mtii
VLISSIINGSCHE COURAINT
lande!
lessen.
I
BOS.
BIEDINGEN
VRIJDAG
did sen firavenkraon.
van oen hak op oen tak.
binnenland
:üwe modeblad
AANVRAGE»
imeisje^
Dagmeisje,
52e Jaargang
1914
)orten.
IHliiiFinn f. HI 111 M Ir, Kltim Markt 511, Vlissinna. leltlom latere It
■2TS FEBRUARI
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen
F. HAARSMA.
laatst
Mappiliii
WAO.
[nessy Co,
Marteil,
Ondfi Jenever,
'ockink,
Lucas Bols,
Bootz,
ip Zoon
Eolijn.
jin Beertje,
rsleerling
FEUILLETON
vo. 49
8 cent
per
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie 3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 14 regels ƒ0.40; voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt /weemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs
Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
i rje abonnés, in't bezit eener ftrtftrtgu'den bij levens- gulden bij dood tf°|gulden bij verlies A F* gulden bij verlies A gulden bij verlies I*gulder. bij verlies
inolis, zijn GRATIS verze- /III III lange ongeschikt- *"|S| door <IB|g van een hand, gr|ll van 11IBI vaneen IH van eiken
|kerd tegen ongelukken voor: bUUV heid tot werken I U\J een ongeluk IfUHJ voet of oog lvU een duim 1UU wijsvinger lU%3 anderen vinger
0eze uitkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg. Verzek. Bank" te Schiedam
r te Middelburg
t de loten Maan.
verkrijgbaar
teld en dat de trek
e begint 23 Maan
is de zaak
at 21, naar Kleine
rlandel in FRUIT
1ROENTEN en
EN (ook uitgewo-
|cop.
bevelend,
P. SANDERSE.
Teleph. 92.
^rradlft
Amsterdam.
I Dr. Kuyper en het ministerschap.
In een polemiek met „De Vader
lander", schrijft „De Standaard"
Thans bepalen we er ons toe, te
herhalen wat we reeds verklaarden,
o.i. van een ten tweede male
(dingen naar het ministerschap door
|dr. Kuyper, geen sprake meer zal
kunnen zijn.
Dit ware in 1909 mogelijk ge-
Iweest, maar is toen, voor zoover wij
oordeelen kunnen, voorgoed afgesne
den. m
Kon. Instituut voor de Marine.
Krachtens Kon. besluit van 16 Fe
bruari kunnen in dit jaar bij het Ko-
ninklijk Instituut voor de marine te
Willemsoord worden toegelaten der
jongelingen als adelborst 2de
I klasse en vier jongelingen als adsp.-
administrateur.
De vereischten tot toelating zijn
opgenomen in „St.-Ct." no. 39, terwijl
voor verdere inlichtingen belangheb
benden worden verwezen naar het
reglement voor het Koninklijk Instituut
voornoemd, dat verkrijgbaar is bij
bet Dep. van Marine (Afd. 12), bij
bet Kon. Instituut en bij de directiën
der marine te Amsterdam, Willeras-
I en Hellevoetsluis.
Vervroegde winkelsluiting.
It verband met de beweging door
de neutrale vakvereenigingen te Rot
terdam op touw gezet voor de ver-
rroegde winkelsluiting, is thans door
de socialistische raadsleden, onder
rekking van een voorstel-Spiekman
i 23 Juli 1912, bij den raad een
voorslei ingediend, om de commis-
voor de strafverordeningen uit te
noodigen, een verordening tot vast
stelling van een verplicht sluitingsuur
voor winkels te ontwerpen en bij
den raad in te dienen.
Keuring van lotelingen.
De minister van ooriog heeft be
paald, dat van de gebreken bij lo
telingen door den keuringsraad ont
dekt, eerst dan in de stamboeken
van de korpsen melding moet wor
den gemaakt, wanneer deze gebre
ken als van blijvenden aard zijn te
lieschouwen, waartoe overleg zal
moeten geschieden met den militairen
geneeskundigen dienst ter plaatse.
t 0.25, iedere
Zonder rabat,
tafcsen wordt twee*
at.
J. ROELSE, Schel
der tegenwoordige,
w GERLACH VAN
luis „Ter Schelde
n
gen
ir. AdresBureau
Irrant."
Esse meer dan
innenfabriek,
ingevoerd
met relaties
motto „Linne#
(ureau van dit b': 1
Faillissementen In Nederland.
