750
Liefde en Strijd.
DONDERDAG
17 SEPTEMBER
gemeentebestuur
feuilleton
Nedarland en de Oorlog.
52e Jaargang
Firma F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt 58, Vlissingen. Teleioon Interc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke leestdagen
kostelooze vaccinatie.
DE TROONREDE.
j^tfo.219
1914<
VUSSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren L30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2;20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels 0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege
Deabonnés,in 't bezit eener ft A A ft
zijn GRATIS verze- /IIIIII
gulden bij levens
lange ongeschikt
heid tot werken
gulden bij dood ft Ijfftft gulden bij verliest gulden bij verlies A Aft gulden bij verlies ft gulden bij verlies
r .mmmmmm u 1. L door Jlllll vaneen hand, I van liggl vaneen van eiken
Iterd tegen ongelukken voor: yUüy heid tot werken 1 een ongeluk Www voet of oog een duim lUU wijsvinger anderen vinger.
D«e ultkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trien, boot of tram. De ultkeerlng wordt gewaarborgd door de „Hoil. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen I
Gelet op de missive van den heer
Commissaris der Koningin in Zee
land, dd. 10 September j.l.A.No. 1918
3e a'fdet ling
Brengen ter openbare kennis
dat aan ieder, doch in het bijzonder
aan Belgische uitgewekenen en leden
van gezinnen, die met hen in aanraking
komen, DAGELIJKS gelegenheid wordt
gegeven
tot kostelooze vaccinatie en
rivacclnatie, en wel ten huize >an
den gemeente geneesheer J. BEIJERS
(ingang Palingstraat) des voorm. van
8.30 tot 9 uur.
Vlissingen, 15 Sept. 1914.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
BEKENDMAKING.
Aangifte voor leerlingen voor den
Herhalingscursus voor jongens.
Burgemeesier en Wethouders van
Vlissingen
brengen ter kennis van belanghsb-
benden
dat de gelegenheid tot aangifte van
leerlingen voor den Herhalingscursus
voor jongens met eene week is ver
lengd en dat tot het in ontvangst
nemen van aangiften van leerlingen
ziiling zal worden gehouden, door
bet hoofd van dien cursus, den heer
J. E. VAN DER SLIKKE op school
F (Joost de Moorstraat) op Maandag
14, Dinsdag 15, Woensdag 16, Don
derdag 17 en Vrijdag 18 September
1914, des namiddags van 1-2 uren en
is avonds, behalve Woensdags, van
ilf zeven tot half acht uren.
Vlissingen, 12 Sept. 1914.
Burg. en Weth. voornoemd.
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
De „N. R. Ct." schrijft
Andere jaren is de opening van de
gewone zitting der Staten Generaal
bet sein, om de politieke wapens te
wetten ditmaal heeft de regeering,
en het Is waarlijk geen teeken van
zwakheid, al wat politieke discussie
kon uitlokken, vermeden.
Er zou aanleiding zijn, dezen keer
van de gewoonte der latere jaren af
le wijken, en de Troonrede met
een adres van de Kamers te beant
woorden „Wij zijn gelukkig naar uw
verheven voorbeeld het vaderland te
kunnen dienen." Indien de Staten-
Roman van B. RIEDEL-AHRENS.
O(Nadruk verbod.n.)
Ter wille van een vluchtig zelfbe-
ofog, als gevolg van een gril of
door den onweerstaar.baren drang
tol koketterie tegenover den met haar
Mijkstaanden man dien ze zeer had
geacht.
De gansche wereld had voor haar
sombere tint gekregen, de toe
komst was hopeloos en dat bij haar
Ngd. Zij zelf was nog veel eenzamer
geworden door eigen schuld,
noe vreeselijk.
Zou Maria, nog maar pas genezen,
oli dit weer wel komen
jjjmona ging naar 't venster.
populierenlaan was op deze
ombere regendag doodsch en een-
haam, zoover men haar van Irvings-
S volgen kon.
