DINSDAG 24 NOVEMBER ?=No.277 32e Jaargasig Rpt: [in F. VU DE VU Ir, Kleine Harkt 8, Vliuingm. Mr tntaic. 10 GEMEENTEBESTUUR Nederland en de Oorlog. FEUILLETON 1914= VLISS1NGSCHE ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemzA berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in 't bezit eener Ofiypi f|gulden bij levens- gulden bij dood A ffc g% gulden bij verlies A gulden bij verlies A f| ^gulden bij verlies fgulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- 0 g 8 R 19 I lange ongeschikt- *19 door <|l|| van een hand, 8*1} Bi van! 1111 vaneen van eiken kerd tegen ongelukken voor: fciAJ 4441' heid tot werken i UU een ongeluk uUll voet of oog iuH een duim AUIA wijsvinger fciCi anderen vinger. Oeze ultkeeringen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam HINDERWET. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders van Vlissingen, Gez;en de artikelen 6 en 7 der Hinderwet Geven bij deze kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van de Naamlooze Vennootschap de firma E. NOACK te Groningen, om vergun ning tot het uitbreiden en in werking brengen van de bestaande vetsmelterjj en darmenzouterij in het perceel ka dastraal bekend gemeente Vlissingen, Sectie C nos. 1357 en 1358, plaatse lijk gemerkt Oostkant der Binnenhaven no. 23 en 25 dat dit verzoek met de bijlagen, te beginnen met Maandag den 23an No vember 1914 op de Gemeente Secre tarie ter visie zal gelegd worden en dat den veertienden dag na dien, zijnde den 7 December 1914 ten Raadhuize, des namiddags ten 2 ure gelegenheid zal gegeven worden om bezwaren tegen het oprichten der in richting in te brengen, zullende zij die niet overeenkomstig art. 7 der Hin derwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn ver schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten niet tot be roep gerechtigd zijn, terwijl gedurende drie dagen voor dat tijdstip, ter Ge meente-Secretarie van de ter zake ingekomen schrifturen kennis kan ge nomen worden. Vlissingen, 23 November 1914. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Een bemiddelingsvoorstel. In het „Vaderland" waagt het unie- liberale Kamerlid mr. R. J. H. Patijn een poging om een brug te bouwen waarover voorstanders van een oor logsbelasting, een afdoening der ge maakte schuld in eens dus, waartoe hij zich zelf rekent, tot elkaar zouden kunnen komen. Kort samengevat zou de oplossing in dien zin, welke den schrijver voor oogen staat, hierop neerkomen beperking van het bedrag der leening tot 150 millioen van deze som ten laste van Neder- landsch Indië te brengen het bedrag, dat thans aan schatkistpapier ten laste van Indië loopt; dakking van het deel der leening, dat voor rekening van het moeder land blijft, uiterlijk in drie jaren. De schrijver doet op dit voorstel een uitvoerige toelichting volgen. door S. H. 40) 0(Nadruk verboden. „Trash weet, dat hij mij redde," zei de vrouw, met een dier teedere glimlachjes, die zoo zelden op haar gelaat verschenen. „U moest zien, hoe wijs en pedant hij er uitziet, als hij de wacht moet houden." „Er zijn weinig menschen beter dan Trashop een goeden dag zal hij leeren praten en geheel mensche- lijk zijn", zei Griff lachend, terwijl hij de toebereidselen maakte voor hun ontbijt. Een half uur later, nadat hij zijn gast vaarwel had gezegd en na een tweede waarschuwing van haar, dat hij op zijn hoede moest zijn tegen de verraderlijke heide, liep hij met groote stappen over de bevroren mijlen sneeuw tusschen Lostwithens en Ling Crag. in zijn ha'.t was een zonderling ge- Vrijz. Dem. Bond. Zondag vergaderden te Utrecht de propagandisten, sprekers en afdee- lingsafgevaardigden van den Vrijz.- Dem. Bond en het Algem. Ned. Werk liedenverbond. Deze zeer druk be zochte samenkomst werd o.m. bijge woond door alle vrijz.-dem. Kamer leden. Besproken werd de wijze waarop in de komende weken en maanden door de vrijz.