lechf
IDSTER
DONDERDAG
12 NOVEMBER
13
dresssn.
MAGEN
IGEN
JE p.G.
sfbode
HedarSand m de Oorlog.
52e Jaargang
3sy Co.
artell,
e Jeneïer,
Zoon
jn.
icas Bols,
)tz,
Beertje,
REMANS
ENNE
IEÖEMSEN
STBODE
lliigaveFirma F. VAN D£ VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Teieioon Inters. 10
lfPSpr%
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
FEUILLETON
INGEZONDEN STUKKEN
uitsluitend
aan wegens
waarde.
verkrijgbaar
lie. Citroen,
ozen inhou-
doos.
N. j
p. ons.
f-No. 267
1914^5
p. ons.
mdel
eleph. 92.
in Om
cink;
msiordam
it omtrent
ertje ANNA, door
!I ETIENNE uit
rbiyf houdende
JX est restée a
santé et serait
velles chez Melle
rallelweg 167b,
0.25, iedere
- Zonder rabat,
sen wordt twee-
POLAK.
LOOIS Az.. Aan-
iet
s). Bellamyparkü
gevraagd tegen
omen voorwaar*
am te zijn in een
ïidelijk schriften
eischten.
der motto „Boek*
„Vliss. Courant
ite
ïar. Te bevragen
e Courant".
P. M. W. SCHRó
ertsen.
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
m
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in't bezit eener f| flftf! gulden bij levens- n gulden bij dood A S1A gulden bij verlies J f" gulden bij verlies A f| f* gulden bij verlies f% f^gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- /jl jllj lange ongeschikt- |l door <i IE g van een hand, I *"111 van! vaneen JH van eiken
kerd tegen ongelukken voor: fef U ül heid tot werken fl MU een ongeluk UUU voet of oog A(IU een duim AUU wijsvinger £d%3 anderen vinger.
Deze ultfceerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot oi tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam
De vraag van het Kamerlid Duymaer
van Twist.
In de „Nieuwe Ct." schrijft de gep.
luitenant generaal W. G. F. Snijders
een bijzonder scherp artikel tegen
het Kamerlid, den kapitein Duymaer
van Twist, naar aanleiding van diens
vraag tot den minister van oorlog
gericht, of niet op ruimer schaal
dan tot nu toe, verloven aan militai
ren kunnen worden verleend, en zoo
ja, of de minister dan bereid is een
regeling te treffen, waarbij „zooveel
mogelijk rekening wordt gehouden
met de maatschappelijke belangen
van hen, die met de mobilisatie onder
de wapenen zijn geroepen".
Weer zoo'n domme vraag a Ia
Duymaer van Twist I was mijn eer
ste indruk, schrijft nu generaal Snij
ders. Maar er over nadenkende, rees
in mij een gevoel van ergernis, ja
van verontwaardiging.
Dat 's heeren D. v. T. 's vraag
inderdaad dom is, behoef ik n'et nader
aan le toonen, nu uw hoofdartikel
door vermelding van prof. Kernkamp's
klare en juiste beschouwingen, zulks
voor ieder, wiens brein niet beneveld
is, glashelder in het licht stelt.
Maar ergelijk, in de hoogste mate,
noem ik 't, dat deze zoogenaamde
militaire Kamerspecialiteit, zich niet
ontziet stelling te nemen tegenover
de militaire maatregelen der Regeering
en door zijn onberaden bedrijf de
moeilijke taak die op haar rust, nog
weer durft verzwaren.
Men zegge nietde heer D. v. T.
„vraagt" 't alleen maar. Zijn optre
den heeft geen zin, wanneer het niet
beteekent, dat hij van oordeel is, dat
die ruimere verloven kunnen, ja moe
ten worden verleend. En dat oordeel
berust op niemendal, 't kan op geen
enkel deugdelijk argument gebaseerd
zijn.
En dan durft hij der Regeeting
nog bovendien voorhouden, dat ze
c. q. een regeling heeft te treffen,
waarbij met de maatschappelijke be
langen der onder de wapenen ge
roepenen, „zooveel mogelijk rekening
wordt gehouden."
