WOËNSDAG
-4 NOVEMBER
met
ÜEDM
Nederland m da OorSsg.
1914
*IE.
,J o ragen.
RSKNECHT
de Meisje.
oaber.)
ililgaie: Fint! F. Ill DE WK Is., Kinine Hall 51. Wissinip. Teleieon Inleic. ID
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op lm dag en algemeen erkende Christelijks feestdagen
FEUILLETON
No. 260
IE
|:n de vluchtelingen
eer naar Gelderland,
einveibinding, in 4
e Arnhem zijn van
1. 42 N. spoorboekje,
jmeublleerde
pand, Nieuweplein 50,
et station.
agd, een
K-
per flesoh.
tand aard merk
fcsoh.
Rijnwijn, Sa
dmrd Invalid
Jaga enz, enz,
ende prijzen,
EIWN.
Telefoon 46.
bh aan het woonhuis
regels f O.SS, iedere
cent. Zonder rabat,
plaatsen wordt twee-
ïalfwas)
VERHAGE, Scheldesii
UYVIS, BadhuisstraiJ
fen net, fatsoenlijk
avonds na 7 uur.
3.36
3.27
3.20
3.12
3.05
2.57
2.4.8
2.38
2.13
2.24
2.18
2.07
1.69
1.50
1.41
11.35
6.291
6.21 j
613
6.05
5.57
5.49
5.40
5.30
5.24
5.14
5.07
4.54
4.45
4.35
1.25
3.39
2.50
9.301
S.22
9.12
9.05
8 58
8.50
8.40
8 30
8 25
8.16
8.10
7.58
7.49
7.39
7.29
4 35
4.38
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in 't bezit eener AAA/i
polis, zijn GRATIS verze- ^l||I
kerd tegen ongelukken voor: £J U
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
gu'den bij dood Aflfl gulden bij verlies A F*g\ gulden bij verlies J f| ffc
/HSU door ai lil van een hand, |H||| van'
I HU een ongeluk ^UU» voet of oog ItlIP een duim JLU%J
j gulden bij verlies
van een
wijsvinger
25
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger.
Deze altkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ot tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Tijdelijke heffing van uitvoerrechten.
Ingediend is een wetsontwerp tot
lijdelijke heffing van uitvoerrechten.
Dit uitvoerrecht van acht procent,
zal oa. niet geheven worden van
goederen, waarvan de waarde niet
hooger is dan de gemiddelde waarde
tusschen 1 Augustus 1912 en 31 Juli
1914.
Wanneer door de Kroon is bekend
gemaakt, dat oorlogsgevaar in den
zin, waarin dat woord in 's lands
wetten wordt gebezigd, niet meer aan
wezig is, wordt onverwijld een voor
stel van wet tot intrekking dezer
wet aan de Tweede Kamer gezonden.
Zij zal in werking treden op een
bij Koninklijk besluit te bepalen da
tum.
In de Memorie van Toelichting,
•wordt o.a. het volgende gezegd
Niettegenstaande den algemeen ge-
drukten toestand van handel en ver
keer is de buiteniandsche vraag naar
sommige artikelen evenwel zóó groot,
dat de prijs daarvan belangrijk boven
het normale peil is gestegen en dat
zij, die dergelijke artikelen in voor
raad hebben of voortbrengen kunnen
buitengewone winsten maken.
Het is billijk, dat zij, die in zulk
een bevoorrechte positie verkeeren
althans een deel der winsten, die zij
maken aan de schatkist afstaan. Te
meer is daartoe aanleiding nu dezelfde
omstandigheden, welke die gelukkige
exporteurs zulke voordeelen bezor
gen, den Staat tot het doen van bui
tengewoon zware uitgaven nopen.
Vandaar dat de heffing van een
uitvoerrecht, dat onder gewone om
standigheden geheel in strijd zou zijn
met gezonde begrippen van handels-
en van financieele politiek, thans
alleszins is gerechtvaardigd. Dit is
evenwel slechts het geval onder de
voorwaarde dat de heffing op twee
erlei wijze aan de noodige beperking
zij gebonden, in tijd behoort de hef
fing beperkt te zijn tot zoolang een
oorlogsgevaar bestaat of althans een
normale toestand nog niet is terug
gekeerd. Zoodra tusschen de oorlog
voerende mogendheden de vrede zal
zijn geteekend en prijszettingen en
uitvoerverboden kunnen en moeten
verdwijnen, behoort ook staking der
hefting van dat uitvoerrecht te worden
overwogen.
