Eerste Had S2& Jaargang 1014 liiigavsFirma F. VAK OF VELDE Jr., Kleine Markt 03, Vlissingen. Telefoon Interc. 19 13 JUIVI Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zendag en algemeen erkende Christelijke feestdagen ft Baarbaat uitZfaladen GEMEENTEBESTUUR Zomermaand. FEUILLETON Brieven uit de Hofstad No. 137 VLISS1NGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels 0.40voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweern aal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regej De abonnés, in 't bezit eener gulden bij levens- n F* O gulden bij dood <f| gulden bij verlies A gulden bij verlies A ft gulden bij verlies ft P*gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- M BB §8| lange ongeschikt- *^|j door a a 0 B 1 van een hand> i^ii van 11 BIS van een rU van el'{en kerd tegen ongelukken voor: fwlfvU heid tot werken S UU een ongeluk dBJU voet of oog JLvw een duim JLUw wijsvinger anderen vinger Deze uiikeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ot tram. De uiikeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Aig. Verzek. Bank" te Schiedam VERKIEZINGEN. Opmaken der lijst van Kiesgerech tigden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken. De Burgemeester van Vlissingen noodigt hen, die niet op de laatst vastgestelde kiezerslijst voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor komen, maar aanspraak kunnen maken om op de kiezerslijst te worden ge plaatst, uit, daarvan voor 1 Juli a.s. ter gemeente-secretarie (griffie) aan gifte te doen volgens het daarvoor vastgestelde formulier, waarvan aldaar exemplaren kosteloos verkrijgbaar zijn. Art. 6 van het reglement bepaalt, dat men om kiezer van leden eener kamer te zijn moet voldoen aan de beide volgende voorwaarden A. Kiezer van de leden van den Gemeenteraad van de Gemeente waar de Kamer gevestigd is; B. aldaar bestuurder of medebe stuurder zijn en gedurende ten minste twaalf achtereenvolgende maanden zijn geweest, van een bedrijf van handel of nijverheid. Vlissingen, 9 Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Zouden wij waarlijk nog zoo iets als zomervreugde beleven van dit jaar? De onzomersche koude dagen en gure winden van de laatste weken deden er ons aan wanhopen doch deze week, zie, daarin waren althans enkele dagen die ons, zoo niet ge voelen deden, dan toch deden den ken, dat wij reeds bijna midden zomermaand schrijven. Want slechts de zon heeft zich maar te verloonen, en alles om ons heen spreekt van zomerweelde; de gansche natuur trok reeds het zomerkleed aan, slechts DOOB FLORENCE WARDEN. 80) O(Nadruk verboden) „Wel, sir, dat is voorloopig nog een beroepsgeheim, en het komt onder ons gewone hoofd „Door informatie verkregen", zei de detective. „Is er eenig kwaad bij, als ik het weet De detective aarzelde en schudde toen het hoofd. „Wel, sir, ik heb den man, Richards, opgespoord. Toen hij op die manier verdween, wisten wij, dat hij ons iets kon zeggen." Ja, ja!" „Wij ondervroegen hem en ontdekten dat hij Hammond 's nachts liet huis te Grosvenor Place had zien binnen gaan Natuurlijk had hij de sleutels van beide huizen van lord Bensington." „ja!" „Hij bekende Hammond te hebben zien binnengaanen daar hij er zich over verwonderde, had hij de wacht gehouden en hem eindelijk weer het huis zien verlaten. Hammond kwam tusschen twaalf en éen in het huis en verliet het weer even vóór zes uur. Tijd in overvloed, ziet u, mijnheer, om in mr. Hugh Bensington's kamer het gas hoog op te draaien en lang genoeg om hem te dooden en het kraantje later weer dicht te draaien en de ramen te openen, om de gas- lucht te doen ontsnappen, vóór hij het huis verliet. Matthew luisterde, zonder hem in ontbrak tot dusver al te zeer het gouden licht, dat alles in den prach- tigen gloed dier diepe, rijk-getinte kleuren doet baden. Waarlijk zomermaand is de hoog tijd van de kleuren-weelde in de na tuur; dan bloeit langs de velden de wintertarwe in den aanvang der maand, de zomertarwe tegen het einde daarvan dan staan in onze tuinen de rozen zoo schoon en verspreiden hun lieflijke geuren alom in het rond. In menig klein stads tuintje, in menig bescheiden bloe menrekje voor het venster, prijkt thans een rijkdom van vroegzomer-bloemen, die een verkwikking voor het oog is. Alles, in bosch en duin, op veld en akker