Welke reden, welk recht heeft dit
Kamerlid, om zich hier vóór de Re
geering op te werpen als speciaal
voorvechter van die belangen
Is er eqpig feit aan te wijzen, waar
uit zou blijken, dat de regeering
minder oog en gevoel heeft dan de
heer D. v. T., voor de maatschappe
lijke belangen van alle Nederlanders,
inzonderheid van de door de mobili
satie getroffen militairen en hun ge
zinnen? Op welken grond denkt of
geloof! de héér D. v. T., dat de mi
litairen een dag, een uur langer „aan
de grenzen" zullen worden gehouden
it int 11 it*
door S. H.
30) O(Nadruk verboden.
„En ik ging met hem naar uw huis
en u waart veilig en wel, dank zij de
doornstruik, die aan den rand groeide.
En de blijdschap deed me beven
o, die vreugde te weten, dat er geen
bloed kleefde ain Gabriël's handen".
Griff's oogen werden nu weer
somber. Met overweldigende kracht
kwamen de doode jaren tot hem terug
het zonlicht en de storm ervan,
en de laatste°zwarte dagen, die hem
voor altijd uitsloten van omgang
met menschen.
„Was het goed of kwaad, dat ik
dien avond niet den dood vond?"
zei hij, meer tot zichzelf, dan tot
Qreta.
„O, u moest u schamen, dat te
denken of te zeggen u, die zoo
sterk bent en vol lust tot werken."
„U hebt gelijk," zei hfl kalm. „Ik
dan noodig is, volgens de op kennis
van den toestand gegronde inzichten
der verantwoordelijke regeeringsper-
sonen.
De houding van genoemd Kamer
lid wekt mijn verontwaardiging, om
dat ze, juist op dit oogenblik, gevaar
lijk is; omdat ze ontevredenheid
kweekt, en de meening veld doet
winnen, dat er geen noodzaak meer
bestaat, om het leger, volledig ge
mobiliseerd en gevechtsbereid, gereed
te houden voor eventualiteiten, die
nog niemand, ook niet de heer D. v.
T., kan voorzien. Prof. Kernkamp
zegt het zoo juist: „het volk moet
begrijpen, dal zoolang de oorlog
duurt, het gevaar om er in betrokken
te worden, voortbestaat, en bereid
blijven, de zware lasten te dragen,
verbonden aan het houden in staat
van tegenweer."
En daartegen durft de heer D. v.
T. te reageeren!
Hij wil „op ruimere schaal" ver
loven zien toegestaan. En hij vleit
de menigte, die zoo dikwijls haar
hoogste belangen niet kent en niet
begrijpt, door zijn in dit geval mis
plaatste bezorgdheid voor „particu
liere" belangen der opgeroepen mi
litairen.
Die zorg is bij de regeering in
uitnemende handen, dat heeft ze be
wezen De heer D. v. T. kan zich
gerust er buiten houden. Hij be
hoort geen voet te geven aan dwa
lingen en wanbegrippen, die er meer
en meer toe zouden gaan leiden, dat
het volk den mobilisatietoestand als
niet langer gemotiveerd gaat be
schouwen, die bij de militairen gemis
aan ijver en belangstelling voor den
dienst bevorderen, en den goeden
geest van leger en landweer onder
mijnen.
Voorraden levensmiddelen.
De Commissatissen der Koningin
hebben in opdracht van den minister
van landbouw, nijverheid en handel
a. i. aan de burgemeesters een brief
gericht, waarin het wenschelijk wordt
genoemd, de vraag onder de oogen
te zien of in de verschillende ge
meenten voldoende voorraden ver-
bruiksartikelen, in het bijzonder voe
dingsartikelen, aanwezig zijn.
De regeering acht zich niet van de
zorg ontheven, zoolang niet overal
in den lande wordt medegewerkt om
zich van voorraden te verzekeren, in
het bijzonder voor de personen, wier
inkomsten zeer gekrompen zijn.
De minister zag dan ook gaarne
in de verschillende gemeenten de
volgende vragen beantwoord
1. Zijn er nog voldoende voorraden
voedingsmiddelen beschikbaar bij
grossiers of winkeliers
2. Zijn er waarborgen, dat de voor
raden niet meer dan in de tegenwoor-
zou deze 5 jaar niet hebben willen
missen, voor alles, wat 't leven mij
geven kan."
