I BIEDINGEN Aanvragen iMiiiinaf besiaal uil 3 bladan Eerste Blad Oud en Hieuw 2de Hul II APRIL No. 52e Jaargang 1914 rgers. in volle necht. huisknecht Firma F. FM 01VE1DE Ir., Kleins Mark! 50, Vlissingtn. Interc. 10 Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen FEUILLETON Brieven uit de Hofstad lenken éliketten landei te echt zilveren innetjes echt zilveren broche, echt zilveren cht zilver pot- odeurflacon- dop. gouden das- ■innetjes ogeketting m. n manchet- rmband. orgd gouden lokje mei 2 che lederer. lalandsche rZEGFL, in 9 uur. IE. s f 0.25, iedere Zonder rabat, ttaen wordt twee- i ongesteldheid van ge. HOTEL „DU ddelburg. s bureau „VIis- VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ0.40; voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel 1 neabonnés, in 't bezit eener ft Aftft gulden bij levens-Pf ft gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies^ t* ft gulden bij verlies .4 ft ft gulden bij verlies ft f*gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- S111 g 91 lange ongeschikt- 11 door ■<|j|| van een hand, |ftl| van fi 1 11 van een XTl van eiken |erd tegen ongelukken voor: UUU heid tot werken ff (ffU een ongeluk wtJU voet of oog een duim 1UU wijsvinger anderen vinger pwe ulikeeringen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De ultkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam ggT Wegens het Paasch» feest zal Maandag geen nummer der „Vlissing- scheCourant"verschynen Er is ongetwijfeld iets onjuist in, om wanneer van Oud en Nieuw in onzen jaarkring sprake is, daarbij uilsluitend te denken aan het oude jaar, gelijk het op het laatst van De cember van ons scheiden gaat, om als een nieuw jaar zich dadelijk daarna aan te komen melden. Deze splitsing moge volgens den kalender aan oazen wand volkomen juist zijn, onze ge woonten, ons dagelijksch leven splitst dien tijd van het jaar geenszins in zoo scherpe mate. immers, voor en na den Nieuwjaarsdag is de natuur nog even grimmig en boos, zijn de dagen even grauw en is het natuur tod even kleurloos, nog geruimen tijd door. Doch naarmate de zon ons vroeger uit de veeren wekt en dag aandag steeds hooger haar boog aan den hemel beschrijft, naar die mate treedt een ander leven in de natuur en in ons, menschen in. Gaandeweg dan ontplooit de rijkdom I van jeugdig leven zijn verfrisschende linten alom om ons heen, en gaan deweg ook keeren wij ons gewillig af \an de wintersche gewoonten. Met de iange avonden is het reeds ganschelijk gedaan, de ochtenden zien er reeds vroeg helder en opwek kend uit, de koestering der zonne stralen verkwikt ai wat leeit, en ziet, het oude, vale kleed dat over de aarde gespreid lag is op eenmaal in een behoorlijk gewaad veranderd. Dan tintelt er iets van jonge kracht en levensblijheid, van nieuw en veel belovend leven in de atmosfeer, en wij gevoelen daarvan den invloed. Dan is het ook, dat het Paaschfeest nadert en als het ware de kroon zet op deze kentering van oud en nieuw, op deze scheiding tusschen eindelooze winter-grauwheid en de zachte schittering van het lente-begin. In alle christelijke landen staat het Paaschfeest hoog in eere, en wordt het aangemerkt als een der verhe- venste herdenkingen van wat eenmaal geschiedde, negentien eeuwen her. Uit dien hooide begroeten jaarlijks millioenen en miilioenen dit kerkelijk feest met overgegeven harten en FLORENCE WARDEN. O(Nadruk verboden) „lk ben niet geshockeerd." „Ja, dat bent uwel." ,Neen, niet geshockeerd, raaar