Eerste Blad Bil immmer hestaat uit 2 bia de n 14 MAART De Kaart van Europa. •No. 62 62e Jaargang 1914 fin 1. VM Dl ÏEIOI Ir, Elsins Marlt 51, ïlissingeis. lètoe Inlert. II Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen FEUILLETON Brieven uit de Hofstad VLISSINGSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren 1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ0.40; voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel De abonnés,in t bezit eener <|nf|f|gulden bij levens- gulden bij dood nftftgiiiden bij verlies A fffcgulden bij verlies 4 ft gulden bij verlies F* gulden bij verlies polis, zijn GRATIS verze- /IBIIIB lange ongeschikt- gl door van een hand, |«"||1 van 11III vaneen /K van eiken kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken g U een ongeluk UUU voet of oog lUU een duim 1UU wijsvinger IJ%3 anderen vinger Deze uitkeerlngen wortlen VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, esn ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam In hoeveel opzichten beleven wij thans niet een belangrijk staatkundig tijdperk. Meer dan ooit is het leven der Europeesche volken als het ware in gisting in den grooten strijd naar machtsuitbreiding der Europeesche mogendheden, staan de nationalisti sche gevoelens der verschillende volken gereed tot een feilen brand uit te breken, op het eerste sein. Legers van millioenen worden onder houden, geoefend en van de modern ste wapentuigen uitgerust om elkan der op het eerste bevel aan te vallen, te vernietigen'als het kan. De oor logsbudgetten der groote rijken loo- pen in de honderdtallen millioenen en, jaar op jaar, stijgen de uitgaven op de meest onrustbarende wijze. Niettegenstaande vaak voor de meest dringende economische beh eften het noodige geld totaal ontbreekt, wor den door de parlementen in Europa en daarbuiten, steeds aanzienlijke bedragen voor oorlogsdoeleinden goedgekeurd. De toch alreeds lood zwaar op de burgers drukkende be lastin. en worden nog telkens aan merkelijk verzwaardde duur van den diensttijd wordt in bijna alle landen verlengd, waardoor de jonge mannen in de beste jaren hunner maatschappelijke ontwikkeling ge dwongen worden steeds langer uit hun betrekkingen en dagelijksche omgeving te blijven. Het aantal voor de weerbaarheid des lands opgeroe pen recruten neemt schrikbarend in omvang toe, zoodat zelfs geen vol doende ruimte aanwezig is, de jonge soldaten behoorlijk te huisvesten. En onderwijl de regeeringen en diplo maten zich uitputten in verzekeringen, dat zij den Europeeschén vrede met alle middelen zullen handhaven gaan de ministeries van oorlog en marine onverdroten voort, de bewapening des lands tot in het verbijsterende op te voeren. Reeds onderging de kaart van Europa in de laatste jaren een geduchte wijzigingzal zij, mag tnen vragen in de eerstvolgende jaren opnieuw, noodgedrongen, zich aan een wijziging moeten onderwerpen Zoo men zich niet laat van de wijs bren gen door hetgeen de regeeringen zeggen, maar ook acht geeft op het DOOÏ FLORENCE WARDEN. 6) O(Nad uk verboden „Ik zei hem, dat ik hem in de rivier zou werpen als hij zich weer binnen de poorten durfde te vertoo- nen", zei Matt. „En je moest beter je wereld verstaan, dan je hier door ie minne vriendjes te laten vervol gen." Randolph barstte los in woedend protest en de bottelier trachtte weer hen beiden te kalmeeren, waagde het lusschen beiden te komen met al het gezag van een oud, vertrouwd be diende, hen angstig herinnerende aan het misnoegen van zijn lordschap, als hij iets van dit voorval zou hooren. De jonge manner gingen het huis binnen door verschillende deuren en wisselden dien avond geen woord, een stand van zaken, die wel de aandacht moest trekken van hun tante die het huishouden bestierde voor haar vaderen een zacht, geduldig, lief schepsehje was. De Honourable Elfrida Be nsington was een dier vrouwen, die de beste tradities der Engelsche aristocratie geen zij doen, dan lijkt het antwoord waarlijk niet twijfelachtig. Inmiddels zijn wij dezer dagen ge tuigen van de wording van den nieuwen staat in het Zuid-Oosten van Europa, dat sedert de laatste twee jaren den blik der wereld schier onafgebroken op zich gevestigd heeft gehouden. Nu, na de reusachtige veranderingen die de kaart van Eu ropa ginds heeft ondergaan, de toe stand een weinig tot rust gekomen schijnt, treedt te midden der Balkan- rijken, een nieuwe onafhankelijke volkseenheid op. En