3n.
De M11 Mie.
BIEDINGEN
REISJE.
-
ajen
UN VRAGEN
NSTBODE
V NOVEMBER
Nederland en de Oorlog.
CS
ering
zen
•ing
ressant]
Firma I. NS GE VEIEE Ir.. iltw Marirt SI. flissinp. IiHon Inters. 19
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zoniag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
lij daze Courant behoort een Bijvoegsel-
HUIS UK IEI lllllt
FEUILLETON
Brieven uü de Hofstad
ins 7 ct.
I^O. 3©3
IÖ14-
pkamerfje
oor 1 of 2 nette
nacht, met pension
esBureau „Vlis-
la f 0,25, iedere
t. Zonder rabat,
aatsen wordt twee-
f 12.— per maand,
lissingen.
luchtelinge, naaister
scht NAAIWERK te
Bur. „Vliss. Crt."
Mej. HAKKER,
BELQE est de-
ionner Lemons
semaineagargonnet
ser de 2 a 3 heures
3EN, „Hotel Goes"
DIEHSTIODE
Bur. „Vliss. Crt."
nsfbode
sBur. „Vliss. Crt."
BOOM, Koudekerk*
agt een
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in tbezit eener flfl gulden bq levens- gulden bij dood AAAgulden bij verlies M f* ft gulden bij verlies A gulden bij verlies f% r*gulden bij verlies
polis, zqn GRATIS verze- #111 Jl| lange ongeschikt- /«I II door IS 1 van een hand, 1 1 van| vaneen 7K van eiken
kerd tegen ongelukken voor: gj Uü O heid tot werken f RJU een ongeluk voet of oog 1UU een duim 1UU wijsvinger LU anderen vinger.
Deze ultkeerlngen warden VERDOBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holt. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Hoe hebben wij, niettegenstaande
toch jaren lang tal van kenteekenen
aanwezig waren, die er op wezen,
dat het ten slotte op een wereld-
catastrophe uitloopen móést, hoe
hebben wij dat alles al dien tijd
kunnen aanschouwen, en als het ware
in een droom levend, maar luttel
geloof kunnen hechten aan de nade
ring van deze wereldramp 1
Voor een groot deel draagt daar
de laatste groote Europeesche oorlog,
nu 44 jaar geleden, schuld aandeze
toch was in zijn uitwerking zoo ver
nietigend voor een der partijen, dat
niet spoedig aan een herhaling daar
van werd gedacht, hoe ook de lucht
van chauvinistische dreigementen da
veren mocht. Zeker, Duitschland dankt
zijn industrieelen opbloei en wereld
positie ongetwijfeld aan dien oorlog,
doch de overwinning, destijds be
vochten, eischte niet minder het bloed
van tienduizenden en het levensgeluk
van ontelbare vele van Duitschland's
zonen. Voor Frankrijk werd boven
dien het leed van den krijg nog ver
dubbeld door den smaad, die het
gar.sche volk drukte door het verlies
van twee bloeiende provinciën. De
wrok daaruit ontstaan, heeft zelfs
tientallen van jaren niet kunnen uit-
wisschen en steeds heeft de revanche-
idée de buitenlandsche, zoogoed als
de binneniandsche politiek van Frank
rijk beheerscht.
Doch allengs is voor het geslacht
van toen, een nieuwe generatie op
getreden, eene die niet het oorlogs
wee aan den lijve had gevoeld en
allicht dus wat milder gestemd was.
Daarnevens traden in het leven der
volken gaandeweg symptonen op, die
schenen te wijzen op een andere
wereld-beschouwing, dan eene die
alleen door het geweld van wapenen
zou beheerscht worden. Allerwege
deed zich een nieuwe beweging
geiden, die der pacifisten, die vredes-
vrienden genoemd werden, een met
recht internationale geestesstrooming,
die ook in ons land bepaalde ver
houdingen aannam.
Overigens deed zich overal een
soort internationalisme kennen,
dat, meende men, het sterkste bol
werk zou zijn tegen een mogelijken
oorlog. In dit internationalisme kwa
men in niet geringe mate de belangen
van den wereldhandel tot uiting,
alsook van het wereld-kapitaal, dat
zich allerminst aan grenzen liet ge
legen liggen. De Fransche milliarden
in Rusland, maar óók in Oostenrljk-
Hongarije en zelfs in Duitschland
ondergebracht, wekten gevoelens op,
door S. H.
