1T. 750 ess rtjcs *ie:. min 24 OCTOBER heisjE OORLOGSWEE. Nederland en de Oorlog. No. 231 32e Jaargang 1914 atjes S )och de LLAMr het pro- het met et over- tts wat li nder, k maken, met elden en (AKKER. UitgaveFirma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Telefoon Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen istbode» Dienstbode MENDE. STJVlEItj! lij deze Courant behoort een Bijvoegsel. FEUILLETON Brieven uit de Hofstad er ons 7 ct. VLISSINGSCHE COURANT O ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJSVan 14 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege De abonnés, in 't bezit eener AAOA polis, zijn GRATIS verze- M11 gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken gulden bij dood O gulden bij verlies.! O gulden bij verlies! O O gulden bij verlies ^gulden bij verlies - in vjmmmmmm u t i a *mam door Jlllll van een hand, |*l|l van ||l|g vaneen van eiken kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken I Vy een ongeluk UUU voet of oog 1UU een duim 1UU wijsvinger Ll%J anderen vinger. Deze uitkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, toorzlen van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot ol tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam regels l 0.35, iedere 5 cent. Zonder rabat, d plaatsen wordt twee- en a. tegen hoog loon een| n. AdresA. H. POLAK, /lissingen. in net Zich aan te melden uur. AdresCoosjej 18 (benedenhuis). iet 1 December. Adres:! )YE, Boulevard de Ruij'l 1SJE (vluchtelinge) zoekli g, ter assistentie in een ekend met het Cosluurü'1 k bereid op een atehe' zijn of iets dergelps' resseeren, of te bevragen] VLIEGER, Groenewoun, Coiffeur (vluchteling) n voor DE WINTER, Vrouwe-1 Achter de kerk No- Nog één week, en de slachting in Oost- en West-Europa duurt onver minderd volle drie maanden voort. Een geheel kwartaal van ellende en uitputting, van wederzljdsche vernie tiging en verderf drukt reeds zwaar op de menschheid en nog is het einde daarvan niet te voorzien. Integendeel schijnt het alsof al die duizenden en duizenden slechts gevallen zijn, om plaats te maken voor weder duizenden en duizenden, die als zoovele slacht offers geveld zullen worden en ten ofler vallen aan het barbaarsch ge weld, de massale vernietiging, die moderne oorlog heet. De grauwe herfstzon beschijnt in West- en Oost-Europa onafzienbare slagvelden, waaruit niet anders dan het donderen der kanonnen, het ge raas der mortieren, het knetteren van het geweervuur opklinkt, met daar- tusschen de nauwelijks hoorbare kreten van ontelbare ten doode ge doemde gewonden, van stervenden en lijdenden. Bijna volle drie maanden duurt dit oorlogswee voort, en bij het licha melijk lijden van geheele volken, voegt zich ook de economische uitput ting van millioenen. Geheele takken van eertijds bloeiende bedrijven zijn tot stilstand gedoemd of worden met onvoldoende krachten voortgezet werkloosheid dreigt bij het naderen van den winter alomindustrie en handel zijn in de oorlogvoerende staten tot verlamming gebracht, terwijl alle bronnen van welvaart zijn verstopt. En bij deze economische uitputting voegt zich ook een finantieëleim mers alleen in Europa staan sedert eind Augustus meer dan 20 millioen man in de wapenen, een dagelijksche uitgave met zich brengend, alleen aan onderhoud en uitrusting, van 120 millioen. Voor de oorlogvoerende staten komt daarbij nog de vernieling aan oorlogsmateriaal, gezwegen nog van de reusachtige verliezen den handel, de nijverheid, den land bouw dag aan dag toegebracht. Wat de niet rechtstreeks bij den oorlog betrokken landen aangaat, de neutrale staten, ook van deze wordt