DINSDAG
5 MEI
((ui: lina F. VAN DE VELDE Ir., Kleine Markt Si, Vlissinp. Tallinn Intarc. 10
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
BINNENLAND
FEUILLETON
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS Van 14 regels ƒ0.40voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per rege]
De abonnés, in 't bezit eener ft ft ft ft gulden bij levens- fj Pf ft gulden bij dood ftftg"| gulden bij verlies A pft gulden bij verlies ft ft gulden bij verlies fk H'gulden bij verlies
polis, zijn GRATIS verze- g g I 81 B lange ongeschikt- g door van een hand, |n||| van vaneen van eiken
kerd tegen ongelukken voor: U U heid tot werken f t/U een ongeluk uUU voet of oog iXIlJ een duim 1.W wijsvinger SJ%3 anderen vinger
Deze uitkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ol tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam
Eerste Kamer.
De leden van de Eerste Kamer der
Siaten Generaal zijn tot hervatting der
werkzaamheden bijeengeroepen tegen
Dinsdag 12 Mei, des avonds 87a uur.
De nieuwe voorzitter der Eerste Kamer.
De „Nieuwe Courant" meldt, dat
de regeering zich bij de benoeming van
baron van Voorst tot Voorst tot voor
zitter der Eerste Kamer blijkbaar heeft
laten leiden door de overweging dat
de groote meerderheid van dat staats
lichaam uit leden der rechterzijde
bestaat, dat van die meerderheid het
grootste deel tot de Roomsch-katho-
lieke partij behoort, dat de keuze van
den benoemde de meerderheid welge
vallig is en aan de overige leden geen
aanstoot geeft.
Anders toch zou de regeering ver
moedelijk niet haar keus hebben ge
vestigd op een lid die noch door
staatsmans-qualiteiten, noch door po
litieke of parlementaire ervaring van
eenigszins langen duur in aanmerking
scheen te komen om den staatkundig
belangrijken post van voorzitter van
de Eerste Kamer der Staten Generaal
te bekleeden. Generaal Van Voorst
f t Voorst is in de eerste plaats mi
litair een voortreffelijk militair,
maar wiens loopbaan noch talenten
zich hebben bewogen in de richting
van het hooge staatsambt waartoe hij
thans werd geroepen.
Wij kunnen ons niettemin ir. den
gedachiengang dien de regeering bij
de benoeming van den humanen en
bij zijn medeleden zeer gezienea ge
neraal gevolgd heeft, wel indenken.
Een aangewezen persoon onder de
leden om den opengevallen zetel in
te nemen, ontbrak. En in die om
standigheden werd door de regeering
vanzelf invloed toegekend aan over
wegingen, die wij anders bij de aan
wijzing van een voorzitter van dit
hooge college niet gaarne met beslis
sende kracht bekleed zouden wen-
schen te zien.
De Kameroverzicht ichrijver van de
„Telegraaf" schrijft over deze benoe
ming o.m.
De benoeming van J. J. S. baron
van Voorst tot Voorst tot voorzitter
der Eerste Kamer, zal ongetwijfeld in
breeden kring een uitnemenden indruk
maken. Allereerst om öe benoeming
zelf. De regeering heeft, door een
katholiek ter benoeming aan de Ko
ningin voor te dragen, een daad van
wijs beleid verricht. Zij heeft rech*
doen wedervaren aan de katholieke
fractie in ons Hoogerhuis, die de
sterkste van de rechterzijde is. Het
spreekt vanzeif, dat de benoeming
moest geschieden uit de rechtscha
meerderheid. Wel is in een enkel
DOOB
FLORENCE WARDEN.
49) O(Nadruk verboden)
Een blik in de kamer was voldoen
de, om te doen zien, dat er een be
slist gevecht moest hebben plaats
gehad, want overal heerschte de
grootste wanordestoelen en tafels
waren omvergeworpende dekens
waren van het bed getrokken, alsof
de man er uitgesleurd wasen de
wekker, die gewoonlijk op den hoek
van den schoorsteenmantel stond, was
er ai geworpen.