26) O(Nadruk verboden.)
„Dat zal zij wel veranderen", zei
Hester wrevelig. „Als u eens eenhait
hebt gehad, zal dat zeker weer ont
dekt worden. En mij dan te zien,
met mijn groote handen en voeten
naast hasr", voegde zij er nederig bij.
Griff vervolgde het onderwerp niet
Hester had reeds te veel tegen hem
gezegd, maar hij was met zijn ge
dachten veel te ver weg. om dit te
merken. Hij dacht aan het zware
werk en de inspanning van gisteren,
dat geëindigd was met de vreemde
ontmoeting te Wynyates.hij herinnerde
zich, dat hij beloofd had, Gabriël
Hirst en al zijn Ling Crag-vrienden
met het aanbreken van den dag te
ontmoeten.
„Hester," zei hij plotseling, „zou
je hier kunnen blijven, om deze
vreemdelinge te verplegen Er is
die de feiten volkomen weerlegd heb
ben. Want geenszins toch is gebleken,
dat het groot kapitaal ook maar den
minsten remmenden invloed op het
uitbreken van den krijg gehad heeft
of ook gehad kón hebben. Men heeft
dit jaren lang ontkend, en gemeend,
dat de internationale belangen den
besten waarborg voor het bestendigen
van den vrede waren. Wie aan de
draagkracht van het etische pacifisme
twijfelde, wie sceptisch stond tegen
over de internationale verbroedering
der sociaal-democratie, die kon dik
wijls nog vertrouwen stellen in de
kracht van het internationale egoïsme,
dat voor handel en industrie, voor
wereldverkeer en bedrijfs-expansie,
een duurzamen vrede van noode had.
Inmiddels wapenden zich de volken
tot de tanden, werden honderden, ja
duizenden millioenen aan de lands
verdediging geofferd en stegen in
enkele jaren de oorlogsbudgetten tot
het twee- en drievoudige. Niet alleen
op de finantieele draagkracht der vol
ken werd een beroep gedaan, ook op
het volk zelf, en in den vorm van
langer diensttijden werd van dit vaak
het uiterste gevergd.
En toch nog bleef, ondanks deze
ernstige waarschuwingen, de over-
groote meerderheid twijfel uitspreken
of het wel ooit tot een uitbarsting
van al dat opgehoopte materiaal kon
komen. De oude Romeinsche spreuk,
dat wie den vrede wil, ten oorlog
gereed moet zijn, was ook in de
hoofden van velen te zeer doordron
gen, dan dat zij konden gelooven aan
een ontwaken uit hun vredelievenden
droom.
Hoe is het vreeselijk ontwaken
plotseling gekomen hoe is dat alles
anders geloopen, dan de belijders
van het moderne internationalisme
zich voorspiegelden dat de loop der
dingen zcu zijn. Het gruwelijk oor
logsbedrijf, dat zich thans voor onze
oogen ontrolt, wien heeft het niet ge
leerd, de oogen te openen voot de
wreede werkelijkheid, die zich achter
den schoonen schijn verborg
En toch. Moeten wij nu voor
haar ons onvoorwaardelijk buigen
voor de heerschappij van het ge
weld, boven die van het rechtmoe
ten wij slechts luisteren naar het
geschal van den oorlogsbazuin en de
ooren sluiten voor de klanken der
Vredeshymne, nu wij ons zoo deerlijk
misrekend hebben in wat een der
schoonste denkbeelden van dezen tijd
is geweest? Is het kanongebulder,
dat wij ook hier van verre hooren
konden, dan het eenige bescheid op
de kreten door zoovele weidenkenden
geslaakt om recht en vrede
Wie daarop eer. antwoord verlangt,
hij blijve in gedachten niet verwijlen
alleen bij den dag van heden, dezen
eindeloos gruwelijken dag. Daar moet
we; k voor mij op den weg naar Ling
Crag, en ik heb mijn woord gegeven.
„En wat roept u naar den Ling
Crag-weg vroeg Hester verbaasd.
Het was niets voor Griff, dit wist zij,
om zoo ver zijn gezelschap te zoeken.
