel afgebroken. De trein van 11 uur naar Antwerpen was juist vertrokken, toen het bericht van den Duitschen commandant van Esschen kwam, dat geen trein meer zou worden doorgelaten. Sedert dat oogenblik is geen trein meer binnen gekomen. In ieder geval zal ook Zaterdag het spoorwegverkeer den geheelen dag gestremd zijn. Ook de tram van Bergen op Zoom reed niet meer. In de wachtkamer te Roosen daal vertoeven eenige honderden vluchtelingen, die met de treinen wa ren medegekomen en thans op een gelegenheid wachten om verder te kunnen gaan. Vele anderen gaven er echter de voorkeur aan om naar de plaatsen, waar zij verblijf hielden (Bergen op Zoom, Vlissingen, 'sHer- togenbosch, enz.) terug te keeren. Uit Zuid-Afrika. Het Engelsche persbureau publiceert het rapport nopens een aantal kleine gevechten in Oost-Afrika, waarin de Duitschers verliezers waren. Een in grijpende verandering in de posities brachten deze gevechten niet. De vijand slaagde er niet in vasten voet te krijgen op ons gebied, integendeel namen de Engelschen de belangrijke post Longido aan Duitsche zijde. De aanval op Longido had 3 November plaa's en duurde den geheelen dag. De Indische troepen namen drie sterke posities in, maar bij 't invallen van den nacht werd het de Engelsche troepen onmogelijk, wegens gebrek aan water hun stellingen te behouden. Zij zagen zich gedrongen zich op hun basis terug te trekken met 21 Europee- sche dooden en gewonden. De Duit schers hadden 38 Europeesche en 84 inlandsche dooden en gewonden. Eenige dagen daarna ontruimde de vijand Langido, dat nu door de En gelschen werd bezet. De vijand rukte 20 Nov. Uganda binnen met een gtoote macht ten westen van het Victoria-meer. Zij werden echter teruggeslagen met on geveer zestig dooden en gewonden de Engelschen hadden zes gewonden. De dood op het slagveld. Hoezeer ook allen schrijft Otto Flake in de „Frankfurter Zeitung" in het veld aan eikander gelijk zijn geworden, bestaan er toch verschil lende manieren om te sterven. Het verschil in leeftijd, in stand, in ont wikkeling, laat zich niet verwaarloo- zen. En daarin ligt het verschil in de wijze waarop men zich gedraagt tegenover den dood. Tusschen zestien en twintig jaren dat zijn de knapen, die zich aanbie den aan den Dood, opdat hij hen weg maaien zal. Zij weten iets van de dingen af, maar zij hebben ze niet begrepen. Zij hebben honderd opstellen ge schreven over den plicht, de zonde, de menschelijkheid.... maar dit alles heeft nog niet de verborgen diepten in hun binnenste geraakt. Zij hebben het woord doorleven gehoord, maar zij hebben er geen vermoeden van, wat een mensch van dertig, van veer tig, van vijftig jaar is. En heel ver achter dezen leeftijd voor hen het sterven zóó ver, dat het hun onverschillig laat. Wat hen in den oorlog drijft, wat hen er toe brengt om dag aan dag hun ouders te smeeken, totdat deze hun de toestemming om vrijwillig mee te trekken, geven, is het groote avontuurVandaag zijn zij nog een „Primaner" met onzekere kanseri, morgen worden zij bevoorrecht met het „nood-examen" en overmorgen trekken zij op tegen Frankrijk, dat zij, volgens hun vaste overtuiging, in een stormloop zullen veroveren. Zij hebben geen geliefde, geen vrouw en kind, zij zijn zóó jong, dat er nauwelijks ouders voor hen bestaan. Zij zullen slechts zingen en storm- loepen gelijk het onlangs in de oorlogsberichten te lezen stond jon ge regimenten trokken tegen de eerste stelling van den vijand op en namen deze stormenderhand. Na hen komt de lichting, die on der de wapens stond, toen de keizer zijn