mf.
li.
AANBIEDINGEN
WOENSDAG
STAANVRAGEN
ERJONGEH
ILJUFFROUW
Nederland en de Oorlog.
32e Jaargang
wegens
October,
conditie
mantisch
ame
BROUWERS,
ph Delin.
gmeisje
ItgavEFirma F. VAN GE VELGE Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Teieioon Inlerc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
FEUILLETON
BINNENLAND
INGEZONDEN STUKKEN
«ÜNo. 234
1914=
SINGSCHE COURANT
trig Kind) en
gezocht door
itague Str. LONDON.
ing van 100 Franc
aan hem ot haar, die
n waar bovengenoemde
jeven.
VAN DEN BROECK-THIJS
zijn bij Mr. VAN
Kloosterzande, Zeeland,
IflEIJLEN zoekt haar man
JLEN. Ie. sergeant, 9de
Bn. Ie forteresse, 3e
België. Adres Nieuwe
3reda.
I. BAECK, Opdorp bij
vraagt naar JOHANNES
m Opdorp, rond 8 Oc-
rting vanOost-Zeeuwsch
:rtrokken. Schrijven aan
sbureel te Zevenbergen
JOSEPH, thans te Zie-
rijn Vrouw on 2 Kinderen.
regels f 0.3R, iedere
3 cent. Zonder rabat.
,al plaatsen wordt twee
rn.
jevraagd voor een netten
jp een kantoor, 15 jaa'
goede hand schrijvende,
vereischte. Brieven lett.
„Vlissingsche Courant.
Adres J. VAN BOVEN,
it 4,
en net
niet beneden de
Bureau „Vlissingsche
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50, Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege
De abonnés, in 't bezit eener ft gulden bij levens- riT*(\ gulden bij dood g\ g\ g\ gulden bij verlies A gulden bij verlies 4 ffcfl gulden bij verlies f\r'gulden bii verlies
polis, zijn GRATIS verze- /Ijl lii lange ongeschikt- /Kil door 4|i|8 van een hand, 1 Mi van] ||i| vaneen /K van eiken
kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken f HU een ongeluk CfUU voet of oog 1(IU een duim JLUU wijsvinger anderen vinger.
Deze ultkcerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Kosten van opname der Belgische
vluchtelingen.
Het aanvankelijk door de Regeering
voorgestelde bedrag van f 100.000
voor kosten van onderhoud en ver
dere uitgaven tengevolge van den
oorlogstoestand uit het buitenland
naar Nederland uitgewekenen en van
tengevolge van den oorlogstoestand
behoeftig geworden in Nederland
verblijvende buitenlanders, zal ten
eenenmale ontoereikend zijn. Hoeveel
noodig zal zijn is nog niet te overzien,
maar als zeker mag wel worden aan
genomen dat een bedrag van f3.000.000
dichter bij de werkelijkheid zal komen.
Dit bedrag wordt nu door de regee
ring aan de Staten Generaal aange
vraagd. De omvang van hetgeen
noodig is ter hulpverschaffing hangt
ten slotte af van den loop der krijgs
verrichtingen in België.
Terugkeer van uitgewekenen
in België.
De heeren prof. H. Burger en J.
Th. Boelen, resp. lid en een der se
cretarissen van het Comité voor de
Belgische vluchtelingen, hebben een
inspectietocht door België gemaakt.
Het doel van den tocht was na te
gaan in hoever terugkeer der uitge
wekenen naar hun woonplaatsen mo
gelijk is. Hiertoe werd per automo
biel gereisd van Putten aan de Ne-
derlandsche grens over Antwerpen,
Waelhem, Mechelen, Brussel, Leuven,
Aerschot, Lier, Antwerpen en Esschen,
en op verschillende plaatsen ook met
de autoriteiten gesproken.
De hoofdindruk is dat een alge-
meene aanbeveling tot terugkeer niet
zonder meer kan gegeven worden.
Groet verschil is er tusschen de
steden en het platteland. Aan de boe
renbevolking moet bepaald worden
aangeraden ten spoedigste terug te
keeren. Op het land wordt overal
gewerkt; de oogst van bijna alle le
vensmiddelen is overvloedig.