Volgens mededeeling van Van der
Graaf Co.'s Bureaux voor den
Handel zijn over de afgeloopen week
in Nederland uitgesproken 46 faillis
sementen, tegen 28 in dezelfde week
van het vorige jaar.
Roman van G. H. v. D.
(Nadruk verboden.)
O
Zoo voeldezij de behoefte aan liefde
en gaf zich over aan haar overspan-
nen droomen, inplaats van hen, die
naar haar hand dongen, ook maar
ernstig en onderzoekend aan te zien.
De verschijning van Harleyop het
SH het donkere vermoeden, dat er
voor haar familie een crisis ophanden
wns, eindelijk de gebeurtenissen, die
p geschilderd hebben, hadden haar
öe oogen geopend voor het tegen
woordige, haar uit haar droomleven
gewekt en juist nu toen zij hoorde,
a' de lievelingsgestalte harer droo-
®en in werkelijkheid zoo bestond als
™ar fantasie haar had voorgeschil-
I '25).
I
bewust
kome:
was er langzamerhand en on
een gevoel in haar hart ge-
n. dat haar geheele wezen tot
j.n anderen man heentrok, op wien
1 'Ot nu toe nauwelijks gelet had.
Stel u voor lezer of lezeres, dat u
uit de Staatsloterij de 100.000 ten deel
valtwat zoudt ge op het oogenblik,
dat ge dit vernaamt, doen hoe zoudt
ge u gedragen zoudt ge uw kalmte en
zelfbeheersching kunnen bewaren, of
in een staat van opwinding geraken,
misschien gansch buiten u-zelt? Ge
weet het waarschijnlijk zelf niet, hoe
ge er aan toe zoudt zijn.
De gelukkige winners van een ton
gedragen zich zeer verschillend, zooals
de directeur der Staatslo erij aan een
medewerker van het „Rott. Nwbld."
mededeelt. „Is het moment, dat de
ton valt, niet plechtig vroeg de
medewerker, „dat had ik graag eens
meegemaakt." Ja, dat was wel
aardig geweest, luidde het antwoord.
Er is dan wat gegons van stemmen,
maar toch eigenlijk niets bijzonders.
Onlangs trof het, dat onder het publiek
een man stond, die het nummer van
een hoogen prijs had. En die brave
wist zijn blijdschap niet beter te uiten,
dan door stevig te schreeuwen
Verrrjullie nou allemaal
maarEn hard weg te loopen
Er zijn er ook, die rustig vijf en-
tachtig bankjes van duizend opsteken,
goeie morgen zeggenen wegwandelen.
Van één zeer verstandige is de
geheugenis bij de Staatsloterij be
waard.
Hij kwam zijn „ton" pas na een
half jaar halen, een eenvoudig Bra-
bantsch boertje.
De blijdschap is bij mij nu wat
gezakt, zei hij, m'n g'eie vrinden zijn
't wel vergeten en ik kan er nu rustig
van profiteered
Niet altoos zullen de lui van het
hooge lot zoo verstandig zijn.
„Worden er veel prijzen niet afge
haald?" vroeg een kianlenman.
Niet veel. Toch nog itdere loterij
drie a vierduizend gulden. Er gaan
weieens vaak briefjes verloren. Hoe
wel tegenwoordig per request aan de
Koningin na afloop van den termijn
van drie jaren voor verloren gegane
briefjes de prijzen nog kunnen worden
opgevraagd, waarvan veel gebruik
wordt gemaakt.
Worden de prijzen spoedig af
gehaald
Niet altoos. Er zijn uit den aard
lui, die ver weg wonen, in Indië
bijvoorbeeld. Onlangs is de ton in
Indië gevallen en dan duurt het een
poos. Maar veelal zijn de gelukkigen
er gauw bij.
En dat is het prettige van slezen
dienst, zei de directeur. De lui, die
hier op het bureau komen zijn altijd
in een goeie bui, je ziet hier niets
dan lachende gezichten.
Inderdaad, dat moet prettig zijn om
alle menschen, waarmee men ambts
halve in aanraking komt, blij en
De jonge kunstenaar leefde voor het
ideale streven, waaraan hij zich ge
wijd had, de adel van zijn karakter
had hem zelfs de hoogachting van
haar vader afgedwongen, hij had
oogenschijnlijk ook haar beeld in zijn
hart bewaard, en als in het toover-
sprookje maakte een fee hem nu ook
tot den afstammeling van een voor
naam geslacht en tot erfgenaam van
rijkdommen. Hij was een man, wier.
elke gravin haar hand kon bieden,
zonder af te dalen. Maar zonderling,
nu haar vader Adda scheen aan te
sporen, de hand naar hem uit te
strekken, voelde zij haar hart in andere
ketenen.