-democraten de propaganda zal worden gevoerd. Ter inleiding der beraadslagingen hield dr. Bos een uitvoerige rede, die door een breede discussie ge volgd werd. Het hoofdbestuur besloot in zijn Zondag te Utrecht gehouden verga- dertng tot het houden van een groote openbare bondsvergadering te Am sterdam op 29 Nov. a.s., ter bespre king van het leeningsplan der re geering. Alle afdeelingen en personeele leden van den Bond zullen voor deze vergadering worden opgeroepen. Kerst- en Nieuwjaarsverlof. De opperbevelhebber van land-en zeemacht heeft de volgende order uitgevaardigd Daar het niet mogelijk is alle mi litairen in de gelegenheid te stellen de aanstaande feestdagen (Kerstmis Oud- en Nieuwjaar) in hunne gezin nen te doen doorbrengen, wordt door mij ter tegemoetkoming hieraan het volgende bepaald Aan ieder militair, die in het tijd vak van 1 December tot en met 2 januari a.s. op zijn beurt met verlof gaat volgens de regelen, door mij vastgesteld bij order van 24 Septem ber 1914, kan éénmaal in genoemd tijdvak twee etmalen langer verlof worden verleend, dan volgens ge noemde regelen het geval zou zijn. Van deze gunstige bepaling zijn uitgezonderd azij, aan wie in genoemd tijdvak ingevolge bijzondere beschikking van den Minister van Oorlog of van mij een buitengewoon verlof (of verlo ven) van langeren duur (of gezame- lijken duur) dan vier dagen mocht zijn of worden verleend b. zij, die wegens vervalsching van vrljbiljetten voor vervoer per spoor zijn gestraft geworden. Ik behoud mij voor, bovenstaande gunstige bepaling op elk oogenblik in te trekken, waarop de tijdsomstan digheden en het belang van den dienst zulks mochten vorderen. Bo vendien zijn de corpscomraandanten en hoogere autorüeiten gemachtigd bij de uitvoering van bedoelde be paling zoodanige beperkingen toe te passen als door de eischen van den dienst ot de veiligheid bepaaldelijk gevorderd worden. voel van vrede, alsof hij nooit eenige bitterheid had gekend en weer moest hij tot zichzelf zeggen, zooals hij gis teravond had gedaan, dat hij blij was deze laatste eer aan Ephraïms vrouw te kunnen bewijzen. Dit was toch de oorzaak geweest, dat hij de verdwaal de, ingesneeuwde vrouw gevonden had. Te Ling Crag in de omgeving van Ephraïms huis, was alles leven en beweging, zooals alleen het dorps leven kan vertoonen, als er een hu welijk of een begrafenis aanstaande is. Ephraïm's vrouw, die lag te wach ten op de laatste bewijzen van eer bied voor haar reis naar het graf, dat te Trawdon reeds voor haar gedolven was, had de laatste twaalfmaanden reeds gesukkeldzij had geweten, dat haar einde nabij was, en, even als zij haar doodskleed reeds gewe ven had van het fijnste linnen, lang voor zij goed was gaan liggen, had zij zelf den bessenwijn gemaakt, die op haar begrafenis gedronken zou worden. Goede wijn was het, versterkt met krachtigen brandewijn en zelfs in de laatste dagen vhn haar ziekte was het haar een troost te denken, dat Wittebrood. Tengevolge van een stagnatie in den aanvoer van bloem, is het te verwachten, dat het nog wel een maand langer zal duren, als aanvan kelijk werd gedacht, dat het verbod van het bakken van witte brood zal worden opgeheven.Aanvankelijk dacht men, dat de omstandigheden dit na een week of drie zouden veroorloven. Ruiling van standplaatsen tusschen militairen. Van den opperbevelhebber van land- en zeemacht, generaal Snijders, ontving de „Soldaten Courant" de volgende circulaire Bij mij komen tal van verzoeken in om ruiling van standplaats tusschen militairen onderling, sommige daarvan met instemmend advies der betrokken autoriteiten. Ten bewijze welken omvang deze beweging reeds heeft verkregen, strek- ke, dat in elke Soldatencourant in die van 15 November 11. niet min der dan 27 oproepingen voorkomen van militairen, die een rang- en wa- pengenoot zoeken om mede teruilen, niet, zelden onder aanbod van gelde lijke vergoeding. In verband hiermede breng ik onder de aandacht van autoriteiten, dat door de ruilingen en daaruit voortvloeiende overplaatsingen, het verband der afdeelingen, voortsprui tende uit de localiseering der militie en ontwikkeld door de eerste opleiding en den voortgezetten dienst wordt verbrokende plaatselijke bekendheid der betrokken personen verloren gaat en noodelooze administratieve be slommeringen worden veroorzaakt. Het ruilen tegen geldelijke; vergoe ding1 verschaft bovendien een voor recht aan de meer bemiddelden, die zich op die wijze voor geld kunnen onttrekken aan nadeelen en bezwaren, welke ten slotte alleen de onvermo- gnden zouden treffen. Mitsdien wordt door mij bepaald, dat overplaatsing bij ruiling alleen bij hooge uitzondering zal geschieden, wanneer daarbij gewichtige belangen van niet- persoonlijken aard zijn ge moeid en die van den dienst daardoor in geen enkel opzicht geschaad wor den. Vergeet 't zielkundige moment niet. De anti-rev.