ik hen verbaasd. Ik weet, niet waarom a uw hoofd zoudt vermoeien met wel, met iets." „U ziet niet in, waarom ik mijn hoofd zou vermoeien over Randolph, bedoelt u „Neen, natuurlijk bedoel ik dat niet," zei Matt haastig, zijn best doende niet Ie lachen om haar vedraaiing van zijn bedoeling. „Ik bedoel, dat u niets behoeft te vinden in „In Randolph's bekendheid met deze knappe vrouw met het gekleurde haar Matt zweeg. „Zal ik er hem naar vragen?" „Neen. Ja. O, ik denk, dat het beter ls> dat u er alles van vergeet," zei Mstt hooggestemden zin. Daarnaast echter is ook reden voor hen, die den Paaschtijd uit een ander oog be schouwen, tot het koesteren van een blijmoedige gezindheid, want voor geloovigen en ongeioovigen, voor vroom-kerkschen en voor vrijdenkers, voor allen toch breekt thans een nieuwe tijd aan, een tijd van beloften dra vervuld, om over te gaan in een tijd van louter zonne-rijkdom en zomergeluk. Wil zoo de natuur het, zoo wil het ook gaan in het menschenleven. Ook daarin komen tijden voor, waarop het oude plaats maakt voor het nieuwewaarop het oude leed, o zeker niet vergeten, maar over wonnen dient te zijn, en er weer ruimte komt in het gemoed voor nieuwe hoop, voor nieuw streven tijden, waarop ook het verstoktste gemoed ontdooid wordt en, gekoes terd door de milde stralen van be grijpen en vergever., zich opnieuw opent voor zachtere aandoeningen; tijden, waarop ook verloren illusies en energie, terugkeeren, zij het dan ook minder onstuimig dan voorheen, maar zooveel te meer bezadigd en door ervaring gelouterd. Het komt er daarbij op aan, het hart ree te houden, de oogen geopend en de handen uitgestoken voor het goede, dat ons vaak op het onver- wachtsch tegemoet treedt. In het leven van elk onzer komen zulke tijdperken van oud en nieuw, van vergane smart en herboren geluk, van afstervend leed en weder hoop volle vreugde, voor. Want ook de wisselingen der levensseizóenen zijn veie en niet minder talrijk dan we daar buiten, om ons heen, kunren aanschouwen. En evenals in het een zaam menschengemoea oud en nieuw, nieuw en oud, in gestadige afwisse ling elkander opvolgen, zoo gaat het ook in de maatschappij der men schenook daar een voortdurende wisseling van oud en nieuw. Oude dogma's vielen, en nieuwe werden geboren, oude verooideelen gingen teloor, maar ook nieuwe, helaas, kwamen hun plaats innemen. En hoeveel oude wijsheid had nieuwe vormen van noode om, als het ware herboren in nieuwe wijsheid, aan den man gebracht te worden. ïn het leven der staten is het al niet anders ook de volken verjongen zich met nieuwe krachten, de oude staatsinstellingen worden gesloopt in tal van iijken, die eeuwen aaneen aan hetzelfde regeeringsstelsel bleven vasthouden, en het nieuwe weten breekt zich baan, overal waar het stuit op door den tijd vergane be grippen. In Azië zien wij een rijk met niet minder dan een vierde van alle bewoners dezer wereld, na een afzondering van eeuwen, in niet meer haastig. Zij zag hem schalksch aan. „Ik ben in 't geheel niet jaloersch," zei zij. „Natuurlijk niet. Er is niets, om ja loersch op te zijn. En u bent veel te verstand'g, te zakelijk, om jaloersch te zijn." „Ben ik? Dat geloof ik niet. Stei mij maar eens op de proef door mij te vertellen, dat een man, waar ik van hield, werkelijk van hield, verliefd was op iemand anders, en dan zoudt u eens zien, of ik nuchter en verstan dig was." Dit was onrustbarend. Hij wiide haar vragen, of zij dan niet hield van Ran dolph, maar het