volk ten strijde riep Zij zijn het, die vóór alle anderen werden uitgekozen. Gedurende den slag bij Saarburg ben ik hen bij hon derden tegengekomen in een dorp achter het front, waarin zich een etappe-commando en een lazaret be vonden. Het waren allen jonge Beie ren en zij waren prachtig. Wanneer aan de gewonden het noodverband werd afgenomen, werd hun gemoed vol en begonnen zij te vertellen. Wanneer wij in narcose la gen lagen doorleefden zij den storm loop nog eens, en riepen zij hun wild hoera waarmede zij de bajonet op- zetten of de vijftig meter afstand van den vijand de kolven omkeerden en overgingen tot den laatsten aanval, waartegen de Franschen niet meer bestand waren. Wij kwamen een kolonne van hen achterop die gevangen vijanden over bracht met groenomwonden geweren op schouder, zongen zij het lied „Wenn man Franzosen jagen wil Aan het station kwam een troep aan om buitgemaakte kanonnen 'te verzen den. Met een naïve opsnijerij, gave!); zij zich over aan hun rooflusten zij hadden op de Franschen gejaagd als de kat op de muizen. Geen hunner die voor vijf, zes vijanden angst had ge voeld. Zij waren vroolijk, lachend en held haftig, Duitsch als in de heldendich ten der middeleeuwen, blauwoogig en blond en goed voor den vijand, zoodra hij overwonnen was. Voor één ding slechts waren zij bang geweest, verklaarden zij. Dat waren de oude vrouwen in de Fran sche dorpen, de wild geworden me- gaera's. De dood Ja, het was wel akelig geweest, toen de lijken, het geheele kanaal hadden gevuld en de boomen in de bosschen waren vernield, maar daar is nu eenmaal niets aan te doen. Wanneer zij den dood tegenkomen, schuiven zij hem trotsch ter zijde. Bij een Straatsburger regiment wa ren alle studenten en wat er vérder aan ontwikkelde jongelieden aanwe zig was, ingedeeld. Zij voelden zich allen als een groote verwante gemeenschap, „Lüt- zower" van 1914 en evenals deze Lützowers, werden ook zij omhuifd door een schoone oorlogslyriek. Zij waren reeds jonge mannen en zij gaven er zich reeds eenigszins re kenschap van, dat zij helden moesten zijn. Zij begrepen reeds iets van het geweldige gevaar, dat het rijk dreigde van de harde noodzakelijkheid, dat zij moesten overwinnen om datgene te behouden, wat op eenmaal een zoo kostbaar begrip was geworden de cultuur van het Duitsche land, de grootheid van het vaderland. De keizer is voor hen het symbool van de eenheid des volks." Ten slotte schrijft Flake dan nog over de onicieren, die, volgens hem, de zenuwen, de hersenen, de ziel van het leger zijn. Oorlogsvaria. De oorlogscorrespondent van de „Daily Chronicle" vertelt van een nieuw Engelsch kanon, waarvan de uitwerking verschrikkelijk moet zijn. Dit geschut, waarvan reeds verschei dene stukken in dienst zijn gesteld, is naar het schijnt in staat geheele bosschen als 't ware weg te vegen, zoodat de Duitschers zich voortaan niet meer in de bosschen kunnen ver schansen, zooals ze vroeger deden ire de omstreken van Yperen, Rijssel en La Bassée. In sommige bosschen heeft* men hoopen lijken gevonden onder de stammen en takken der stukge schoten en omvergeworpen boomen. De vereeniging van Duitsche artsen protesteert heftig tegen het strenge vonnis, door den Parijschen krijgsraad tegen de Duitsche militaire artsen uitgesproken. Wij voelen, heet het in het protest, ons gedrongen onze ver ontwaardiging uit te spreken en ons vertrouwen, dat Duitschland dezen vuistslag niet rustig zal ontvangen, doch zoo beantwoorden als van ouds her goede Duitsche manier is geweest. Aan het algemeen overzicht van het weer