MAANDAG
23 NOVEMBER
Nsdarland en da Oorlog.
iilgavefirma F. II DE VELDE Jr., Kleins Markt 58, Vlissingen. Telefoon Inters. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende
feestdagen
FEUILLETON
BINNENLAND
1914i
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regej
De abonnés, in 'tbezit eener ft fltfl gulden bij levens- gulden bij dood A f"|£l gulden bij verlies A gulden bij verlies gulden bij verlies Q P* gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- S11 gg fl lange ongeschikt- *"11 9 door van een hand, I van'i B 1111 van een /"l van eiken
kerd tegen ongelukken voor: M UUv heid tot werken ff WV een ongeluk voet of oog lÜll een duim J.W wijsvinger UtJ anderen vinger.
Deze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
De oorlogsleeniug.
Ia de „Vrijz. Democraat" bespreekt
dr. Bos het leeningsor.twerp en komt
tot de conclusie dat, wil de regeering
thans haar wetsontwerp onveranderd
doorzetten, dat beteekent dat zij op
een tijdstip te midden van de mobi
lisatie een reusachtig groote leening
wil aangaan voor 'n langen tijd, waar
van de noodzakelijkheid op dit oogen-
blik en tot die bedragen door vele
financiers wordt ontkend en ons daarbij
gedurende 15 jaren feitelijk vastbindt
aan een reeks van belastingen, waar
van onderscheidene ten eenenmale
onaannemelijk zijn voor een groot
deel van het volk.
Naar mijne meening mag geene re
geering dat thans doen. Ook de voor
standers van een heffing in eens naar
den grondslag van de vermogens en
inkomsten hebben aan deze heffing
niet anders gedacht dan als de defi
nitieve afrekening, nadat in de eerste
paar jaar met tijdelijke leeningen bij
de Nederlandsche Bank of particulie
ren de kasbehoeften waren bevredigd.
Niemand van hen heeft willen dwin
gen om midden in de tegenwoordige
moeilijkheden deze beslissing te ne
men, wel daarvoor thans propaganda
willen maken. De regeering evenwel
legt ons eene beslissing voor in dezen
moeilijken tijd. In dezen tijd, nu de
critiek in 't algemeen zoodanig aarzelt
zich uit te spreken, dat degene, die
open voor zijn meening uitkomt, door
menigeen als woelziek en de regee
ring hinderend in haar taak wordt
beschouwd.
Terughoudendheid van de critiek
in het parlement eischt evenwel zelf
beperking van de regeering in de uit
oefening harer thans buitengewone
macht.
Zij heeft thans genoeg kunnen zien,
dat Godsvrede beteekent: vrede met
degenen, die het verst van haar af
staan, des te inniger vrede, naarmate
die afstand het grootst isbeteekent
strijd, opgeschorte en dadelijke strijd
met hare vrienden, het scherpst met
hen, die het dichtste bij haar staan.
Met alle kracht moet 'n beroep op
haar worden gedaan om harerzijds
mede te werken tot het betreden van
een weg, die de beslissing over zoo
groote zaak verdaagt tot rustiger tijd.
„De Tijd" schrijft:
De regeering wil de oorlogsleening
binnen 15 jaar delgen door de heffing
van 25 millioen gulden belasting per
jaar in den vorm van opcenten op
de directe belastingen en op de in
voerrechten en accijnzen.
Zonder van dit voorstel veel kwaad
te zeggen, kunnen wij ons een ander
denken, dat ons juister voorkomt.Wij
hadden geen bezwaar erin gezien,
door S. H.
39) 0(Nadruk verboden.
„O, het waren goede dagen en ik
had hem zoo lief!"
Griff begreep dit zoo goed. Zoo
was het ook tusschen hem en zijn
vader geweest.
