DINSDAG iCTUREN. gemeentebestuur fVo. S3 33e Jaargang 1914 ntant Verknopen tóiddeiburp toping inderwagen iNBIEDIHGEN 'AANVRAGEN Sersknechf lisknechf uffrouw, Ijuffrouw ttbode. stbode, Fifn F. f U DE VELDE lr„ Kleine Mailt 5t, Vlissingen. Tellium Initic. 10 7 APRIL Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen BINNENLAND FEUILLETON «IVLISS1NGSCHE COURANT ens beëindigingv list-affaire, gedrev? en Heer M.C.BRaat PAAPopWoeS ?vonds tt winkelhuis aan d Vo. 2, te Vlissi„§J i het I Igoederen, alsD 0 ïerieën, Borstelig hen en Potten, Kas eren winkelopstand, htigen op den daó :s namiddags van -G 8 APRIL a s |en 2 uur instor-Karpot. it Velvetten en i rs, SO Deur. 10 el Vitrages, |n daags voor den j -4 uur en op den koop. Vendumeesters, ?OOT HONDlUS.j E KOOP aenge- den prijs van f 8.—, Vlissingsche Court," gels i 0.25, iedere lent. Zonder rabat, ilaatsen wordt twee- [RAAGD Ires P. VROLIJK. ?fst gepensioneerde, bureau „Vlissing-1 eoo spoedig mogelijk ^ar. Bekendheid met tot aanbeve'ing. Fr. rouw" bu,reau dezes. worden. Brieven j bureau „Vlissingsche ÜSTAURATIE vraajl Ik der tegenwoordige fatsoenlijke ben nette huishouden en in den t. Sbureau dezef F.RMEISJE bied' or kinderen en lich'e Brieven letter P. Bu' ad. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3- cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ0.40; voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in 't bezit eener OftftftgMden bij levens- PlT*f\gulden bij dood Oft ftgulden bij verlies .J r* ft gulden bij verlies ft ftgulden bij verlies O rv gulden bij verlies oolis, ziJn GRATIS verze- J III III lange ongeschikt- door <|f|H yan een hand, |*")ll van |R lil vaneen van eiken ferd tegen ongelukken voor: LUUU heid tot werken f UU een ongeluk UUU voet of oog 1UU een duim 1UU wijsvinger LA%3 anderen vinger Ceze uilkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot ot tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam RIJKSBELASTINGEN. Kadastrale metingen en schattingen. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van belangheb- I benden dat van heden af gedurende dertig dagen ter Gemeente-Secreterie ter in zage is nedergelegd de opgaaf der uitkomsten van de metingen en vast- I gestelde schatling van eenige in deze I Gemeente gelegen eigendommen. Vlissingen, 7 April 1914. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BEDRIJFSBELASTING. Afkondiging van het kohier der Be drijfsbelasting dienst 1913/14, no 11. De Burgemeester van Vlissingen maakt bekend dat op heden bij hem ontvangen en aan den Rijksontvanger is gezonden, het door den Directeur der directe belastingen te Breda executoir verklaarde Kohier no. 11 wegens de Bedrijfsbelasting dienst 1913/14; de daarop voorkomende belasting schuldigen worden uitgenoodigd om hunne aanslagen op den bepaalden iijd aan te zuiveren, ook ter voorko ming van vervolgingen en htrinneit dat de bezwaarschriften binnen zes weken na heden behooren te worden ingediend. Er is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 6 April 1914. De Burgemeester voornoemd van DOORN VAN KOUDEKERKE. Dalend Kamerpeil. Het „Utrechtsch Dagblad" geeft hierover de volgende beschouwing De geweldige daling van het peil van de Tweede Kamer en de daar gevoerde debatten in de laatste de cennia is eenigszins te verklaren uit het feit, dat de wijze van verkiezing het langzamerhand onmogelijk heeft gemaakt, mannen in de Kamer te bren gen, die niet in de eerste plaats de- baleis zijn. Schaper riep eens uit „Wij komen alle van de meeting" deze uitroep is typeerend. Inderdaad zijn de helden dermee- ting ook de Kamercandidaten gewor- den, die in het partijverband de beste kar.s maken. Wat is onder tegen- j woordige verkiezings omstandigheden een man vol kennis en staatsmans- wijsheid, vol goeden wil en nobel karakter, maar die de gevatheid mist om ten aanschouwe van een volks menigte, meerendeels gewend aan bra- vour-sprekers, een fout of misver- I tad zijner partij of partijgencoten, DOOE FLORENCE WARDEN. 