[BIEDINGEN
Aanvragen
Eerste Slad
E K
IEISJE
llit nummer bestaat üil 3 bladen
k Strijd im een Gravenkroon.
orten.
sleerling
Dagmeisje,
en Juffrouw
iKnellende banden
«iVo» SO
52e Jaargang
1914
ïenken
gen.
jjjlpvefirma F. VAN DE ÏElOt Jr., Kleine Markt 58, Vlissinyen. Telrimn Inlerc. 10
Verschijnt degelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
FEUILLETON
Brieven uit de Hofstad
pn 8 cis. per
ts. per ons.
DELBUlj^
SMISSJJSBT.
Gulden
STERDAM.
MIDDELBURG
etiketten
ïandel te
cht zilveren
Innetjes
cht zilveren
broche,
icht zilveien
ht zilver pot-
odeurflacon-
ctop.
»ouden das-
innetjes
ogeketting m.
n manchet-
rmband.
trgd gouden
okje met 2
che lederen
u I «.«5, iedere
t. Zonder rabat.
Ltsen wordt twee-
ROELSE, Schel-
>r loop- en winkel-
loon met jaarl. ver-
iktheid. u
VEY MESTDAG»
AdresBureau
rant."
fe
veer 16 jaar.
JLLER, Wagenaar-
m m.b. leeftijd voor
shouding. Briev
3ENTHEM JU1
Middelburg.
VLISS1NGSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ0.40; voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
nTabonnés, in 't bezit eener £||"b ifï tTfcgulden bij levens- r? rfH Sulden b» dood <ïf&f&Sulden biJ verlies 4 gulden bij verlies gulden bij verlies f% P^gulden bij verlies
„lis zijn GRATIS verze- M\II |H I lange ongeschikt- »ll| door Jl! g IK van een hand, S^ll van 111B 1 vaneen f van eiken
Lrd tegen ongelukken voor: LUUU heid tot werken 3 vil een ongeluk UUU voet of oog JLtPlJ een duim 1UU wijsvinger anderen vinger
p.ze uitkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. flig. Verzek. Bank" te Schiedam
Reeds nadert meer en meer de tijd,
jat de natuur haar winterboeien sla
ken zal, dat bloem en blad uit de
banden van het nauwe omhulsel,
binnen helwelk de kiem tot wasdom
gedijd is, zich zullen loswikkelen.
Geen schooner tijdperk van levens
uiting is er in de natuur dan dat;
n ook, dat zoozeer het beeld is
van o- s eigen menschenleven.
Hoe kennen wij allen, de jaren
van voorbereiding tot het volwassen
leven, de jaren waarin ons geestes
leven langzamerhand tot wasdom
komt, waarin het gemoedsleven uit
de snelwisselende kinderstemmingen
lot een meerdere duurzaamheid groeit,
waarin ook het physisch bestaan, ons
stoffelijk omhulsel volgroeit en de
gestalte aanneemt, die weinig uiter
lijke groeiperioden meer medebrengt.
Het is dan alsof tal van de ons in
zicht, onze denkwijze, ons gemoeds
leven omgevende banden, de een
voor, de andere na losser gaan wor
den of gaandeweg geheel geslaakt
widen. We gevoelen ons allengs
er een product van anderer in-
I zicht gewordenwe worden meer
zelf.