spreekt ons thans, na de len- te-geneuchten van een aanstonds tot volle rijpheid komende zomer- pracht; en wie van de stedelingen de wandelschoenen wil aantrekken, om zich in de vrije natuur te ver meien, hi] 'vindt thans overal volop gelegenheid. Het rijk van Flora heeft zijn gouden poorten wijd-open ge zet en een iegelijk wien het aan zin voor natuurschoon niet ten eenenmale ontbreekt, vindt er zijn gading, want het boek der natuur ligt voor ieder open, en ten allen tijde is men er hartelijk welkom. Doch slechts op eene voorwaarde dat ge nog genoeg poëtischen zin bezit, om uw gemoed toegankelijk te doen zijn voor der bloemensprake. Daarvoor is noodig dat men zich, desnoods maar voor korten tijd, ontdoe van de drukkende beslomme ringen van het, voor velen onzer, zoo jagend en van geen toeven meer we tend dagelijksch leven dat men voor een wijle de drukkende zorgen van zich afschudde en niet alleen de borst, maar ook den geest vrij adem halen doet, in de kortstondige zo- merdreven. Want inderdaad, kortstondig zijn de zomerdagen. Reeds nu heeft de zon in haar jaarkringloop reeds bijna het hoogste punt bereikt en over enkele dagen gaat zij, telkens lager bogen aan den hemel beschrijven, en raakt het met de lange dagen al weder meer en meer gedaan. Een luttel aantal weken en reeds zal de zomer wijken gaan voor den dan naderenden de rede te vallen. Het geheele ver haal was zulk een treurige onthulling van slechtheid, niet alleen van de zijde van Hammond, maar ook van zijn neef Randolph, dat hij bijna te ontdaan v/as, om te spreken. Eindelijk kon hij vragen, hoe de afloop zou zijn. „Wij zullen Hammond arresteeren, zoodra hij wel genoeg is, om vervoerd te worden," zei de detective. „Hij wordt reeds voortdurend bewaakt, zooals u gezien hebt." Matthew durfde de andere vraag niet te doen omtrent zijn neef en de detective gaf geen inlichtingen op dat punt. Zij gingen samen naar West-End terug en Matthew liep regelrecht naar de kamers van zijn neef. Hij wist, dat Randolph ook onder politietoezicht stond, maar durfde er niets over te vragen. Toen hij aan Randolph's ka mers kwam, kon hij echter zeer goed zien, dat beiden, Nadgie en haar man, wisten, dat zij bewaakt werden. Ran dolph was op en gekleedmaar hij zag er ellendig ziek uiS en zijn vrouw zat snikkend bij de sofa waarop hij lag. Hij schrikte op, foen zijn neef bin nen kwam voor een oogenblik ston den zij elkaar aan te staren en elk van hen las de waarheid op het gelaat van den ander. „Nu zei Randolph eindelijk schor op uitdagenden toon. Matthew schudde het hoofd, niet in staat te spreken. Randolph zond zijn viouwde kamer uit en zij gehoorzaam de als een kind, steeds snikkende. „Zijn ze om mij gekomen vroeg Randolph fluisterend. Matthew bleef hem aanzien en zei herfsl; de bloemen in onze tuinen, de volle bladerdos van veld en hof, van boom en struik wordt dan spoedig al weder schraler en dunner, om ten leste de naakte takken opnieuw te doen zien. Dan is het met alle zomer- pracht en rijkdom gedaan. En daarom is er in de kortstondi ge zomervreugde iels, dat ons aan spoort niet te talmen met daarvan te genietendaarom verwenschen wij als het ware eiken hinderpaal, die het weder, die het wegblijven van de zon- ne-koestering ons in den weg ligt daarom ook beklagen wij ons in de laatste weken zoozeer. En terecht want voor hoevele maanden van naar geestige vaalheid in de natuur moeten wij ons thans niet te goed doen. Dat is de diepe vermaning waarvan zo mermaand spreekt, voor die haar taal begrijpen. Want in het rnenschen-leven is het al eender ais in het natuurrijk; ook hier komt de zomertijd niet altijd precies zooals en wanneer wij dien verwachtten. Ook hier gaat alles den tijd van hoogste ontbloeiing van men- schelijke gaven en krachten vaak een tijdperk van schier zoniooze vreugde, van bekommering en verdriet vooraf, die de volle rijpheid der vruchten, die het leven den mensch kan schenken, tegenhoudt. Ook hier maant wat wij den hoogtijd van een menschenleven kunnen noemen, tot spoed en naar stige betrachting aan dien maar al te korten tijd aan. Dat is de tijd waarin wij zien hoe hoogstaande manner.' en vrouwen, in verschillende maatschappelijke posi ties geplaatst, een werkkracht, een onvermoeiden ijver, een schier toome- looze naaistigheid in al hun doen en