Midden in de kamer op den grond
lag een krom gebogen pook en een
beschilderde knots, versierd met kra
len en paardehaar, van de Salomon-
eianden.
Dit laatste gaf te denken en Mat
thew raapte den stok op en bekeek
hem nauwkeurig. Er was wat bloed
san en het handvatsel was nog warm
van het gebruik. Maar het feit, dat
orgaan geschreven, dat de Eerste
Kamer geen politiek lichaam is, en
men met de politieke groepeering
dus geen rekening behoefde te houden
maar zoo kan alléén redeneeren, wie
zich blind staart op de grauwe theorie.
En dat, nu eenmaal de benoeming
uit de rechterzijde geschieden moest,
de katholieke fractie door haar sterkte
allereerst in aanmerking kwam is
begrijpelijk. Het iag voor de hand.
De regeering heeft naar recht en
rechtvaardigheid gehandeld.
Het „Vad." zegt aangaande de be
noeming van baron van Voorst tot
voorzitter der Eerste Kamer het vol
gende
Na al hetgeen wij over de vacature
schreven, toen die nog bestond, is
het haast overbodig mede te deelen,
dat we deze benoeming met groote
instemming hebben vernomenhier
is de echte liberale lijn gevolgd, want
waarom het verheeld de groote
gedachte door Thorbecke in art. 5
van onze Grondwet neergelegd is ook
in onze kringen nog niet geheel ge
meen goed.
Deze benoeming is ons dan ook
daarom zoo welkom, omdat ze tegen
gif is tegen een enghartig papisme,
dat in de vorige periode opwies,
doordat Heemskerk uit vrees voor den
Roomschen bondgenoot geen protes
tant meer dorst zijn. Het anti papis
me is trouwens het onvermijdelijk
gevolg van de Coalitie, omdat de
Christelijk Historischen en anti-revo-
lutionnairen, van huis uit zoo anti
roomsch mogelijk, gedwongen worden
plaats te nemen in een verbond, waar
in zij, zooals natuurlijk is, minder
invloed hebben dan de Katholieke
bondgenoot, die alleen meer mannen
in het vuur brengt dan de beide an
deren te zamen op het oogenblik
zelfs meer dan dat.
Tot welke stemming dit bij de an
dere fracties leidt, daaromtrent kregen
wij dezer dagen alweer nieuwe we
tenschap. Ons werd toch van een
zijde, die het weten kan, meegedeeld
dat als het in 1912 niet gelukken
mocht aan den heer Van Bylandt om
de Eerste Kamer te bereiken, dit kwam
omdat de Christelijk Historischen in
de Tweede Kamer niet bereid waren
mee te werken om tot voorzitter
daarvan te maken den Katholiek, die
door zijne fractie daartoe in eerste
instantie werd begeerden dat ze
ten slotte om het coalitiebelang, zij
het dan ook noode, zich hebben
neergelegd bij de benoeming van den
heer Van Nispen tot Sevenaer.
De benoeming van baron van Vooist
tot Voorst is zeker uit een persoons
oogpunt ook zeer gelukkig. Het is
toch bekend, dat hij niet alleen in
hooge mate de achting en het ver
trouwen van zijn medeleden geniet,
maar dat hij tevens is een man var.
hem het meest trof, was, dat het een
der versierselen was van de muren
van de groote zaal, vanwaar het blijk
baar was weggenomen om als wapen
ie gebruiken.
Was het Hammond, die, een aanval
vreezend var. een indringer, het ding
den vorigen avond van den wand had
genomen? Of was het de man, die
hem had aangevallen, die er zich mee
gewapend had Als dit zoo was, dan
was de aanvaller binnenshuis ge
weest, vóór hij met Hammond hand
gemeen was geworden. Nu en de deur
van Hammond was gesloten geweest,
toen Matthew beneden kwam, waaruit
was af te leiden, dat de indringer het
raam was binnengekomen.
Zeker, er waren vragen, die beant
woord moesten worden.