i den normalen geleidelijken groei
lm de ontwikkeling van kind tot
I volwassene, gaat het slaken, behoort
afflans het slaken te gaan dezer
handen zonder groote schokken,
zonder al te snellen overgang. De
goede opvoeders en opvoedkundi
gen weten al te zeer, hoe de ont
wikkelingsgang van het kind baat
vindt bij een zoo geleidelijk moge
lijk verloop, dan dat zij roekeloos
zouden ingrijpen of tegenhouden
wanneer, zonder schade voor zich of
andere», de individueele krachten van
den jongen mensch zich weten te
ontplooien. Doen zij dit wel, zulke
kortzinnigen, schoon vaak niet min
der welmeenenden onder hen, zijn
niet weinigen in aantal, dan eerst
worden die banden binnen welke het
jonge leven gehouden wordt en wor
den moet, recht knellende. De teugels,
waar mogelijk, vierende en nochtans
ht ros vast en goed in de hand te
louden, is ware voermanschapde
jonge geest en het jonge gemoeds-
jven tot eigene uiting enontwikke-
te doen komen, en nochtans de
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
1126). O
«Die arme kunstenaarmompelde
zacht. „Men heeft in hem een hoop
gewekt, die hij reeds begraven had
tn alleen hierom, omdat hij ander-
®al de smart der teleurstelling zou
loeien,"
«Weet je dat dan zoo zeker, Mar-
viel Adda haar vriendin in de
'ede. „Wie zegt je dat het hem niet
benzoo gaan kan als mij Hij kent
in waarheid even weinig als ik
de jaren zullen ons beiden wel
200 veranderd hebben, dat wij mis
schien lachen over de voorstelling,
?le wij ons van elkaar gemaakt heb-
'Cn- ik heb altijd gehoord, dat de
'jdde haar eigenlijke leven krijgt door
wederliefde en dat zelden een wer-
Je'ijke neiging 'ontwaakt, waar aan
Joni anderen kant niet minstens sym-
F'hie is. ik heb gemerkt, dat den
cc'hhouwer iets gelukt is, wat zeiden
Sebeurt. Hij heeft zich in een enkeltn
ag het vertrouwen, de achting, en
sympathie veroverd van een meisje,
dat'
niet ieder zoo gemakkelijk ver-
hoogere leiding vast en zeker te
blijven voeren, is ware opvoedkunde.
En dat vooral de moderne paeda-
gogie dien stelregel huldigt en zoo
veel mogelijk in praktijk brengt, zij
met voldoening geconstateerd
Wat voor den kinder-opvoeder in
het bijzonder geldt, geldt niet min
der voor de volksopvoeders in het
algemeen. Een wijs bestuur, een
verstandig regeerbeleid brengt als
eersten eisch mede, dat de volken de
banden, die het geheel omvatten en
samenhouden moeten, niet als knel
lend gaan gevoelen
De banden van rechtsorde en wet
en burgerplicht behoeven nimmer, bij
wijs beleid, tot knellende te worden
doen zij dit wel, en blijven de re
geeringen beneden hun taak van lei
ders en bestierders, dan worden deze
banden aan kluisters gelijk, waarvan
het ontevreden volk zoo spoedig mo
gelijk en zoo afdoend mogelijk zich
zoekt te ontdoen. De geschiedenis van
menig door jonge kracht bezield, op-
stevend volk is daar, om te bewijzen
hoe het zijn knellende banden, door
kortzichtige vorsten en regeerders tot
ondragelijke boeien geworden, op-
eenmaal verbrak en opkwam voor 't
recht zich-zelf te mogen zijn. Hoe
spreekt in onze eigen landshistorie
niet menige bladzijde daarvan
En toch hoe kunnen ook in het
gewone dagelijksche leven, snel en
vaak op het onverwachtst, vrijwillig
opgenomen of door omstandigheden
ons voorgeschreven verplichtingen,
tot banden worden, die ons knellen
en zelf kwellen. Daar zijn voorbeel
den van te over, die elk voor zich
zou kunnen opnoemen. Er is weinig
wat zóo het leven kan vergallen, dan
eigenwillig opgenomen boeien te
moeten torschen, die blijken niet meer
te kunnen worden geslaakt. Een ver
keerd begonnen zaak, die al verder
en verder van het beoogde doel ver
wijderd raakt, en aan welker behar
tiging men zich nochtans niet meer
onttrekken kan een carrière te hebben
gekozen, die naderhand blijkt in het
geheel niet met onzen aard, met den
groei van ons innerlijk wezen overeen
te stemmengemeend te hebben de
stem des harten te moeten volgen en
gaandeweg tot het inzicht te komen,
dat men heeft misverstaan, en de
banden eenmaal vrijwillig aanvaard,
niet meer te slaken zijn en steeds
knellender werden, waarlijk de tref
fendste voorbeelden liggen maar al
te zeer voor het grijpen.
En toch, daar zijn nu eenmaal ver
houdingen die niet te veranderen zijn,
plichten waaraan men zich niet ont-
trouwt, dat lang geaarzeld heeft, vóór
ze mij haar zusterlijke liefde heeft
geschonken. Je schreit je stoot
mij niet van je Martha, mag je
beste vriendin niet weten, datje Benno
licfhebt
Martha vluchtte naar den anderen
hoek der kamer. Zij verborg het ge
laat in de handen als verging zij van
schaamte.
„Het zou mij een troost en een zalige
vreugde geweest zijn," zei Adda, haar
zacht nagaande, „a's ik had kunnen
hopen, je met den man vereenigd te
zien, die mij steeds na zal staan als
een broeder, wien ik het beste geluk,
den rijksten zegen wensch. Maar het
schijnt, dat ik je gevoel gekrenkt heb.
