fe Int og I MÉ.
MAANDAG
Nederland en de Oorlog.
t-üNo. 232
32e Jaargang
UitgaveFirma F. VAN DE VELDE Ir., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
FEUILLETON
BINNENLAND
1914=
VUSS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op ^alcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJSVan 1—4 regels ƒ0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege
poHÏrifo^Tlf'vwze- 9(1(10^" oïgeïS- 7^0 ^'^"dooï dood 000*" biiver"es) Cflgulden "ij verlies f flflgulden bij verlies Q Pfgulden by verlies
Jcerd tegen ongelukken voor: UU heid tot werken ÜU een ongeluk üUll Tn^nf nn» 11)11 II III Xan.een /I van eiken
fleze ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldlq Dlaatsbeuiic JÏTi, i^i 1UU Wijsvinger UU anderen vinger.
1 en on9eluk Bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam
De oorlog en onze Staatsbegrooting
Een nieuw artikel is in het ont-
werp-staatsbegrooting (binnenland-
sche zaken) ingelascht met de bedoe
ling om f 1CO.OOO te bestemmen als
kosten van onderhoud en verdere
uitgaven van tengevolge van den
oorlogstoestand uit het buitenland
naar Nederland uitgewekenen en van
tengevolge van den oorlogstoestand
behoeftig geworden, in Nederland
verblijvende buitenlanders.
Hierbij teekent de minister aan,
dat de uit het buitenland met name
uit België gevluchte personen, goed
deels van Belgische, maar ook van
Hollandsche en wellicht van andere
nationaliteit, ten deele door de zorg
van het departement van oorlog zijn
ondergebracht in kampen. De kosten
hiervan worden door dat departement
gedragen.
Bovendien is er evenwel een groot
aantal vluchtelingen die voorloopig
door de zorgen van gemeenteambte-
sturen zijn of worden onderhouden.
De kosten hiervan zijn op billijkheids-
gronden voor rijksrekening genomen.
In verband met de mogelijkheid dat
ook in 1915 nog vluchtelingen ge
holpen moeten worden, wordt een
gjost uitgetrokken.
Bovendien zijn tallooze gezinnen
van vreemde mijnwerkers en anderen,
wier hoofden voor den krijgsdienst
moesten opkomen, thans behoeftig.
Verwacht mag worden, dat de kosten
van hulp voor deze gezinnen door
de regeeringen, die het aan gaat, zullen
worden vergoedten deele is zelfs
reeds een bevredigende regeling ver
kregen. In verband met de bestaande
onzekerheid hoe de toestand in 1915
zal zijn, wordt deze hulp mede in de
omschrijving van den post begrepen.
Ook hier moet uit billijkheidsover
wegingen het Rijk de onkosten voor
loopig of definitief dragen.
Tarwebloem.
Naar het „Hbl." uit goede bron
verneemt, zal van regeeringszijde met
ingang van 28 dezer den Nederland-
schen meelfabrikanten vergunning
worden verleend, ;van de door de
regeering te verstrekken partijen, niet
alleen ongebuild, maar ook wederom
bloem te malen, en deze bloem van
2 November af ter beschikking van
consumenten te stellen.
Belgische vluchtelingen.
De heer J. R. Snoeck Henkemans,
die als gedelegeerde voor Zeeland
van den regeeringscommissaris, jhr.
mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck,
de belangen der vluchtelingen behar
tigt, heeft in een persgesprek als zijn
algemeenen indruk van den toestand
gegeven, dat deze niet bijster gun
15)
door S. H.
O(Nadruk verboden.)
Toch, toen Gabriël en Griff hun
eerste voetstappen op het sneeuw
kleed zetten, was dat schrijven be
gonnen. Hun voetsporen deden het
met eiken stapen ver westelijk van
hen waren er nog een paar voet
sporen, kleiner en minder diep, die
een lijn trokken over de witte woes
tenij, en de nacht, die geduldig
Wachtte, tot de dag voorbij was,
bracht de beide beschreven bladzijden
bijeen.