Er was een stilte, verbroken door
het openen van een deur, door het
het gestamp van voeten in de gang
en dadelijk daarop trad Gabriël de
kamer binnen, het gezicht rood en
gloeiend van de kou. Trash, die niet
gelijk met zijn baas binnen had kun
nen komen, sloop achter hem aan.
„Hier is jefhond, Griff," zei de pre
dikant, terwijl hij Lomax hartelijk de
hand schudde. „Ik vond het arme
dier bevend op den stoep en begreep
niet, waarom je fiem in de kou had
gelaten."
„Het gebeurt niet dikwijls, dat ik
je vergeet, hè, oude jongen?" mom
pelde Griff, terwijl hij zich bukte, om
het ruige dier le sireelen. „Ik geloof,
dat het zien van je vrouw alie andere
gedachten verbande, Gabriël. Zij is
nog even lief en mooi als toen je
dacht, dat geheel Marshcotes haar
van je wilde afnemen."
„Neen, maar u waart altijd een
vleier", zei Greta lachend. „U bent
veranderd en toch bent u dezelfde."
Maar Gabriël keek naar zijn vrouw
dige omstandigheden raadzaam is,
naar elders verkocht zullen worden
3. Zijn er door het gemeentebestuur,
steuncomité of een andere corporatie
voorraden ingeslagen Hoe groot zijn
deze? Waarin bestaan ze en in het
bijzonder, zijn die voorraden voldoende
om hulpbehoevenden in den Winter
daaruit te voorzien is bij die voor
raden ook gerekend op verkoop aan
anderen
4. Wanneer nog geen maatregelen
getroffen zijn wordt gevraagd, welke
gronden daarvoor zijn.
Belgische vluchtelingen.
Het „Handelsblad van Antwerpen"
schrijft met betrekking tot hetgeen
Nederland voor België deed
„Nooit, neen nooit, zal België schat
ten van dankbaarheid en erkentelijk
heid genoeg kunnen vergaren, om de
schatten van liefde en genegenheid
terug te betalen, die de Nederlandsche
regeering en het Nederlandsche volk
zoo mild over de ontelbare Belgische
vluchtelingen hebben uitgestrooid.
Het ware een prachtig gebaar, in
dien vandaag al de Belgen, in éen
gevoel vereenigd, een verzoekschrift
zouden richten tot het Nobelprijsco
mité om te Vragen, dat inderdaad de
Vredesprijs dit jaar aan Nederland zou
worden uitgereikt.
Een komiteit van dames en heeren
kan desnoods tot stand komen, om
het verzoekschrift door onze mede
burgers te laten onderteekenen.
Wij zijn overtuigd, dat er van Duit-
sche zijde geen bezwaar iegen dit
plan zal aangevoerd worden".
.f:
Geïnterneerde militairen
Ingediend is een wetsontwerp, hou
dende voorzieningen, betreffende den
rechtstoestand van hier te lande ge-
interneerde militairen van een bui-
tenlandsche mogendheid.
Ter toelichting zegt de regeering
dat die rechtstoestand zoowel uit
strafrechtelijk als uii tuchtrechtelijk
oogpunt eenige nadere regeling eischt.
En dat allereerst met het oog op de
belangen der geinterneerden zelf te
genover wie de staat thans een wet
telijk niet begrensde bevoegdheid tot
individueel verschillende behandeling
bezit, zoodat practisch een evenzeer
ongelimiteerd stelsel van huishoude-
delijke straffen en maatregelen op hen
bij eventueel wangedrag zou kunnen
worden toegepast. Daarnaast vorderen
de belangen der gemeenschap, dat
de noodige gelegenheid besta om on
der de zoo talrijke geinterneerden
voldoende de orde en tucht te blijven
handhaven en dat dezen daartoe, ge
lijk mede in het beiang dei handha
ving van onze neutraliteit, zekere on
der straf en tuchtrechtelijke sanctie
te stellen bijzondere verplichtelingen
worden opgelegd. Met betrekking tot
met een aanbidding, die voor ieder
duidelijk was. „Zij is mijn alles, Griff",
zei hij op zijn eenvoudige, ernstige
manier.
Ja, Griff wist, wat dit beteekende.
