"Eerste Slad erancier. ilés ssBiI- ii ÖOIBS'i esrde Kamer. "EN. - MERMAN; uridine JSSffiSu 80 52e Jaargang 1914 52e Jaargang brug van apoleon te off op een erd. De ;d door de erwfnning en laatsten baar leger 4 APRIL Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen rfiketen. ÏL BOORD varlanjf, L BOORD verlang L MODEL. Natuurschoon. FEUILLETON Brieven uit de Hofstad BIvlissingsche courant lichen. ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent Firm F. VIN DE VE1DE Ir.. Hm Hl 58. Vlissingen. Won Inlnc. ID ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ0.40; voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel I Deabonnés, in't bezit eener r| d"| gulden bij levens- rj r* gulden bij dood f>A gulden bij verlies J p ft gulden bij verlies A f| gulden bij verlies Q r* gulden bij verlies nolis, zij" GRATIS verze- /lil KI 'ange ongeschikt- door van een hand, van IBIII vaneen /H van eiken fcrd tegen ongelukken voor: UU UlP heid tot werken M %J\J een ongeluk VPUJJ voet of oog iUU een duim 1UU wijsvinger IU%J anderen vinger Deze uitkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Aig. Verzek. Bank".te Schiedam BjiiiMiiimBf ËeslaatuitZ hladen voor fl.85. tze uit te knippen. iON .engewone Tooncel- op Zondag 5 flpri! oneelzaal „De Oude op de Markt, door idsch Tooneelgezel- eur JAN NOOY. zal worden: 3 bedrijven welke kan gesteld worden VAN HET 168ste." jur Aanvang 8 uur. Voorstelling 11 uur. floop BAL. plaatsen ie rang mg 30 ct. Met deze van 1—4 personen Ie 2e rarg 20 ct. nnen besproken wor- -2 uur a 10 ci. per Sedert enkele dagen is Grasmaand in het land, en, we merken het aan alles, het nieuwe jonge seizoen heeft een aanvang genomen. De bijwijlen al krachtige zonnestralen doen ons den last der winterkleederen gevoelen, er vaart een weldoende adem van jong leven door de lucht, waarvan jong en oud den invloed ondervindt. Binnens huis is het nu veelal rommelig en daarom ongezelliger dan het voor eenige maanden nog wasde April maand heeft nu eenmaal niet op ieder I dezelfde uitwerking. Als de jongeren zich den lust voelen bekruipen de 1 frissche voorjaarslucht met volle teu gen in te ademen, grijpen de zorg zame huismoeders naar deingrediën- !en, waarmede zij het huis van bin nen, en zoo ze maar konden, ook van buiten, eens duchtig gaan schoon maken en de oude stof de wijd ge opende ramen doen uitvliegen. Als elk sterveling met vreugde en ingeno menheid de vroege voorjaarsweelde begroet, dan pleegt juist op het ge laat onzer vriendelijke huismoeders een bijzondere trek te komen, die men er het gansche overige jaar niet, of althans niet in die mate op zal ontwaren. Boos is deze trek niet, ook niet knorrig, maar toch is er iets in, dat ons waarschuwt, thans maar niet te veel op het dikwerf zoo on uitputtelijk gebleken goed humeur ten beroep te doen. Er is iets in van, „pas-op", en dat pas-op heeft dan betrekking hierop, dat ge niet haar plannen hetzij van te voren dwarsboomt, hetzij in de uitvoering belemmert. En die plannen? En die uitvoering Ge zult het dan gewaar worden, als moeder de vrouw bij uw thuiskomst u niet meer ontvangt in de gewone bekende gezellige omge ving, maar te midden eener chaosti- sche verwarring, die u öi aan een overhaaste verhuizing öf aan een ternauwernood gebiuschten brand in uw woning doet denken. En toch is geen van beide het gevalhet is niet anders dan de „jaarlijksche schoonmaak", die als een goedaardige epidemie, op een gegeven tijdstip van het jaar, alle huismoeders treft, en tot iets geduchts in huis maakt, waarbij het vriendelijkste humeur wel eens in de knel geraakt. vermoedelijk een jaarj rdend, zoekt Gemeu-j ïmer met SlaapKa-i met opgaaf van prijs pension worden ïnge- jiotto „Kamer," BureauI Courant." ïrtij nieuwe KAR'! >k gebloemde,te Btoopl alige Stadsbark van naarstraat 11. ÏLDEJr, Kleine Mark' IN'DEL. eit grovel beleefd aafl'i TELEFOON FLORENCE WARDEN. 