Je vertrouwt mij minder dan ik jou.
Ik heb mijn hart voor je uitgestort,
ik heb je altijd mijn hoop en mijn
zorgen meegedeeld, heb mij nooit ge
schaamd, je ook te laten zien. wat mij
verdriet deed
„Houd op 1" riep Martha smartelijk
en naderde nu in gebogen houding.
„Ja, ik heb verkeerd gedaan, ik had
lief hebt, dat je mij tot mezelf
moeten zeggen, dat je medus niet
bespotten kunt. Je goedheid, je
liefde voor mij verblindt je, je
vermoedt niet, hoezeer je me gegriefd
hebt. Je spreekt, alsof ik je gelijke
was, alsof iemand, die den blik, tot
jou mag opheffen, mij evenzoo kan
trekken mag. banden van ve'erltl
aard, die het niemand vrijstaat te
slaken, hoe knellend zij zich ook
soms gevoelen doen. Dan eerst blijkt
de waarachtige innerlijke waarde van
dengene, die de verhoudingen aan
vaardt en ze zoo mogelijk nog ten
beste doet keeren, die de drukkendste
plichten, beraden en zoo blijmoedig
mogelijk vervuld, die de banden, hoe
zij ook persen en knellen, niet ver
breekt maar den al te pijnlijken druk
weet te verzachten. Slechts zij die de
hoogere voldoening niet kennen, die
er gelegen kan zijn in het vervullen
zelfs van de ond nkbaarste en bit
terste taak, zullen zich niet daarboven
weten te verheffen maar morrend en
wrevelig, in innerlijke onvree met
zich zeiven, zullen zij hun banden
voelen knellen, tot schier ondragelijk
wordens toe. En ook de gemoeds-
vrede, dat hoogste goed, za! moeilijk
hun deel kunnen worden, zoolang zij
niet geleerd hebben, deze eenvoudige
waarheid in te zien, dat zich weten
te schikken «aar de omstandigheden
een overoude deugdzaamheid is, die
echter eeuwig jong blijft.
Slachtoffers. Een jubilaris.
De typhus heeft een tweede en
derde slachtoffer gevraagd. De overige
patiënten moeten naar verluidt over
het algemeen vooruitgaan, slechts van
éen vernamen wij nog minder gerust
stellende berichten. Deze gebeurtenis,
het uitbreken van dn: tvphus als ver
moedelijk gevolg van het eten van
oesters, heeft zeer veel sensatie ver
wekt in de residentie. Het onderzoek
is, naar wij meenen te weten, nog
niet geheel en al afgeloopen. Het
merkwaardige in de gevallen is wel
dit, dat alle patiënten op na één oesters
gegeten hebben. Hei zonderlinge zit
er dan natuurlijk in dal ééne geval.
Wel weer zeer treffend is het geval
van de beide ouders, die op Oude
jaarsavond hier ter stede bij hun
kinderen logeerende, oesters aten en
nu in Duitschland ziek liggen aan
typhus. Dit wijst er wel weer op, dat de
oesters de schuldigen zijn. Overigens
valt het gebeurde natuurlijk zeer te
betreuren. Gesteld het is zoo dat hier
de oorzaak bij de oesters ligt, dan
nog zegt het niets tegen deze diertjes
nóch t-rgen de achtzaamheid van de
leveranciers. En het gebeurde moet,
naar de geruchten gaan, èen gewel
digen slag hebben toegebracht aan
den oester-handel. Het desbetreffende
rapport blijft overlang uit en maakt
beschouwen, als jij doet. Je vergeet,
dat ik een arm meisje ben, zonder
kennis, zonder beschaving, dat ik nu
echter nog deemoediger voor je sta
dan ooit mijn broer zit in de
gevangenis, beschuldigd van een zware
misdaad. Adda, ik zou nooit zoo ijde!
droomen, dat ik denken kon, dat
iemand naar mij zou zien, die jou
begeerd had, maar dat jij
Adda legde de hand op Martha's
mond. „Geen woord meerriep zij.