Hoe kort zijn eigen getrouwde leven
ook geweest was, hij had al het lie
felijke ervan genoten en toen hij nu
den predikant en Greta aanzag, kwam
een plotseling, overweldigend gevoel
van verlies over hem.
„Mijn eigen vrouw stierf en ik be-
benijd je, oude vriend", zei hij. Toen,
zijn best doende, zich te beheerschen,
ging hij voort: „Ikkwam,je spreken
over de begrafenis. De sneeuw is
hard en wij kunnen Trawdon meteen
slede bereiken."
„ik kom juist van Ephraïm, en hij
wil zijn vrouw niet begraven vóór er
een volle week verioopen is. Ik heb
hem gezegd, dat het geen tijd is, om
aan zulke dingen ie denken, de He
mel heeft ons een harden weg ge
zonden en ons groote moeite be
spaard en dat moeten we dankbaar
aanvaarden. En de wind is al iets
Zuid-Oost gedraaid."
Griff kon nauwelijks een glimlach
weerhouden. Dit was de Gabriël, dien
de geinterneerden dient m. a. w. een
bijzonder recht in het leven te wor
den geroepen.
Het militaire recht is daartoe het
aangewezen recht, gelijk de regeering
met verwijzing naar de betrekkelijke
artikelen van het wetboek van mili
tair strafrecht en de wet op de
kiijgstucht nader uiteenzet. De regee
ring heeft nu gemeenddat in af
wachting van de invoering van het
Wetboek van Militair Strafrecht en
de Wet op de Krijgstucht, op den
grondslag der op geinterneerde mili
tairen betrekkelijke weisbepalingen
een daarmede zooveel mogelijk over
eenkomend bijzonder recht voor ge
interneerden behoort in het leven te
worden geroepen.
Bij artikel 1 van het ontwerp wor
den de geïnterneerde militairen ten
aanzien van door hen begane feiten,
o.a. waartegen is voorzien bij het
gemeene recht, bij verschillende arti
kelen van het crimineel wetboek voor
het krijgsvolk te water en te lande,
en bij de reglementen van krijgstucht,
gelijkgesteld met Nederlandsche mili
tairen.
Door of vanwege de Kroon wordt
de onderlinge verhouding van Neder
landsche en vreemde militaire rangen
bepaald, het militair gezag kan echter
voor bepaalde gevallen, onafhankelijk
van die verhouding, meerderheid van
rang vestigen.
Artikel 2 strekt om aan te wijzen
welke officieren ten aanzien van de
geïnterneerde militairen cq. als de
commandeereride officier van het korps
van het oorlogsvaartuig zullen worden
aangemerkt.Gainizoenscommandanten
of commandanten van de direciiën
der marine zijn met betrekking tot
de geïnterneerden uiteraard die offi
cieren, welke aan het hoofd staan van
garnizoenen of directiën, waaronder
interneeringsdepots ressorteeren.
Verder behelst dat artikel de aan
wijzing van de officieren, die met
betrekking tot de geïnterneerden voor
de toepassing van het Reglement van
krijgstucht voor het krijgsvolk te
lande onderscheidenlijk als de com-
mandeerende officieren eener com
pagnie en als de hoogere officieren
van het korps zullen worden be
schouwd.
Artikel 3 bepaalt, dat de hier te
lande geïnterneerde militair van een
buitenlandsche mogendheid, die op
zettelijk in strijd met eene door hem
gegeven belofte zich verwijdert of
eene door hem gegeven belofte of
aangenomen voorwaarde waaronder
hem verlof is verleend om zich tijdelijk
of voorgoed te verwijderen, schendt,
of die daartoe samenspant, gestraft
wordt met militaire gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren.
Door de militaire departementen
zal worden zorg gedragen, dat de
hij zoo goed kende de Gabriël
met den ernstigen blik op de dingen
en met het ernstig oog voor zulke
practssche zaken als het draaien van
den wind.
„De vorst zal nog vele dagen aan
houden", zei hij, „en toch zou het
beter zijn, niets te riskeeren. Kom,
ga een eind met me mee, Gabriël, en
wij kunnen bij Ephraïm aanloopen en
trachten, hem tot andere gedachten
te brengen."
„Ja, ik ga met u mee, maar er valt
niet veel met hem te praten. En later
ga je mei mij terug, nietwaar Griff,
om den avondmaaltijd met ons te
gebruiken Het is lang geleden sinds
je dat gedaan hebt."
