actoren
Eerste Biad
ANBIEDIK6EN
UR gevraagd
30P gevraagd
RZETTER
GMEISJE.
STAANVRAGEN
MKOMENDE
ERSBEDiENDE,
No. 131
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
Woord en Daad.
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
iEERLIJK
verpakt
JCCESMERK
dag.
10 en 25 ets.
Vegens opheffing
?r zaak van J. M.
G E, Kerkstraat
al van af heden
t tegen veel ver-
prijzen finaal
irkocht
aanwezige
iilsi.
BVENWONING op goeden
;t huurprijs lelt. W. Bu-
"ourant".
't centrum der stad. Br.
'an prijs onder letter R.
Courant".
dresJACs. W1LLEMSE
Ruyier 82.
iEfi/IEN Voor bijna halven
ima nog nieuw le Klas
ERENRÜWIEL,beiden zeer
s, liefst in één koop, doch
eder afzonderlijk van de
met nog schriftelijke
mede overgenomen kan
16 April 1915. Brieven
K, Bureau dezer Courant.
regels 1 «.35, iedere
8 cent. Zonder rabat,
al plaatsen wordt twee-
rend.
r drukkerij der Firma F.
•LDE Jr.
lig mogelijk gevraagd een
17 jaar, halfwas, (intern.)
C. M. LINDENBERG,
ge Kerkstraat, Goes.
AGD een
(STRAAT 19.
e, leeftijd 20 jaar, vraagt
IKHUIZEN.
:au dezer Courant.
iekte der tegenwoordige,
uw VAN RENTERGHEM,
105, tegen Juli of Augus-
te
sistbode.
gevraagd twee flinke
meisjes»
n de 16 jaar. Adres-
COMMERCE.
32e Jaargang
1914
VLISSINGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
UitgaveFirn F. IIIH DE HEIDE Ir., Kleins Muil 51, Vlissingen. Tnliloon Here. ID
6 «JUNI
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt twee maal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés, in 't bezit eener Oflflfl gulden bij levens- n F f| gulden bij dood Q ft r| gulden bij verlies.! gulden bij verlies.! ft gulden bij verlies ^gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- J111111 lange ongeschikt- door 4111E van een hand, 1*^11 van I fl fl 11 vaneen van eiken
kerd tegen ongelukken voor: uUUU heid tot werken t %J\3 een ongeluk UUU voet of oog JOU een duim JLUU wijsvinger anderen vinger
Deze uitkeerlngen worden VERDUBBELD Indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Ditnummerhestaat uit3bladen
Wij kennen ze allen wel uit erva
ring, de mooi-praters om ons heen
zij zijn in alle rangen en standen der
maatschappij en waarlijk niet in ge
ringe getale, vertegenwoordigd. Mees
tentijds is de grofste eigenbaat
de eigenlijke drijfveer van hun
woordenvloed, doch dikwijls we
ten zij zulks maar al te zeer'onder
schoon-schijnende redenen te verber
gen. Dan komt een eenvoudig mensch,
die niet immer het slechte kan noch
wil denken van zijn evenmensch, er
licht toe, door de woordenpraal,
door de overtuiging ook, waarmede
zij geuit worden, ook al was hij in
den beginne geneigd, niet aan alles
geloof te schenken wat wordt voor
gezet, zich te laten medeslepenen
de man die zoo goed met woorden
weet om te gaan, weet te goochelen
als het ware, heeft zijn doel bereikt:
men gelooft, men vertrouwt hem in
wat hij zeide.
Men vindt dezulken evengoed op
het gebied van de politiek, als in het
dagelijksch leven in al zijn verschil
lende uitingen; doch vooral schijnt
het politiek terrein wel bij voorkeur
de aangewezen plaats te zijn, _waar
men «woorden aan den man kan
brengen." De daden, och daar
van schijnt eerst later zorg te zijn,
als het er ooit toe komt. We hebben
dit zoo goed in ons land als daar
buiten kunnen waarnemen, en vooral
telkenmale als de stembus-strijd de
partijen nog eens scherper dan anders
het geval is, tegenover elkander
plaatst. De grooie verkiezingscam
pagne in Frankrijk van eenige weken
geleden toont dit nog eens duidelijk
aan, wat woorden en niets dan woor
den vermogen doch hoe groot
kwaad zij doen, wanneer zij ijdel
blijken en niet door daden worden
ingelost. De eindelooze verwarring
waaraan het land van Marianne thans
in velerlei opzicht ten prooi is, mag
daarvan een gevolg heeten. Een
schatkist die steeds met een groot
tekort van honderden millioenen te
kampen heeft, een leger dat tot op
de hoogste sterkte wat aantal betreft
is opgevoerd, en waarbij de jonge
mannen thans 3 jaren lang onder de
wapenen moeten blijven, een bewind
dat tot speelbal is gemaakt van de
laagste politieke hartstochten, en ten
slotte een overspannen, zenuwachtige
stemming in heel het land deed te
DOOR
FLORENCE WARDEN.