sedert enkele dagen heerschtals absoluut monarch over het jonge Albanië de telg van een Duitsch vorstenhuis, aan het onze vermaagschapt. Deze eerste vorst van den staat Albanië is niet alleen een nazaat van onzen Grooten Zwijger, hij verstaat en spreekt ook gemakkelijk onze landstaal. Boven dien staan den jongen vorst als zeer gewaardeerde helpers bij het stichten van het nieuwe gebouw van staat en het leggen der fundamenten van de nieuwe staatsinrichting een aantal uit het Nederlandsche leger afkom stige officieren en hoofdofficieren ter zijde. Indien dus, voor de oogen van grnsch de beschaafde wereld, zich ginds het pleit der worsteling tusschen de nog heersehende tuchte loosheid, armoede, domheid en on beschaamdheid, met de hopelijk ko mende wetsorde, beschaving, ont wikkeling en plichtsbetrachting, vol trekt, dan zal de naam van Neder land daarbij niet onvermeld blijven. Al hebben wij geen enkel staatkun dig of zelfs economisch belang bij het welslagen van de stoutmoedige poging door dezen prins von Wied ondernomen, er is toch wel voor eenige meerdere dan gewone aan dacht plaats. Bovendien, van hoe veel belang is het niet alleen voor de rust van Europa in dien uithoek, doch ook voor het overige Europee sche werelddeel, dat hij zich volko men kwijten kan van het, door de groote mogendheden, in den prins gestelde vertrouwen. Want immers zoo hij niet zou slagen, hoe licht kan dan niet door de onlusten in den jongen staat gevoed, de brand op nieuw in den Balkan uitbreken en vandaar, in een oogwenk, op het overig Europa overslaan. Dit laatste, we zagen het reeds hierboven, staat tot de tanden gewapend, en. men weet het, een enkele vonk is alreeds voldoende om licht brandbare stoffen in vuur en vlam te zetten. En toch, de kansen dat de taak, dezen jongen vorst op de schouders hoog houden. Altijd een invloed ten goede en altijd het roerend uiterlijk van iemand, die wacht op iets, dat nooit kwam, plaatste zij haar zacht heid tusschen de wereld en de knor righeid van haar vader en bewaarde een atmosfeer van harmonie en vrede, waar zonder haar eeuwige ontevre denheid en disharmonie zou geweest zijn. Zij bemerkte, dat er iets niet in <den haak was tusschen de neven, maar door haar uiterste best te doen slaagde zij er in dit feit verborgen te houden voor lord Bensingion, die, zooalsgewoonlijkaantafel zat, vitterig, onaangenaam, uit zijn humeur. Door haar onvermoeid streven ging de avond vrij goed voorbij en toen allen naar bed gingen, was er niets gebeurd, om lord Bensington op de hoogte te stellen van de gespannen verhoudingen tusschen zijn beide kleinzoons. Het was ongeveer half twaalf, toen de geheele huishouding, zoowel zij die wakker waren als ?ij die sliepen, opgeschrikt werd door een luid her haald geroep van „Help!" De kreten werden zwakker, veran derden van toon en toen volgde het geluid van een plons. Hoofden ver schenen voor de rame?, voeten in pantoffels sloflen langs de gangen de eenige persoon, die kalm in zijn gelegd, zij het ook vrijwillig en na lang aarzelen, goed zal worden vol bracht, zij mogen niet weinige zijn, daarnevens zijn ook genoegzaam factoren aanwezig, om over het wel slagen niet a' te licht te denken. Want, wel is het land oud en de be volking er reeds van eeuwen-her ge vestigd, maar hoe onbegrijpelijk ach terlijk in alles zijn niet land en lui den 1 Het land is grootendeels woest en onontgonnen, de landbouw, eerste factor voor een welvarend gemeenebest, bevindt er zich nog als in den oer-tijd. Geen enkel modern inzicht, geen enkel behoorlijk land bouwwerktuig, heeft ooit den achter lijken siand te hulp kunnen komen. Veeteelt is er feitelijk onbekend hoewel langs de rivierdalen, langs de kust en overal in het midden zeer goede en vruchtbare grond wordt aangetroffen, staat de landbouw ook daar op een zeer laag peil van ont wikkeling. Wegen ontbreken zoo goed als geheelalles draagt de ken merken van schromelijke verwaar- loozing tengevolge van de eindelooze twisten onder de landsgrooten. Daar bij is het met het ontwikkelingspeil der bevolking meer dan treurig ge steld op elke honderd inwoners is er nauwelijks één die lezen of schrij ven kan. Een eeuwenlang onderdrukt volk, door Turken en eigene despo ten in banden gelegd tallooze stam men elkaar steeds bekampend en op wraak en moord zinnend ziedaar in hoofdtrekken het volk en het land, waarover deze Europeesche prins als heerscher en gebitder opgetreden