24) o(Sr-druk verboden) „Nu, in zekeren zin wel. Papa had geschreven, om te vragen waarom wij zoo lang in Europa rondzwierven en zei, dat hij ons geen geid meer zou zenden, daar wij thuis moesten komen, 'k vertelde dus aan mama, dat ik niet kon gaan, omdat ik spoedig geënga geerd zou zijn met een man, die de kleinzoon was van een werkelijken lord. Begrijpt u „Als ik het maar geweten had, zou ik hem voor geweest zijn. Ik heb dezelfde titels en dezelfde hoe danigheden." „Neen. Eén is er, die ik denk, dat u niet hebt," zei Cora zacht. „Welke is dat?" Er kwam een lieve glimlach op haar gelaat. „ik geloof, dat hij van mij houdt, kerkelijk van mij houdt." „En u denkt, dat ik daarin te kort zou komen „Nu misschien wel. Ik heb zoo'n "lée, dat er een aardig meisje is, een Sngelsch meisje, tot wie u aardige Gelukkig dat wie daarbij „in den weg loopt", en dat doen we bijna allen, dan maar eens naar buiten kan wandelen en het hart ophalen aan hetgeen de natuur thans reeds biedt. En dit is waarlijk niet geringGras maand toch met haar reeds vaak zoo zonnige en lauwe dagen, met het ontluikend groen aan de takken, met het uitloopen van de knoppen, met het nieuwe leven niet alleen van het gewas, maar ook van de dieren wereld, is zeker de maand, die bij uitnemendheid ons spreekt van op groei en vooruitgang. Tusschen Maart en Mei ligt in het planten- en het dierenrijk, in deze gewesten ten opzichte van groei en wording een wellicht grooter verschil, dan in welk ander tijdperk van het jaar ook. Het gaat met moeder natuur als, met ons menschenook immers in den April- tijd van ons leven is de groei het sterkst. Vraag het maar weer eens aan de huismoeder, op welken leef tijd harer kinderen zij de kleeren vooral „op den groei" moet koo- pendie leeftijd, die nochtans me nige ouderbeurs verschalkt en haast in een ommezien de jongens en meisjes „er weer uit" doet groeien. Zulk een groei-tijd beleven we thans in de natuur; het is thans de tijd, dat de natuur-liefhebber en kenner ten zeerste zijn hart kan op halen. Gelukkig dat ons land aan natuurschoon, voor wie het zoeken wil, voor geen enkel ander land be hoeft onder te doen. Al mag niet elke provincie op hetzelfde schoon bogen, alies tezamen genomen kan van ons land gezegd worden dat het een waarlijk schoon land is, en waartoe ook onze provincie met haar bijzonder eigenaardig schoon, geenszins in de laatste plaats het hare bijdraagt. Dat het erkennen en waardeeren van hetgeen mooi-Nederland oplevert in de laatste jaren steeds toeneemt is een heugelijk feit.AUerwege gaat een beweging uit, die het natuurschoon in ons land behouden of bevorderen wil. Nieuwe dreven worden geschapen waar eertijds dorre vlakten het oog onaangenaam troffende schoonheid van ons mooie land wordt door het maken van wegen, het verzorgen van schoone bosschen, het toezicht houden op wat de natuur hier voor heerlijks wrocht, ten zeerste gebaat. Daar is een geest vaardig geworden over talloozen, die thans ijverig doende zijn, de natuur-monumenten in ons land in eere te doen blijven. En Nederland kent tal van zulke monu menten, plekken die dooi de eeuwen dingen gezegd hebt." „Wat doet u zoo denken „Ik vind, dat u er juist de man naar bent." „Dat is niet aardig." Zij lachte ondeugend. „Neen, dat is het ook niet. Ik be« doel ermee u zoudt niet zoo lang met rust gelaten zijn waar zooveel meisjes zijn." „En hoe met Randolph?" De belangstelling was onmiddellijk uit Cora's gelaat verdwenen. „O, met Randolph zal het wel schikken," zei zij onverschillig. Zij was betooverend met haar plot selinge verandering van coquetterie tot duidelijke te duidelijke on verschilligheid. „Matt, vol belangstelling, toch wat ongerust, leunde voorover op zijn riemen. „Denkt u, dat u met Randolph geen rekening behoeft te houden, miss Cora?" vroeg hij ernstig. „Omdat, als u zoo denkt vergist u zich vergist u zich erg. Het is integendeel een man met sterke gevoelens." Cora!