Intusschen had Griff al zijn kennis
der heide en al zijn zorg noodig, om
hen veilig naar het dorp te brengen.
Het was goed, dat zijn vriend en zijn
vijand, Ling Crag Moor.'zoo'n goede
kennis van hem was; want hij kende
be hoogte van elke verhevenheid
Waar nu en dan een ruige rand heide
boven de sneeuw uitstak en hij
stig is. In Oost-Zeeuwsch-Vlanderen,
te Sas van Gent en Sint Jansteen
neemt wel is waar het aantal vluch
telingen af, maar in het Westelijk
deel, te Aardenburg, Oostburg en
Sluis neemt het toe. Groote scharen
vluchtelingen komen daar van het
slagveld aan de Belgische kust, bij
Ostende, enz. Bewoners van Antwer
pen en omtrek keeren geregeld uit
Zeeuwsch-Vlaanderen terug, maar het
vervoer over de Schelde gaat begrij
pelijkerwijs niet zoo heel vlot.
Bij Hontenisse komt nu een kamp
voor 15.000 personen, bestaande uit
de elementen, die eigenlijk niets
meer te verliezen hebben en, om het
zoo eens uit te drukken, geen eten
hebben, wanneer de regeering hen
dadelijk naar hun woonsteden terug
stuurt. Bepaald ongewenschte, slechte
elementen gaan allen naar Veen-
huizen.
De terugkeer der vluchtelingen uit
Vlissingen en Middelburg gaat zeer
geleidelijk. Eiken morgen vertrekt een
extra trein. Deze week zijn er te
Hontenisse, een plattelandsgemeente,
nog 18.000 vluchtelingen, te Hulst
7000, Sluis 6000 en te Oostburg
2500. In Zeeuwsch Vlaanderen zijn op
dit oogenblik nog ten minste 50.000
vluchtelikgen.
Velen gaan ook terug met de stoom
tram van Oostburg over Aardenburg
naar Maldeghem en met den trein
van Hulst naar Sint Nicolaas.
Er zijn werklieden, die overdag te
Brugge werken en 's avonds voor alle
zekerheid naar Sluis of Aardenburg
terugkeeren om er den nacht door
te brengen. Massa's vluchtelingen van
de kust kwamen Donderdag te Sluis
en Oostburg aan. Bij dezen is van
terugkeer vooralsnog geen sprake,
daar ze vreezen, indien de Duitsche
troepen worden teruggeslagen, tus-
schen twee vuren te komen.
Tot commandant van het vluchte
lingenkamp, te Hontenisse zal worden
benoemd de gepens. luit.- kol. van
het O.-I. leger, J. P. A. Wilhelm.
Dankbetuiging van kardinaal Mercier.
Kardinaal Mercier heeft den vol
genden brief aan den aartsbisschop
van Utrecht gezonden:
„Onze priesters en geloovigen, bij
het terugkeeren in hunne woonstede,
kunnen met niet genoeg lof spreken
over de milde ontvangst vanwege het
Nederlandsche volk.
Dank de hulp der Komiteiten, overal
opgericht, ontmoetten zij in inrich
tingen van allerlei aard en privaat
woningen de gulste gastvrijheid. Door
haren warmen toeroep tot de bevol
king gericht, verdient de pers een
diepgevoelden dank. In éen woord,
komt het gansche Nederlandsche volk,
zonder onderscheid van meening of
godsdienst, een hartelijke hulde toe.
schepte er een bijzonder genoegen
in, dat hij zelfs hierin de baas was
en met het grootste gemak overal kon
loopen, waar elke diepere holte een
valstrik vormde.
Toch vorderden zij slechts lang
zaam en nog altijd schenen de schit
terende kristallen hen te bespotten
en nog altijd zag men geen spoor
van een menschelijke woning. Voort
gingen zij de korhoenders waren
zoo hongerig, dat zij hen nauwelijks
uit den weg gingen tot zij ein
delijk bij een tweede wildernis kwa
men een wildernis van sneeuw
velden, aan de windzijde begrensd
door opgehoopte sneeuwbanken. Zij
hadden het bouwland bereikt, dat
Ling Crag dorp in het zuiden be
grensde en nu hadden zij geen vrien
delijken heuvelrug om hen te helpen,
maar zij zochten hun weg, zooals zij
zij het best konden soms tot de
knieën, soms tot het middel door de
sneeuw wadend tot zij de beek
bereikten, die het dorp van water
voorzag.