„Martha, je begaat groote zonde. Je
hebt het gehoord, dat zelfs Benno je
broer voor onschuldig houdtinplaats
van den Hemel te danken voor de
hoop, die hij je geeft, stel je je het
verschrikkelijkste voor. Al was ook
je broeder een misdadiger, dan zou
het des te meer de plicht zijn van
alle goede menschen, je hun deelne
ming te bewijzen, je te toonen, dat
het ongeluk den onschuldige niet
onteert. Je spreekt onzin. Een vrouw
behoeft geen kennis en de beschaving
van je gemoed geelt je hoogere
waarde, dan dat je de beste scholen
ter wereld had bezocht. Je vergeet,
wie Benno Wildenfels is. Voor mij
zou hij minder passen, dan voor
jou, want hij heeit in eenvoudige
omstandigheden geleefd, hij kent het
comfort niet, dat mij uit gewoonte
bijna tot een behoefte is geworden,
en hij wil er ook niets van weten
daardoor dat op het oogenblik althans
de lust tot het smullen van oesters
zeer is bekoeld. Wat intusschen te
begrijpen is en helaas wel het gevolg
moest zijn. Het tweede geval van
overlijden heeft deze tragische bijzon
derheid dat het een jong meisje treft
wier ouders in lndië zijn en die hier
inwonend, op Oudejaarsavond bij
kennissen op oesters is getracteerd.
Haar broertje ligt nog zeer ernstig
ziek aan dezelfde ziekte.
De leverancier v n de bewuste
oesters treft natuurlijk een harde slag,
die te minder verdiend is, omdat hij
uitsluitend oesters met certificaat van
goedkeuring afleverde.
Het eesters-eten moeteen in de resi
dentie zeer geliefde smul-partij zijn
en het is dus te begrijpen, dat de
vrees op dit oogenblik noodlottige
gevolgen heeft voor de leveranciers,
van wie er verscheidene contractueel
verbonden zijn aan de expediteurs
der oester-banken.
Er is momenteel niets aan te doen,
het moet slijten, doch het laat zich
aanzien, dat dit geruimen tijd vordert.
Wij mogen ditmaal, wanneer wij
het nieuws uit de residentie willen
melden, niet nalaten met een enkel
woord een zeer bekende figuur te
herdenken, die dezer dagen zijn ze
ventigsten verjaardag vierde. Het is de
kunstschilder G. Roermeester. Merk
waardig type, die grijzende kroeskop,
met her verweerde gelaat, combin; tie
van artisticiteit en rusticiteit. Zijn
schilderstukken zijn over-bekend
zijn genre is een zeer geliefd. Het
liefst zat Roermeester in d'e plassen
en grienden, zijn stukken zijn er bijna
alle vandaan. Er zit een bekoring in,
een vroolijke, zonnige stemming blijkt
er uit en tevens een liefde voor de
natuur, voor drie typische hoekjes uit
het Hjllandsche waterlandschap.Roer-
meester is een schilder van den
ouden stempel, een echte heusclie
schilder, zonder eenige geaffecteerd
heid, zonder eenige mooi-doenerij,
maar echt raak in zijn treffen, breed
in zijn opzet en fijn in zijn uitwerking.
Zijn tentoonstelling in Pulchri Stu
dio, ter eere van zijn zeventigsten
verjaardag is een heerlijke verzame
ling van oer-Hollandsche kunst, die
kunst welke bijna aan het uitsterven is.
Roermeester is de schilder bij de
gratie van het aangeboren genie zijn
ievensloop is al even artistiek als
vermakelijkeen beeld vinden wij
er in van het worstelende genie, dat
de kracht bezat zich steeds weer
energisch in te spannen, dat zegevie
ren moest.
je hoorde immers, dat hij niet
naar rijkdom haakt. Ik weet niet, hoe
Benno denkt, maar hij kon geen betere,
passender vrouw vinden dan jou,
spreek er dus niet van, dat je te
gering voor hem bent."
Martha liet zich geruststellen; de
hartstochtelijke opgewondenheid ver
dween langzamerhand, maar daar zij
er vast van overtuigd was, dat Benno
Adda liefhad, bloedde de wonden
verder, die 't woord harer vriendin
geslagen had. Martha had Benno lief,
zooals haar hart zich hem voorstelde,
en zijn beeld zou den schoonsten
glans hebben verloren, als het hem
mogelijk geweest was, zijn gevoelens
voor Adda op ee r ander over te
dragen,nadat hij daar een teleurstelling
had ondervonden.
De jonge meisjes babbelden nog
tot iaat in den nacht, haar harten
klopten beide in onrust en bange
verwachting.