74) O(Nadruk verboden)
Zij had liever deze ontmoeting
willen vermijden, terwijl hij blijkbaar
nog zoo ziek was maar nu zij haar
opgedrongen werd, had zij slechts éen
antwoord.
„Belofteherhaalde zij koel. „Dat
is te veel gezegd, dit weet je zeer
goed."
„Bedoel je, dat je me in den steek
wilt laten
„Neen. Ik zou nooit een man zoo
slecht kunnen behandelen. Maar je
Stunt niet spreken over een man in
den steek laten, tenzij men hem meer
heeft aangemoedigd, dan ik jou ooit
gedaan heb, Randolph."
„Wat 1 Heb je me nooit laten den
ken, dat je van me hieidt?"
„Nooit," zei Cora vlug. „Je weet,
dat ik dat nooit gedaan heb."
Dat was te oprecht gesproken, om
voorschijn roepen, ziedaar, wat op
het oogenblik het lot van Frankrijk
is. Men heeft er zich te veel aan de
schoon-schijnende drogredenen van
allerlei politieke woordvoerders ge
stoord, en daarbij te zeer uit het oog
verloren, dat beter dan mooi praten,
goed doen is.
Is dit een voorbeeld van omvang
rijke strekking, hetzelfde valt even
zeer waar te nemen in geringere
verhoudingen, ontleend aan het da-
gelijkscn leven. Het zijn waarlijk
niet de mannen, die niet veel meer
doen dan praten, die een bedrijf, een
zaak groot kunnen maken. Die op
een haar kunnen uitleggen, hoe zij
alles voorzien, alles van te voren be
grepen en geschikt meenen te hebben,
en die nu onomstootelijk overtuigd
verklaren, dat hun bedrijf of hun zaak
ook goed moet gaan en rendeeren.
Hoe talloos vele maatschappijen zijn
niet aan het euvel te gronde gegaan,
van een, o zoo mooi pratenden di
recteur, die op jaarvergaderingen en
in jaarverslagen zoo uitnemend ter
tale bleek en aan woarden-kraam
geen gebrek had maar wiens te
kort aan flinke, doortastende daden,
op schade voor de aandeelhouders en
op verlies aan maatschappelijke wel
vaart voor velen, te staan gekomen
is. Eerst te laat wordt dan ingezien,
dat het beter is, dat een bedrijfsleider
zich desnoods minder bespraakt, maar
des te meer man van helder doorzicht,
van doortastendheid, kortom een man
van de daad betoont. En hoevele
andere voorbeelden, die alle als het
ware uit elks omgeving voor het
grijpen liggen, zijn niet op te noemen,
zoo uit het zakenleven, als ook uit
het engere leven in den familie-kring,
waar eveneens, zoo dikwijls meer
gepraat dan gehandeld, meer noode-
Ioos door drogredenen van het rechte
spoor wordt afgedwaald, dan flink en
oprecht op het juiste doel, door
daden, aangesiuurd wordt.
Want het schijnt helaas een toene-
nemend euvel te zijn, dat in de»
drang van het jachtende overhaaste
leven der moderne tijden, de eertijds
overheerschende en geprezen harmo
nie tusschen woord en daad, steeds
meer en meer zoek raakt. Wilde men
vroeger iets bereiken, een man van
invloed, van gezag worden, wilde
men aan het hoofd van een bloeiend
bedrijf komen, wilde men iets betee-
kenen gaan in staat of maatschappij,
dan was al wat men van zijn mede
burgers vroeg, geduld te willen oefe
nen, te wachten op de dader,, die
tot het beoogde doel zouden kunnen
leiden. Thans echter schijnt van zulk
een verzoek om op hun daden te
willen wachten, weinig sprake meer
te kunnen zijn, bij hen, die bij de
gratie van zich-zelf zich tot een groot
man proclameeren, hetzij op politiek,
verkeerd te begrijpen.Randolph tracht
te een andere taktiek te volgen.