„Rotterdammer" schrijft: De regeering wil het iedereen zoo veel mogelijk naar den zin maken. Nu wordt eene leening voorgeschre ven, want geld moet er wezen. Maar daarmee wordt de mogelijk heid van eene oorlogsheffing niet af gesneden; kan zeer wel een extra belasting worden. Evenwel, daarover wordt nu niet beslist. Naar later wordt de beslissing verschoven. Niet naar 1917, want dat is een verkiezingsjaar, Ephraïm zich niet behoefde te scha men als de rouwdragers kwamen om te eten en te drinken. En nu was de dag gekomen. De handen, die den wijn gemaakt had den, lagen stil gevouwen onder het laken, maar de wijn stond, flesch bij flesch, naast de geurige broodjes en de krakelingen, die de tafel bedekten. Vrienden en familie verzamelden zich om de tafel ieder nauwaan- gekomene ging eerst de hoekige trap op, als hij binnenkwam, om de over ledene voor 't laatst te zien. Op den weg buiten stond een slede een groote, ruw getimmerde vierkante houten bak. Twee gespier de trekpaarden waren voor de slede gespannen en de wind scheen hun schoften met wreeden vinger te laken. „Alleen mr. Lomax ontbreekt", zei Ephraïm, „en hij heeft beloofd, dat hij hier in tijds zou zijn, om met ons mee te gaan." „Het schijnt wel, dat hij bang is voor goede, gewone menschen", zei een buurman. „Wat den man scheelt, kan ik niet zeggenmaar hij lijkt wel wat op een dollen hond, die hapt en bijt naar menschen, waar hij eens en deze vraag moet de politieke harts tochten niet prikkelen. Daarom is een latere datum gekozenvóór 1 Januari 1920 moet worden uitgemaakt hoe de leening zal worden afgelost. Het lijkt kiesch, mooi en tegemoetkomend. Maar in werkelijkheid is het geen tegemoetkoming. De mogelijkheid om een extra-oor logsbelasting op de groote vermogens te leggen wordt daardoor uitermate verzwaard. Van de keuze van het juiste moment hangt zoo veel af. Is de oorlog dan naar wij hopen reeds lang voorbij, dan slijt de gedachte aan het gevaar dat dreigde al meer uit, is weg alle dankbaarheid voor hetgeen behouden werd, is miniem de ge zindheid om zich opofferingen te ge troosten. Nu wordt alles veel gemak kelijker gedragen. Vergeet het ziel kundige moment niet. Scheepvaart op het kanaal Gent— Terneuzen. De bepalingen voor de vaart op het Belgisch gedeelte voor neutrale schépen zijn gewijzigdvoor elke reis moeten de vaartuigen voorzien zijn van een Passierschein, die kan worden afgegeven door den vice- consul van Duitschland te Terneuzen. De scheepvaartrechten worden weder geheven als voor den oorlog. Stukken voor de Prov. Staten. In hun voorstel tot het verleenen van eene subsidie van f 1000 voor het jaar 1915 aan de Provinciale vereeni- ging tot bestrijding der tuberculose zeggen Ged. Staten dat in de zitting van 19 Juli jl. een adres van die ver eeniging, waarbij voor 1914 een sub sidie van f 1600 werd verzocht in hunne handen werd gesteld. Naar aanleiding van het advies van den hoofdinspecteur van de volksgezond heid, dat gunstig luidde richtten Ged. Staten zich tot het bestuur der ver- eeniging met de opmerking, dat er bezwaar bestond nog voor 1914 een subsidie voor te stellen. Het gevolg was een nieuw adres, waarin voor 1915 een subsidie van f 1000 werd gevraagd. Ged. Staten brengen in herinnering dat de afwijzing van een soortgelijk verzoek in de zomerzitting van 1913 berustte op de omstandigheid, dat toen geen eenheid van leiding voor de geheele provincie bestond, welk bezwaar thans vervallen is. Er is thans een algemeene vereeniging, welke zich in 't bijzonder op bestrijding der tuber culose toelegt, hare aanvrage wordt door het staatstoezicht zonder voor behoud gesteund. Thans is dus het oogenblik gekomen, om in beginsel de vraag onder ,het oog te zien, of het op den weg der provincie ligt, om het subsidie te verleenen in het veel van hield. En, op mijn woord, hij was zoo'n flinke jongen, als ik ooit gezien heb in 't stroopen, of vechten, of rijden voor zijnonge—j luk kwam." „Nu, hij kan de spade hanteeren, zoo goed als éen, zei Ephraïm, „hij kent de beste manier om een greppel te graven en