- aaide haar mooie schouders op „O ja! Ik weet iets van die gevoe lens. Hij heeft een zeer sterk gevoel voor dollars." „Welnu, zelfs al was het slechts dat, dan moet er toch rekening met hem gehouden worden." heen geworden zijn tot ware lust hoven. Niet altijd echter hebben de ge meentebesturen, de taak begrepen, die ook voor hen daar ligt in het behoud van het natuurschoon, voor zoover dit van plaafseiijken aard is ook de provinciale besturen zijn niet altijd doordrongen geweest van het groote nut, te behouden en aan te kweeken, wat natuur aan schoonheid den mensch kan schenken. De be langstelling daarin te doen toenemen met raad en daad, te dienen waar deze noodig blijkt, is hetgeen de Nederlandsche Vereeniging van Na tuurmonumenten zich o.m. tot taak stelt. Daarnevens zijn de succesvoile pogingen der Nederl. Heide-maat- schappij, om ons land productiever en schooner te maken tevens, over bekend. Bovendien werkt het staats- boschbeheer ijverig mede, terwijl tal van particulieren het nut van de be vordering van natuurschoen inziende het hunne daartoe bijdragen. En zoe zien wij, dat ook tal van gemeenten in ons land het nuttige aan het aangename parende, de aantrekkelijk heid van het bij de stad gelegen natuurschoon verhoogend, tevens de gezondheid der bewoners er door in de hand werken. Want vooral de stedelingen hebben, meer dan de „buitenman", behoefte aan een ver kwikking in de natuur, die niet al te ver buiten het bereik van zijn woning ligt. De groote steden moeten wel schaliën uitgeven aan parken en wan delingen, omdat veelal de omgeving dier stedsn niet medewerkt, maar de kleince gemeentel kunnen het vaak met minder onkosten af, omdat het natuurschoon dikwijls daar zoo dicht bij is. Want zoo ver mag de beslommering van het dagelijksch leven den mensch niet brengen, dat hij oog en hart sluiten gaat voor de weelde, die de natuur hem in haar schoonheid biedt. Een leven doorgebracht zonder het verkwikkende en het de krachten versterkende genot, dat de aanschou wing van de naiuur kan schenken, moet een waarlijk troosteloos en een tonig bestaan hebben. Geen onzer die niet tegenover zich zelf daaromtrent een ernstige plicht te betrachten heeft. En om de natuur te leeren liefhebben en het rechte genot daarvan te smaken, is er geen tijd van het jaar beter geschikt, dan deze Gras- en straks de Bloeimaander is niets verkwikkender voor jong en oud dan de heerlijke lijd van ontplooiing van natuurschoon en jong leven allerwege die wij thans zijn ingetreden. „O ja, ik houd rekening met hem." Matt keek ernstig boos. „Neen, dat doet u niet. U bent zoo gewoon om over de oppervlakte van het leven te glijden." „Goede Hemeil Ik krijg een zede- preek. „Over de oppervlakte van het leven glijden 1" ik vind het echt poëtisch „Dat u vergeet, dat u misschien speelt met het vuur, dat zich onder die oppervlakte bevindt." „Met vuur spelen. O, nu worden we meer dan alleen poëtisch! Wij zijn melodramatisch Zij dreven de rivier af, naast elkaar in de richting Teddington Lock. Al was hun gesprek luchtig en opper vlakkig, al verkozen zij over de op pervlakte der dingen heen te glijden, beiden waren