„Geef je er niet om, welke kwel
lingen een man verduurt, die je lief
heeft
„Wel, ik denk, dat het afhangt van
het soort van kwellingen. En jou kwel
lingen zijn niet zoo sympathiek als
andere, Randolph, omdat zij wat
zal ik zeggen meer financieel zijn
dan persoonlijk?
„Geloof je niet, dat ik evenveel
van je zou houden, als je geen cent
bezat
„Natuurlijk niet. Dollars maken
bij iedereen een verschil. Dit zou zelfs
bij Matthew het geval zijn, of ten
minste bij eiken man behalveMatthew."
Randolph sprong op, met rood ge
zicht en opgewonden.
„O, ik zie, hoe het is", riep hij,
„het is die slang, die tusschen ons
gekomen is, die lage, sluipende, glad
geschoren, koudbloedige huichelaar."
„Randolph, je zult uitgeput raken
met je lieflijke benamingen, dus ik zou
maar ophouden!" zei Cora, die haar
zelfbeheersching herkreeg en haar
sympathie voor hem verloor, nu hij
begonnen was, zijn neef aan te vallen.
hetzij op ander gebied. En bij gebrek
aan tastbare feiten, waaruit hun
superioriteit zou moeten blijken, ver
genoegen zij zich inet woorden;
o, dikwijls zeer fraai om te hooren,
en daarbij uitnemend voor de toe
hoorders pasklaar gemaakt en inge
richt, doch waar achter men maar al
te vaak en veel te laat, bevroedt, dat
het hun eigenlijk aan het voornaamste
ontbreekt, n.l. voor hun land, voor
hun omgeving, voor hun gezin iets
waarlijk goeds te doen.
En gelijk dit alles geldt bij het
onderling verkeer in de groote men-
schen-maatschappij, gaat het evenzeer
bij elk onzer afzonderlijk. Hoe vaak
moeten ook wij, in ons binnenste, tot
het waarachtige inzicht komen, dat
maar al te zeer^onze daden afwijken
van onze woordendat we ons zelf
met allerlei drogredenen om den tuin
hebben geleid, omdat wij te veel
opzien tegen de een of andere daad,
die ons, om welke reden ook, niet
aanstaat. Hoe wordt dan met allerlei
woorden-omhaal getracht voor ons
zelf en onze naaste omgeving goed
te praten, wat goed gedaan had be-
hooren te worden.
Het is dit euvel, deze disharmonie
tusschen woord en daad, die aan
veler leven knaagt en ten zeerste
afbreuk doet aan het, hoe ook in
verscheidene mate, om elk welgelegd
geluk. Over hoevele jonge levens valt
niet reeds spoedig een schaduw van
teleurstelling, miskenning en ver
meende achteruitzetting, omdat het
noodzakelijk evenwicht tusschen hun
woorden en daden, tusschen wat zij
zich reeds verbeeldden reeds te kunnen
en hetgeen waartoe zij werkelijk in
staat waren, te zeer nog verbroken
was. En ook, hoevele ouderen zouden
zich veel mistroostigheid en eigen
willig leed bespaard kunnen hebben,
indien zij maar te juister tijd hadden
ingezien, dat, zoo goed zij zeiven als
de maatschappij noodig heeft, dat
er harmonie heersche tusschen woord
en daad. En dat zoomin het een kan
noch mag bestaan zonder het ander
dat daden zonder woorden, zonder
de noodige verklaringen en uiteen
zettingen de wereld er zeker niet op
zouden doen vooruitgaan, maar dat
het laatste zonder het eerste, slechts
op schade voor ons allen moet uit-
loopen.
Het seizoen.
Een gemeentelijk inspecteur.
Het seizoen is geopend en ditmaal
viel de opening samen met het voor
jaarsfeest van de bevolking van Sche-
veningen. Deze toch pleegt tweemaal
in het jaar uiting te geven aan haar
„vreugde", eenmaal als afscheid vóór
„Zie eens hier, het helpt niet, of je
al kwaad spreekt van Matthew, wel
Ik houd van hem, ik houd verschrik-
lijk veel van hem En meer dan dat,
ik voel, dat hij niet fair behandeld
is. Je hebt niet je best gedaan, hem
te zuiveren van de blaam, zooals je
zei, dat je doen zou.
„Misschien kan ik het niet als
ik eerlijk moet zijn!" zei Randolph
aarzelend.