H°e trokken haar gedachten haar
a'me Maria vol brandend verlangen
"aar zich toe.
Generaal met een spontaan, welge
kozen woord hun dankbaarheid wisten
uit te spreken voor hetgeen H.M. de
Koningin in deze moeilijke tijden voor
het land heeft gedaan en nog steeds
doet, zoude zijn, beter dan nog ooit
het geval is geweest, naar het hart
van het volk spreken. Zoo zich een
dracht en kracht heeft geopenbaard
in de laatste weken dan was daarvan
mede een belangrijke oorzark, dat
wij ons sterk geweten hebben, ge
schaard om onze koningin, in wie wij
een bezielend voorbeeld hebben ge
vonden. Het was niet anders verwacht
doch wij hebben het nooit zoo
gevoeld als in deze dagen.
De „Nieuwe Ct." merkt op dat
voor het eerst sinds 16 October 1848
in de Troonrede een overzicht van
de aan te hie len wetsontwerpen ont
breekt en merkt op na vermelding
van de woorden van de Koningin,
dat Nederland met al zijn krachten
de neutraliteit zal handhaven, die
nog op geen enkele wijze geschon
den is.
„Wie de onrechtvaardigheid, èn
uit onwetendheid èn uit arglistigheid
voortspruitende verdenkingen vernam,
waaraan ons land in deze rampspoe
dige dagen bij voortduring blootstaat,
zal beseffen dat deze fiere verzekering
te rech er tijd komt en dat alléén
onze Koningin haar alterzijds over
onze grenzen kan doen weerklinken.
De Staten Generaal zullen in het
aangebroken zittingjaar allereerst het
werk verrichten dat de dagelijks aan
verandering onderhevige loop der
gebeurtenissen en omstandigheden
hun, met de regeering oplegt.
Wat dat zal zijn, weet niemand
of daarnaast tijd en gelegenheid voor
het wetgevend werk dat gereed of
bijna gereed ligt, zal overschieten,
valt niet te zeggendat de staatsbe-
g ooting iets meer zal kunnen zijn,
dan een credietverieening voor nood
zakelijke uitgaven, is niet waar
schijnlijk.
Wij leven bij den dag en de ge
wichtigste onderwerpen van de bin-
landsche politiek zijn in betrekkelijke
onbelangrijkheid weggezonken."
Uit het overzicht van „het Hbld."
knippen we het volgende
„Van belang is .het gedeelte dat
op onze koloniën betrekking heeft,
de regeering weet van de toestanden
daar blijkbaar meer dan ons tot nu
toe bekend was geworden. Ook in
Oost-Iudië is de economische toestand
door den oorlog zeer achteruit ge
gaan, maar ook daar zijn de noodige
maatregelen genomen en met voldoe
ning z en wij dat de toestand der in-
landsche bevolking, die natuurlijk het
minst kan verdragen, niet onbevredi
gend wordt genoemd. Moge dat zoo
blijven
Ten slotte wordt nog eens de na
Och, dat ze toch kwam.
Eindelijk zag ze op de brug een
mensch, een vrouwengestalte in don
ker gewaad met de paraplu boven het
hoofd, welke de hevige wind haar
ontrukken wilde.
Langzaam en in gebogen houding
kwam ze nader.
Ik waagde het niet, je mijn
rijtuig te zenden. Had ik het wei
mogen doen, Maria Wat zie je er
toch slap en ellendig uit. Wil je iets
van mij aannemen Een gias wijn
Och, toe.
Laat maar, een duizeling had
mij overvallen de aanblik van
Irvingsburg de eerste maal -
sedert de herinneringen overwel
digden mij
De stem begaf haar en het was
haar, of ze neei moest zinken van
smart, hier. waar alles zich vereenigde
om haar het verleden met zoo wreede
duidelijkheid voor oogen te stellen.