In omvang moet de heffing begrensd
zijn, omdat zij aan den uitvoer van
een aantal artikelen, die niet in prijs
zijn gestegen en welken uitvoer toch
reeds ongewone bezwaren ondervindt,
geen nieuwe hinderpalen in den weg
mag leggen.
Het recht zal in den regel in min
dering komen van de oorlogswinst,
door den Nederlandschen exporteur
11.01
10.53
10.33:
10iO
9,53
9.36
8.5»
8.1
Biezelinge, Kruiningec
op kan niet met zekert'
door S. H.
23) O(Nadruk verboden.)
Man en hond liepen zwijgend over
de krakende sneeuw, totdat zij de
heide bereikten, die als een waak
zame vijand voor hen lag. Hoe ver
moeid hij ook was door het zware
dagwerk, hoezeer hij behoefte had
aan voedsel en drinken, Griff merk
te er niets van; met een stap, die
log krachtig was bereikte hij een
langwerpige hoogte, waar de sneeuw
nauwelijks een voet diep was en
hier bleef hij staan en legde het lijkje
van het kind neer.
Onder de sneeuw was de turf
zacht en bijna warm, ondanks de
scherpe vorst; spoedig had hij het
grafje gegraven, het kind er in ge-
egd en het weer bedekt met zachte
'mfzoden. En toen rustte hij en zag
np naar de ondergaande maan, naar
sterren, die één voor één helder-
of fabrikant gemaakt, he'geen gehee 1
strookt met de bedoeling, waarmede
de heffing geschiedt.
Mocht in eenig geval blijken, dat
het geheven invoerrecht te bezwarend
is art. 7 van het ontwerp neemt
50 percent van de winst als maximum
aan dan wordt gedeeltelijke terug
gaaf verleend.
Hoevee! het recht zal opbrengen,
is niet bij henadering te ramen. De
minister van financiën verwacht ech
ter, dat het wel één a anderhalf mil-
Iioen gulden per maand opbrengen
kan. Mocht de oorlogstoestand spoe
dig eindigen, dan zal de opbrengst
van het uitvoerrecht niet veel betee-
kenen. Echter zullen dan de buiten
gewone uitgaven, welke van dien
toestand het gevolg zijn, althans
grootendeels, spoedig niet meer noo-
dig zijn. Mocht daarentegen onver
hoopt de oorlogstoestand van iangeren
duur zijn, dan zal het recht een bate
afwerpen, die juist wegens dien ian
geren duur voor de schatkist dubbel
welkom zal zijn.
Opgemerkt wordt intusschen, ter
voorkoming van misverstand, dat het
recht, zoolang het geheven wordt,
wel ten deele een compensatie geven
zal voor de verminderde opbrengst
der gewone belastingen, maar dat het
niet in aanmerking zal kunnen komen
bij de middelen tot dekking der leening
welke ter bestrijding van de buiten
gewone uitgaven, die gedaan moeten
worden, zal moeten worden gesloten.
Door het voorstel, als het tot wet
zal worden verheven, zal wel de uit
voer van in prijs gestegen waren wor
den belast, maar de eigenlijk gezegde
doorvoer van alle waren zal geheel
vrij blijven.
Een zóó uitgebreide bevoegdheid
als in artikel 11, luidende: Hetgeen
ter voorbereiding van het inwerking
treden dezer wet of tot haar uitvoe
ring noodig is, wordt voor zoover
deze wet daaromtrent geen bepalin
gen inhoudt, door ons geregeld
aan de Kroon wordt gegeven, zou in
het algemeen niet zonder bedenking
zijn. Waar het geldt een tijdelijken
maatregel die zeer spoedig in werking
moet treden en bij welks uitvoering
zich naar alle waaischijnüjkheid ver
schillende vragen zuilen voordoen,
die een onmiddellijke beslissing ver
langen, is tegen het verleenen van
zulk een uitgebreide bevoegdheid niet
alleen veel minder bezwaar, doch die
bevoegdheid kan niet worden gemist;
zonder haar is de spoedige uitvoe
ring van deze wet practisch niet
mogelijk.
De oorlogsleening.