Zij had tot zichzelf kannen zeggen,
dat het plichtgevoel was, wat haar
Jeed aarzelen, Boitenstern's offer aan
te nemen, dat zij het den man, wien
zij hoop had gegeven en dien zij
had leeren hoogachten, verschuldigd
was, haar woord jegens hem te hou
den; zij had er zich mee kunnen
verontschuldigen, dat zij de liefde
van Martha voor Benno ontdekt had
en haar vriendin het offer schuldig
was, maar beide voorwendsels be
stonden in waarheid niet En ijskoud
vroolijk te zien. Wanneer men ten
minste de zon in het water kan zien
schijnen en zijn medemenschen een
goed hart toedraagt.
Tot zulke rechtgeaarde menschen
behoorde zeker Amerika's grootste
burger Benjamin Franklin, en als een
bewijs daarvoor kan gelden de hxief,
door hem den 22en April 1784 uit
Parijs geschreven, welke luidde
„Hierbij gaan tien Louis d'orik
geef ze u niet, maar ik leen ze u.
Als gij in uw land terug zijt, zal het
u ongetwijfeld wel gelukken een of
ander beroep le vinden, dat u in
staat stelt uw schuld af te doen. In
dat geval moet ge mij betalen door
het u nu geleende bedrag te leenen
aan een knap man, die in nood zit,
onder dezelfde voorwaarden, als ik u
maak.
„Zoo hoop ik, dat dit sommetje
een geruimen tijd van hand tot hand
zal gaan, voordat het in handen valt
van een schurk, die het voor zich-
zelven houdt.
„Ik heb deze manier van doen
uitgedacht ten einde met weinig geld
het meeste nut te stichten want daar
ik niet rijk genoeg ben om veel te
kunnen besteden aan dit soort van
uitgaven, moet ik zuinig wezen en
mijn kapitaal zoo dikwijls mogelijk
omzetten."
De goede wil en de practische
bedoelingen van Frankli n spiegelen
zich in dit verhaal duidelijk af.
„Het geld moet rollen," dacht hij
en „de een moet den ander helpen".
De bekende Fransche schrijver
Alexander Dumas ioonde een eveu
goed hart te bezitten. Hij ontmoette
op een avond een oud vriend, wien
het allesbehalve naar den vieeze
scheen te gaan.
Waar eet je vroeg Dumas heir.
Vandaag nergens.
Ga dan met mij mee.
Hij nam den stumperd mee naar
huis, gaf hem de eereplaais aan tafel
en verheugde zich er over, dat zijn
gast, die waarschijnlijk in langen tijd
geen fatsoenlijk middagmaal genoten
had, naar hartelust kon smullen.
Bij zijn vertrek zei Dumas eenvou
dig weg tegen hem
Zeg eens, oude jongen, 'tspieekt
van zelf, dat je morgen om dezen
tijd weer hier bent.
Gedurende vele jaren bleef deze
vriend een dagelijksche gast aan Du-
ma's tafel.
In 't begin voelde hij zich bezwaard,
zonder meer de weldaden van zijr.
vriend aan te nemen.
Ais je mij mijn diner niet eer
lijk laat verdienen, durf ik niet tel
kens terug te komen. Toe, bedenk je
eens, is er niets waarmee ik je van
nut kan zijn
Dumas dacht na.
werd zij bij de gedachte, dat men nu
ernstig van haar kon vorderen, dat
zij slechts uit dankbaarheid iemand
zou liefhebben en toebehooren, die
haar in werkelijkheid een vreemde was
geworden, ofschoon haar droomen
zich zoo lang me hem hadden bezig
gehouden.
Graaf Wildenfels had tot Adda ge-
gezegd, dat hij morgen vroeg Benno
zou opzoeken en hem tot haar bren
gen. Op haar gezegde, dat Boltenstern
een andere schikking had getroffen,
had hij geantwoord, dat niemand er
hem van zou terughouden, den drang
van zijn gevoel te volgen en het on
recht goed te maken, dat hij jegens
den beeldhouwer bedreven had. Adda
had zich moeten schikken. Nu echter,
nu zij met Martha alleen was, nu in
den stillen nacht op haar slaapkamer,
sloeg zij plotseling haar armen om
den hals harer vriendin en stortte
haar hart voor haar uit.