Doch Simona was er op voorbe
reid, en snel een glas met wijn vul
lende, gaf zij het aan Maria, die, om
niet onnoodig te kwetsen, van den
edelen drank dronk en zich daarna
werkelijk beter gevoelde.
druk gelegd op de noodzakelijkheid
onze neutral teit streng te handhaven,
ook door de wijze, waarop da handel
te werk gaat. De regeering weet
blijkbaa?, dat een schending van onze
neutraliteit in het bijzonder doorNe-
derlandsche kooplieden en door hen,
die van Nederlandsche havens ge
bruik maken, zeer ernstige gavolgen
kan hebben.
Het „N. v. d. D." Niet sterker kon
het buitengewone der tijdsomstandig
heden, waarin wij thans leven, worden
uitgedrukt, dan door den toon en den
inhoud dezer Troonrede. Want nog
nimmer is het voorgekomen, dat dit
gewichtige staatsstuk zweeg van wets -
ontwerpen en van parlementairen ar
beid, los van de geheele „politiek".
Slechts wat het land vereenigt, en
het allergrootste vraagstuk, dat allen
mee op te lossen hebben, mocht
thans worden beproken. Zóo heeft
de Koningin hare taak, op dit histo
rische moment, opgevat, en men kan
slechts dankbaar zijn voor de treffende
woorden, waarin dit is geschied".
„Oorlogstroonrede" slaat boven het
overzicht van „Het Volk", dat schrijft
De regeering mocht deze woorden
(die naar aanleiding van de verbete
ring in den economischen toestand
en van de goede verhouding tot an
dere mogendheden) neerschrijven met
gerechtvaardigde ze fvoldoening. Zon
der een oogenblik het verschil in
denken en streven te willen verdoe
zelen dat blijft bestaan tusschen de
regeering en ons, moeten wij toch
uiting geven aan onze bewondering
voor de snelheid en de kracht, waar
mede de regeering is opgetreden om
de economische en de politieke ge
varen waarmee de oorlog zoo plot
seling ons bedreigde, zoo mogelijk
te keeren.
In hoever de arbeidsklasse daartoe
heeft meegewerkt is thans uit te
maken.
De „Standaard"We mogen ons
volk gelukwenschen dat het Kabinet
weerstand bood aan den raad der
schuchteren, om ditmaal van een
Troonrede af te zien.
Natuurlijk kon geen Troonrede ge
houden worden als anders. Van een
politiek program kon geen sprake
zijn. Aan het uitspelen van eigen
party-voornemens tegenover de wen-
schen van andere politieke partijen,
kon niet gedacht worden. Alles wat
aan een kiezen op betwist terrein
ook maar kon doen denken, moest
gemeden worden. Zelfs over de
Grondwetsherziening liet de Troon
rede en volkomen terecht, geen
woord los.
Maar juist die volstrekte afwezig
heid van alle politiek geding, geeft
dan ook aan deze Troonrede een
beteektnis, ja zelfs een aantrekkelijk
Ik zou in elk geval toch bij j«
gekomen zijn, daar ik Lindenheim
morgen voor onbepaalden tijd verlaat.
Je gaat op reis en je huwe
lijk, Maria?
Ons huwelijk wordt nooit vol
trokken.
Simona werd doodsbleek.
Nooit
Me dunkt, dat moest je na het
geen er gebeurd is toch wel begrijpen.
Wel neen, hoe zou ik.
Simona was een oogenblik in twee
strijd met zichzelf, vervolgens ging
ze naast Maria zitten.
ik wil je iets zeggen; wij moe
ten thans eens heel nuchter en ver
standig met elkaar praten. Kijk, Maria,
was ik misschien nooit te voren in
mijn leven oprecht, thans ben ik
het en ik spreek uit mijn diepste
overtuiging. Als er in het verleden
van je verloofde nieis ergers is dan
dit kinderspel, dat in den grond der
zaak van volkomen onschuldigen aard
was, dan kun je tevreden zijnhg
wordt de trouwste en beste echtgenoot
van de wereld.