laten ontwikkelen en aan den dag leggen. Het is alsof zij daarmede ons allen ten voorbeeld willen zijn, om ook ons te doen inzien, hoe snel het alles in het menschenleven als in de natuur, wisselt en keert. De jeugd moet arbeidzaamheid worden opge legd; zij kent den innerlijken drang naar welbesteden tijd, dikwijls maar al te weinigmaar in den vollen wasdom van het leven, is zulk een van buiten opgelegde dwang niet van noode. Dan voelt een eigenlijk, dien het niet geheel aan eenige mate van „voor zoover ik weet niet. Randolph, het is toch niet waar? Je hebt dat niet geschreven, wel „Wat geschreven „Het papier, dat zij bij Hammond gevonden hebben." Randolph liet een vloek hooren. „Gevondenherhaalde hij met holle stem. „De schurk zei mij, dat hij het vernietigd hadIk ben naar hem toegegaan dien nacht op de „Towers", en hij zwoer mij, dat hij het papier verbrand hadGroote HemelDan is de strop zoo goed als om mijn hals Matthew legde zijn hand zwaar op den schouder van zijn neef. „Hoe kwam je er toe, het te schrij ven Was je gek „Dat moet ik wel geweest zijn, ge loof ik! Zie eens hier, Matt, wat je ook moogt denken, ik heb nooit ge droomd wat er gebeuren zou. Dien nacht zag ik Hammond in den tuin, ik zag hem dien anderen kerel ver drinken. En en de Hemel weet, hoe ik er toe kwam Ik dreigde hem, dat ik het grootvader zou zeggen. En hij zei„WachtWacht 1 En ik zal je een goeden dienst bewijzen." „Matthew zat met groote oogen te luisteren naar het verhaal van het afschuwelijk complot. „Den volgenden dag zei hij, dat hij een manier wist, waardoor alle per sonen, die tusschen mij en den titel stonden, onterfd zouden worden. Dat was het woord, dat hij gebruikte. Ik zweer het. Als ik wilde zwijgen over wat ik gezien had, zou hij het be werkstelligen. Ik teekende dat papier, ik schreef het en teekende het, ter wijl hij en ik in den tuin wandelden." Matthew staarde hem vol afgrijzen zelfkennis ontbreekt, hoe juist de tijd, waarin hem of haar de volle beschik king, naar hart en geest en lichaam, over al de geschonken gaven gegeven is, hoe juist die tijd, tot spoed, tot handelen, tot afdoen zooveel en zoo goed mogelijk maant, van de dingen, die ons, elk naar de mate van zijn krachten, om te volbrengen zijn toevertrouwd. En wie dat beseft en daarnaar handelt, wie, in welken maatschappelijken rang ook, hetzij als eerste dienaar van de kroon achter de ministerstafel, hetzij als eenvoudig werkman in ondergeschikte positie geplaatst, naar de mate van de hem geschonken gaven zijn taak volijverig aanvat en volbrengt, die zal, op den eenmaal afgelegden weg terugblikken, naar waarheid van zich kunnen ge tuigen, niet als een onwaardige, noch beneden zich zelf geleefd te hebben. Het is tot die ontplooiing van al onze krachten in den zomertijd van het leven, tot het volbrengen zoo goed en zoo bekwaam mogelijk aan het geen om te volbrengen ons op de schouders is gelegd en, dat de zomer tijd in de natuur duidelijk verstaan baar, voor wie slechts hooren wil, ons allen aanmaant. Zij doet het nochtans op hare schoone wijze, met keur van bloemen en welige geuren en een overrijk kleurengamma maar in het schitterende van dezen natuur-rijkdom, in het schier over stelpende van die volle zomer-weelde, ligt voorwaar niet minder duidelijk de vermaning opgesloten van het maar ai te korstondige var. dezen schoon- sten tijd van het g»hee!e jaar Dit is de leering waarvan Zomer maand ons spreekt. Ook een jubilé. De vrije middag. Scheveningert Dezer dagen stond in een der plaat selijke bladen een zeer ironisch be richt. Verteld werd, dat zich uit de bewoners van het Valkenboschplein een commissie had gevormd om in het a.s. najaar op toepasselijke wijze het feest te herdenken, dat het Val kenboschplein tien jaren overhoop ligt. O. a. bestaat het voornemen, een aan. Randolph probeerde te lachen en toen met groot vertoon„Maar, je denkt toch zeker niet nietzoo begon hij. Maar hij zag in de oogen van zijn neef, wat hij wel dacht, er, hg wist dat zijn veronderstelling juist was. Er was een kort oogenbiik van stil zwijgen. Toenprobeerde Randolph op te staan en zei boos Je bent toch niet zoo'n dwaas om te denken dat ik dat ik mijn geheele familie wilde zien vermoorden Maar Matthew kon hem niet ant woorden. Eindelijk stond hij op, zag zijn neef aan, doch wendde