is. Hoe zal zijn ta-k hem menigmaal ontzettend zwaar moeten vallen 1 En toch, vol vertrouwen zagen wij hem den voet aan wal zetten, vol moed de nieuwe toekomst in den nieuwen staat tegemoet tredend. Wie den eersten vorst van Albanië van nabij leerden kennen, zijn allen eenstem mig in den lof over zijn kalmen maar vastberaden wil, over zijn ernst en vertrouwen. Ons dunkt, d&ar ligt het zwaartepunt bij de beoordeeling of zijn' onderneming roekeloos, dan wel beraden mag heeten. Er zijn in het voorgeslacht van dezen prins mannen aan te wijzen, die op onzen eigen bodem over weinig andere factoren in den strijd voor vrijmaking en ontwikkeling van het vaderland- sche gemeenebest, beschikken kon den, dan hun kalme vastberadenheid en hun innig, ongeschokt vertrouwen in de toekomst van dit land. En het is alsof wij iets van datzelfde diep vertrouwen in dezen nazaat van onzen eersten Prins terug mogen vinden. bed bleef was lord Bensington, die nog al doof was en niets hoorde. Begrijpende, dat er „iets gebeurd moest zijn", moedigde de bedienden elkaar aan te gaan onderzoeken, wat het was. Maar de zaak scheen hiermee te zullen eindigen, want niemand had er zin in en langzamerhand stierf de opgewondenheid in huis uit Miss Bensington had haar kamenier geroepen, maar zond haar naar bed, toen alles weer rustig was. Een half uur later hoorde zij zachte,voetstappen over den gang langs haar kamar en toen zij de deur opende, zag zij haar neef Matt zijn kamer binnengaan en de deur sluiten. Zij meende, dat hij uit geweest moes! zijn, om te onderzoeken, wat er gebeurd was en haar eerste ge dachte was, te gaan hooren wat hij te verlellen mocht hebben. Maar zij was bang, dat haar vader ten slotte toch nog wakker zou worden, als alles niet rustig bleef, en besloot den morgen af te wachten. Miss Bensington was als gewoon lijk het eerst beneden aan het ontbijt, maar haar vader kwam onmiddellijk daarna. Geen van de jongere leden der familie was op zijn plaats, toen vader en dochter reeds zaten. Het zelfde oogenblik kwam Hammond de kamer binnen met een zeer ernstig gelaat en zijn meester vroeg hem, of Dat blijve zijn beste steun en aan beveling. Wanneer dan later b ijken mag, dat de kaart van Europa in gindschen uithoek, althans wat Al banië betreft, geen noodgedrongen wijzigingen meer behoeft te onder gaan, en dat het land vond wat het zocht en noodig had een vaste, wijze hand, die het bestiert en leidt, dan is ook bier daarover eenig gevoel van voldoening te koesteren, geens zins te eenenmale misplaatst. Bureaucratie, de Schouwburg. Het vierde slachtoffer van de typhus is gevallen en nog is het rapport in zake de beweerde oesterbesmetting niet verschenen! Dat is inderdaad zeer zonderling. Wel haast even zonderling als het feit dat het rapport betreffende het spoorwegongeluk te Hooghalen, nog maar steeds niet gepubliceerd is, niet tegenstaande van verschillende zijden bekend is geworden, dat het al ge- ruimen tijd gereed is. Hapert er iets Zoo ja, laat men het dan toch zeggen, want de geheele oesterkweek lijdt enorme schade, waarvan indirect de leveranciers hier ter stede weer de nadeelige gevolgen ondervinden. Het gaat soms ook zonderling met som mige rapporten. Met veel ophef wordt een onderzoek ingesteld, jan en alle man is in de weer, links en rechts wordt advies ingewonnen eindelijk is een overzicht verkregen, de onder zoekers bergen zich op in hun stu deercellen, schrijven lijvige rapporten en daarmede is de zaak afgeloopen. Menig rapport is ten eeuwige tijde in portefeuille gebleven. Zoo zijn er ook staatscommissies, die het eeuwige leven schijnen te bezitten, commissies waar sommige leden met welige haardossen in gaan zitten en met kale koppen uit komen, com missies die langzaam aan uitsterven.... Dat alles is nu eenmaal het gevolg van de bureaucratie, die zooals te begrijpen valt, in de residentie als een welige woekerplant groeit. Wij zullen geen klaaglied aanheffen over de ambtenarij, en geen meer of minder de haren te bergen jagende verhalen opdisschen over de vreeselijke sleur gang der bureaucratische machine. Dagelijks zijn nieuwe gevallen te voegen bij de oude en steeds zullen er nieuwe komen die de oude in fantastisch gebeuren zullen over treffen. Een enkele maal valt er ook wel eens een verbetering te constateeren er iets gebeurd was. ,Ja, tnylord, iets vreeselijks. Er is een man verdronken gevonden inde rivier bij de afrastering en