zich heerlijk bewust van iets diepers, van het feit, dat zij zich aan de buitenzijde der dingen hielden, omdat zij half bang waren, zich in de diepte beneden te wagen. Niet dat Matt voelde, dat hij in eenig gevaar verkeerdenog minder wist het eigenzinnige, verwende Ameri- kaansche meisje, dat zij een hart te verliezen had, en dat, als zij niet op paste, het haar ontglippen kon. Maar vaag, heerlijk, wisten zij bei den, dat er een bekoring en vreugde was in eikaars gezelschap, een be koring, die beter was, niet te ontleden. De tegenstelling; de Schouwburg, de moderne tijd. Onze brief van veertien dagen ge - leden,waarin wij wezen op detoevallige tegenstelling tusschen de processen- verbaal-jacht der politie eenerzijdsen de klachten der valsche alarmeeringen van de brandweer anderzijds, onze brief dar. is door de Haagsche bladen achterhaald en een paar ervan hebben er de voornaamste passages uit over genomen. Zondert ng is wel dat in geen der Haagsche bladen iets over deze jacht op bekeuringen is ge schreven, behalve hier en daar in de rubriek ingezonden stukken. Op onzen brief echter viel men gretig aan en wij danken aan deze overname een aardige bijzonderheid, die door een der lezers naar aanleiding van de overgenomen gedeelten, werden mede gedeeld. De verbaliseering dan ge schiedde door agenten van de politie honden afdeeling en zij moeten op last van hun chefs zooveel mogelijk verbalen maken. Deze afdeeling kost veel geld en werpt maar bitter weinig nut af. Een oogenbiik is het een snufje geweest en had men in de honden zulke beste rechercheurs van politie gevonden. De ongeloofelijkste verhalen werden er van gedaan en het begon er op te lijken alsof in den hondenneus de oplossing van het politievraagstuk gelegen was. In werkelijkheid is het resultaat bitter tegengevallen en weet men niet goed wat men met die hondendienders aan moet. Om nu althans den schijn te redden en het te doen voor komen dat deze afdeeling toch hiel veel verbalen maakt, neemt men zijn toevlucht tot slimmigheden. De inzender van de bijzonderheden, welke nu bij onderzoek bleken juist te zijn, deelt ook nog een ander, soortgelijk, geval mede. In het Haagsche Bosch is ergens een laan, die op werkdagen wei, op Zondagen niet bereden mag worden door fietsers. Hinderlijke bepalingen zijn dat, bepalingen van nu eens niet en dan weer wel iets te mogen doen. Enfin het zij zoo. Verleden jaar nu moet het aantal bekeuringen door de agenten van de politiehonden-afdee ling in dit laantje gemaakt, ontzaggelijk groot zijn geweest en dat weer op dezelfde wijze ais bij het bewuste tram-iijnfje. Niet bij den ingang van de laan, doch zoowat halverwege, aldus verhaalt de inzender, wordt een agent neergezet en de hond ligt soms in het houtgewas verscholen. Bemerkt En zoo dreven zij stroomafwaarts, de sloep en de boot naast elkaar. Een glimlach speelde om Matt's en Cora's iippen, de zon kleurde hun gelaat, totdat zij juist bij een bocht het hoofd scherp wendden naar het pad langs den oever, waar zij een schellen uitroep hoorden, een vrou welijke stem. Zij keken op en aan den oever zagen zij een vrouw, jong, mooi, maar met een blik, waaruit duidelijk sprak het bewustzijn van vroegtijdig verval in haar bekoorlijkheden en ook, dat zij de verkeerde middelen had ge bruikt, om de sporen van den lijd uit te wsschen. Haar kleeding was mooi geweest, maar even als van haar schoonheid was het frissche er afzij had geen handschoenen aan en aan haar vin gers prijkten ringen, te veel in getal en van inférieure kwaliteit. Het was duidelijk, dat zij Matt herkend had en het was ook duide lijk, toen hij met een verschrikten blik opkeek, dat