„Een begrafenis. Ephraïm Shackle-
ton's vrouw is gestorven, en zij iieeft
gevraagd begraven te worden op het
kerkhof te Trawdon".
Hester's oogen werden nog grooter.
„O, en u graaft door zes voet sneeuw,
om een doode vrouw een rustplaats
naar haar zin te geven? Het is in
zekeren zin geheel iets voor u maar
als u ook eens uw oogen wildet
richten op de levenden, tnr. Lomax,
in plaats van op de dooden, dan zou
u meer voor uw moeite krijgen."
Griff glimlachte, alsof dit kloeke,
volwassen meisje een kind was met
een hoog boezelaar voor. „Een be
lofte is een belofte, hetzij gedaan aan
een doode of een levende Je zult
goed voor haar zorgen, Hester ging
hij voort, met een blik naar het bed,
waarvan Trash opstond, om zijn
meester te verwelkomen.
„O ja, ik zal goed voor haar zor
gen. Maar daar zal niet veel goeds
immers ook na dezen tijd eenmaal
een nieuwe morgen gloren, gevolgd
door een dag waarop ook aan deze
wereldplaag ten slotte een einde zal
gekomen zijn.
Evenals in een statig woud, dat
door een feilen storm is bezocht,
gansche rijen schoone woudreuzen
erbarmelijk geveld liggen, en eertijds
begaanbare wegen nu totaal onher
kenbaar zijn geworden, ja alles tot
ons spreekt van de vernielende kracht
der woeste elementen, zoo zal ook
een deel der wereld na dezen meest
verwoestenden aller oorlogen zich
voor onze oogen opdoen. Geheele
rijen van jonge krachtige mannen
liggen geveld; waar eertijds welvaart
en geluk heerschte, nijpt thans de
kommer en treurt de rouw, en zijn
geheele volken voor lange jaren in
de bronaderen van voorspoed en
kracht wreed getroffeH, maar toch,
de storm is voorbij, de oorlog is
gedaan. Dan pas eerst zal de gruwe
lijke oogst van dezen wereldkrijg
kunnen worden overzien, zal eerst
ten volle kunnen worden begrepen
hoe diep de wonde ging in het
lichaam niet van enkele volken, maar
van geheel de menschheid,en
die menschheid zal voor een herha
ling dezer verschrikking móéten te
rugdeinzen, als voor een catastrophe,
die vriend noch vijand, overwinnaars
noch overwonnenen ontzag.
Dan zal ook de leuze allerwege
opklinken: „Ooilog aan den Oorlog",
te machtiger, naarmate het lijden van
thans grooter is.
Belasting-praatje.
Het ligt voor de hand, dat de nieuwe
belasting, die het dagelijksch bestuur
heeft voorgesteld op de publieke
vermakelijkheden, niet overal op sym
pathie kan rekenen. Trouwens de be
lasting die zich in deze zeer zonder
linge omstandigheid kan bevinden,
moet nog worden uitgevonden. Zoo
lang het woord „last" er in blijft zit
ten, zullen er menschen zijn die er
overlast van ondervinden. En overlast
hebben wij in den tegenwoordigen
tijd al genoeg. Den Haag verkeert
echter in een eenigszins andere positie
dan de andere groote steden wat een
dergelijke belasting betreft. Zonder nu
te willen zeggen dat het uitgaan in
het algemeen, een bron van inkomsten
is voor vele gemeentenaren, moet men
toch niet vergeten dat bij een weelde-
stad het aantal vermakelijkheden nood
zakelijkerwijze zeer groot moet zijn.
Dientengevolge wordt de concurrentie
steeds scherper. Het is nu eenmaal
een feit dat vele publieke vermake
lijkheden al zeer veel moeite hebben
om op de been te blijven. Een be-
uit voortkomen. Zij is van hooge
geboorte en heel mooi, en wat heeft
zij te maken met Ling Crag Moor?"
„Wel, Ling Crag Moor heeft bijna
te veel met haar te doen gehad. Er
is melk in die pan," voegde hij er
bij. „Geef haar die, als zij wakker
wordt."
„Mannen moesten niet voor huis
houdsters spelen," zei zij. „De melk
is verkookt, en als ik er niet geweest
was, zou er een gat zijn in den bodem
van de pan."