Kinderspel herhaalde Maria, als
of ze niet goed gehoord had, wat be
heid, als dusver nimmer van eenige
Troonrede uitgang.
Er is in deze Troonrede geen zin
snee en geen regel, die, Links toe
gejuicht, aan de Rechterzijde teleur
stelling of ergeinis kon wekken.
Het is een Troonrede die op niets
anders doelt, dan op het krachtig
handhaven van het nationaal belang,
en allen partijen zonder onderscheid
is dat Koninklijk woord dan ook uit
het hart gesproken.
De (a.r.)„Rotterdammer" merkt op
„Voor eigen inwoners beraamt de
Regeering een aantal maatregelen,
welke economischen druk kunnen
afwenden. Gaarne hadden wij daatbij
met name vermeld gezien de toezeg
ging van stappen, die het vrij ver
keer met onze Koloniën beter dan tot
dusver verborgen."
De „Nederlander" is met den in
houd van de rede zeer ingenomen,
maar
„Toch is er voor ons gevoel een
leemte in deze troonrede, die niet te
miskennen valt. Nu met de droeve
feiten is aangetoond hoe een krach
tige weermacht, ook voor een klein
volk, van be'eekenis is voor de hand
having van dat volksbestaan, had naar
onze meening niet mogen ontbreken
eenige aanwijzing van de richting,
waarin de Regeering zich de verdere
vervulling van onzen defensieplicht
voorstelt. Dit te eer omdat de plannen
voor de verdediging in het bgzonder
onzer Koloniën zoo goed als gereed
liggen, en voorts omdat door de in
richting van het zoogenaamd „Ver-
dedigingsfonds" reeds een bepaalde
stap gedaan is. Hoe schoon het ook
lijke, aan pacifistische illusies mogen
we ons vooralsnog niet overgeven.
Intusscnen, er kunnen goede redenen
zijn, waarom in deze omstandigheden
dit punt niet moet worden ter sprake
gebracht."
De tijd eindigt zijn beschouwing
aldus
„Over het geheel ligt over de
Troonrede een waas van grooten ernst
en vertolkt zij dus de waarheid. Be
zorgd voor de toekomst, is ecliter
blijkbaar de legeering niet. „'k ge
voel mij gelukkig", z-gt de Koningin
„dat mijn volk, in trouwe p'ichtsbe
trachting met mij vereenigd, het va
derland tracht te dienen". Welnu,
dat geluk is wederkeerig. Ook het
volk is niet bezorgd. Het wil met de
Vorstin en met haar regeering mee
werken. Aan bet verstoren van de
eendracht, waarop H. M. een zoo
krachtig beroep doet, wordt niet ge
dacht. Aan aile Staatszucht is het
zwijgen opgelegd en zij zwy'gt ook
langs alle linies. Dit is de vrucht
van het gemeenschappelijk gevaar en
indien ons volk daarin volhardt zal
de kracht Gods, waarop de Koningin
steunt, ons niet begeven."
doel je daarmee ik begryp je niet
het is thans toch niet meer de tijd
om dingen te bemantelen, waarover
we het eens zijn. Ik ben heden hier
om veel met je te bespreken, wat
nog tusschen ons gezegd moet wor
den. Geloof mij, het heeft mij een
harden strijd gekust en er waren uren,
waarin ik geheel gebroken was en
den hemel smeekte mij te willen ver
lossen, uren van het hevigste lijden.
Maar het mocht niet zijn en het ge
lukte mij eindelijk de kracht te vin
den om Holger de vrijheid te geven
in plaats van drie ongelukkige men-
schen kwamen er daardoor twee ge
lukkige En nu dat volbracht is, moet
ik mijn werk voltooien door jou te
smeeken, Simona, voor hem datgene
te zijn, wat ik van je eischen mag
een trouwe, verstandige vrouw, die
rekening houdt met zijn karakter.
Sprakeloos van verwondering en
ontzetting keek Simona de spreekster
aan.
Je ga ift hem op mijneat-
wille Maria?