hij haar herkend had. HOOFDSTUK V. Malthew sloeg de oogen neer na een enkelen blik op de vrouw en hij ontmoette den begrijpenden, wantrou wenden blik van Cora, toen hij de riemen weer opnam. „Nu, in elk geval, het melodrama nu een wielrijder zijn fout, en wil hij zich van het verboden pad verwijde ren, dan is er door den hond geen ontkomen aan. In den val lokken dus, hetzelfde minderwaardige bedrijf, dat naar men zegt en begrijpelijk is, de meeste agenten tegen de borst stuit, doch dat ze verplicht zijn uit te oefenen op beve! hunner superieuren. Wij zullen het hierbij laten en den geachten inzender danken voor zijn bijzonderheden, die juist bleken en wel een eigenaardig licht op deze ongure verbalenjacht werpen. Er gebeuren nu eenmaal in iedere groote stad vreemdsoortige dingen, waar men met z'n gewone verstand nauwelijks bij kan. Zoo zal men zich herinneren wat een sleepende misère het is geweest met den ouden schouwburg. Eindelijk werd dan be sloten dezen maar weer op te lappen en er werd een bedrag van eventjes 166 duizend gulden uitgetrokken om dit werk te verrichten. Een behoorlijk bedrag; alleen het herstellen van het meubilair was er niet in begrepen. Nu ja, dat kon zoo'n vaart niet loopen. Thans werd echter nog eens 156 duizend gulden aange vraagd voor herstel van het inwendige. Het eerste bedrag was alleen voor het gebouw zeif. Het gewone foefje van architecten die om niet af te schrikken ramingen maken, die nader hand blijken slechts voor een gedeelte bedoeld ie zijn. Natuurlijk zal de verbouwing nog tegenvallen ook en kan de raad er zich wel op prepa reeren, dat straks nog eens een be dragje wordt gevraagd. Met eenig tegensputteren heeft de raad het 2de bedrag toegestaan. Het ware misschien niet kwaad geweest wanneer het eens wat harder en flinker was gezegd, hoe er ontevredenheid, ook in de kringen der burgerij, heerscht over de handelwijze ten aanzien van den schouwburg. Maar wat weet de raad vari hetgeen er onder de burgerij omgaat Eindelijk is nu een einde gekomen aan de befaamde, wij mogen wel zeggen beruchte belastinggeschiede nis, een der standaard-schandalen van de residentie. Men zal zich de toe dracht herinneren. In strijd met de wet, in strijd met beslissingen van Gedep. Staten is men, toen de oude hoofdelijke omslag nog bestond, in den Haag doorgegaan met het aan slaan van een firmant der meervoudige firma's, die winkels bezaten. De firmanten niet wetende, dat hier tegen wet en beslissing in werd aangesla gen, betaalden de hun opgelegde belastingen, totdat uitlekte dat zulks moet piaats maken voor het prakti sche leven, voor het diner b.v." zei hij, terwijl hij zijn onrust trachtte te verbergen onder den schijn van luchthartigheid, wat .slecht overeen kwam met den aard van zijn gedach ten, want de verschijning van de vrouw op den oever had de aan ge- name,drcomerige stemming verstoord, waarin zij stroomafwaarts dreven. Cora hief haar hoofdje trotsch op. „Diner!" zei hij. „Het is '«niet uw diner, dat u in eens zoo haastig weg roept, rar. Matthew. U hebt een af spraak misschien met een uwer vrienden." Hij antwoordde stijf. „Ik heb geen afspraak." Cora was te zeer beleedigd, ver drietig, boos, om voorzichtig te zijn. „Was de ontmoeting dan een onver wacht genoegen „Welke ontmoeting Hij antwoordde ruw, barsch, met een uitdagenden blik in de oogen. Nu was zij op haar hoede. „U behoeft niet zoo woest te kij ken. ik dacht, dat u misschien haast hadt, met naar de Towers terug te gaan, om de dame te ontmoeten, die zoo graag getoond heeft, dat zij u graag ontmoeten zou." Matthew fronsde de wenkbrauwen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1