Zij hield hem de pan vóór, op den
bodem dik aangezet met een verbran
de korst melkmaar hij trok het zich
niet erg aan.
„Nu, er is oveivloed in gindschen
pot," zei hij. Zet het op het vuur,
om te koken, en denk er aan, dat zij
sedert langen tijd niets gegeten heeft."
Hij floot zacht aan zijn hond en
wilde vertrekken, maar Hester hield
hem nog een oogenblik tegen.
„En wat zal Gabriël Hirst zeggen
vroeg zij, mooi en groot in de open
deur staande, met de twee bruine
handen de oogen yoor het zonlicht
bedekkend.
Hij lachte alleen tot antwoord, en
lasting heeft altijd tengevolge, dat het
belaste niet duurder, doch juist
goedkooper wordt. En het is zetrde
vraag of dit wel mogelijk zal zijn met
de entreeprijzen. Zal het gevolg ervan
niet zijn dat verschillende instellingen
het niet meer houden kunnen En
indien dit het geval is, zou de ge
meente zichzelf dan niet meer schade
berokkenen dan zij feitelijk voordeel
ervan heeft. De kunst ligt geregeld te
stuiptrekken in de residentie omdat
er zoo veel surrogaat wordt gegeven,
dat zeer veel aftrek vindt. Dit surro
gaat te belasten, zou niet kwaad zijn,
doch meteen het goede ook te druk
ken, kan wel eens bedenkelijke ge
volgen hebben.
Het wordt inderdaad steeds moei
lijker een belasting te heffen, die daar
drukt, waar de druk het best te dra
gen is. Wij willen slechts wijzen op
een personeele belasting, die in een
groote stad hoe langer hoe onbillijker
wordt. Er is misschien een tijd ge
weest, dat de woning en haar inrich
ting, het personeel en de haardsteden
een juiste maatstaf waren voor de
financieele draagkracht van de bewo
ners. Die tijd is echter geheel en al
voorbij. In de steden althans. Wij
zullen niet uitvoerig nagaan welke
oorzaken deze wijziging heeft gehad,
maar dat ze bestaat is ongetwijfeld
juist. Wij zouden er gevallen van
kunnen opnoemen hoe éen woning
van zelfden huurprijs bewoond wordt
door menschen, wier inkomen-enorm
veel verschilt.
Als een algemeene regel wordt aan
genomen, dat niemand meer dan een
zesde a een vijfde van zijn inkomen,
aan huishuur pleegt te betalen. Ons
zijn echter gevallen bekend van per
sonen, die nog ge.n tiende van hun
inkomen aan huishuur betalen. Daarbij
komt nog dat zij die op gemeubileerde
kamers wonen, heelemaal geen per
soneele belasting betalen, terwijl juist
deze personen het best in staat zou
den zijn een flink aandeel in de be
lastingen te betalen.
De ontwikkeling van het belasting
wezen houdt allerminst gelijken tred
met de veranderingen in het maat
schappelijk leven en om dezen ach
terstand in te halen, is de fiscus ge
noodzaakt zijn toevlucht te nemen tot
allerlei hulpmiddelen.
Bij een belasting op de vermake
lijkheden richt men het oog geheel
op het woord „vermaak", en men
wil het doen voorkomen alsof alle
vermaak een weelde is. Met deze
belasting drukt men een gedeelte van
de burgerij, aangezien er een deel is
dat nimmer van de vermakelijkheden
gebruik maakt. Dat is geen juiste wijze
van belasting heffen.
Er is al vaak op aangedrongen, dat
de belasting op de honden eens wat
hooger werd. Bij de behandeling der
stapte een groote man onder den
hoogen, helderen hemel voort over
de bevroren heide. In die dagen wa
ren vrouwen even ver van hem ver
wijderd als de sterren en hij wijdde
er geen tweede gedachte aan.
Zijn voorspelling van vorst was
uitgekomen en nu reeds was de
sneeuw hard onder zijn laarzen. Hij
behoefde niet langer de dalen
te vermijden, maar liep in rechte
lijn door over sneeuwhoopen van tien
voet diepte en met sneeuw gevulde
kloven, alsof ds sneeuw een natuur
lijke weg was, veilig en vast. Het
scheen onmogelijk, dat langzamerhand
de wind weer naar het Westen zou
draaien, en de vorst zou ophouden
en deze stevige sneeuwvloer zou ver
anderen in druipend, stroomend
water.