„Ik kan niet. Er is werk voor mij
thuis de roodbonte koe is ziek en
daar moet ik bq waken, en
Hij eindigde niet. Hjj herinnerde
zich, wat Hester dien morgen gezegd
had van de schoonheid van zijn gast,
en hij kon niet spreken over de
vreemde vrouw, waar Greta bij was.
Vrouwen beschouwden deze dingen
soms zoo heel anders; hij zou het
Gabriël vertellen en deze zou op
mannenmanier begrijpen, hoe de toe
geïnterneerden tijdig met inhoud en
strekking der ontworpen wettelijke
regeling zullen worden bekend ge
maakt.
Een afwijzende beschikking.
Op een verzoek der administratie
der posterijen en telegrafie aan den
opperbevelhebber van land- en zee
macht, om, in verband met het toe
nemend verkeer, gebrek aan ge
schoolde krachten en de komende
drukte met St. Nicolaas en Nieuw
jaar, de landweermannen tot het
dienstvak behoorende, verlof te ver
strekken, heeft de opperbevelhebber
afwijzend beschikt.
Het allernoodzakelijkste personeel
zal ter beschikking worden gesteld,
met dien verstande, dat op den
eersten oproep onmiddellijk het per
soneel terugkeert. Bovendien zal
ieder geval op zichzelf worden be
schouwd.
Kon. Nat. Steuncomité 1914.
De twaalfde Iqst van ontvangen
bijdragen van 1 tot en met 7 No
vember 1914 wijst een totaal aan
van f 27,827.34.
Het totaal der ontvangen bijdragen
en toezeggingen is thans gestegen tot
f 741,592.34.
Bovendien is telegrafisch van
eenige zeer belangrijke bijdragen uit
Ned.-Indië berich; ontvangen, waar
van de verantwoording geschieden
zal, zoodra dienaangaande nadere
bijzonderheden zullen zijn bekend
geworden.
Bijdragen van de zijde van leger
en vloot zullen voortaan verantwoord
worden, zonder vermelding der tij
delijke adressen van de schenkers.
Bniten verantwoordelijkheid der redactie
De cople wordt nimmer ternggegevec
Nogmaals de circulaire van den
Belgischen Consul-Generaal te Amster
dam, den heer Van der Aa.
Mijnheer de Redacteur
Een mijner intieme kennissen, die
bij het publiek wel eens geldt als
mijn alter ego, wendde zich te mijnen
gerieve tot den Belgischen Consul-
Generaal.
Hij mocht dezen morgen een zeer
sympathiek schrijven als antwoord
ontvangen, vergezeld van den Fran-
schen tekst van het belangrijke stuk.
Hij machtigt mij volgaarne brief en
circulaire te laten afdrukken, mits ik
in den brief op censors manier een
paar woorden vervang door stippel
tjes om geen aanleiding te geven tot
het verwijt van indiscretie.
Een drietal uitdrukkingen, waarvoor
in de verschillende dagbladen be
langrijk afwijkende vertalingen gege-
stand te Lostwithens was.
Samen gingen zij de deur uit, met
Trash achter hen aan, staken de dorp
straat over en klopten aan Ephraïtn's
deur. Ephraïm maakte zelf de deur
open en hij keek vol twijfel naar den
predikant, die na het lange gesprek
zoo spoedig terugkeerde.
„Wij zijn gekomen, om je te vra
gen, geen week te wachten met de
begrafenis. Man, heb je zoo weinig
van de heide geleerd, dat je kunt
verwachten, dat zij ooit zichzelf lang
gelijk zai blijven
Ephraïm rekte de schouders naar
achter en plantte zijn voeten stevig
op den grond. „Ik vertrouw de heide
niet", zei hij„maar ik zou het schande
vinden, haar te begraven, vóór de
week om is. Neen, arm kind, wij zien
elkaar toch al kort genoeg in deze
wereld, en zij zal ginds te Trawdon
een koude rustplaats vinden".
„Maar als het gaat dooien, zeg, den
dag vóór de begrafenis, dan kunnen
wij nooit in tijds een weg naar
Trawdon graven.
(Wordt vervolgd).