in finan- tieel opzicht het uiterste, en wellicht nog meer dan dat, gevergd. Zelfs het geenszins finantieel-krachtige Zwit serland ziet zich genoodzaakt, eiken dag 720.0C0 gld. voor de handhaving van zijn neutraliteit uit te geven. De SO millioen opnieuw door onze re geering aangevraagd en verkregen spreken, voor wat ons land betreft, duidelijk genoeg, wat deze krijg, ook i door S. H. 14) O(Nadruk verboden.) Het sneeuwen had weer voor een «ogenblik opgehouden en de sterren zagen neer op de wilte wildernis. Het was volstrekt koud en de wind, nu gedaald tot een gefluister, was vol van dien warmen lentegeur, die soms in sneeuwtijd komt. En terwijl hij opkeek naar de schitterende sterren en rondzag over de groote, witte heide, was het of Grift zijn noodlot voelde komen. Geen visioen, zooals Gabriël Hirst gehad hadmaar even nis allen, die in de natuur leven, ge loofde hij aan voorgevoelens. En even duidelijk, alsof een stem tot hem ge broken had, wist hij, dat hij op den kruisweg van zijn leven stond. Een nieuwe macht zou in zijn leven ko men; hij zou niet langer alleen zijn, "Ie lange jaren van zijn zwoegen, een zaam te midden der grootsche woes- voor de niet combattanten, aan mil lioenen schatten verslindt. Er valt dan ook in de geheele wereldgeschiedenis niet op zulk een omvangrijke rampzale gebeurtenis te wijzenzelfs de verschrikkelijke Napo leontische oorlogen laten dezen we- reldkrijg in menig opzicht verre ach ter zich. Ook de groote Europeesche oorlogen in de tweede helft van de vorige eeuw zijn alle de mindere in verschrikking van dezen. Zij toch hadden zoowel een beperkt aanzien als een beperkt doel. De oorlog van 1859 in Italië, de Pruisisch-Oosten- rijksche oorlog in 1866, de Fransch- Duitsche oorlog in 1870 en de Rus sisch-! urksche oorlog enkele jaren later, zij bleven eensdeels tot de beide oorlogvoerende landen beperkt en hadden een wei-omschreven doel, dat, eenmaal bereikt zijnde, ook het einde van den krijg brengen zou. Doch wat zien wij thans? Niet twee maar zes, althans in Europa, oorlogvoerende landen niet de verovering van een landstreek, niet het herstel van vermeende grieven, niet de regeling van de een of andere troonopvolging is de oorzaak of het doel. Neen, de als het kan alge- heele verplettering, de vernietiging van een volksbestaan, de ineenstor ting van een rijk, het voorgoed weg dringen van de plaats in de rij der volkeren, dat is het, al dan niet, uit gesproken doel van dezen monsler- achtigen wereldoorlog. Aan de directe aanleiding, die als het ware de lont in het kruit stak, de vermoording van den Oostenrijk- sciien troonopvolger, daaraan wordt in het geheel niet meer gedacht. Ware het niet dat de moordenaars dezer dagen terecht staan, het drama van Serajewo zou weinigen meer in de gedachten zijn gekomen. Ook het Servisch-Oostenrijksch conflict is ge heel en al uit de algemeene aandacht verdwenen. Thans is alleen het woord aan den strijd om de wereld-suprematie voor de toekomst tusschen Duitschland en Engelandis het woord aan de haat, die tusschen Frankrijk en Duitsch land 44 jaren lang gesmeuld heeft en die op eenmaal weder is losgebarsten over beide landen, heviger en moord dadiger dan men ooit heeft kunnen vermoedenis het woord aan het zwaard, dat ginds in het Oosten te beslissen heeft of de toekomst zal zijn aan de Slavische volken onder het Russisch opper-beheer, dan wel dat de Duitsche en Oostenrijksch- Hongaarsche landen een dam zullen kunnen opwerpen, tegen wat zij het, Europa bedreigend, Pan-Slavisme noemen. En te midden van deze reusachtige worsteling, zien wij het arme België, dat noch met wereld-suprematie, noch