Cora richtte zich fier op.
„Nu is het genoeg," zei zij trotsch.
„Ik had je alles kunnen vergeven
behalve dat. Je weet zeer goed, dat,
wie ook schuldig is in deze zaak,
Matthew zoo onschuldig is alseen kind.
„Natuurlijk denkt je dat, omdat je
niet kunt gelooven, dat er iets anders
is dan onschuld achter deze mooie
oogen," zei Randolph spottend. „Maar
toch is Matthew slechts een fortuin
jager. Hij heeft zijn best gedaan, tus
schen jou en mij te komen en je geeft
de voorkeur aan hem boven mij, om
dat hij dichter bij den titel is. Je bent
altijd oprecht geweestwees dat dan
ook tot het einde toe."
Cora, die zeer bleek was, antwoord
de met zachte stem
de schepen ter vangst gaan en ander
maal als alle man weer veilig en wel
thuis zijn. Het eerste feest wordt ge
vierd met den tweeden Pinksterdag,
het tweede met St. Nicolaas. De
overlevering verhaalt dat vroeger het
voorjaarsfeest een zeer befaamd, om
niet te zeggen berucht feest was. In
het vooruitzicht straks van vrouw en
kind of van zijn „teerbeminde" af
scheid te moeten nemen met toch
altijd een niet geringe kans dat het
voor altijd zal zijn, wordt het jeugdig
hart nog eens opgehaald. Dat in al
te veel lietdesijver soms tot minder
hartverheffende tooneelen aanleiding
werd gegeven en het mes getrokken
wordt, valt te begrijpen wie de Sche-
veningsche bevolking kent en weet
hoe deze niet tot de meest beschaafde
behoort.
Langzamerhand is het Pinksterfeest
wel wat veranderd, ook al omdat de
beschavende invloed eenigermate
wordt gevoeld. Ditmaal hebben de
bladen ons geenerlei bericht gebracht
van vechtpartijen, die meer dan blauwe
plekken en blauwe oogen opleverden.
Toch zal het feest blijven zoolang
Scheveningen een visschersplaats zal
zijn.
Inmiddels is nu ook het badseizoen
geopend, zij het dan nog niet in
vollen omvang. Half Juni begint het
pas goed. Gedurende deze halve
maand is er echter al gelegenheid
voor gemengde baden, een gelegen
heid waarvan zeer veel gebruik ge
maakt zal worden, mits het weer
eenigermate medewerkt. Op de beide
Pinksterdagen liet het wel wat te
wenschen overhet woei te sterk en
de lucht bleef dreigen en dreigen. Al
heeft het zich ten slotte vrij goed,
althans droog gehouden, het ware
was het toch niet.
Onze beste wenschen spreken wij
gaarne uit voor het goed seizoen.
Komt allen ons bezoeken, en bewijst
dat Scheveningen toch altijd de meest
geliefkoosde badplaats is 1
Een ander praatje: Dinsdag heeft
de gemeenteraad besloten een gemeen»
telijk inspecteur voor het lager onder
wijs aan te stellen. Op zich zelf is
dit niets buitengewoons, maar toch
zit aan dat gevalletje een paar eigen
aardige kanten.
Onze wethouder van onderwijs is
een leek op onderwijsgebied. Nu
is dat niets bijzonders want bijna
alle onderwijsjutoiiteiten zijn lee-
ken. Hij zocht echter zeer weinig
contact met het onderwijs en blijft
er wat al te ver van staan. Nu wil
hij een schakel tusschen zich en het
onderwijs (misschien ook wel als
buffer bedoeld) in den vorm van een
gemeentelijk inspecteur.
Welke autoriteiten heeft, het lager
onderwijs zoo ai De arrondissements
schoolopziener, de dito districts, de
„Je moogt dat gelooven, als je wilt,
Randolph. Eigenlijk mag je alles ge
looven, wat je kan doen begrijpen,
dat alles voorbij is tusschen jou en
mij. Er was nooit veel, om mee te
beginnen en wat er was, is nu voorbij.
Nu weet je het! Vaarwel. Ik geloof,
dat het beter is, dal je nu lord Ben-
sington gaat opzoeken. Hij wil je
meening vragen over den dood van
dien armen Hugh. En misschien kun
je eenige ophelderingen geven om
trent den aanval op Matthew gepas-
seerden nacht. Elke kleine bijdrage,
die eenig licht kan ontsteken, is wel
kom, zooals je wel zult begrijpen."