was duidelijk, dat zij dit niet deed. En toch, haar aardige coquetterie was zoo vleiend voor zijn ijdelheid, dat hij om het gevaarlijk onderwerp bleef heendwalen. „Maar u bent zakelijk en prozaïsch, nietwaar?" vroeg hij. „Nu, misschien wel. En toch weer, misschien niet. Ik ben soms niet zeker van mijzelf." „Niet zeker, wat u bent?" vroeg Matt lachend. te stuiten gisting verkeeren. Het ab solute erfelijk Kei7a":rhap maakte plaats voor het dictatorschap van den eersten president eener Chineesche republiek; nog enkele tientallen van jaren en ook dit dictatorschap zal moeten plaats maken voor 'n nieuwen regeeringsvorm, waarin aan de indi- vidueele rechten van den staatsburger een grootere plaats zal moeten wor den toegekend. Doch ook in Europa, getuige onder meer de moeilijke wor ding van een geheel nieuwen onaf- hankelijken staat in den Balkan ook in Amerka, om slechts dit eene te noemen, waar straks het grootsche waterbouwkundig werk, dat twee wereldzeeën verbindt, zal geopend worden en waarmede een nieuw tijd perk in het oceaan-verkeer tusschen de volkeren aanbreekt, overal liggen de voorbeelden als het ware voor het grijpen, die bewijs leveren, hoe het oude tijdperk eenmaal afge sloten, een nieuw, verjongd en krachtig, doet geboren worden. En, om dichter bij huis te blijven, ook in ons lar.d blijft, gelukkig maar, geenszins alles „bij het oude." Ook wij verheugen ons, al valt het schei den van veel liefs in het oude dik wijls hard genoeg, in veel dat, nieuw en krachtig, ons van verbetering op velerlei gebied spreekt. Wij behoeven hier waarlijk niet in bijzonderheden te treden om dit te constateeren. En om wél te leven moet men, gelijk niet minder in de zaken-wereld een vereischte is, „met zijn tijd mede gaan." Slechts wie dat doet en kan doen, zal met behoud van al het goede, dat hij ïn het* oiide vonuj hét nieuwe met een blij gemoed aan vaarden kunnen. Doen wij dan ook aldus, in dezen tijd van het jaar, waarin na maan denlange ontbering alles in de natuur ons van nieuw leven spreektin dezen tijd, waarin ook het oude Paaschfeest valt, maar dat in zijn verheven strekking altoos tot nieuwe aandachtigheid slemt. Het jubeljaar, de stille week. Niet zoo lang geleden hebben wij onze Vlissingsche lezers eens het een en ander verteld van onze fraaie Haagsche tram. Juist gisteren brachten de couranten het verslag van de tram-maatschappij over het jaar 1913 er. wij konden daaruit leeren dat aan de aandeelhouders niet meer of min der dan zestien procent zal worden uitgekeerd. Het jaar 1913 is een gun stig jaar geweest, staat in het verslag te lezen er schoot maar eventjes een winst van 309,284 gld. over. De gunstige weersgesteldheid,maar boven al de verschillende feesten gegeven Zij knikte. Haar donkere haar zag er zoo glanzend uit in de ondergaande zon, die ook haar wang een gouden weerschijn gaf. „Nu dan, ik zal u zeggen, wat u bent. U is een kleine coquette, miss Cora." „Ik zou wel eens willen weten, wat u dit doet zeggen „Wel, u hebt éen man beloofd, te trouwen." „Kaim aan Half beloofd." „U zult zien, dat het 't zelfde uit werkt. En dan probeert u zoo hard u kunt Hij zweeg een oogenblik en nam zijn riemen weer op. „Om waf te doen „Wel, om een anderen man verliefd op u te maken." „Ik wou, dat ik wist, hoe zei Cora. Zij waren zoo verdiept in hun ge sprek en in elkaar, dat zij het tlec- trische stoombootje niet hadden hoo- ren naderen, en zij schrikten beiden, toen de stem van Randolph, trillende van ingehouden