„Wij zullen het water door moeten,
jongen", zei Griff lachend„het zal
ons regelrecht op den straatweg van
Te midden der hartverscheurende
smart van het afscheid was het voor
ons vaderhart een machtige troost,
te vernemen, hoe edelmoedig onze
zoo diepbedroefde bevolking in Ne
derland onthaald werd.
Wij betuigen aan het volk van Ne
derland onze welgemeende dank
baarheid.
Hoewel die verhevene houding in
ons geen verwondering verwekte
daar de sympathie van Nederland voor
België hier algemeen bekend stond
heeft niettemin het Nederlandsche
volk door zijn liefdadigheid een
nieuwen titel op onze bewondering
verworven.
Zegene God onze Noorderbroeders
voor hunne milddadigheid tegenover
onze medeburgers I Moge een zoo
bewonderenswaardige zielegrootheid
op uw en ons volk Godes milden
zegen, die ons op dit oogenblik zoo
onontbeerlijk is, overvloedig doen
nederdalen 1
Gelief, Excellentie, de uiting mij
ner eerbiedige en broederlijke ver
kleefdheid te aanvaarden".
De militaire opleiding der reservisten.
De mobilisatie is in ons land zeer
vlot van stapel geloopen, deswege
is de regeering reeds meermalen ge
huldigd. Met die mobilisatie moesten
persoonlijke belangen, waartoe ook
behoort de militaire opleiding van
de reservisten tot verlof-officieren,
wijken voor het algemeenTandsbelang
de verzekering van onze neutraliteit
ten opzichte van de oorlogvoerende
mogendheden.
Voor zoover aan ons bekend is,
werden de scholen voor opleiding
van militairen tijdelijk opgeheven en
de officieren en reservisten bij het
regiment, waartoe zij behooren, in
gedeeld. Inmiddels duurt de mobili
satie reeds bijna 3 maanden en het
einde daarvan is thans nog niet te
bepalen en de reservisten bevinden
zich nog voor het meerendeel in mi
litair dépot.
Wij vragen zouden 's lands belang
en de persoonlijke belangen der re
servisten in deze niet voortreffelijk
samen kunnen gaan door zoo spoedig
mogelijk over te gaan tot de herope
ning of mogelijk tot de oprichting
van de militaire opleidingsscholen,
daar het land naar wij meenen, be
hoefte heeft aan kader en de resei-
visten reikhalzend uitzien naar hunne
militaire opleiding en de daaraan
verbonden bevordering.
Wij vragen zeggen wij om
dat wij niet in staat zijn om te kun
nen beoordeeles, of de oprichting
van scholen als boven is bedoeld,
ook in 's lands belang is en tevens
spreken wij den wensch uit, dat de
regeering zoodri mogelijk zal be
sluiten tot opleiding van de reser
Ling Crag brengen".
Gabriël doorwaadde het stroompje
na hem, en Trasï volgde voorzichtig
en klaagde jankend over de koude.
Nog een mijl door dezen killen water
weg bracht hen op den grooten weg,
die van Ling Crag tot Colne loopten
hier bleef Griff slaan, voor het eerst
verslagen. Het is een hooge weg en
bitter koud, als de wind loeit tusschen
de- beide heuvehuggen door en de
sneeuw voor zich uit jaagt.
Vandaag lagen ,n den helderen zon
neschijn sneeuwhoopen van zes voet
tegen de hellingen aan den kant
alleen in het midden van den weg
ter breedte van een paar voet was
de sneeuw als 't ware uitgehold tot
een afgeronden greppel en zelfs daar
was de sneeuw diie a vier voet diep.