26) O(Nfdruk verboden) „Dat is het, wat u doen kunt, mr. Bensington, en ais ik u was, zou ik me maar wat haasten, als u tenminste geen scène daar wilt hebben." Matt trok zijn boot dicht aan wal en keek op met een uitdrukking van ontsteltenis op zijn getaat. «0, neen dat zult u niet. Urn uw eigen bes wil zult u dat niet doen.Weet wat we hebben doorgemaakt, dat ®i)'n oom eenige dagen geleden plot seling gestorven is en dat wij allen m diepen rouw zijn «Rouw 1 Wat geef ik om uw rouw k wil mijn rechten en zal ze hebben. Ik heb geprobeerd te schrijven en "e' helpt niet. Ik heb brieven ge dreven, tot ik er ziek van ben." T »Nu, als u dit dwaze idéé om naar lowers te gaan, waar men u niet de diste aandacht zou schenken, wilt van wie weet hoeveel jaren geleden, weg te spoelen in een stroom van breedsprakerigheid en luidruchtigheid, waarin het aangevochten feit zelve verzinkt, of niet brutaal genoeg is om mei heele of halve onwaarheden de lachers op zijn hand te krijgen Waar komt het in die paar ver kiezingsmaanden op aan Op spre ken en nog eens spreken. Of is het slechts toeval, dat hoe langer hoe meer professoren, predi kanten, advocaten en onderwijzers hun intrede doen in de vertegen woordigende lichamen Maar nog meer dan op het spreken komt het aan op het debat. En dies zien we ook de partij propagandisten meer en meer geko zen worden. Propaganda-avonden zonder debat trekken geen belang stelling. Om kennismaking met den candidaat of met zijn ideeën is het blijkbaar niet te doenwel om het gekibbel, om het gevecht daarna. Als de inleider uitgesproken heeft en de debaters worden opgeroepen, dan eerst komt er leven in de zaal, en hoe scherper debat, hoe liever. Wie het meest den geest der ver gadering het doorsnee-bevattingsvei- mogen weet te naderen, hij is de man. Wat hij zegt, doet er weinig toe, hoe hij het zegt, daarin ligt de halve overwinning. Is het wonder dat, wanneer van dergelijke factoren de verkiezing van een Kamerlid af hankelijk wordt, de uiterlijke wel sprekendheid i.i de Kamer in getal sterkte de overhand krijgt boven de innerlijke geschiktheid Niet alleen zij, die spaarzaam ge woon zijn te spreken, weinig kans meer maken om gekozen om zelfs candidaat gesteld te worden (wij zonderen enkele „vaste" katholieke districten uit) maar de om hun debat vaardigheid gekozen leden zijn het aan hun reputatie van een natuurlijke aandrift om in de Kamer te toonen, dat zij ook in het gestoelte der eere zich zelf gelijk blijven en de spee ches „pour la halerie" zijn er het bedenkelijke gevolg van. Het heeft niet aan middelen ge faald, uitgedacht om op een of an dere wijze kunstmatig het toenemen de kwaad van tijdroovende speeches tegen te gaan. Als afdoend geaccepteerd is er nog geen en wij vreezen, dat onder de huidige manier van verkiezing voor dit kwaad geen kruid gewassen is. Een werkelijk belangrijken voor uitgang in die richting meenen we te mogen verwachten van de invoe ring van een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Zonder de noodzakelijkheid van zich aan een openbaar debat onder wei de ongunstigste omstandigheden te onderwerpen zal het dan mogelijk opgeven, zal ik mijn best voor u doen Ik zal - „Ja, dat weel ik slechts al te goed. Ik weet zeer goed, wat uw „best" zou zijn. Ik zou een brief met raad gevingen krijgen