tenij, zouden nieuwe kleur, nieuwe beteekenis krijgen. Maar niet dadelijk. Langzaam als zijn werk geweest was, zou de verandering ook komen lang zaam, maar zeker. „Het zal niet door een vrouw zijn", zei hij. Toch, terwijl hij nog sprak, ver hief zich de wind en deed als 't ware een spottend gelach hooren. Deze man had gevochten tegen wanhoop en hartzeer, en volkomen eenzaamheid van geesthij had de heide bestre den en in al deze gevechten was hij overwinnaar gebleven. Maar wie hem zou overwinnen, hetzij tot zijn geluk of zijn ongeluk, wist alleen de heide de heide en de donkerblauwe ster renhemel. HOOFDSTUK IV. Den \olgenden morgen had de sneeuwstorm niet opgehouden; het scheen eer, alsof de vlokken grooter waren, alsof ze meer haast hadden te vallen. De hut zelf werd onderwijl merkbaar warmer. Gebouwd onder de beschutting van den hoogeren grond, die Lostwithens insloot, had de sneeuw zich opgehoopt tot het dak met Pan-Slavisme iets ifit te staan heeft, dat geen haat tegen wie ook der groote mogendheden, zoomin als tegen welke ook der kleine staten koesterde, zien wij het rampzalig Belgenland vertreden en verscheurd, de bevolking gevlucht, den landsvrede vernietigd, de welvaart geknot. Bij al het oorlogswee, dat thans de wereld teistert, is wel het uiteengescheurde België er het bedroevendst aan toe. En gansch een doodelijk verschrikte bevolking heeft heul en hulp gezocht ver van huis en haard, op den grond, die reeds van eeuwen her den naam heeft, de meest gastvrije bodem te zijn van geheel Europa, ja van geheel de wereld het Holland van weleer, dat in het Holland van nu herleeft. Wanneer eenmaal aan alles im mers komt een einde ook deze krijg zal tot het verleden behooren, wanneer de tranen zullen zijn ge droogd, thans door duizenden en dui zenden geweend, wanneer het wee van den oorlog wel niet vergeten is hoe zou dal ooit kunnen? maar toch niet meer zoo schrijnend knaagt als thans, wanneer dan ook het groote vonnis der historie ge streken wordt over overwinnaars en overwonnenen, over landzaat en vreemden, over vriend en vijanc in dezen oorlog, dan zal Nederland dat oordeel met onbezwaard gemoed kunnen afwachten. Het vergat zijn eigen druk, om het leed van anderen te verzachten; geen grooter voldoe ning kan er voor elk onzer zijn, dan, naar de mate van zijn krachten, aan deze leniging van tr; oorlogswee te hebben bijgedragen. Wittebrood Nieuwe belasting De attractie. Het begint er voor de trouwlusti gen en die zijn er ondanks de troebele tijden nu elke week weer in respectabelen getale minder aangenaam uit te zien, aangezien op hoog bevel het wittebrood is afge schaft waardoor de wittebroodsweken van zelf komen te vervallen. Sinds Maandag zijn wij op bruin brood gesteld, een maatregel waarbij wij allen ons graag neerleggen, zoowel wij die de wittebroodsweken allang achter den rug hebben als ook zij, die deze in het vooruitzicht hebben of bezig zijn door te worstelen. Een militair, die in de eerste dagen der mobilisatie in het huwelijk trad en kort daarna vèr van zijn vrouw werd gedetacheerd, sprak van zijn nood- brood-weken een ander die in het zelfde geval verkeerde en eens per week vier en twintig uur „thuis" kon zijn, noemde zijn wittebroods weken de „kruimel-weken." van heide, tot dat het kleine gebouw even warmpjes was ondergedekt als Gabriël Hirst den vorigen avond. Den geheelen dag viel de sneeuw en Gabriël liep maar telkens weer naar de deur, alsof hij het weer kon veranderen, door er steeds naar te kijken. Het was duidelijk, dat er geen sprake van was, om zich op weg te begeven; maar hij dacht aan Greta, die op zijn komst wachtte, en