Wat de steden betreft is onze in
druk, dat de bevolking van Antwerpen
wel doet, zoo spoedig mogelijk terug
te keeren. Dit is de meening zoowel
van de burgerlijke als van de militaire
overheid. Gelijke meening vernamen
wij ook omtrent Mechelen, Aerschot
en Leuven. Intusschen is in elk dezer
plaatsen een groot aantal huizen ver
brand en ten eenenmale onbewoon
baar. Dit geldt in veel sterker mate
voor andere plaatsen, als Lier, Den-
dermonde enz., waar het gemakkelij
ker is, de nog bewoonbare huizen te
telien dan de verwoeste.
Vluchtelingen, die niet geheel onbe
middeld zijn, doen bet best zelf fe
gaan kijken. Aan onbemiddelden uit
deze plaatsen mag zeker niet zonder
door S. H.
O{Nadruk verboden.)
„Zij was te zeer vervuld van haar
bezigheden, om ver van haar huis te
gaan. Zij zal geen rust hebben, als zij
niet de keuken kan in- en uitgaan,
om te zien, of de appelpasteitjes
bruin genoeg gebakken zijn en of ik de
asch van mijn pijp niet laat vallen op
het haardkleed. Neen zij zou het niet
buiten Ling Crag uithouden en zij
is nu boven ons zeg ik jullie,
buren en zij weet, dat wij allen
"oor haar werken en dat maakt
bet gemakkelijker voor me."
Weer gingen zij voort met hun werk,
'°t de sneeuw grijzer werd en de ster
boven de kerk van Marshcote hei-
border schitterde, en een windvlaag
échtte tusschen de hooge sneeuw
ballen.
En toen kwam er van Ling Crag
troep vrouwen, met kinderen die
plaatselijk onderzoek worden aange
raden naar huis terug te gaan. De
kans, dat zij in hun woonplaats noch
huis, noch voedsel vinden, is zeer
groot.
Een inlichtingendienst omtrent de
bewoonbaarheid van elk dezer plaat
sen zal moeten worden ingericht. Het
provinciaal- en gemeentebestuur van
Antwerpen heeft tot de vorming van
zulk een dienst de eerste stappen ge
daan.
Zeer in het grove zal het daar om
trent den toestand der verschillende
gemeenten gegevens gaan verzamelen
Met zulk een inlichtingendienst is
sinds een tweetal weken reeds aan
gevangen door een aantal Nederland-
sche vrijwilligers, onder aanvoering
van prof. Meijers van Leiden. Deze
commissie werkt in Antwerpen. Alle
briefwisseling moet worden gericht
aan dit hulpbureau, Brugstraat 51,
Roosendaal.
Aan een der medewerkers van het
„Vad" gaf de heer Louis Franck,
voorzitter van het Intercommunaal
Comité, de volgende verklaring in
antwoord op zijn verzoek om inlich
tingen
Burgemeester De Vos zoowel als
ik hebben duidelijke verklaringen af
gelegd. Ik kan daaraan niets toevoe
gen en dat is ook niet gewenscht.
Wij houden ons eraan, dat ieder on
zer medeburgers vrij is om een be
sluit te nemen. Wij willen niemand
dwingen. Onze medeburgers zijn ver
standig genoeg om zelf te oordeelen
en duizenden kunnen hen inlichten.
De stad herneemt zijn gewoon aan
zien. De gemeente bedrijven function-
neeren. Op straat is het bijzonder
druk. De verhouding tusschen de be
volking en de Duitschers is goed. De
heer Franck noemde het een verhaal
tje dat de heer Schiltz, advocaat te
Antwerpen, een telegram zou hebben
ontvangen van Koning Albert, waarin
den Belgen wordt aangeraden niet
terug te keeren".
Belgische vluchtelingen.
Men verzoekt ons opname van het
volgende
De groote gastvrijheid van ons
volk schijnt zich hier en daar ook op
verkeerde wijze te uiten. Het kranige
Belgische voik is geen volk van
dronkaards, maar de drinkgewoon
ten zijn daar toch nog veel sterker
dan in ons land, waai de met zoo
verschillende middelen gevoerde strijd
een meer algemeene matigheid heeft
doen doordringen in alle klassen der
bevolking.
Het gedwongen lediggaan en de
ontspanning na zoo angstigen tijd
doet hier en daar minder goede ele
menten naar de Hollandsche jenever
grijpen tot hunne en onze schade.