Ja, ik gaf hem op. De gekrenkte
trots van de verwaarloosde en be
drogene heb ik leeren onderdrukken
De „Res bode" schrijft
luderdaad, 't zijn wel „zeer buiten
gewone omstandigheden, waarin Hare
Majesteit heden vertoefde, te midden
Harer getrouwe Staten Generaal, en,als
gezegd, 't behoeit niet te verwonde
ren, dat de Troonrede zulk een vreemd
aspect vertoont.
't Zijn nu geen tijden om politieke
.plannen te opperen en met nieuwe
wetsontwerpen te komen, die bespre
kingen zouden uitlokken en ailicht
politi. ke hartstochten ontvlammen.
Alle gedachten gaan nu immers uit
naar dat ééne, alle krachten van het
geheele volk zijn thans te zeer noo-
dig om de gevolgen der crisis onder
de oogen te zien en te trachten ze
zooveel mogelijk te ontgaan. Komt
straks, voor den afloop van het par-
iemantaire jaar wat God verleene
de vrede over het arme Europa,
dan is er, zoo noodig, nog de tijd
om in een nieuwe Regeeringsver-
klaring nieuwe maatregelen aan
te kondigen. Wal er inmiddels aan
tijdelijke wetlen dient verwerkt, valt
bezwaarlijk te voren te geven, omdat
het siet voorzien kan worden."
De „Maasbode" „Niets, absoluut
niets vindt men in de Troonrede van
hetgeen haar anders tot een zoo be
langwekkend stuk vermag te maken.
Van de naastliggende wetgevende
plannen der regeering, waar anders
met spanning naar uitgezien wordt,
thans zelfs geen woord.
Dat is een wei beduidende geste
der regeering. Geen schijn of scha
duw mag er wezen, waardoor de
onmisbare volkseenheid kon worden
verstoord.
Zoo moet het Koninklijk woord,
niet reppend van politiek, door Harer
Majesteits onderdanen worden be
grepen."
Het „Centrum" „Nederland heeft
zijn plicht gedaan en zal zijn plicht
blijven doen. De eendracht in 't land,
waarover H. M. aan het einde der
rede haar vreugde uitsprak staat
daarvoor borg."
De Rijksmiddelen.
't Was te verwachten, dat de Rijks
middelen over Augustus met een aan-
zienlgk bedrag beneden de opbrengst
van het vorig jaar zouden blijven, 't
Is de terugslag van de ernstige ge
beurtenissen in het buitenland op de
economische verhoudingen ook hier
te lande.
Er zgn slechts drie bronnen van
ir komst, die het tot een hooger be
drag dan in Augustus 1913 hebben
kunnen brengen, nl. de bedrijfsbe
lasting, de zoutaccijns en de rijkstele
graaf en -telefoon.
De opbrengst van de rykstelegraaf
ook mijn toorn tegen jou is half uit
gedoofd mijn liefde voor hem heeft
dat bewerkt, die voor niets anders
meer ruimte in mijn hart laat. Deze
liefde is zoo vast en sterk, dat ze
slechts aan éen ding denkt en slechts
éen ding wilzijn geluk. Jou de zijne
te noemen, is voor Holger de hoogste
zaligheid, en hier klonk Maria's
stem dof jij past immers ook voor
hem den man der groote wereld
veel beter dan ik, de arme Maria.
Maar dit éene eisch ik gebiedend van
jedat je myn offer op de rechte
waarde schat en voor bem dat zult
zijn, wat hij verdient, dat je voor hem
bent.
Simona haalde' met moeite adem,
terwijl zij zonder een enkel woord
tot verdediging te kunnen vinden, was
opgestaan en onophoudelijk heen en
weer liep. Nooit te voren had ze met
zoo'n groot gevoel van schaamte
haar eigen nietigheid gevoeld als dit
oogenblik nu Maria onbewust als aan
klager en rechter voor haar stond.
(Wordt vervolgd.)