„Ja, hij hield van een kloppartij,"
zei hij. „Ik heb hem eens 's nachts
ontmoet ik hielp eenige vrienden
om zijn wild te stelen en hij over
viel ons met een half dozijn jacht
opzieners en hij en ik gingen aan het
worstelen, tot ik hem op den grond
kreeg. Goede HemelIk herinner mij',
hoe hij mijn hand greep, zoodra hij
kon opstaan en niet tevreden was,
voor ik hem beloofd had, bij hem
te komen dineeren."
De nicht van den Squire lachte;
het verhaal kwam zoo goed overeen
met alles, wat zij van haar oom wist,
.dien zij had lief gehad, ja, maar met
wanneer de regeering de 25 millioen
alleen had gehaald uit de directe be
lastingen en de successierechten. In
dien de kosten van den oorlog tot de
aangevraagde 275 millioen beperkt
blijven en mei in dit feit aanleiding
zou vinden, on over drie jaar de
leening te vervangen door een ver
mogens-belasting, eerst dan zou deze
vermogensbelasting niet anders zijn
geweest dan een afkoop van de bui
tengewone belasting, die men tot dan
toe had betaald. Thans zal in dit
geval dezelfde afkoop piaats hebben,
maar zal hij geschieden door anderen
dan die de extra-belasting betalen.
Indien inmiddels de kosten van den
oorlog zouden toenemen en daardoor
de mogelijkheid, om ze uit een be
lasting te vinden, steeds meer een
pieus votum worden, zou men, bij
het aangaan van nieuwe leeningen,
den kring geleidelijk kunnen uitbrei
den van hen, die zouden medebetalen
in de kosten, door verhooging van
de accijnzen enz.
De bezwaren tegen de voorgestelde
verhooging der indirecte heffingen
wegen intusschen niet alle even
zwaar. Het kan geen kwaad, dat op
den accijns op wijn en gedistilleerd
hoewel in zich reeds te hoog
opcenten worden gelegd, omdat ieder
zich het gebruik daarvan kan ont
zeggen en het voor niemand een be
zwaar kan opleveren, wanneer hij
zich in dat gebruik, ten gevolge van
den oorlog, tijdelijk moet beperken.
Een verhooging van den accijns op
suiker en op het geslacht lijkt ons
daarentegen minder gerechtvaardigd
in een tijd, nu voedigsmiddelen als
deze door de ongewone omstandig
heden reeds neiging hebben abnor
maal hoog te worden, terwijl er juist
reden is, om vooral de kosten der
voedigsmiddelen niet door wetgevende
maatregelen op te drijven.
Een bedenking van gelijken aard
bestaat ook min of meer tegen de
opcenten op de invoerrechten. Het is
bekend, dat o.i. de fiscus uit het mid
del in normale omstandigheden veel
meer kan halen, dan hij doet. Wij
hebben dan ook niet de minste of
geringste bedenking tegen een ver
hooging der invoerrechten op arti
kelen, die in Nederland kunnen wor
den vervaardigd. Er zijn echter arti
kelen, waarvan invoerrechten worden
geheven, die, door de buitengewone
omstandigheden, noodiger en nuttiger
zijn dan ooit, maar door dezelfde
omstandigheden moeilijker worden
ingevoerd en dientengevolge abnor
maal hoog in prijs zijn. Aan de in
voering dezer artikelen een nieuwe
hinderpaal in den weg te leggen,
lijkt ons niet goed gezien. Wij kunnen
al evenmin zeggen, dat de tijdsom
standigheden gunstig zijn voor de
wien zij ook gekibbeld had.
„En toch heb ik mijn laatsten strijd
met hem verloren en hij heeft me niet
vergeven", ging zij voort, terwijl haar
stem ernstig werd. „O, 't is een treu
rig verhaal, en het schijnt zoo ver
weg, als ik de warmte en het licht
hier binnen zie en denk aan de wil
dernis van sneeuw daar buiten. Ik
verbeeld me zieke menschen zijn
altijd vol inbeeldingen dat van nu
af aan er altijd een eenzame, onover
komelijke woestenij zal liggen tus
schen de toekomst en het verleden.
En toch, de Hemel weet, welke toe
komst er voor mij zijn kan!"