gedurende de maand Octo ber, opgemaakt door het Kon. Ned. Meterologisch Instituut te de Bildt is het volgende ontleend Van den 4 tot 9 October werden in de omgeving van het Kanaal hoo- ge drukkingen aangetroffen: in de tweede helft der maand bevond zich een belangrijk gebied van hooge drukking in de omgeving van de Botnische golf. Slechts weinig de pressies trokken over W. Europa. In verband hiermede kwamen in de eerste dekade veel N.W. lijke en in de tweede zeer veel N.O. lijke win den voor. De gemiddelde windkracht was voor elk der drie dekaden on geveer aan de normale gelijk. De gemiddelde temperatuur^ was in de eerste dekade bijna lo lager, in de derde lo hooger dan de nor male de dagelijksche schommelin gen in de temperatuur waren gemid deld ruim lo geringer dan gewoon lijk ten gevolge van de vrij zware bewolking. Het geheel aantal' uren met zonneschijn, gemiddeld over de vijf hoofdstations, bedroeg 55 tegen 80 uren normaal, in de derde dekade was het verschil het grootst. De maandsom van den neerslag bedroeg gemiddeld drie vijfde van de normale hoeveeldheid, in het Westen nog iets minder, in het Oosten iets. meer. Vooral in de tweede dekade was de regenval bijzonder gering Slechts op enkele dagen kwam hier en daar onweer voor. Bij verschillende bewoners van het Kleverpark te Haarlem vervoeg de zich dezer dagen een juffrouw uit het Schoterkwartier, die een goed* woordje kwam doen voor een be hoeftige kraamvrouw, die, naar zij opgaf, in de Wouwermanstraat woon de. Verschillende medelijdende be woners gaven de juffrouw een klein bedrag of zeiden onderstand toe. Een dame gaf haar melkboer last, dagelijks een halven liter melk bij de patiënte te laten bezorgen. De melkboer vermoedde evenwel, dat iets niet in den haak was, toen men aan het op gegeven adres zeide, niets van de zaak te weten. De politie onderzocht en kwam dra tot de ontdekking, dat hier oplichting gepleegd was. De in woonster van Schoten had door mid del van een „samenweefsel van ver dichtselen", zooals het in officieele termen luidt, geld bijeen gekregen. Procesverbaal is natuurlijk tegen haar opgemaakt. Op de Zuiderzee, op ongeveer een uur afstand van De Lemmer is, in den nacht van Woensdag op Don derdag de Lemmernachtboot met de salonboot van de Holland-Friesland- lijn in aanvaring gekomen. De salonboot, waarop 45 passagiers kreeg een groot gat in de zijde, boven den waterspiegel. Doordat de zee kalm was, kon de boot, met een uur vertraging, De Lemmer bereiken. De vrachtboot bekwam geen letsel. De passagiers, die meenden dat de boot op een mijn was gestooten,. brachten eenige angstige oogenblikken door. Een 27 jarige man te Hilversum moest Dinsdag een bestelling afleveren aan den Trompenbergerweg. Hij had daarbij het ongeluk in den kelder te vallen en werd in bewusteloozen toe stand en hevig bloedend naar de ziekenverpleging vervoerd. Daar is hij thans overleden, zonder tot.bewustzijn te zijn gekomen. De overledene was gehuwd en vader van twee kinderen.. Terwijl eenige arbeiders aan een poetskatoenfabriek te Groenlo bezig waren met het herstellen van een muur, stortte deze plotseling in, waar door de metselaarspatroon onder de neervallende stukken steen bedolven werd. Deerlijk verminkt werd zijn lijk onder de steenmassa's vandaan ge haald. De getroffene was algemeen geacht, gehuwd en vader van vier kinderen. Zijn oudste zoon, een jongen van 16 jaar, was hem bij het werk behulpzaam. Een landbouwer te Ter Apelkanaal is in de vaart geraakt en verdronken.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 6