Naar uit goede bron wordt verno
men is aan het uitschrijven van een
oorlogsleening boven het heffen eener
oorlogsbelasting de voorkeur gegeven
der werden, nu het grootere licht bij
na afscheid nam.
Welk een eenzame, overweldigen
de woestenij scheen het deze hei
de, die voortaan het tehuis zou zijn
van het doode kind. Zou de moeder
die ginds sliep, niet boos op hem
zijn om het werk van dezen avond?
Iets als half berouw kwam over hem
toen hij den iaatsten rand van de
maan zag verdwijnen achter de
sneeuw in de verte en hij riep luide
tot de heide die zijn vriend en zijn
vijand was:
„Wees goed voor den kleinen
j'ongen. Hij is zoo teer en zwak en
jij bent zoo sterk".
Er was geen antwoord hoorbaar
voor vleeschelijke ooren, maar in
Griff's hart sprak een stem, duidelijk
als de beelden, die hij straks gezien
had in het gloeiend turfvuur. En hij
wist, dat hij goed gehandeld had.
Het scheen, dat er ook iets tot het
hart van den hond sprak; want hij
verhief zijn stem in deze eenzaamheid
en blafte van blijheid, en sprong om
zijn meester heen, alsof het een
feestdag was.
De maan was bijna verdwenen;
wegens de economische bezwaren,
verbonden aan de groote kapitaals
vernietiging, welke het gevolg zou
zijn van de heffing in eens van 3 of
4 procent van de groote vermogens,
waarbij komt dat de zekerheid zou
ontbreken, dat de vernietiging zou
worden gecompenseerd door besparing
door de zeer vermogenden. Hun over
blijvend vermogen toch zou nog zoo
groot zijn, dat de prikkel tot bezui
niging om het verlorene in te halen,
onvoldoende voor hen zou zijn.
Bovendien zou dientengevolge de
opbrengst van de vermogensbelasting
de eerstvolgende jaren dalen.
De bedoeling moet zijn, de uit te
schrijven leening binnen een betrek
kelijk korten termijn, van ten hoogte
20 jaar, af te lossen.
De arbeidersverzekering en de
beurwet naar financiën.
Behoudens wettelijke voorziening
is bij Kon. besluit bepaald, dat met
ingang van 15 November 1914 de zorg
voor de uitvoering van de Ongeval
lenwet 1901, de Radenwet, de Ziek
tewet, de Invaliditeitswet ende
Beurswet 1914, alsmede van de uit
die wetten voortgevloeide Kon. be
sluiten,voorzoover als hetidepartemen-
ten van landbouw,nijverheid en handel
bij die uitvoering betrokken is, wordt
overgebracht van dat departement
naar dat van financiën;
met dien verstande, dat de zorg
voor de uitvoering van de begroo-
tingswetten voor de dienstjaren 1913
en 1914, voor zoover deze op boven
genoemde wetten en besluiten be
trekking hebben, voorloopig blijft be
rusten bij het departement van land
bouw, nijverheid en handel.
De positie van Nederland.
Het Engelsche weekblad „Fairplay"
maakt in zijn laatste aflevering over
de positie van Nederland in dezen
oorlog de volgende opmerkingen
Elke week wordt de positie van
Nederland moeilijker en men begint
nauwelijks te beseffen met hoeveel
wijsheid en hoe eervol het de wetten
der neutraliteit uitlegt. Dat het aldus
handelt is niet bevreemdend, want
zijn positie is vrijwel eenig onder de
natiën. Slechts enkele eeuwen geleden
streed het met ons hardnekkig om de
heerschappij der zee; zijn zeelieden
waren de dapperste die we ooit ont
moetten in den handel was het onze
meest geduchte mededingeren het
was flink op weg in het Oosten de
oppermacht te verkrijgen. De worste
ling met Groot-Brittanië putte het
land uit en elk ander volk zou ver
zonken zijn in dien staat van apathie,
die het kenmerk is van die konink
rijken die alles hebben verloren be
halve hun trots. De geest van Holland
echter was onoverwinlijk en wij zien
reeds schenen de sterren aan den
Oostelijken hemei, helder en rein en
de stilte der met sneeuw bedekte
landen was ontzagwekkend als het
uur dat vóór het laatste oordeel komt.