vriendelijke raad gevingen ik heb er tonnen vol van gehad, en een waarschuwing, dat ik mezelf geen goed deed door te klagen. Welnu, ik zeg u, dat dat niet gaat. Nu ik eenmaal hier ben, heb ik geen plan terug te gaan, voor men naar mij geluisterd heeft. Rouw of geen rouw, ik wil lord Bensingtun zelf zien en hem mijn brieven toonen." „Wat voor goed zou dat doen „Als het mijzelf geen goed kan doen, dan zal ik tenminste mijn wraak hebben." Zij knarstte op de tanden, terwijl zij sprak. Matthew zag er verschrikt uit. „Het zou u later spijten", zei hij, „omdat zooiels u geheel onmogelijk zou maken. Wat u noodig hebt, is sympathie." „Wat ik noodig heb, is mijn rechten te krijgen." „Dat is hetzelfde. U kunt geen rechten krijgen, dan door de belang- worden ook aan de stille werkers, aan de zwijgers de hun toekomende plaats in te ruime" in de vertegen woordigende lichamen. Laat dan het parlementaire stelsel met zich brengen, dat de macht van het woord de meest gewaardeerde eigenschap in een Staatsman is, men zal dan kunnen ervaren hoe leeg en afgesleten „het woord" is geworden door het vele gebruik op meetings en in de propagandazaïen, en hoe weinig woorden de ware Staatsman noodig heeft om wat Thorbecke wenschte den koristen weg tot besluit en behandeling te vinden. Generaal Hardenfaerg. f Onder talrijke blijken van deelne ming in militaire kringen is gisteren middag op Nieuw Eik en Duinen bij den Haag ter aarde besteld het stof felijk overschot van den gep. generaal Hardenberg, oud-inspecteur de infan terie. Met den chef van den generalen stad, generaal Snijders, waren aan wezig vele hoofd- en subalterne officieren van dien staf, de inspecteur der infanterie, generaal Buyzede inspecteurs van het militair onderwijs, en van de cavalerie, de brigade commandant der grenadiers en jagers, kolonel Hobbema, een deputatie van het regiment grenadiers, waarbij de overledene vroeger diende, bestaande uit majoor Hofdijk, kapitein Cassa en en luitenant Van Strijen de directeur der hoogere krijgsschool, overste v. d. Hoogde oud-minister van oorlog, generaal Slaat en vele oud t pper- officieren, o. a. de oud-inspecteur der infanterie generaal Snijders en verder de oud-raadsadviseur van het depar tement van oorlog, de heer KI yn, zoomede een deputatie officieren van den generalen staf. Aan de groeve schetsten de oud- generaal Boogaard en de oud com mandant der grenadiers en jagers kolonel Vogel den overledene als een voorbeeld van plichtsbetrachting en nauwgezetheid, welke hij paarde aan een vriendschappelijken omgang. Een der zoons van den overledene dankte voor de beloonde belangstelling. Een mobilisatie-oefening. Bij het regiment jagers te 's Gra- venhage wordt thans eer. mobilisatie oefening gehouden bij een compagnie van het 3e bataljon geheel overeen komstig de werkelijkheid. De miliciens van het bataljon, niet behoorende tot genoemde compagnie dienen als aanvulling om te komen tot de sterkte. Zaterdag zijn zij met verlof huiswaarts gezonden en Maan dag met spoed onder de wapenen geroepen, waar zij in den avond in de kazerne aankwamen. stelling in u op te wekken." „Wat heb ik aan belangstelling 1 Ik heb geld noodig. Zie naar de lom pen, die ik draag, ik die een der best gekleede vrouwen in de stad was „Wel, ieder, die ik ken heeft geld noodig. En er is zeer weinig. En hier in 't geheel niet, dit verzeker ik u." „O, onzin! Lord Bensington heeft overvloed." „Dat heeft hij niet. U vergeet hoe veel het kost, zulk een stand op te houden, als hij." „Ja, en een der dingen, die opge houden moeien worden, zijn de fami lieverplichtingen." „Zijn eigen verplichtingen, ja." „En ook die van zijn