woede, plotseling hun oor bereikte „Ik 'oen zoo blij, dat u voldoende ter eere van het honderdjarig bestaan van Nederiand's onafhankelijkheid hebben dit schoone resultaat gebracht. Dat bovenal is zeer mooi gevonden i Indien het publiek eens een jaarver slag over de exploitatie van de tram zou opzetten, zou er wellicht gestaan hebben „maar bovenal door het feit dat het publiek al mopperende zich schikte in de onvoldoende exploita tie Het klinkt vreemd voor den buitenstaander, dat onvoldoende ex ploitatie juist een winst geeft en toch is het zoo. Hoe grooter de tusschen- ruimte is tusschen twee trams, hoe meer publiek zich aan de halte ver zamelt, hoe meer kans er is dat een tram vol loopt. En in volle trams zit het voordeei, omdat bij dezelfde kosten het meeste geld wordt opge haald. Men kan dit echter alleen be reiken door het publiek langer op een tram te laten wachten, m. a. w. de exploitatie voor het publiek slechter te maken. De frequentie van de trams veiminderen, de bergruimte in de trams, door steeds grooter bijwagens, vermeerderen, ziedaar het geheim hoe een slechtere exploitatie een fi- nancieeie betere is. En dat geheime middel past onze tram maatschappij met virtuositeit toe. Steeds grooter bijwagens is haar taktiek. In 1911 zijn geen motorwagens aangeschaft doch wel twintig groote bijwagens, in 1912 weer geen motorwagens doch tien bijwagens. En in dit laatste jaar werd een nieuwe lijn in exploitatie gebracht, waarvan het jaarverslag getuigt„de exploitatie van lijn 13 blijft bevredi gende resultaten opleveren". Wij heb ben het„voorrecht"aan lijn 13 tewonen en er veel gebruik van te maken. Juist echter op de eogenbl kken waarop deze lijn het rneest noodig is, schiet dag-in dag-uil de exploitatie te kort en dat weer om dezelfde reden, die wij hierboven noemdeeen onvol doende exploitatie is voordeeliger. Zestien procentDe aandeelhou ders zullen gnuiven over dit resultaat van 1913, het jubeljaar, dat voor hen een fijn succes is geweest hetwelk verkregen is door het publiek te laten wachten en den dienst zooveel moge lijk te mishandelen door al maar bij wagens, bijwagens aan te schaffen Het yersiag verhaalt bijvoorbeeld niet, dat tijdens de Scheveningsche fe.esten in de eerste dagen van de wintermaand, de zomerbij wagens wer den gebruikt bij gebrek aan voldoende materiaal Zestien procent, dat is het doel, waar naar wij strevenAldus de leuze van de trammaaischappijEn het publiekdat kan wel wachten, wel vijf, wel tien, wel vijftien minuten! 1913, het jubeljaar voor de tram! Wij zuilen de tram laten rusten. De zomer nadert thans met rassche hersteid zijt, om uit te gaan, Cora." Het meisje lachte, schrikte, nam stevig haar riem op, riep beide man nen goeden dag, en begon haar terug reis stroomopwaarts, in zichzelf neu riënde. De neven bleven samen achter zeer opgewonden; de een boos, de ander fluitend. „Vervloekte valschaard, je te houden of je het met me eens bent, terwijl je al den tijd tracht, me mijn verloofde te ontstelen riep Randolph met fonkelende oogen. Maft antwoordde hem koel. „Verloofde Zoover is het nog niet gekomen,geloof ik!" „Dat is het wel. Ze wordt mijn vrouw". Matt floot zacht en zag zijn neef recht in de oogen. „En hoe met de andere vroeg hij kalm. Randolph werd purper van woede. „Er is geen andere", zei hij scherp, „en al was dat zoo, is dat mijn zaak". Matt werd ook boos. Weer ontmoet ten zijn oogen die van zijn neef. „Zeker", antwoordde hij langzaam, „Maar het is tijd, haar