Griff legde zijn spade op het pas
gedolven graf, om de plaats aan te
duiden toen nam hij den terugtocht
aan en was spoedig in de geurige
warmte die de hut vulde. De vrouw
sliep nog juist als toen hijhaar verlaten
had en Griff hoopte nieuwe brand
stof op het vuur. Hoe vermoeid hij
ook was hij begon het nu te voelen
was hij vast besloten, dien nacht
niet te gaan slapen. Zij kon elk 00-
genblik zijn diensten noodig hebben
en als hij eens in slaap viel, zou er,
dit wist hij, heel veel noodig zijn,
om hem wakker te maken.
Hij haaide zijn pijp uit den zak en
stopte haar langzaamen Trash kroop
naar hem toe en legde een voorpoot
op zijn knie en sprak op zijn manier.
Want Trash, nu zijn meester's jas
weer op diens eigen rug was weer
levend, gezond vleesch bedekte
nu de angst voor het onbekende
voorbij was Trash verlangde naar
zijn avondetenen de pijp, dit wist
het heden ten dage hoewel beroofd
van zijn bezittingen (de koloniën die
het behield zijn modellen zelfs voor
ons) en met een bevolking klein van
aantal, een onbetwiste plaats innemen
j in den raad van Europa en op de
markten der wereld. Aan den anderen
kant erken ik volkomen, dat er niets
moet zijn tusschen der. strop en den
nek van Duitschiand. Ongetwijfeld
indien Nederland zich bij de bond-
genooten voegde, zou het proces om
den vijand uit te hongeren, belangrijk
worden verhaasten hetzelfde geldt
inderdaad, zij het in verschillende
mate, van alle neutrale landen, welker
grenzen direct of indirect met die van
Oostenrijk of Duitschiand samenvallen.
Maar welk recht hebben wij om Ne
derland zijn plicht jegens zich zelf te
leeren; en zelfs indien we dwaas
genoeg waren te meenen dat al zijn
neigingen vriendschappelijk waren
voor ons en vijandig jegens Duitsch
iand, wat zouden we dan nog kuanen
aanbieden? Ik denk dat België's lot
niet zwaar in de schaal zou wegen
ten onzen gunste. De vurige patriotten
moeten eens even nadenken. Neder
land bevindt zich letterlijk tusschen
den duivel en de diepe zee, want aan
de eene zijde wordt het bedreigd door
Duilschland's gewapende afpersing,
terwijl aan de andere zijde onze vloot
haar best doet de deur van zijn pro
visiekast te sluiten, ik weet niet wat
het tenslotte zal doen om zich tegen
zijn vrienden te beschermen, maar
hiervan kunnen we zeker zijn dat
als zijn staatslieden slechts een haar
breedte waren afgeweken van de
rechten der neutralen, noch Groot-
Britannië, nochDuitschiand een oogen-
biik zouden hebben geaarzeld om van
die fout gebruik te maken. Het feit
dat geen van beide gelegenheid had
tot aanmerking op Nederland's op
treden, is het beste bewijs van zijn
wil en bekwaamheid om met breed
heid van opvatting te doen wat juist is.
Een stem uit Engeland.
Wat doen wij om Holland te hel
pen? vraagt de „Daily Mail" in een
hoofdartikel.
Het wordt hoe langer hoe duide
lijker, schrijft het blad, dat de groote
massa der Belgische vluchtelingen,
die in Holland een onderkomen zoch
ten en vonden, niet voornemens zijn
naar hun land terug te keeren, zoo
lang het geoccupeerd blijft door de
Duilschers en het blad begrijpt dat
volkomen.
Maar dien last kan het volk van
Nederland niet alleen dragen. De edel
moedige bezorgdheid is niet te ver
beteren, waarmede 't zijn rampzalige
gasten heeft ontvangen.
Wij in ons land, gaat het Engelsche
blad voort, hebben een schuld aan
België ten opzichte waarvan wij wan-
hij wel, kwam na, niet vóór een
maaltijd en hij was rusteloos, ver
drietig en niet op zijn gemak.
„Wat is er jongen Je zult zeker
nog eenmaal leeren spreken, maar
waf bedoel je nu
Trash, met een gebaar, dat niet
verkeerd begrepen kon worden, ging
naar zijn leege bord en likte het met
groote zorg af. En Griff, glimlachend
ondanks zijn groote gedruktheid,
zette de soeppan op het vuur.
„Ik had het geheel vergeten Trash"
zei hij „en nu je het mij herinnert,
heb ik zelf hard behoefte aan een
warmen maaltijd".