zijn ongeduld was hem telkens de baas. „Je vrouw zal zeer goed begrijpen, dat je ergens op de heide een schuil plaats hebt gevonden", zei Griff. „Vertrouw maar op haar, kerel; zij is verstandig genoeg, zich niet onge rust te maken, als ongerustheid geen goed kan doen." En de predikant werd wat kalmer, tot er weer een windvlaag over de wildernis kwam, hem herinnerende, dat de weg over de heide hoe langer hoe gevaarlijker werd en weer greep ongeduld hem aan, want het einde van den storm scheen even ver als de zomer zelf. Den geheelen nacht ook viel de sneeuw, maar den volgenden dag, toen Griff wakker werd, zag hij het Een gelukkig verschijnsel is het dat de goede humeuren nog niet verdwijnen. Wij zouden zelfs in de laatste weken van een groote ont spanning allerwege kunnen spreken. In hoeverre daarvoor gegronde reden bestaat, kunnen wij niet uitmaken wij kunnen alleen het feit constatee- ren dat men zich opgelucht gevoelt en wij mogen wel aannemen dat dan ook in de kringen waar men een oordeel kan vormen over den hui- digen toestand, geen gedrukte stem ming heerscht. Ware dit wel het ge val dan zou deze zich stellig in de onmiddellijke omgeving doen ge voelen. Minder aangenaam is het vooruit zicht dat het. dagelijksch bestuur onzer gemeente heeft geopend door een nieuwe belasting en dat wel op de publieke vermakelijkheden voor te stellen. Of de nood der schatkist reeds dringt tot nieuwe voorziening weten we nietin de argumentee ring die B. en W. geven is dit niet te vinden. Het ligt echter voor de hand dat met het oog op de te ver wachten vermindering van inkomsten, spoedig de noodzakelijkheid van een nieuwe bron van inkomsten zal blijken. Over de vraag of de pu blieke vermakelijkheden nummer éen op de lijst moeten staan valt lang en breed te redetwisten. Al heeft het den schijn dat hier nu eens bij uitstek op weelde een belasting wordt gelegd, men dient toch ook in het oog te houden, dat op dit oogenblik geen zaak zoo slecht gaat als die in weelde-artikelen. Ander zijds zullen de exploitanten van pu blieke vermakelijkheden heusch de belasting wel op het publiek ver halen, en het is dan weer de vraag of dit minder de theaters zal bezoe ken, wanneer de prijzen een vijftien procent hooger worden gesteld. De kwart millioen gulden die te Amsterdam deze belasting opbrengt, is natuurlijk een verleidelijk bedrag en het is te begrijpen dat onze wet houder van financiën begeerige han den naar deze bron uitstrekt. De belasting is echter nog niet in gevoerd en eer het zoover is zal de Haagsche gemeenteraad nog wel een enkel uurtje vergaderen en een enkel woordje spreken. Verschillende besluiten heeft de raad j.l. Maandag weer genomen ten einde indirect de burgerij voor zoover zij de gevolgen van de crisis al te sterk gevoelt, een steun in den rug te geven. Aan eenige betrouwbare credietbanken is een gemeentelijk voorschot gegeven, waardoor deze in staat zullen zijn haar arbeidsveld te vergrooten. Van belang is het ook dat bouwcredieten gegeven zullen worden aan hen die midden in den bouw van woningen genoodzaakt werden stop zonlicht stroomen door het raam der hut. De hemel was blauw, de bries zacht en speelsch; alleen het dicht bedekte land getuigde van de woede van den storm. „Wij kunnen vertrekken, zoo spoe dig we willen, Gabriël", zei Lomax, terwijl zij hun ontbijt gebruikten, wat weer uit havermout bestond. „Ik ben tot je dienst, Griff", zei de ander, die zijn maaitijd geëindigd had en den eikenhouten stok nam, die de getrouwe kameraad was van zijn zwerftochten. Trash sprong dartel om hen heen, toen zij zich op weg begaven in de zuivere, koele, zonnige lucht. Hij