onmiddel lijk den blik af. „De Hemel vergeve je zei hij met nauw hoorbare stem, terwijl hij de deur uitging. Niemand wist ooit precies, hoe Randolph Bensington stierf, hetzij van berouw of van wanhoop, dat hij ont dekt was, of van longontsteking, of op een nog vlugger manier. De long ontsteking kreeg de schuld van zijn dood en de arme Nadgie was het eenige schepsel die hem betreurde. Voor zijn familie was zijn dood een verademing, treurig -om het te moeten bekennen, maar toch een ver ademing. Dat hij krankzinnig was, toen hij dat vreeselijk contract sloot met d'en huichelaar Hammond was de zachtste verklaring, die van zijn daad kon gegeven worden, en was waarschijn lijk niet ver van de waarheid. Een feit was het, dat van dien tijd af van den dood van zijn oom Gyril en dien van zijn neef Hugh Randolph steeds droefgeestiger en gedrukter kleine tentoonstelling te organiseeren van photographieën en teekeningen, die de opeenvolgende phasen en vormen van verwaarloozing en opge broken zijn van dat plein in den loop van die tien jaar weergeven, alsme de van statistieken der door de eige naars van de omliggende panden en de bewoners der winkelhuizen dien tengevolge geleden verliezen. Het ligt in het voornemen der commissie de opeenvolgende wethouders van open bare werken uit te noodigen het eerelidmaatschap te willen aanvaarden. De ironie ligt er dik genoeg op en de tendenz evenzeer. Maar dit kunnen wij wel verklaren, dat de zaak waar over het gaat niet overdreven wordt. Opbreken van straten en pleinen is voor een stad wat verkoudheid is voor een mensch. Die valt je geheel on verwacht op het lijf, maakt je wel niet ziek, doch hindert je geweldig, komt bovendien meestal op zeer ongelegen oogenblikken, je went er nooit aan en slechts langzaam slijt het weg. De oorzaak is vaak geheel onbekend. Zoo is het precies met het opbre ken van de straat ookhet geschiedt onverwacht, is verschrikkelijk onaan genaam, duurt lang, en de reden ligt in het duister. In den grond in de steden ligt zoo langzamerhand een geheel dradenstelsel en geleidingsys teem, precies als in een dierlijk or ganisme. Gas en water, licht, electri- citeit, telefoon, telegraaf enz., niet te vergeten de riolen in soorten en wie weet wat er nog meer in ligt. En aan al die inwendige organen schijnt door loopend wat te mankeeren. Doch om op dat bovengenoemde plein terug te komen. Plannen kunnen allerlei vormen hebben en ten slotte ook geen vorm. Tot deze laatste soort behoort het Valkenboschplein. Eigen lijk is het geen plein, 't is alleen maar een zes-sprong van breede lanen, een grillig kruispunt, waarop in het mid den een zes en dertig hoekig vlucht- heuveltje,ligt sedert een halfjaar in een steenen hoop en zandmassa herscha pen. Voorts kan je er een hals breken over de slechte bestrating, rijden er twee trams op in den zoogenaamde lus en ligt er de toevoerlijn van de tram remise, dan staat er midden op een groen geverfde bloemententje en was geworden. Zij schreven dit nu toe aan toene- menden afschuw van zijn confract en zij geloofden dat, toen hij Hammond op de „Towers" aanviel, hij dit deed met de bedoeling, om zich weer meester te maken van het verrader lijk document. Hammond zorgde er echter wel voor, dat hij het niet vond. Het was het werk van den detective, die het huis doorzocht,waar Hammond zijn intrek had genomen na zijn moord aanslag op Matthew, om het document dat Sicht verbreidde over alle misda den, te ontdekken. Hammond werd bèschuldigd van moord, schuldig bevonden en opge hangen. Het duurde lang, voor de schaduw door deze opeenvolging van tragedies op de familie geworpen, geheel ver dween; maar daar lord Bensington deze vreeseiijke ontdekkingen over leefde en groote kans heeft, tachtig jaar te worden, mag men hopen, dat, tegen den tijd, dat Matthew den titel erft, de herinnering van al het ijselijke geheel verflauwd zal zijn. Intusschen is Maft gelukkig met de bruid zijner keuze, het Amerikaansche meisje met de mooie, heldere oogen, dat hem haar hart schonk van het eerste oogenblik af, dat zij hem zag, of dit zegt zij tenminsteen wier vertrouwen en liefde hem hielpen den langen, moeilijken tijd door te komen, toen hij onder verdenking lag, niet onschuldig te zijn aan het geheim van de Theems. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1