„Wat moet ik doen klaagde zij,
„Niemand zal mij geloover., men zal
mij voor wankelmoedig en grillig
houden en dat met recht, want ik
begrijp zelf niet, wat er met mij ge
beurd is,wat mijn gevoelens veranderd
Ja, ik zou wel een grooten
dienst van je willen vragen.
Ik hoop, dat ik dien vervullen kan
Zou je zoo vriendelijk willen
zijn iederen middag om twaalf uur
even naar de nieuwe brug te gaan
en te kijken hoeveel graden de ther
mometer wijstIk heb er verharend
vee! belang bij, omdat in den schouw
burg nog al eens stukken van mij
opgevoerd worden en het bezoek is
erg afhankelijk van de temperatuur.
De man beloofde er voor te zullen
zorgen en iederen middag aan tafel
was het eerste wat hij zeiVanmid
dag was het zooveel graden in de
schaduw.
En iederen middag drukte Dumas,
wien dit bericht in werkelijkheid geen
belang inboezemde, zija vriend de
hand en zei
Dank je wel, hoor, dank je wel.
Jongen, je weet niet, welk een dienst
je me hiermee iederen dag bewijst.
Dumas' gast za! hem zeker zeer
erkentelijk geweest zijn. Van eten in
restaurant of beter gesproken in een
fashionabele zomerplaats der Ver-
eenigde Staten is de eigenaar van
een der grootste hotels op de ge
dachte gekomen, zijn gasten een waar
Dorade» te bezorgen, en het schijnt
dat hij met dit eigenaardig denkbeeld
niet alleen de waardeering zijner zo
mergasten verworven heeft, maar ook
zelf zijn kosten goed gemaakt heeft.
Allereerst is het personeel verbo
den fooien aan te nemen. Een der
gelijk verbod bestaat nu ook wel in
vele andere dergelijke inrichtingen,
maar alleen pro forma, want het
wordt herhaaldelijk overtreden, omdat
het, om zoo te zeggen, bij de gasten
gewoonte geworden is, zekerekleine
diensten door den gebruikelijken „tip"
te koopen.
In dit hotel is het echter den vrij -
gevigsten gast onmogelijk met fooien
te strooien, zoo dikwijls een uiting
ook van ijdelheid.
Zoodra namelijk de gast in het
hotel aangekomen is en de prijs voor
zijn verblijf is bepaald, kan hij naar
believen eten en drinken en rooken,
enz., zonder daarvoor ook maar éen
cent extra uit te geven. De eetzaal,
de bar en het rookmateriaal staan,
op grond van den overeengekomen
prijs, geheel tot zijn beschikking. Hij
kan zich vergenoegen met een glas
mineraalwater of een flesch champag
ne laten aanrukkenhij kan zijn
pijpje met Virginiatabak genieten of
uit de duurste Perfecto,den rook doen
kringelen. De prijs per dag of per
week blijft er dezelfde om. Tenge
volge hiervan komt de gast er nooit
toe, behoudens dan het dag of week-
bedrag, ook maar een cent uit te ge
ven, omdat hij alle mogelijke gemak
ken genieten kan. Natuurlijk heeft de
hotelhouder ook met personen reke
heeft, alsof ik plotseling een andere
was geworden. Wil je me gelooven,
Martha, als ik je zeg, dat ik sidder
van angst bij de gedachte, dat Benno
Wildenfels mij liefheeft?"
„Twijfel je aan hem?"
„O, ik wilde, dat ik dat kon. Ik zou
dan geen ondankbare jegens hem zijn,
ik zou een recht hebben, den wensch
mijns vaders niet te gehoorzamen.
Maar men kan duidelijk uit de regels
van Boltenstern lezen, dat Benno in
stilte op mijn jawoord rekent."
„Dwaas kind, en je zegt dat, alsof
het je met angst vervulde Wat
vrees je dan De man, die je reeds
jaren hebt liefgehad, is je trouw ge
bleven, is je waard, het geluk lacht
je toe."