lezing van schreden, een vroolijke Paschen moge er een voorproefje van zijn. Op het oogenblik zitten wij hier ir. de stille week. Deze instelling bestaat in geen andere groote stad en is dus specifiek Haagsch. In de stille week zijn alle publieke ver makelijkheden gesloten, behalve de bioscoop-theaters, wier slimme direc teuren voor deze week hun gezicht in de plooien zetten, hun witte das aandoen en op het doek laten bren gen allerlei stichtelijke fafereelen, die met Laaie benamingen aan het pu bliek worden geoffreerd. Het zal de exploitanten van deze theaters ten slotte wel steenkoud laten waarmede zij geld in het laadje krijgen, of het nu is door bloedige diama's, dan wel door bijbelsche verhalen op het doek te projecteeren. Er is tegen de instelling van deze stille week al heel wat gemopperd in de residentie, omdat zij naar men meent door niets gerechtvaardigd is zoolang ze alleen een bepaalde groep van publieke vermakelijkheden treft. Men zegt dat het de wil is van de allerhoogste instantie, dat deze oude en verouderde instelling gehandhaafd blijftvan andere zijde wordt wel verteld dat ze daarom niet wordt afgeschaft omdat men het demon stratieve karakter dat afschaffing zou hebben, niet weet weg te nemen. Het kan zijn dat beide geruchten waar zijn. Wanneer men zou beden ken, dat handhaving eigenlijk een bespotting is van datgene waarom men het verbod handhaaft, zou men er allicht toe komen om er een einde aan te maken. Zonderling genoeg is het verbod geheel en ai een zaak van het hoofd der politie en heeft de gemeenteraad in deze niets te verteilen. Dat staat wel wat mal in den tegenwoordigen tqd, dat het door de burgerij gekozen college onmach tig is een bepaling te wijzigen die door de burgerij zelf in overgroote meerderheid wordt gewenscht, doch waarover slechts één man heeft te beslissen, die niet door die zelfde burgerij is gekozen. Wij hebben niets tegen den bur gemeester, integendeel erkennen wij gaarne dat hij een krachtige figuur is, die ten volle berekend is voor zijn taak. Alleen maakt hij wel eens den indruk wat al te autocratisch te zijn en wat al te weinig te luisteren naar hetgeen de burgerij wenscht. Zoo zegt men ook, dat hij als liefhebber van honden, het is, die de zoo hoog-noodige verscherping van de bepalingen om de hondenplaag te bestrijden tegenhoudt. Hier hebben echter de raadsleden wel de macht om door eigen initiatief verandering aan te brengen en het ware wei te wenschen dat eenige van hen het initiatief daartoe eens namen. Zij de zaak te hooren." HOOFDSTUK VI. Voor het eerst was het plotseling bij Matt opgekomen, of het verhaal van zijn neef omtrent zijn betrekking tot Mrs. Claughton wel betrouwbaar was. Volgens hem was hij in de netten verstrikt geraakt van deze vrouw, die stellig veel ouder was dan hij en had hij haar hartstochtelijke brieven brieven geschreven, brieven, waardoor zij misschien, geholpen door een slim advocaat, een zekere aanspraak kon doen gelden. „Je zegt, dat zij je beschuldigt van trouwbreuk?" vroegMatf. Randolph was niet op zijn gemak. Hij hield er niet van, de les gelezen te worden door zijn neef, die onge veer van denzelfden leeftijd was als hij. Toch, in de gegeven omstandig heden, kon hij niet zoo boos spreken, als hij wel gewild had. „Wat is er gisteren van haar ge worden?" vroeg Matt plotseling. „Heb je haar gezien Hoe is zij naar de stad teruggekomen „Ik zou het je niet kunnen zeggeu",

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1