Intusschen had Matthew zijn tante
toegeroepen, dat zij om dokter Oiils
zou zenden. Toen Hammond hoorde,
dat deze boodschap gegeven werd,
deed hij zijn best, een zittende hou
ding in zijn bed aan te nemen, met
het instinct geboren uit jarenlange
dienstbaarheid.
„Laat miss Bensington niet binnen
komen en mij zoo zien, mijnheer,"
groote bekwaamheid en aangeboren
hoffelijkheid.
Voorwaardelijke veroordeeling.
Het wetsontwerp op de voorwaar
delijke veroordeeling, dat er sinds
1912 ligt, behoorde langs den korist
mogelijken weg tot wet verheven te
worden.
Sinds lange, lange jaren zijn wij het
eenige overgebleven beschaafde land,
dat niet op eenigerlei wijze de voor
waardeiijke strafoplegging heeft inge
voerd. Met andere woorden, het eenige
land, dat nog tal van gelegenheids-
misdadigers, geringe schuldigen, oner
varen wetsovertreders in de gevan
genis brengt, waar, naar algemeen
erkend is, zoowel 't maatschappelijk
belang ais de zedelijke plicht der
menschelijkheid juist eischen dat zij
er uit gehouden worden.
Het blad vraagt voorts, of de wet
gever niet wijs zou doen, in de be
paling, die de voorwaardelijke op
schorting der straf invoert, tevens
dooi een algemeenen zin aan te geven,
voor welke gevallen zij is bedeeld.
Men heeft in andere wetten wel
eens nadeelen er van bemerkt, dat den
rechter in 't geheel geen richtsnoer
gegeven was.
Daardoor is b.v. jarenlang met de
toepassing der tuchtschoolstraf gesuk
keld. Ook sommige buitenlandsche
wetten betreffende de voorwaardelijke
veroordeeiing zijn er in geslaagd een
formule te vinden, die den rechter
geen juridisch knellenden band, maar
een sprekende handleiding geeft, om
te beoordeelen of voor de toepassing
grond is of niet.
Aldus het „Handeisbl.", dat tevens
er op aandringt,dat het toezicht,'t welk
personen of vereenigingen op voor
waardelijk veroordeelde personen uit
oefenen grootendeels onder directe
leiding van rechter of Openbaar Mi
nisterie komt te staan.
Dit, omdat het toezicht anders wel
eens misbruikt zou kunnen worden.
Ondragelijke bemoei- en bedilzucht
zouden het gevolg kunnen zijn.
Het blad besluit
Voor 't overige zij een spoedige
totstandkoming gehoopt. Hetzelfde
ontwerp bevat ook een regeling om
de geldstraffen beter tot haar recht te
doen komen, en de ellendige subsi
diaire hechtenis te beperken. Dit denk
beeld werd eerst dezer dagen ook
door de Engelsche regeering aan het
Parlement voorgesteld.
Laat men zorgen, dat zij ons niet
voorkomt.
Officiersweduwen en weezen.
Het rapport is verschenen van de
commissie, ingesteld om te onderzoe
ken of de belangen der officieren
wellicht ook beter en goedkooper
zouden worden gediend door een
riep hij doodelijk verschrikt, terwijl
hij haastig zijn gewonde hand onder
de dekens verborg.
„All right," zei Matthew, die op
merkte, dat Hammond nu weer geheel
zichzelf scheen te zijn, „ik heb om
de huishoudster gezonden."
Hammond ontstelde weer.
„O, mijnheer, dat had u niet moeten
doen. U weet, hoe ze babbelt 1"
Matthew zag den man in de oogen
en plotseling di-ong hettot hem door,
dat er in dit alles iets was, dat beter
was niet besproken te worden.
Juffrouw Ord, de huishoudster, was
zeker een bewonderenswaardige vrouw
maar zij babbelde, o, zij babbelde
zooAls eenmaal haar tong loskwam,
dan was er geen woord tusschen te
krijgen, zooals Hammond in zijn wan
hoop zei. Volkomen betrouwbaar,
geschikt en energiek, was juffrouw
Ord overtuigd van haar eigen ge
wicht en zeer woordenrijk en daar
door vermoeiend.