„Houd op, Martha, je vergist je,
ik heb hem niet lief en heb hem
zooals ik nu duidelijk inzie in
waarheid nooit liefgehad, maar mij
slechts overgegeven aan dwepende
gevoelens, warrvan zijn ideaal beeld
het middelpunt vormde tot een
ander plotseling in zijn plaats trad.
Je f taart mij ongeloovig aan, iaat
mij je dan bekennen, dat het Guido
Boltenstern is, dien ik liefheb. Wat
ning te houden, diealleen om den ho
telhouder niets te schenken er maar op
los pimpelen het tarief is evenwel
zoo hoog, dat dergelijke gevallen het
succes van het systeem riet belangrijk
schaden.
Zoo wordt er telkens wat nieuws
bedacht. Een nieuwe vinding, of in
elk geval iets nieuws voor ons Wes
terlingen, is een val voor zekere las
tige diertjes.
In West China heeft een Engelsche
reiziger, dr. Edward Hindie, kennis
gemaakt met een merkwaardig toe-
sielletje, waaruit weer eens blijkt wat
practische menschen de Chineezen
toch zijn. in elk land is de jacht ®p
een zeker lasti' insect toeverirouwd
aan de vaardigheid der vingers, in
China kent men een specialen vlooi-
enval. Vooral in de provincie Sziëst-
skhwan, waar de onzindelijkheid haar
toppunt schijnt te bereiken, doet het
toestelletje uitmuntend zijn plicht. De
val bestaat uit twee in elkaar ge
schoven bamboebuisjes, met een
lengte van 30 c.M.het binnenste
rietje bevat een kleverige stof, terwijl
de ingangen der buisjes bedekt zijn
door een gaasje, waardoorheen de
vlooien kruipen en dan gevangen
worden.
Het apparaat legt men in de bed
den of op andere vlooirijke plaatsen.
Dr. Hindie zegt, dat het instrument
werkelijk doeltreffend werkt en dat
men het in alle streken, waar pest-
epidemiën voorkomen, eigenlijk moest
gebruiken.
Niet in alle opzichten zijn de Chi
neezen zoo hygiënisch zindelijk te
noemen. Iemand, die sinds korten tijd
in het Hemelsche Rijk gevestigd is,
schrijft over het Chineesche theater,
of zooals de Chineezen het noemen
„Sing Song", o.m. het volgendeDe
lucht in een Chineesch theater is af
schuwelijk, bovendien kan men bijna
niet zien van den rook, laat staan de
slechte verlichting en niet hooren
door het aanhouden oorverdoovend
geraas, zoowel op het tooneel zelf als
in de zaai.
En dan vervolgt de schrijver zijn
beschrijving aldus
De zaal, die door 6 gaspitten ver
licht is en ongeveer een oppervlakte
van 900 vierkante meter heeft, is
vierkant. In het midden bevindt zich
de eerste rang. Daar zit men aan
taiels voor ongeveer acht personen
elk en krijgt men thee en versnape
ringen. Daarachter de derde rang.
Aan den kant zit men onder afdaken,
wijl zich daarboven een galerij be
vindt. Gewoonlijk wordt de galerij
ingenomen door de dames, die echter
onder het publiek zeer schaars te
vinden zijn. Versnaperingen, die aan
de toeschouwers van den eersten rang
alsmede aan de dames worden toe-
ik voor Benno Wildenfels voel, zal
ik weten, als ik hem heb weergezien,
maar zooveel is zeker, zijn aanblik
zal niet kunnen uitwisschen, wat
mijn geheele hart met bewondering,
liefde en ontroering vervult, als ik
denk, wat Boltenstern gedaan heeft,
om mij zijn toewijding te bewijzen
als ik denk, hoe snood ik dezen man
heb behandeld, omdat ik zijn hart
nog niet kende, en hoe edel, hoe
groot in zelfbeheersching en zelfop
offering hij zich getoond heeftIk
heb gedweept met een droombeeld,
dat ik mezelf had geschapen, dat mij
echter in waarheid verre stond nu
pas is mijn hart warm geworden, hier
heeft het in levendige gevoelens liefde
opgevat voor den man, die bewezen
heeft, dat mijn geluk hem dierbaarder
is dan zijn eigen geluk."
Martha was beurtelings bleek en
rood geworden, haar gelaat gloeide,
zij scheen niet te weten waarheen zij
haar oog zou wenden, opdat Adda er
niet in iezen kdn, wat zij niet waagde
te denken, nog veel minder uit te
spreken.
(Wordt vervolgd.)