kleinzoons. O, ik weet het. Hoe dan ook, ik wil zien, wat hij te zeggen heeft." „Zie eens hier. U wilt toch geen kwaad slichten." „Het kan mij niet schelen, al doe ik dat. Niets- lk ben al te slecht be handeld." „Denk eraan, u zult uzelf alleen rechtvaardigen, als u toont, dat u niet haatdragend bent." „Ik wil mij niet rechtvaardigen. Als Ieder der miliciens heeft een kaart met den naam van den milicien van een andere lichting in wiens plaats hij nu voor de oefening treedt. Hedenmorgen wordt de compagnie waar intusschen de gewone mobili satiewerkzaamheden hebben plaais gehad van alles voorzien wapens, uitrusting, enz. zoodat in den middag het geheel marschvaardig moet zijn. De compagnie zal dan met zijn voertuigen uitrukken tot het houden van een oefening nabij de haven te Scheveningen. Een openbare vergadering. Gisterenavond trad in de groote zaal van den heer Buning voor de afdeeling Vlissingen der S.D.A.P. als spreker op de heer J. W. Albarda, lid der Tweede Kamer, met het on derwerp „De politieke toestand en de Soc. Democratie". De voorzitter, de heer J. van der Peijl, opende de vergadering met te wijzen op de veel besproken porte feuille-kwestie; een der onderwerpen waarover de spreker het zal hebben. De heer Albarda wees erop dat de S.D.A.P. nooit zulk een goed jaar heeft gehad aan 1913. Het vooruitgaan in stemmental en in zetels van de S.D.A.P. is volgens spreker het belangrijkste van den verkiezingsstrijd in dat jaar, veel be langrijker dan het overgaan van de regeering van rechts naar links. Dit laatste is slechts het werk van de zoogenaamde kleurlooze midden stof, die zich laat .eiden door toe vallige oorzaken. De oorzaken van den vooruitging der S.D.A.P. zijn echter blijvende oorzaken, die zullen groeien in verhouding tot den groei van het kapitalisme. Waar van de zijde van spreker's tegenstanders dikwijls erop gewezen wordt, dat de arbeiderstoestanden in de laatste 50 jaar verbeterd zijn, dan zegt spr. dat de daarbij gebruikte bewijscijfers dikwijls mooier schijnen dan zij zijn. Maar al is het waar dat er stijging in de welvaart is geweest, dan is dit juist reden om naar nog beter te streven. Waar de ergste armoede heerscht, is het voor de sociaal democatie het moeilijkst door te dringen. En dit is te begrijpen, want hij die aan die ergste armoede ontworsteld is, ziet pas goed dat ook voor hem een menschwaardig bestaan te vinden is, als de kapitalistische samenleving door een socialistische is vervangen. Dit dienden nu de tegenstanders eens te begrijpen. Maar in die zelfde 50 jaar, vooral in de laatste 20 jaar, zijn ook de kapitalisten vooruit gegaan, hetgeen o.a. blijk uit het veel weelderiger leven dezer klasse. ik het deed zouden de brieven mijn rechtvaardiging zijn. Maar het verveelt me, afgescheept te worden en ik zal me ook niet langer laten afschepen.Zoo.nu weet u het. Als u iets voor mij wilt doen en dadelijk, dan zal ik wachten. Intus- schen kunt u mij meenemen naar het naastbijzijnd restaurant en mij wijn,thee of iets anders geven, lk heb geen cent op zak, op mijn woord van eer en ik ben zoo dorstig en hongerig, als ik maar zijn kan." Matt aarzelde. Deze vrouw had Randolph in haar netten verstrikt, Randolph, die zoo gemakkelijk de prooi werd van een mooie vrouw. Er was over gefluisterd, dat zij een huis houden hadden opgericht. Hoe ver de zaak precies gegaan was, wi^t Matt niet. Maar, in vertrouwelijk oogenblik, toen hij erg werd lastiggevallen door de aanspraken der mooie Nadgie, had Randolph genoeg bekend, om zijn neef te doen begrijpen, dat zij recht had op zijn beschermingen dat zij brieven had, om het te bewijzen. Matthew, ofschoon hij natuurlijk