Enkele autoriteiten namen daartegen
haar aan de rokken hingen. Sommigen
droegen groote ketels thee, anderen
brachten kleine potjes rum en de
kinderen droegen mandjes haverbrood,
kaas en pasteitjes; want tijd was
alles, en deze kloeke mannen der
heide gebfuikten hun thee op den
open weg en onderwijl rustten de spa
den slechts korten tijd.
Het was, zij het ook op sombere
wijze, een feestdag vooi Ling Crag
gebabbel, en de vrouwen waren vol
geheimzinnige verhalen. Ephraïm, als
echtgenoot der doode vrouw, was een
held voor dezen enkelen keer en ter
wijl de werkers te hongerig, om
tijd te hebben tot praten op de
pasteitjes en haverkoeken aanvielen,
waren hun vrouwen vol lof over de
mooie doode, vol van de vraag, of de
weg tot Trawdon in tijds klaar zou
kunnen komen.
„Nu ik zeg, Ephraïm", zei een klein
vrouwtje, gehuld in een doek zoo wit
als de sneeuw zelf, „het is zoo'n
mooie doode, als ik ooit gezien heb.
Zoo mooi als een schilderij ziet zij er
uit, en het linnen is fijner dan ooit
bij een begrafenis op de heide ge
zien is."
reeds maatregelen. Óm erger fe voor
komen zal het zeker gewenscht zijn
dat allerwege, waar nog Belgen ge
huisvest worden, aan deze zaak door
de burgelijke, of, waar de staat van
beleg heerscht, door de militaire
overheid, alle aandacht geschonken
wordt en door een regeling van den
openingsduur der tapperijen, door een
opwekking aan de ingezetenen, zoo
noodig door een verbod, ernstige ge
volgen op dit gebied voorkomen wor
den.
Lijsten Belgische geïnterneerden.
Met machtiging van de Belgische
legatie in Nederland zullen, volgens
gegevens van het informatiebureau van
het Roode Kruis te 's Gravenhage,
geregeld lijsten verschijnen van in
Nederland geïnterneerde of zich in
hospitalen bevindende Belgische mili
tairen. Deze lijsten zullen worden ver
spreid in Nederland, België, Frankrijk
en Engeland. Vijl en twintig percent
van de opbrengst zai worden gegeven
aan het Belgische en Nederlandsche
Roode Kruis.
Wielrijders en automobilisten
in België.
De minister van buitenlandsche
zaken heeft van het gezantschap te
Brussel bericht ontvangen, dat auto
mobilisten en wielrijders, die zich
voor hun genoegen naar België be
geven aan groote onaangenaamheden
en gevaren blootstaan. Op 25 Octo
ber b.v. werden 14 Hollandsche
wielrijders en 3 Hollandsche auto
mobilisten gevangen genomen en op
wielrijders magzelfsgeschoten worden.
Door den territoriaieh bevelhebber
in Zeeland zijn maatregelen genomen,
dat automobilisten en wielrijders, die
zich over de grenzen begeven, ge
waarschuwd zullen worden.
De nieuwe Minister van Landbouw.
De nieuwe minister van landbouw
de heer F. E. Posthuma, is landbouw
kundige. Hij ontving zijn opleiding te
Wageningen, bezocht daarna de
Landbouw-Hoogeschool te Halle am
Saaie. In 1898 werd hij benoemd tot
secretaris van den Bond van Coöpe
ratieve Zuivelfabrieken in Friesland en
aanvaardde in 1899 de betrekking van
zuivelconsulent bij het Genootschap
ter Bevordering van den Landbouw
in Drente, welke betrekking door hem
in het voorjaar van 1904 werd neer
gelegd om zich geheel te wijden aan
het secretariaat van den Algemeenen
Nederlandschen Zuivelbond, welk se
cretariaat reeds eenigen tijd door hem
werd waargenomen.
In 1909 werd de heer Posthuma
benoemd tot directeur van de toen
juist opgerichte Tuinbouw-Onderlinge
„Ja, ja arme ziel", zei een ander.
„Wij moeten allen eens sterven en
het is prettig als men denken kan,
dat men in mooi linnen zal liggen.
Ik herinner me nog, toen die gierige
John O'Peggarty zijn vrouw begroef
hij wilde liever eiken dag een gebed
doen dan een cent uitgeven en hij
bad lang en veel, zooals ze mij ver
telden. Maar zijn vrouw werd in ka
toenen lakens in de kist gelegd."