Zij gaf hem zoo beslist zijn congé,
dat Randolph, die werkelijk niet in
staat was, veel te redeneeren, gehoor
zaamde, alsof zij een koningin was
en de kamer verliet.
Cora wachtte lang in de salon, ho
pende, dat Matthew tot haar terug zou
keerenmaar eindelijk hoorde zij de
voordeur opengaan en zag een
bediende terstond een taxi aan
roepen en toen zag zij Matthew e»
Randolph samen het huis uitgaan, de
laatste ondersteund door den eerste.
Cora, wier liefde voor Matthew grooter
inspecteurvervolgens de plaatselijke
commissie van toezicht op het L.O.,
de wethouder van onderwijs, het
dagelijksch bestuur en ten slotte de
raad der gemeente. AHe deze personen
en colleges hebben iets in de melk
te brokken, behalve de z.g. school
commissie die feitelijk nieis te ver
tellen heeft en daarom meestal den
groolsten mond opzet, om toch maar
den schijn aan te nemen alsof zij er
het meest van weet.
Overigens heeft ieder der zoo even
genoemde autoriteiten het zijne te
beweren. Nu komt er nog een ge
meentelijke inspecteur bij. Wat zal
die doen en wat zal die beweren?
Met benoemingen en voordrachten
kan hij zich niet inlaten, want de wet
regelt den gang van zaken.Het leerplan
dito dito. Alleen zal natuurlijk de
wethouder van onderwijs officieus alles
om advies vragen en met zijn deskun
dig arsenaal de argumenten betrekken
waarmede hij straks de eveneens
deskundige tegenstanders zal gaan
bestrijden.
In een groote gemeente waar Dij
uitstek leeken het bestuur vormen zien
wij dit verschijnsel, dat deze alle op
het gebied, aan welks hoofd zij gesteld
zijn, een of meer vertrouwelingen
hebben, die hen steunen en bij wie
zij steeds weer hun licht gaan op
steken. Die toestand is niet altijd even
goed, want de collega's onder elkaar
weten maar al te goed dat zij via
den wethouder door éen van hen
geregeerd worden. Vaak is de grens
van spion en adviseur niet al te scherp
neer aan te geven. Of de wethouder
van onderwijs om aan dit euvel te
ontgaan een vasten adviseur wil, een
officieelen met wien hij voor het front
kan verschijnen
Als dat waar was, zouden wij de
nieuwe instelling kunnen toejuichen.
Wij zien in elk geval liever naast den
wethouder, die niet deskundig is, een
deskundige staan dan een absoluut
ondeskundige hoofdambtenaar die
baasje speelt.
Intusschen in Rotterdam heeft de
instelling van een inspecteur niet veel
succes gehad, dat naar wij hoorden
verluiden voornamelijk te wijten is
aan de minder gelukkige keuze van
den persoon van den inspecteur. Daar
is het een oud-officier, die weliswaar
een poos leeraar bij het M. O. is
geweest, doch van het L.O. niets weet.
Wij weten echter zeker dat degene
die in den Haag met het moeilijk werk
der inspectie belast zal worden een
vakman zal zijn.Er gingen reeds snoode
geruchten en er werd zelfs reeds een
naam genoemd van een officier
die zou worden voorgedragen. De
wethouder heeft echter uitdrukkelijk
verklaard, dat het een „vak.uan" zal
zijn. In dit opzicht zijn wij dus gerust.
Intusschen is het een slag in het
was geworden, naarmate het gevaar
naderde, was zeer ongerust.
Deze twee tezamen waartoe zou
dit leiden?
Zij had zich niet ongerust behoeven
te maken. Het was niet meer dan
menschelijk, dat Matthew den zieken
Randolph hielp en hem, volgens den
wensch van zijn grootvader, naar zijn
kamers bracht, waar hij hem in de
goede zorgen achterliet van een goed
hartige hospita, die beloofde hem te
verzorgen.
Matthew gevoelde zich verlicht, dat
Randolph niet voorstelde naar mrs.
Claughton terug te keeren, want van
de oneenigheid tusschen deze beiden
hing zijn kans af, het belangrijk ge
heim, dat Nadgie te vertellen had, te
weten te komen.
Dien geheelen avond bracht hij door
in een koorts van angsthij bleef
in zijn eigen kamers, niet alleen,
maar in gezelschap van een zijner
oude Oxfordvrienden.
(Wordt vervoldg.)