een hoed en nog een paar dingen zijn op ons erf gevonden. Er schijnt een worsteling geweest te zijn, mylord, er zijn bloe men vertrapt en takken afgescheurd, ginds aan den oever aan het eind van hei grasveld." Op dat oogenblik werd de deur geopend en kwam Malt binnen. Hij was zeer bleek en zijn rechterhand was verbonden. Miss Bensington uitte een kreet, toen zij hem zag. Zij stond van haar stoel op, ging haar neef tegemoet en vroeg op verschrikten fluisteitoon „Wat heb je gedaan, Matt „Ik heb mij in de hand gesneden," zei hij kalm, „toen ik het huis wilde binnengaan door het raam der stu deerkamer; want ik merkte dat ik buitengesloten was. Ik maakte de knip open met mijn mes en mijn hand gleed uit; ik stiet door het glas en sneed me leelijk in de hand." „Gisteravond 1" stamelde zij, terwijl zij hem verschrikt in het gelaat zag. HOOFDSTUK II. Er was een oogenblik van stille verslagenheid, toen Matt de vraag zijner tante beantwoord had en lord Bensington, die doof was en niet en nu wij er één weten, zullen wij deze spoedig boekstaven. Wie op een morgen van den eersten werkdag van het kwartaal het gemeente-bureau aait het Korte Voor hout passeert, ziet tot zijn verbazing een lange file oude dames en heeren voor den ingang van dat bureau op gesteld. Het zijn er niet weinige, misschien loopt het wel in de hon derden. Gedeeltelijk staat de file in de wachtkamer, gedeeltelijk in den gang, terwijl de slaart van de file nog een eindweegs op straat staat. Al deze dames en heeren komen hun attestatie de vita halen, bewijzen dus dat zij nog leven, om slraks gewapend met het certificaat naar den betaal meester te gaan, voor de in ontvangst neming van hun pensioen. Hier viert nu de bureaucratie in haar dwaasheid hoogtij. In de eerste plaals kan je tegen betaling een bode van het stad huis met deze corvée belasten en valt dus het denkbeeld van een attes tatie wegin de tweede plaats is het onmogelijk dat de ambtenaar die de attestaties afgeeft, de personen kenthij geeft dus tegen inzage van de pensioenakte de attestatie af. Het geheele instituut is een dwaasheid. Gelukkig schijnt de huidige minister van financiën van plan te zijn dit bureaucratisch wangedrocht om hals te brengen en eindelijk zal de pen sioenuitbetaling geschieden op de wijze zooals particuliere maatschap pijen dat al sinds onheuglijke tijden plegen te doen door middel n.l. van chèque boekjes. Dan zai een einde zijn gemaakt aan den soep-bedeeling- achtigen optocht voor een gemeente- bureau, die vier maal 's jaars hon derden oude dames en heeren met ergernis vervulde. Juichen wij het thans toe dat deze verbetering wordt aangebracht, wij voegen er tevens den wensch bij dat men op den ingeslagen weg zal voortgaan en nu ook het betaal meesterskantoor zal verbeteren, 's Lands hoogste dienaren, die na een leven aan het belang van het vaderland gewijd, hun pensioen dat zij zelf hebben betaald, gaan innen, worden gerecipieerd in een stal, een heusche paardenstal, waar de ruiven door boekenkasten, de stalschutten door lessenaars zijn vervangen. In een dergelijke omgeving zetelt de fiscus van Nederland. Genoeg daarvanjaarlijks verschijnt de stereotype klacht in de Tweede Kamer bij de behandeling der be grooting en even steriotypisch is het kluitje waarmede de klagers in het gehooord had, wat door zijn doshter en kleinzoon gezegd was, begon boos te vragen, wat zij zeiden. „Iemand verdronken, zeg je? En na een worsteling? Waar was de worsteling? En wie was de persoon, die verdronken is Hammond, die zich bij zijn meester beter verstaanbaar kon maken dan iemand anders, herhaalde zijn verhaal, en lord Bensington's gelaat werd meer en meer bewolkt naarmate hij luisterde. „Een worsteling op het grasveld 1 Op mijn grasveld 1 En een man' ver dronken Wie was het Hij was blijkbaar meer veront waardigd, dat de man zoo vermetel was geweest op zijn terrein te ver drinken, dan getroffen door de tra gische zijete der zaak van het stand punt van den man. Hammond deed zijn best, aan zijn nieuwsgierigheid te voldoen. „Zij weten zijn naam nog niet, mylord, en weten eigenlijk nog heel weinig. Hij schijnt er een van de wedrennen te zijn of zooiets, want men heeft in zijn zakken briefjes van weddenschappen gevonden. Maar er was niet veel meer en men denkt óf dat men hem beroofd heeft, óf dat de voorwerpen door het water uit zijn zakken gespoeld zijn." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1