„ja, ik -weet het nog. Het wordt
met St. Maarten tien jaar, want onze
roode koe stierf denzelfden dag, dat
zij begraven werd", zei het kleine
vrouwtje.
„Nu, zij had geen rust in haar graf,
de vrouw van den gierigen john, en
alleen omdat zij geen doodskleed
had, als waarop een fatstoenlijk lijk
recht heeft."
„Nu,Ephraïm",zei het kleine vrouw
tje, „je vrouw was een goede vrouw
en je moet niet tobben, want zij heeft
haar rust wel verdiend."
Griff had zich wat teruggetrokken
en stond naar deze gedaanten te kij
ken, die zwak afstaken tegen de grijs
witte sneeuw. Hij kende elke stem,
elke figuur; hij begreep dat zonder
en later tot directeur van de Centrale
Landbouw-Onderlinge. Na het over
lijden van mr. H. P. L. C. de Kruyff
Jr. in 1911 werd de heer Posthuma
benoemd tot mede-directeur van de
Centrale Werkgevers Rosiso-Bank en
van de Vereeniging „Wei-Risico".
De heer Posthuma is een in land-
bouwkringen bekende persoonlijkheid.
Hij is voorzitter van het Nederlandsch
Instituut van Landbouwkundigen,
voorzilter van de Vereen, ter Bevor
dering van Pluimveehouderij en Tam
me Konijnenteelt in Nederland „V. P.
N.",lid van het hoofdbestuur van de
Koninklijke Nederlandsche Landbouw-
Vereeniging en lid van het hoofdbe
stuur van den Alg. Nederl. Zuivel
bond.
Kustverdediging.
Aangezien het wenschelijk is voor
gekomen om, in verband met de
tijdsomstandigheden, het bedrag, uit
getrokken voor het maken der ver
betering van de kustverdediging,
voorshands zooveel mogelijk te ver
minderen, is het daarvoor oorspron
kelijk uitgetrokken bedrag van
f 2.980,000 teruggebracht tot f 900,000,
welk bedrag noodig is voor betalin
gen van reeds gesloten contracten.
De minister van oorlog behoudt
zich evenwel de vrijheid voor, om,
zoodra daartoe aanleiding bestaat, bij
suppletoire begrooting de noodige
gelden aan te vragen om de vol
tooiing van de onderhanden zijnde
werken ter verbetering van de kust
verdediging met kracht voort te
zetten.
Bulten verantwoordelijkheid der redactie
De copie wordt nimmer teruggegeven
Br it tan je het Land van
Belofte.
Mijnheer de Redacteur
Gaarne wil ik even het ingezonden
stukje van Anglo-Belg in uw blad van
Maandag beantwoorden.
De zaak is te actueel en van te
groot belang, om op het bezadigde
schrijven niet in te gaan.
Wanneer in gewone omstandigheden
een Engelsch werkman op een goeden
dag een onbekende naast zich aan
den arbeid ziet, dan zal hij terstond
deze twee vragen stellen„Zijt U
Brit?" en „Zijt U aangesloten bij
onze vakvereeniging
En als hij op die vragen geen be
vredigend antwoord ontvangt, dan
zal hij in den nieuw aangekomene
een onduldbaren concurrent en on
derkruiper zien, wien hoe eer hoe
beter de voet gelicht moet worden.
'kGeef dat gaarne toe.
Anders evenwel zal het gaan in
linge mengsel van teederheid en bij
geloof en hardheid, dat het Ling Crag-
karakter vormdeen weer|gevoe!de
hij zich voor korten poos een der
hunnen.
„Wie is dat?" vroeg het tengere,
kleine vrouwtje een oogenblik later,
terwijl zij naar Griff's zwijgende ge
daante wees. „Hij lijkt wel wat op
den wilden, jongen Lomax, wat zijn
lengte betreft en zijn beenen ais hoo
rnen en de manier, waarop hij zijn
trotsche hoofd draagt. Maar, neenl
Griff Lomax zal het nooit in zijn
hoofd krijgen, een Christelijk werk te
doen, als alles waar is, wat ik hoor."