had geen oog voor de grootschheid van het tooneel en verlangde alleen naar een renpartij na deze dagen van ge dwongen rust; en zijn luidruchtige uitdaging aan den wind was in scherp contrast met het stilzwijgen der man nen. Gabriël dacht aan zijn belofte, dat er een weg zou gemaakt worden naar Trawdon, zoodat Ephraïms vrouw bagraven zou worden naar haar laat- sten wenschmaar Griff dacht aan de boodschap, die twee dagen gele- te zetten omdat hun het noodige cre- diet ontbrak. inmiddels vat de gemeente zelf den bouw van arbeiders woningen op. De voortdurende onbewoonbaar-verkla ringen hebben een zeer groot tekort aan goedkoope woningen doen ont staan, waarin het particulier initiatief niet of althans niet voldoende voor ziet. De gemeente gaat nu zelf bou wen. Een rendeerend zaakje wordt dit natuurlijk nietwij vreezen eerder dat het een reuzenstrop zal worden. De nood dwong echter tot deze daad, waarvan de gevolgen niet zijn te over zien. Voor het overige geen nieuws in de residentie. De attractie in het Kamp te Loosduinen, de Belgische geinter- neerden is verdwenen: Reeds den vorigen Zaterdag trokken zij in sjofe- len stoet naar den trein om naar Gaasterland geëxpedieerd te worden, 's Morgens te zeven uur verlieten zij het kamp en den volgenden ochtend te vier uur arriveerden zij pas ter bestemder plaatse. Snel is anders. Het kamp van onze soldaten zal nu ook wel gauw opgebroken worden. Eiber. Da vier te Stettin bestelde torpedobooten. De^ minister van marine heeft bij de Tweede Kamer een bedrag van (900.000 aangevraagd a's eerste ter mijn voor den bouw van vier tor pedobooten, voorzien van turbines van gelijk type als die, welke bij de Vulcan-werke ie Stettin in aanbouw waren. Omtrent deze laaisten wordt mede gedeeld, dat twee der booten in Au gustus 1914 werden te water gelaten en dat wegens voorschotten op de aannemingssom, onder persoonlijke borgstelling, ingevolge de contracts- bepalingen, een bedrag werd betaald van f 354.685.21 Vj. Blijkens schrijven van genoemde firma is evenwel op het zich in het Duitsche Rijk bevindende krijgsma- terieel beslag gelegd en behooren daaronder ook de genoemde vier tor pedobooten. Het ligt in het voornemen om op grond van het niet kunnen afleveren en de onzekerheid omtrent den tijd, waarna, na afloop van den oorlog, weder booten zouden kunnen wor den opgeleverd, het contract met de Vulcan-Werke te ontbinden. Waar het in 's lands belang drin gend noodig is den aanbouw van de booten van bovenbedoelde type weder ter hand te nemen, zal, in afwachting dat de gelden bij ver nieuwing door de Wetgevende Macht zullen worden gevoteerd, het con- den tot hem gekomen was, toen hij aan de deur der hut stond en het schijnsel der sterren en de sneeuw gadesloeg. Hij zag rondom zich en weer trilde hij van verwachting in de zekerheid, dat er een nieuwe dag voor hem was aangebroken. Reeds lang gewoon, alle dingen af te meten naar het weer en het voorkomen der heide, maakte het tooneel een mach tigen indruk op hem. Het drama van zijn leven was saamgeweven met het drama van dit land van rots en turf en naaktheid. „Groote Hemel, hoe majestueus riep hij, terwijl hij plotseling Gabriël's arm greep. Wit, eenzaam en ontzagwekkend strekte de heide zich uit, alles was vereffend door het dichte sneeuwkleed. De blauwe hemel en de zon verhel deren die witheid, mijl op mijl strekte zich die ongerepte witheid uit, en iedere vlak, die in de zon schitterde, was als kristal. De heide was éen groote witte bladzijde, waarop nog geen mensch geschreven had; zij wachtte op de komst van den schrijver. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1