Griff wilde haar niet treuriger
hebb?n dan noodig was, en begon
hun eenvoudig avondeten klaar te
maken. Terwijl hij hiermee druk bezig
was, en later, terwjjl zij at en nog
lang nadat zij rustig in slaap was,
verwonderde hij zich voor zoover
hij zich nog verwonderen kon over
het toeval, dat een dochter der Dane-
holmes, het hoogmoedigste geslacht
in het geheele land, behalve het zijne,
hier had gebracht, om zijn woning in
de wildernis te deelen.
„Het is geen toeval," mompelde hij
verhooging met 10 opcenten van re
gistratie- en hypotheekrechten.
Drijvende mijnen.
Naar aanleiding van een in „de
Times" van 19 dezsr voorkomend
bericht, dat de te Westkapelle met
zoo noodlottig gevolg ontplofte mijn,
naar men algemeen denkt, een Duit-
sche mijn was, omdat in de nabijheid
reeds Duitsche mijnen waren aange
spoeld, wordt van marine-zijde het
volgende medegedeeld:
Aangezien alle personen, die zich
bij de ontplofte mijn bevonden zijn
gedood, kan niet met zekerheid wor
den verklaard, met welk soort mijn
men hier te doen heeft gehad. Wel
kan worden gezegd, dat bij de jongste
stormen ongeveer 100 mijnen op de
Nederlandsche kust zijn aangespoeld,
en dat daaronder geen enkele Duit
sche is aangetroffen.
Bijna alle aangespoelde mijnen
waren Engelsche. Volgens de ver
klaring van iemand, die de ontplofte
mijn kort vóór de ramp op den dijk
bij Westkapelle heeft zien liggen, was
haar kleur als die der Engelsche
mijnen.
Plaatsruimte in de treinen.
Verschillende malen is het in den
laatsten tijd voorgekomen, dat in
treinen, waarmede een groot aantal
militaire verlofgangers reisden, plaats
gebrek ontstond.
Volgens de officieele opgave van
1 November 1914 topens den beperk
ten dienst op de -.noorwegen worden
met de in de dienstregeling aange
geven treinen in de eerste plaats
militairen vervoerd; het publiek heeft
slechts toegang, voor zoover er plaats
is. Deze zelfde bepaling, die reeds
van 1 Augustus af gold, had voor
namelijk betrekking op in dienst rei
zende militairen.
Met het oog op den dienst is het
echter gewenscht, dat de verlofgangers
hun reis aanvangen en beëindigen op
denzelfden dag. Inzonderheid moet er
op gerekend kunnen worden, dat de
van verlof terugkeerende militairen
inderdaad op de aangegeven dagen
weder bij hun troependeel aanwezig
zijn, omdat de dienst dit eischt.
Hoewel, wat betreft de soort der
plaatsen in de treinen, niet in dienst
reizende militairen en burgerreizigers
gelijke rechten hebben, indien zij
plaatsbewijzen voor dezelfde klassen
bezitten, moet het uitgesloten zijn,
dat verlofgangers door achterblijven
hun bestemming niet meer kunnen
bereiken.
Als maatstaf moet dus worden aan
genomen, dat de militairen, die alleen
door met een bepaalden trein te reizen
nog in den loop van den dag hun
bestemming kunnen bereiken, in dien
trein den voorrang hebben.
eens, terwijl hij den hond over de
ruwe ooren streelde. „Er is niet zoo
iets als toeval in het leven maar
er is het Noodlot."
En Trash deed een zacht, tevreden
gebrom hooren, alsof hij, als de tijd
maar geschikter was geweest, een
luid, vroolijk geblaf zou hebben
geuit.
Buiten de hut vervolgden de sterren
hun loop aan den helderen, vriezen-
den hemel en de sneeuw lag mijl op
mijl over het bevroren landen
sneeuw noch sterren geloofden in
toeval, ofschoon zij zeker waren van
het Noodlot.