hij weet goeden grond te maken van schralen heigrond. En daarom", hij brak af en keek door het raam, „hij wacht ginds bij de slede, en praat met de paarden, of het zijn eigen broeders waren. Mis schien houdt hij er tegenwoordig niet van, binnen de enge muren te zijn, en hij heeft het lijk al gezien. Wij moe ten dus vertrekken, vrienden, of wij zullen het niet meer met daglicht kunnen doen." Griff kon werkelijk den moed niet vinden naar binnen te gaan. Het ge voel van kameraadschap, dat hem zoo weldadig had aangedaan, had hem verlaten en hij zag er tegen op, zich onder zijn medemenschen te begeven. Omgang met menschen wasgoed en wel en gisteren was dit hem nog welkom geweestmaar niemand kan jaren eenzaam en alleen leven, en belang der volksgezondheid. Evenals in de meeste andere provinciën is geschied, beantwoorden Ged. Staten die vraag bevestigend. Zij meenen, dat de bestrijding van een ernstige plaag als de tuberculose, welke de volksgezondheid zoozeer bedreigt en ondermijnt, inderdaad een provinciaal belang kan worden geacht; antece denten in die richting zijn te vinden in het subsidie, dat vanwege de pro vincie verleend wordt voor het parc- vaccinogène te Middelburg, en in de subsidien, welke aan eenige gemeenten verleend worden ter voorziening in de behoefte aan genees- en verloskun dige hulp. Daar het subsidie voorloopig slechts voor éen jaar wordt gevraagd, meenen Ged. Staten niet verder te moeten gaan, later zal er dan gelegenheid zijn, om te beoordeelen of de vereeniging zich in den gewenschten zin ontwik kelt en verderen steun behoeft en verdient. Bij hun voorstel om af te wijzen het verzoek van het bestuur der maat schappij tot bevordering van land bouw en veeteelt in Zeeland om ver hooging van het provinciaal subsidie ter bevordering van landbouwbelan gen, tot dekking van uitgaven ten behoeve van cursussen inlandbouw- huishoudkundig onderwijs, merke Ged. Staten het volgende op Uit op het verzoek van Ged. Staten aangevulde opgaven blijkt, dat in de totale uitgaven, bedragende f 2140, door belanghebbenden en de maat schappij gezamenlijk slechts f 200 zou worden betaald, terwijl de rest ad 1 1940 zou moeten komen ten laste van, het rijk en de. provijicie. Een zoodanige verhouding achten Ged. Staten niet billijk. Ged. Staten moeten er dan ook de aandacht op vestigen, dat waar van de 151 leerlingen slechts 40 school geld betalen en dit schoolgeld op geen hooger bedrag dan f 2.50 per leerling en per jaar is gesteld, er alle reden is om te verlangen, dat in de eerste plaats door hen te wier behoe ve het onderwijs wordt gegeven, in de kosten daarvan op meer billijke wijze worde bijgedragen, alvoiens een be roep wordt gedaan op de provincie, die daarbij slechts zijdelings belang heeft. Ook mag gevraagd worden of de gemeenten waar de cursussen gegeven worden en die dan toch geacht mogen worden daarvan mede de vruchten te plukken, niet zouden behooren tege moet te komen in de beschikbaarstel ling van lokalen met behoorlijke ver lichting en verwarming. Wordt dan voorts de bijdrage van de maatschappij, thans berekend op f 100 in werkelijkheid door haar be steed of, hetgeen mede billijk voor komt, nog verhoogd, dan zal blijken, ontsnappen aan die diepe, telkens terugkeerende schuwheid, die zich onverwachts van hem meester maakt, als hij maar het minste verwacht. Om deze reden Ephraïm Shackleton had een ongewone kieschheid getoond door het te gissen was Grif buiten gebléven, met de paarden sprekende in hun eigen taal, en zijn best doende, hen gelukkiger te maken onder den scherpen geesel van den wind. Eindelijk was de kist beneden ge bracht en op de slede gezet. Het geheele Ling Crag dorp was er dien dag, en volk van Marshcotes en van Cranshawen twee aan twee namen zij hun plaatsen in achter het ruwe voertuig, dat Ephraïm's vrouw naar het kerkhof te Trawdon zou brengen. Et moesten vijf mijlen bevroren weg afgelegd worden, voetstaps, en de wind blies met nijdige rukken koud over de bevroren uitgestrektheid sneeuw. Toch schrikte niemand terug voor zijn plicht; teere meisjes en ziekelijke mannen waren eren als zij hoestten, deden zij net of zij snikten, opdat toch vooral niemand zou gissen, wat deze laatste reis hun kostte. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1