zijn neef veroordeelde om zijn dwaasheid, beschouwde hem als het slachtoffer eener intrigeerende vrouw en het be- Daardoor zien de arbeiders, dat al mogen zij iets meer verdienen, er nog veel meer aan hen wordt onthouden. Was bij het klein bedrijf de tegen stelling tusschen kapitalisten en ar beiders er reeds, bij de opkomst der grootindustrie werd dat verschil veel grooter.Maar die zelfde grootindustrie, de trusts, de karfels, toonden aan dat die bedrijven geschikt zijn om te worden gedreven voor gemeenschap pelijke rekening. Herinnerend aan het spreekwoord „werpt geen oude schoe nen weg, alvorens gij nieuwe hebt", zeide spr. men moet de oude kapita listische schoenen weggooien, nu men kan stappen in de nieuwe der sociaal democratie. Spr. wees ook op den grooten vooruitgang in leden van de S.D.A.P. en het vakverbond. De kiesrechtactie van 1911 heeft doen leeren, welk een kracht kan ontwikkeld worden, als ieder mede werkt aan de propaganda. Door deze actie zijn eindelijk de burgercandidaten verplicht geworden zich voor algemeen kiesrecht uit te spreken. Ook voor het staatspensioen is de actie gevoerd door de S.D.A.P. Behalve de eischen algemeen kies recht en staatspensioen, hebben de kiezers in 1913 drie uitspraken gedaangeen tarief, geen weg werken der openbare school en geen versterken van de macht der Eerste Kamer. Spr. komt hierop tot de portefeuille kwestie en zegt dat men wel naar de sociaal democratiG wilde luisteren, maar dan moest zij drie gijzelaars in een ministerie opbeigen. Als men zegt, dat de S.D.A.P. het algemeen kiesrecht en Staatspensioen in den steek heeft gelaten, dan zegt spr. dat men toch ook zijn geliefd kind niet aan een boolje toevertrouwi waarin niet eensgezinde roeiers zitten. Ook hier wilde men zaken, waarvan verwezenlijking het oprecht gemeende doel der S.D.A.P. is, niet in een po litiek bootje zetten, dat beslist moest verongelukken. Wellicht is dit niet zoo erg voor de vrijzinnigen, die al leen door de socialistische vuist tot die twee zaken zijn gedreven. Waar minister Cort van der Linden gezegd heeft, dat iedere regeering die na de verkiezingen van 1913 optrad, algemeen kiesrecht en staatspensioen moest brengen, zegt spr. dat de S.D. A.P. er voor mott blijven strijden. De tegenstanders hebben gedacht, dat de portefeuille kwestie scheuring in de S.D.A.P. zou brengen, de „roode week" na de nederlaag in Amster dam III, heeft anders getoond. De handige zet van dr. Kuyper om de tariefwet als niet christelijk van de baan te schuiven, heeft de liberalen reeds bij herstemmingen tusschen staan der brieven als een bewijs, dat hij in een val was geloopen daarom nam hij zijn partij op en was bereid te doen, wat hij kon, om Randolph uit zijn pijnlijke positie te helpen. Nadgie Claughton was oorspronkelijk een kellnerin geweest enhad ge po ;eerd als weduwe, toen Randolph haar voor het eerst ontmoette. Zij had zich ont popt als een zeer extravagant persoon, die haar eigen auto bestuurde en be kend was om haar toiletten. Matt, die haar met zijn neef gezien had, beschouwde haar eenvoudig als een avonturierster en als een der voor naamste oorzaken v. n Randolph's voortdurende geldverlegenheid. Haar nu zoo slordig gekleed en angstig te zien, met al de teekenen van zorg en geldelijke verlegenheid aan haar geheele persoon, was zulk een verrassing voor hem, dat hij zich begon af te vragen, of de geheele zaak geen list was en of zij niet was gekomen ais het ware vermomd, in verdiepte kostbare kleeren en zich houdende, of ze behoeftig was, alleen om haar aanspraken op zijn neef des te sterker te doen gelden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1