Griff zat daar maar steeds te pein
zen en de slaap wilde niet tot hem
komen. Waarom had hij deze vrouw
niet verteld, zoo vroeg hij zich af,
dat hij en zij elkaar reeds eerder
ontmoet hadden Wel, alleen omdat
hij, met een dwaas genot in het ro
mantische, zijn klein geheim nog een
poosje voor haar wilde bewaren.
Welke vorst de heide ook nog in
zijn boeien hield, éen ding was zeker
dat een zachte wind gekomen was,
hetzij hij bleef of niet, om de harde
korst van zijn leven te ontdooien.
Uit dezen maatregel volgt, dat zulks
in sommige gevallen voor burger
reizigers aanleiding kan geven tot
groot ongerief. Teneinde daaraan tege
moet te komen, loopen op trajecten,
waar het vervoer van verlofgangers
grooten omvang heeft, voor- en volg-
treinen, zoomede extra militaire trei
nen. Bij eenige inschikkelijkheid kan
voorts dit ongerief tot een minimum
worden beperkt. Daartoe is het dan
noodig, dat men zich in voorkomende
gevallen met m'nder plaatsruimte
tevreden stelt, da a waarop men vol
gens de inrichting der spoorwegcom
partimenten recht kan doen gelden,
en dat sommige reizigers zich zoo
getroosten een gedeelte van de reis
staande, hetzij in de zijgangen der
rijtuigen, hetzij in de bagagewagens
door te brengen.
Den militairen is op de noodzake
lijkheid gewezen om zich aan het
vorenstaande te houden en om aan
het spoorwegpersoneel hun volle
medewerking te verleenen om te be
reiken, dat het openbaar reizigers
verkeer zoo min mogelijk belemmering
ondervinde.
Indien ook het publiek in dien zin
medewerkt, kan er op vertrouwd
worden, dat het aantal teleurgestelden
slechts zeer gering zal zijn.
Belasting van geïnterneerde
militairen.
Naar het „Hbld." meldt, ligt het niet
in de bedoeling van de regeering om
de hier te lande geïnterneerde offi
cieren aan te slaan in de bedrijfs-
en vermogensbelasting. Deze perso
nen worden niet geacht in den zin
der wetten op de bedrijfs- en vermo
gensbelasting binnen het rijk te wo
nen.
Wat de personeele belasting ech
ter betreft, zijn ook geïnterneerde of
ficieren belastingplichtig, indien z ij
langer dan drie achtereenvolgende
maanden hier te lande een perceel
in gebruik hebben of dienstboden,
paarden, rijwielen of motorrijtuigen
houden.
Snijders—van Twist.
De heer Duymaer van Twist is
teruggekomen van zijn voornemen
een aanklacht in te dienen tegen den
gepensionneerden luit.-generaal W.
G. F. Snijders.
Uitvoer van aardappelen.
Naar wij vernemen, is door den
minister van landbouw, nijverheid en
handel voor Zeeland een commissie
benoemd, aan welke de bevoegd
heid verleend is, consenten uit te
reiken voor uitvoer van aardappelen.
Tot leden van bovengenoemde com
missie zijn benoemd de heeren P.
Lindenberg te Wemeldinge, Ph. van
Dixhoorn te Axel en J. A. Snijder,
„Dit gaat zoo niet," zei hij einde
lijk, zich opnieuw in zijn stoel schik
kend. „Epraïm's vrouw zal morgen
begraven worden, en ik mag mijn
belofte niet breken, om daar in tijds
te zijn. Ik moet zien, nog wat te
slapen."
En toch nog, terwijl hij insluimerde,
dacht hij aan dien eenzamen weg
naar Trawdon, en verheugde zich
over het werk van sneeuw opruimen,
dat de oorzaak was geweest dat hij
deze vrouw op de heide had gevon
den.
Waren de Schikgodinnen bezig in
zijn levensdraad bloemen of doornen
te vlechten?
HOOFDSTUK VIII.