Adda had in stilte haar besluit ge
nomen. Zonder Martha haar voorne
men mede te deelen, stelde zij vroeg
in den morgen een briefje aan haar
vader op, dat zij hem wilde zenden,
voor hij zijn plan, om Benno op te
zoeken, ten uitvoer bracht.
De inhoud van het briefje was,
dat zij na ernstig onderzoek van haar
hart besloten had, graaf Boltenstern
haar hand te reiken, als hij zijn aan
Wie een schilderstuk of een aqua
rel van Roermeester bezit, zij er zui
nig ophij bezit iets dat waardevol
is en in waarde stijgen zal.
Wat het meest voor hem pleit is
wel het feit, dat zoovelen hem zijn
jeugdige grijsheid en zijn jeugdig ta
lent benijden. Roermeester, meest
kortweg Roer genoemd, is in den
Haag een zeer bekende figuurin alle
standen heeft hij zijn vrienden en
kennissen naet wie hij alle even fami
liaar is.Hij is in 't tbezi van de eeuwige
jeugd van dat benijdenswaardig aan
passingsvermogen, dat altijd weer on
danks het stijgen der jaren, doet
meegaan met de gewijzigde tijden.
Zijn kunst echter blijft onveranderd
ze is niet dat streven naar technische
volmaaktheid, naar structuurmatigen
opzet en scrupuleuse afwerking ze
is de uiting van het ware kunstge
voel, de weergave van de impressie,
die de kunst-ziener kreeg op zijn
tochten door Holland's watertuin. Zoo
heb ik altijd Roermeester's werk ge
zien als een fijngevoelde natuurim
pressie, op het doek getooverd juist
zooals ze werd ontvangen.
Roermeester heeft het groote voor
recht, wat maar aan weinigen te beurt
valt, om zijn werk gewaardeerd te
zien. Zeventig jaar en nog jong van
hart, is reeds benijdenswaardig ;maar
dan te staan op een glorieus punt in
je leven, is alleen het voorrecht van
het gelukskind.
Zijn levensavond moge zonnig zijn.
Dat zal ook wel, want tal van vrien
den staan om hem heen om hem dien
avond tot een zonnigen te maken.
„Roer" is een schilder uit den tijd
der Marissen, wier dikke vriend hij
was. Hij dateert uit de tijden, toen
kunst nog echte kunst was, toen niet
peuterige schoolsche wijsheid voor
kunst werd aangezien. Er is van
hem een geslacht opgegroeid, dat
anders denkt en anders voelt en an
ders uiting geeft aan gedachte en
gevoelen. Maar wat dat geslacht wist
is de overwinning van eigen talent,
de worsteling naar eigen genie, die
de energie staalt en de kunst verdiept.
Bij gelegenheid van zijn jubilé is
het mooiste schilderstuk aangekocht
door zijn vrienden, ten einde in het
gemeentemuseum geplaatst te worden.
Voorts zijn tal van stukken in deze
dagen aan den man gebracht, waar
door een ware artistieke viering van
dit zeldzame jubilé heeft plaats ge
had.
„Roer" is gehuldigd zooals hij dat
verdiende en zooals het hem alleen
aangenaam zal geweest zijn gehuldigd
te worden zijn werk is gehuldigd en
zoek herhaalde. Zij stelde haar vader
in kennis met dit besluit, vóór hij
den beeldhouwer opzocht, om een
dwaling op te helderen, waarin haar
vader scheen te verkeeren. Zij had
tot nu toe een afwijzende houding
aangenomen jegens den Graaf, omdat
zij door een samenloop van omstan
digheden hem miskend had en haar
het rechte vertrouwen in hem ontbrak,
dat hij nu door zijn geheele handel
wijze weer gewonnen had, niet echter,
omdat t aar hart een andere genegen
heid had gekoesterd.
Zij voelde de behoefte, zich hierover
uit te spreken, vóór zij mijnheer
Wildenfels weerzag, opdat er geen
twijfel over ontstaan kon, dat zij
geheel vrij van eiken invloed haar
besluit genomen had, zoodra zij zich
haar gevoelens helder bewust was en
zij wenschte dringend, dat haar vader
den kunstenaar hierover niet in on
zekerheid liet dat hij bij haar slechts
gevoelens van dankbaarheid zou vin
den.
Een uur na de verzending van dit
briefje kwam graaf Wildenfels bij zijn
dochter. Hij had Benno nog niet op
gezocht, het schrijven zijner dochter
had hem genoopt, vóór alles met
Boltenstern te spreken, het was een
uiterst moeilijke positie.
(Wordt vervolgd.)