„Dit is de weg, dien je beloofd
hebt, vrij te maken, Gabriël," riep
de ander. „Nu, we zullen er een aar
dig werkje aan hebben en intus
schen moeten we weer onze toevlucht
nemen tot den stroom."
Weer plasten zij er in, gingen onder
de kleine steenen brug door, die in
in den zomer zoo bevallig versierd
was met het wuivende blauw van de
visten tot verlof-officieren, omdat zij
alsdan hun doel kunner. bereiken.
Het is ons van nabij bekend, dat
vele reservisten thans in onzekerheid
verkeeren, of en wanner tot hunne
militaire opleiding wordt besloten en
daarom zoude het wel wenschelijk
zijn dat binnenkort aan die onzeker
heid een einde zal komen.
(„N. v. h. N.")
Geen onderzoek van verlofgangers.
Overwegende, dat het in verband
met de huidige bijzondere tijdsom
standigheden wenschelijk en raadzaam
is, dat in dit jaar geen verlofgangers
van de militie te land of der landweer
meer worden onderworpen aan het in
art. 92 der Militiewet en in art. 29
der Landweerwet vermelde onderzoek,
is bij Kon. besluit bepaald, dat dit
ondetzoek in den verderen loop van
1914 achterwege wordt gelaten.
De „Tjimahi" terecht.
Het stoomschip „Tjimahi" van de
Java-China-Japanlijn, dat een paar
dagen zoek was, is thans terecht.
Het schip had vierhonderd personen
aan boord, waaronder de Nederland
sche militaire attaché in Japan, en
voorts de geheele inzending van Ned.
Oost-Indië voor de Panama-tentoon
stelling.
De opvolger van minister Treub.
Een gerucht loopt en wordt door
een nieuwsbureau aan de bladen
toegezonden, dat dr. Bos als opvol
ger van minister Treub aan het hoofd
van het departement van Landbouw
enz. zou optreden.
Dit kan niet juist zijn. Het spreekt
immers vanzelf, dat de leiding van
een departement, hetwelk van het
belangrijkste deel zijner sociaal-po
litieke taak, ontheven wordt (immers,
naar verluidde, neemt de heer Treub
de afdeeling Arbeidersverzekering
naar Financiën mee) niet zal aan
vaard worden door een man van de
politieke beteekenis van dr. Bos,
wien ruim een jaar geleden de vor
ming werd opgedragen van een ka
binet, hetwelk met deze zelfde Ka
mer zou hebben moeten samenwerken.
Bovendien is niet aannemelijk dat
het kabinet-Cort van der Linden bij
de tusschentijdsche vervanging van
éen minister, zijn extra-parlementair
karakter zou atfeggen door den ac
tieven leider van een Kamergroep in
zijn midden op te nemen.
Wij houden het gerucht dus voor
onzin, zegt de „N. Ct." De opvolger
van den heer Treub aan het hoofd
van Landbouw zal zeker niet zijn
wat men „een politiek man" pleegt
te noemen.
Als vermoedelijke opvolger noemde
kruidnagelbloem, en zochten hun weg
tusschen de trillende, met sneeuw
bedekte elzeboomen, tot een krom
ming van den stroom hen weer dicht
bij den grooten weg bracht. Van
boven kwam hetgeluid van vele
stemmen.
„Er zijn menschen, die hun weg
langs den hoogen weg kunnen vin
den, Griff. Waarom zouden wij het
niet kennen zei de predikant, in
de richting der stemmen wijzende.
Zij verlieten dus den stroom, en
beklommen den met sneeuw bedekten
hoogen wal, die hen scheidde van
den grooten weg.
Een vreemd schouwspel deed zich
daar aan hen voorwant alle man
nen uit Ling Crag dorp, zoo het
scheen, waren op dezen hoogen weg
bijeenen ieder had een spade en
allen werkten als mannen in den
oogsttijd, als er regen dreigt. Voorop
was Ephraïm Shackleton zelf, die er
zeer jong uitzag voor een weduwnaar.