„Ja, voor dezen enkelen keer doet
hij dit toch", riep Griff, met zijn har-
telijken, halfvergeten lach; „als een
christelijk werk een werk met de spade
is, dan kan ik het even goed doen
als Gabriël Hirst zelf."
„Dus u bent voor korten tijd tot
ons terug, als bij instinct terugkee-
rende tot den eerbied gekomen, mr.
Lomax?" zei het kleine vrouwtje,
van de dagen van weleer de dagen
toen Griff Lomax niet alleen in naam
Lord was van de Marshcotes.
„Voor korten tijd, Nancy," zei hij
de buitengewone omstandigheden,
waaronder we thans leven.
Wèl zal hij vragen stellen, vele
vragen. Vanwaar zijn vakgenoot ge
vlucht is en wanneer en hoe. Ol hij
al de zijnen heeft kunnen redden en
of zijn familie niet uiteen geslagen
is. Wat er geworden is van zijn
woonstee en van zijn have en goed.
Zij zullen samen praten lang en veel
over den oorlog en zijn gruwelen en
zijn kansen.
Hij zal in zijn medearbeider geen
concurrent zien, maar een slachtoffer
van den vreeselijken krijg, dat aan
spraak heeft op medelijden en hulp.
Geen onderkruiper maar een vakge
noot, door den oorlogsgeesel ver
dreven uit het kleine land, wiens
zonen zij aan zij strijden met zijn
broeders tegen gemeenschappelijke
vijanden.
Hij zal vergeten, dat er iets als een
Union bestaat, en van een bondsdi-
diploma zal niet worden gerept.
De vrees voor conflicten in de
werkplaats waar opengevallen plaat
sen tijdelijk worden bezet door uit
gewekenen acht ik daarom ongegrond.
Ik vind die vrees zelfs een beleedi-
ging voor het nobel karakter van
den Engelschen werkman.
En nu een ander argument van den
geachten schrijver.
Dat er in Engeland werkloozen
zijn beaam ik gaarne. Waar vindt
men ze thans niet? Maar daaruit
volgt nog geenszins, dat er geen
plaats is voor Belgische arbeids
krachten. Stel, dat er in Engeland
duizend bankwerkers op het oorlogs
pad zijn en duizend dokwerkers
werkloos loopen. Die Engelsche
bankwerkers kunnen niet vervangen
worden door die .dokwerkers, maar
wel kunnen |hun plaatsen bezet
worden door technisch geschoolde
Belgische uitgewekenen.
Men bedenke, dat uit Engeland
weggeroepen zijn tal van Duitschers,
Oostenrijkers, Franschen enz.
Voor die allen kunnen geen plaats
vervangers gerecruteerd worden uit
het leger der werkloozen in eigen
land, maar wel uit het leger der Belgi
sche refugié's.
De werkloosheid in Engeland ver
zwakt daarom al evenmin de kracht
van mijn kort betoog.
Al het bovenstaande is ik geef
het grif toe louter theorie. Daarom
nu een stukje practijk.
Anglo-Belg meent, dat de Belgen,
wien aan de overzijde van 't Kanaal
loonende arbeid wacht, wel uitzon
deringen zullen zijn.
Ik weet niet over welke gegevens
de geachte schrijver beschikt tot sta
ving van die bewering. Maar ik zelf
zou een heele lijst kunnen overleggen
van personen, die met volle gerust
heid den overtocht zouden aanvsar-
eenvoudig. „Het doet goed, de oude
stemmen weer te hooren."
„O ja?" zei Nancy scherp. „Nu,
die zijn er altijd en kunnen altijd ge
hoord worden. Als sommige menschen
maar hun dwaze manieren wilden op
geven en weer onder ons komen."
Een meisje van een jaar of zeven
liet de rokken van haar moeder los,
kwam voor Griff staan en trachtte
zijn gelaat te ontcijferen bij het licht
van sneeuw en sterren. Want Griff
was deze laatste jaren op één lijn
gesteld met gekke menschen en ka
boutertjes, die op winteravonden bij
den haard het onderwerp van gesprek
uitmaakten. Niemand kon begrijpen,
dat iemand van hooge geboorte een
taak koos zoo ontmoedigend als
de zijne niemand kon begrijpen, dat
eenig man, hetzij hoog of laag, afge
zonderd zou leven van ai zijn mede-
menschen en een hartelijken handdruk
zou ontwijken.
(Wordt vervolgd.)