„Maar je moet iemand hebben, om
den dokter te helpen, je wonden te
verbinden," zei Matthew.
„Zend om Richards, den tweeden
livreiknecht, mijnheer. Het is een
andere wijze van verzorging van we
duwen en weezen, aan door de be
staande inrichting der weduwen- en
weezenkas geschiedt.
„Het Vad." ontleent er het volgende
aan
De commissie vereenigt zich met
de meening van prof. Van Geer, dat
de uitkeeringen moeten afhangen van
de contributie, niet van den rang van
den overledene, zooals bij de wedu
wen- en weezenkas geschiedt. Hand
having van deze instelling komt der
commissie wenschelijk voor, doch als
zelfstandig lichaam, onder rijkstoezicht
zonder gedwongen deelneming voor
officieren.
De commissie meent, dat het fonds
niet het karakter van een levensver
zekeringmaatschappij moet aannemen
daar dit onvereenigbaar is met zijne
grondslagen, doch dat instelling bij
de wet slechts afdoende vei betering
en zekerheid voor de toekomst kan
waarborgen.
Naar aanleiding van de wetenschap
pelijke balansen, opgemaakt door den
oud-hoogleeraar A. E. Rahusen, den
vorigen wiskundigen adviseur der kas,
meent de commissie dat de noodige
zekerheid in geval van oorlog slechts
te verkrijgen is door steun van rijks
wege, terwijl alle vrees zou zijn op
geheven ais ook in normale «mstan-
digheden de kas kwam or.der beheer
van den Staat. De commissie acht
het ten slotte een eisch van billijkheid
om bij eventueele oprichting van een
dergelijk Staatspensioenfonds de
nieuwe bepalingen, indien gunstiger
voor de tegenwoordige deelgërech-
figden, over te nemen en voor zooveel
minder gunstig alleen toe te passen
op de officieren, na de wijziging in
dienst getreden.
Standbeeld Gebroeders De Witt.
De „Dordtsche Courant" verneemt
dat voldoende bijdragen zijn ingeko
men, zoodat de tot standkoming van
een standbeeld te Dordrecht voor de
Gebr. De Witt verzekerd mag worden
geacht.
Ned. Kinderbond.
De Nederlandsche Kinderbond hield
Zaterdag te Zeist zijn algemeene ver
gadering. Uit het jaarverslag bleek,
dat de Bond thans de belangen be
hartigt van ruim 2500 kinderen. Als
algemeen bestuurslid van den Nat.
Vrouwenraad werd gekozen mej.Door-
man, te Utrecht, zulks in de plaats
van mevr. Cop, die om gezondheids
redenen had bedankt. Verder werd
als lid van den raad van veitegen-
woordigers in den bond tot behartiging
van de belangen van net kind gekozen
mevr. Ebbinge en als bestuurslid van
den Kinderbond mej. N. de Jongh,
te Zeist. Verschillende onderwerpen,
die de belangen van den Bond raken,
jongen, die nog al handig is," zei
Hammond. „Hij siaapt juist boven mijn
kamer. Hij moet wakker geworden
zijn door het leven, zou ik denken."
„AU right. Kan ik je een oogenblik
alleen laten
„O ja, mijnheer."
Matthew ging de kamer uit, stelde
zijn tante gerust, zond haar naar boven
naar haar kamer en vroeg haar de
boodschap aan de huishoudster ie
herroepen. Miss Bensington schudde
het hoofd.
„De boodschap is niet eens gedaan,"
zei zij. „lerram durft er niet heen. Zij
doet niets dan schreien. Zij is onbruik
baar, totaal onbruikbaar bij een onver
wachte moeilijkheid
„Het is zoo ook goed. U kunt haar
wel naar bed zenden en ik zal Richards
zeggen, den dokter te halen."