Slechts ééns wendde hij zich van
zijn rechten weg af, en dat was, toen
hij bij een glinsterend moeras kwam,
dat daar lag alsof het sliep, maar in-
tusschen op de loer lag voor ver
dwaalde reizigers.
Griff stond er een oogenblik naar
te kijken. „Ja," mompelde hij, „je
bent hongerig en wachtmaar gis-
begrooting is dit wederom geschied.
Wij zouden dien aandrang willen
steunen. Er bestaat hier ter stede een
honden-plaag, die zeer hinderlijk is.
Er wordt bovendien schromelijk veel
aan deze belasting ontkomen. Het
ware om zeer vele redenen ernstig
noodig door de opvoering der honden
belasting deze plaag te bestrijden. Wij
vermogen nog niet na te speuren
waaraan het ligt dat B. en W. deze
belasting onaangeroerd laten. Mis
schien zijn zij te veel aan deze vier
voetige huisdieren gehecht.
Het is ongetwijfeld mogelijk andere
belastingen uit te denken, dan die op
de vermakelijkhedenbelastingen,
welke juister haar druk leggen. Het
gemakkelijkste is bij belastingen
meestal het slechtste en het heffen
van een belasting op de publieke
vermakelijkheden is waarschijnlijk wel
aangegrepen omdat het zoo uiterst
gemakkelijk is ze uit te voeren.
Hopen wij dat de raad zich nog
eens zal bedenken vóór deze belasting
wordt ingevoerd. Eiber.
De behandeling der begrooting.
Op de conferentie tusschen de
voorzitters der Kamerfracties en de
ministers Cort van der Linden en
Treub, heeft men zich verstaan over
de wijze van behandeling der be
grooting. In verband hiermede vor
dert het afdeelingsonderzoek buiten
gewoon vlug. Donderdag begon men
aan de algemeene beschouwingen en
omtrent de aföeelingen wordt gemeld
dat men des avonds was gevorderd
tot aan hoofdstuk V, terwijl de andere
afdeelingen in hetzelfde tempo moe
ten werken, zoodat het afdeelingson
derzoek der Begrooting waarschijnlijk
reeds is afgeloopen. Ten gevolge
der besprekingen op genoemde con
ferentie zal men in de Kamer princi
pieels vraagstukken en beginselpun-
ten laten rusten.
Belgische vluchtelingen.
De minister van binneniandsche
zaken heeft aan de Commissarissen der
Koningin bericht, dat het hem aan
genaam zou zijn, ten spoedigste na
1 November een rapport te mogen
ontvangen, waarin de volgende vragen
worden beantwoord
Hoeveel is, naar raming, het grootste
aantal Belgische vluchtelingen geweest,
dat tezelfder tijd in uw provincie heeft
verblijf gehouden?
Hoe is in het algemeen de houding
van de bevolking in uw provincie
tegenover de vluchtelingen geweest?
Is het noodig gebleken, in uw pro
vincie bijzondere maatregen te treffen
in verband met de komst of de
aanwezigheid van de vluchtelingen
teravond nog heb ik een slachtoffer
gered van een dood even koud als
dien men bij jou zou vinden. Blijf
daar maar liggen wachten, oud moe
ras, en moge de hemel alle reizigers
veilig langs je oever leiden!"
Trash vertrouwde ook de sombere,
eenzame plaats niet; meer dan eens
had hij toegeken, als er mannen bezig
waren, vee uit het moeras te redden
en hij herinnerde zich de uitdrukking
in de oogen der slachtoffers. Het vol
gend oogenblik had hij het vergeten,
toen een haas dwars over den weg
over de sneeuw liep en een hoogte
afrende. Ais een pijl uit den boog
ging de hond hem achterna en na
een oogenblik keerde hij terug met
het wild in den bek.
„Om te zien ben je lomp en grof
genoeg, jongen", zei Griff lachend,
terwijl hij de achterpooten van den
haas in éen hand nam, „maar je
kunt vlugger loopen dan éen hond
op de heide."
Hij was blij met den buit, want hij
bedacht, dat hij nu een lekkeren
schotel kon klaar maken voor het
arme kind, dat daar ginds in zijn hut
lag. (Wordt vervolgd.)