Uit de kast, die tot buffet en tot
provisiekamer diende, nam hij een
brood en een stuk van de heerlijke
boter, dien Hester elke week voor
hem karnde en sneed voor zich en
Trash een bote'rham. Trash had al
tijd boter op zijn broodwant hij
was Griff's kameraad en moest op
voet van gelijkheid behandeld wor
den. Toen wachten zij, tot de soep
klaar was Trash zat rustig met
slechts één oor gespitst, wat zijn be-
geerigheid verried en de hond
werd zeer ernstig, toen hij zag, dat
hopen, haar ooit te zullen terugbeta
len. Maar wij kunnen er iets van af
doen, door huisvesting en voedsel,
en misschien bezigheid te verstrekken
aan Belgen, die het oorlogslot in tij
delijke ballingschap heeft gedreven.
De Engelsche regeering zou, naar
onze meening, de Holiandsche auto
riteiten vergunning kunnen vragen de
Belgische vluchtelingen naar hier over
te brengen, voor zoover zij onze na
tionale gastvrijheid wenschen te aan
vaarden.
Door landontginning zou den Bel
gen heel wat werk verschaft kunnen
worden, meent het blad.
Zoet winstje.
Men meldt dat een bekend marga
rine-fabrikant in ons land aiie be
schikbare margarine, toen na de mo
bilisatie de prijzen er van geweldig
daalden, opkocht. Zijn onderneming
had juist een obligatieleening van
een millioen gulden uitgeschreven.
Toen de prijzen weder stegen, werd
met vorengenoemde transactie zooveel
verdiend, dat thans de geheele leening
vrij is. De winst bedraagt alzoo een
millioen gulden(„O. H. Ct.")
Vlissingen, 4 November.
„Onze Vloot".
Gisterenavond werd in de bestuurs
kamer der sociëteit „Unitas", onder
voorzitterschap van den heer Jos. van
Raalte, de jaariijksche algemeene ver
gadering gehouden van de afdeeling
Vlissingen van de Nederlandsche
vereeniging „Onze Vloot".
De vergadering was slecht bezocht.
Nadat de notulen der vorige vergade
ring waren gelezen en goedgekeurd,
werd door den voorzitter mededeeling
gedaan omtrent hetgeen in het afge-
loopen jaar was voorgevallen
Hieruit bleek dat o.m. wederom
even ais vorige jaren twee malen de
verzending van pakjes naar de in onze
koloniën vertoevende schepelingen
had plaats gehad en dat van deze
gelegenheid, die geheel ten koste der
vereeniging geschiedt, veel gebruik
is gemaakt. Den leden werd maande
lijks een circulaire toegezonden waarin
verschillende onderwerpen de marine
betreffende behandeld werden, in
grooten getale werd de brochure
„Nederlands ondergang kan en moet
voorkomen worden" als vervolg op
de brochure „'s Lands welvaart in
gevaar" onder de burgerij vei spreid,
welke brochures ten doel hadden de
publieke opinie te winnen voor de
van regeeringswege te verwachten
voorstellen in zake vlootbouw, ten
dienste onzer koloniën. Ook aan de
onder de wapenen zijnde manschap
pen van leger en vloot, werden door
de afdeeling lectuur enz. verstrekt.
zijn meester en hij dezen avond
slechts hun halve rantsoen zouden
krijgen.
„Zij zal het misschien straks noo
dig hebben, oude jongen", zei Griff,
wijzende naar de stille gedaante op
het bed.
Trash zei niets meer at zijn soep,
evenals Griff, met een grooten eet
lust. En toen pas dacht Lomax er
aan, dat zijn werk nog niet gedaan
was voor dien dag. De ongewone
opwinding van heden, de ijver om
met het sneeuwscheppen zoo lang
door te gaan, tot de laatste man het
zou opgeven, had hem later doen
thuis komen dan zijn bedoeling was
geweesthet vinden van de vrouw
had zijn geest vervuld van een nieu
we belangstelling, die ai het andere
op den ;achtergrond drongen nu
lang na middernacht, dacht hij er
aan, dat zijn koeien nog niet gemol
ken waren.
In een oogenblik was hij op en de
deur uit na een onderzoekenden
blik op de slapende vrouw en
in den koestal, door Trash als een
schaduw gevolgd.
(Wordt vervolgd.)