„Wat is het? IsHammond gewond
„Niet heel erg, geloof ik."
„Was het een inbreker
„Ik weet het niet. Hebt u iemand
uit het huis zien loopen juist nadat ik
beneden kwam
„Neen. Ik hoorde iemand de achter
trap opgaan, dacht ik, maar ik zou
het niet zeker kunnen zeggen."
werden hierop uitvoerig besproken,
in de avondbijeenkomst sprak mevr.
Werker—Beaujon, te Utrecht, over
„De Nationale Vrouwenraad" en mej.
S. Groshans, over: „Modezonden".
De OnafhanKelijKheids-
feesten te Middelburg.
De eerste dag van de feesten is
Maandag door vrij goed weer be
gunstigd en het publiek heeft daarvan
vooral des avonds volop geprofiteerd.
Te zeven uur vertrok van deLos-
kade het korps Duitsche muzikanten
dat uit Amsterdam naar Middelburg
is overgekomen, daarvoor geënga
geerd door de buurtcommissie van
Loskade en Stationstraat. Omstuwd
door een groot aantal personen werd
een tocht door de stad gemaakt om
na afloop nog een paar uur te spelen
op de op de Loskade opgeslagen
tent. Gedurende den optocht werden
serenades gebracht bij den Commis
saris der Koningin, bij den waarne-
menden burgemeester en bij den com
missaris van politie.
Een ander zeker niet minder aan
trekkelijk punt was de Buitentuin, die
gevuld was met een bonte menigte,
daar zich tusschen de gewone be
zoekers de gecostumeerden bewogen,
die direct deden zien dat de costu
mier, de heer Boomsma uit Groningen,
alle eer van zijn werk heeft, het
geheel ziet er keurig uit. Het bestuur
van den tuin had aan den ingang
van den tuin een aardige verlichting
van vetpotjes doen aanbrengen. Maar
niet alleen op de beide genoemde
plaatsen, doch in de geheele stad,
inzonderheid in de winkelstraten was
het druk, velen liepen rond om eens
een kijkje te nemen in de versierde
straten en de werkelijk fraaie etalages
te bewonderen.
De jury voor den etalage-wedstrijd
maakte des middags en ook des
avonds een rijtoer door de stad om
haar oordeel over het werk van de
deelnemers aan den wedstrijd te
bepalen.
In den etalagewedstrijd werd de
eerste prijs toegekend aan den heer
Klijberg.
Hedenmorgen was het voor velen
vroeg dag, hier en daar moest nog
de laatste hand aan de versierselen
worden gelegd of moesten nog enkele
hoogst noodzakelijke werkzaamheden
worden afgedaan. Teen tegen half
acht de reveille van de Amsterdamsche
muzikanten van de Loskade en te
acht uur die van „Middelbuigsch
Harmonie van de Markt vertrok,
hadden zij niet velen meer te wekken.
Zij werden door honderden begeleid
en door duizenden nagekeken, toen
zij door de thans door het uitsteken
der vlaggen van schier alle woningen
nog veel beter versierde stad, t okken
om den feestdag te openen.
„De achtertrap herhaalde Matthew
haastig.
„Ja. O, zeg niet, dat er zich nog
iemand in het huis verbergt
„Neen, neen, maak u maar niet
ongerust. De man is al lang gevlucht.
U kunt rustig gaan slapen, ik verzeker
het u."
„Beloof je me te komen vertellen,
wat er gebeurde, zoodra je het van
Hammond gehoord hebt
„Ja, ik zal u vertellen, wat hij zegt."
Miss Bensington ging gerustgesteld
naar boven, terwijl Matthew de smalle
trap naar de kleine kamer boven die
van Hammond opsnelde waarde twee
de knecht sliep. De jongen was wak
ker en zat huiverend dicht bij de deur.
Hij had zeker het leven gehoord,
want hij zag er ontsteld uit.
Matthew zond hem om den dokter,
liet hem voor zijn boodschap de
deur uit en keerde toen naar Ham
mond terug.
(Wordt vervolgd.)