Griff keek naar Wyecollar en zag
de hooge sneeuwwoestenij, hij
keek naar Ling Crag en zag het pad,
dat langzaam verdorde onder de spa
den keek naar de mannen onder
men „de Tel." den naam van den
heer H. J. Lovink, directeur van
landbouw te Buitenzorg en ook dien
van den heer dr. E. van Weideren
baron Rengers, voorzitter van de
Friesche Maatschappij van Land
bouw te IJsbrechtum.
De afgetreden minister van Financiën.
Over minister Bertlings heengaan
maakt het „Handelsbl." alleen de op
merking, dat wel gebleken is, dat men
een zeer bekwaam belastingambtenaar
kan zijn, zonder daarom geschikt te
zijn voor minister.
Bij de keus van zijn minister van
financiën heeft mr. Cort van der Lin
den zich blijkbaar vergist. De ver
vanging van den heer Bertling door
mr. Treub brengt, wanneer wij ver
trouwen kunnen op de berichten om
trent het aandeel van den laatste in
de waarneming van Nederlands finan-
cieele belangen gedurende de laatste,
moeilijke maanden, in den feitelijken
toestand weinig verandering. Hopen
wij, dat het zal gelukken voor het
departement van landbouw, nijverheid
en handel spoedig een man te vin
den, die in den geest van den heer
Treub dit thans zoo gewichtige de
partement kan besturen; zelfs voor
de eerbiedwaardige werkkracht van
den heer Treub immers zou de waar
neming der beide departementen wel
eens te veel kunnen worden, en het
land zou niet gaarne zien, dat
van hem zooveel werd gevergd, dat
het op een zeker oogenblik zou blij
ken te veel te zijn geweest.
Mannen als hem hebben wij in
welke functie ook, zeer noodig.
„Niet geheel onverwacht gekomen",
zegt de „N. Rott. Ct." van de ver
andering van financiën. Zij teekent
aan, dat thans, nog meer dan ooit,
aan het departement van financiën
een leider noodig is, die ontzettend
lastige financieele en economische
vraagstukken weet te doorgronden en
zonder aarzeling te beslissen.
Nu was het de vraag of de heer
Bertling, die zich voor problemen
geplaatst zag als waarvan hij, toen hij
het eervolle ambt aanvaardde, niet
heeft kunnen droomen, daartoe in
staat was. Belastingquaesties kwa
men sedert Augustus eerst in het
tweede geliden de minister van
financiën had schier uitsluitend als
financieele specialist in het vuur te
staan.
Van 's ministers opvolger schrijft
hei blad: Een ding staat vast. Aan
kracht van leiding, voortvarendheid
en durf tot beslissen zal 't het departe
ment van financiën in de naaste toe
komst niet meer ontbreken. De heer
Treub heeft in de laatste maanden
getoond wat hij in dit opzicht ver
mag. Hij is gelijk men dit in
gemeenzaam Nederlandsch noemt
zich en zag het zweet van hun gelaat
druppelen.
Toen begreep hij, dat deze mannen
er waren er misschien veertig
uit liefde werkten, opdat één doode
vrouw een rustplaats mochten vinden,
waar zij haar hart op gezet had.
„Zij zijn ons voor, Gabriël", zei
hij. „Kom, laat ons ook een paar
spaden halen."
De mannen, te druk met hun werk,
om veel op andere dingen te letten,
keken pas op, toen Griff en zijn met
gezel op den weg sprongen.
„Goeden dag, mr. Hirst," zei Ep
hraïm kalm. „Uw vrouw zei me, dat
u ergens ingesneeuwd waart, maar
ik dacht aan wat u gezegd had van
een weg te gravenen ik ging naar
alle mannen in Ling Crag en zei hun,
wat u beloofd had en geen van
hen zei „neen".
„Ik wist wel, dat ze dat niet doen
zouden, Ephraïm. Ga jullie maar door,
terwijl ik even naar huis loop en mijn
vrouw vertel, dat ik veilig en wel
terug ben. Ik ben terug, vóór je tijd
gehad hebt, mij te missen."
(Wordt vervolgd.)