Griff was den volgenden morgen
bijtijds van zijn stoel opgestaan, want
de begrafenis van Ephraïm Shackle-
tons vrouw zou vroeg in den morgen
plaats hebben. Het was een heele
afstand naar het keikhof van Traw
don heen en terug; de mannen kon
den bovendien niet op het land wer
ken, zoo lang de sneeuw duurde en
het was beter, alles achter den rug
te hebben, voor de vroege schemering
secretaris der afd. Tholen der Z. L.-
M. te Bergen op Zoom.
Herstellingsoord voor spoorweg
personeel.
Met het oog op mogelijke verwik
kelingen, tengevolge van den inter
nationalen toestand, ging op 2 Au
gustus j.l. het Herstellingsoord „Vil-
landry" te Nijmegen van de Vereeni-
ging tot Stichting en Exploitatie van
een Herstellingsoord voor Spoorweg
personeel, in het beheer over aan het
Nederlandsche Roode Kruis.
Daar de toestanden zich thans, voor
wat ons land betreft, wat ten goede ge
wijzigd hebben,werd door de genoem
de vereen, met het Ned. Roode Kiuis
een overeenkomst aangegaan, waarbij
het beheer van het Herstellingsoord
met ingang van den 16en dezer in
handen der vereeniging is overgegaan.
Van den genoemden datum af
kunnen dus wederom patiënten der
vereeniging worden opgenomen.
Ouderdomsrente.
Het is bekend dat aan hen, die
een ouderdomsrente zonder succes
hadden aangevraagd en beweerden
nieuwe gronden voor toewijzing te
kunnen doen gelden, de raad werd
gegeven om, nadat de beroepstermijn
zou zijn vers reken, opnieuw een
rente aan te vragen waarop dan een
beslissing volgde inhoudende: dat
het bestuur niet andermaal de aan
spraken op bovenbedoelde rente kon
onderzoeken.
Van die beslissingen zijn tal van
belanghebbenden bij de Raden van
Beroep in appèl gegaan, wat aanlei
ding heeft gegeven tot de meest uit-
eenloopende vonnissen.
Thans heeft de Centrale Raad
van Beroep op 13 November j.l. in
hoogste ressort over deze quaestie
beslist.
Zonder zich uit te laten over de
al of niet bevoegdheid van het be
stuur der Rijksverzekeringsbank om
andermeal de aanspraken te onder
zoeken, heeft de Centrale Raad van
Beroep beslist, dat de Invaliditeitswet
aan hem die geen gebruik maakt van
het recht om van een afwijzende
Bankbeslissing in beroep te gaan,
niet het recht heeft gegeven door een
herhaalde aanvrage derzelfde rente
nogmaals een voor beroep vatbare
beslissing daaromtrent uit te lokken
en de wet nu zij daarover zwijgt,
ook niet geacht kan worden dat recht
wel te hebben willen verleenen, daar
in verband met den aard dezer op
3 December 1913 ingaande rente,
welke niet kan steunen op latere
feiten, daaraan redelijkerwijze geen
behoefte bestaat.
inviel.
De zieke vrouw was wakker, toen
Griff, nadat hij de koeien gemolken
en zich gewasschen had in de ijskoude
bron, de hut binnentrad.
„Gaat u uit?" vroeg zij, zich ver
wonderende, dat hij er zoo frisch en
sterk uitzag.
„Ja, ik heb een ouden buurman
beloofd, hem zijn vrouw te helpen
begraven."
Zij huiverde, terwijl zij zich de
verschrikkingen herinnerde van de
uitgestrekte sneeuwvelden. „En zult u
ver gian?" vroeg zij.
„Eerst vijf mijlen naar Ling Crag,
en dan vijf naar Trawdon, waar de
begrafenis zal plaats hebben."
„O, pas op uzelf! Deze moerassige
heidevelden zijn verraderlijk en
„Nu niet verraderlijk", viel hij haar
in de rede met een geruststellenden
lach. „Zie, de zon schijnt door het
raam en de sneeuw is zoo hard als
ijs. Wilt u nu met mij ontbijten, dan
laat ik Trash bij u achter, om op u
te passen?"
(Wordt vervolgd.)