AK 2000 750 300 25 i50".rioo FÊêrSe Blad iHiaiiï INBIEHNGEN De Strijd om nn Bravenkroon. en van \kkrum NK RABAT, 17 dl AIM IJ AR I Verkoopsn, TAANVRA6EN )e Band des Bloeds. MEISJE t ri OEiN. No- 14 32e Jaargang ZATERDAG Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen jiiiTiissMÉSIilaiiM. Verkooping, pcdcrti, )laatst CiFMEENTEBESTUUR FEUILLETON Brieven uit de Hofstad EN iid. AAL 1^14 USSINGSCHE COURANT abonnementsprijs: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30 per drie maanden. Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20 Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 - Afzonderlijke nummers 3 cent iini: [iM VM Bi ÏEtöfIt, Kleine Nutl 58. Wisinpi, tilelw Inlett. IB ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 10 cent Driemaal plaatsen wordt tweemaal berekend. Bij abonnement speciale prijs Reclames 20 ct. per regel Dienstaanbiedingen en,-aanvragen 5 ct. per regel De abonnés, in 't bezit eenei polis, zijn GRATIS verze kerd tegen ongelukken vooi gulden bij levens lange ongeschikt heid tot werken gulden bij dood door een ongeluk gulden bij verlies van een hand, voet of oog gulden bij verlies van een w ijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger J? worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot of tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. Alg. Verzek. Bank" te Schiedam Deze Uttltesringcf -nTl'ITTT* f™"*"HlT Y r-r—-TVfv—ma»—-BHMMIMM— tl twijnt. LI i ra», 111 r»»- HHMI uin -rrnrrraMaÊfr^r^m^mnrrra^jf - -m—.-tvTj—eja—i^— .W NGRIJKE iris J. C. PAAP te Viis- i zal Maandag 19 tarl en Dinsdag 20 heide dagen des raid- ■ecies in de groote Ifé de „Oude Vriend- heer BUNING, Markt |ke sorteering I uitgebreide collectie ;he, Smyrna, Axminster petten.Echte Perzische el, divan en kapstok- en tapijten voor vaste inden. Tule en vitrages >rdijnen. Een prachtige goederen, als Tafel- etten, Damastentafel dames confectiegoe- ag- en nachthemden, Joopen, Rose en bl. ekens, spreien enz. MAANDAG 19 uormiddag van 10 tot voor of op 1 Mei 19)4. (achter den Winkel.) v. d. VAATE. oor direct Pasteitjes en jtbroodjes. gels f 0.25, iedere :ent. Zonder rabat, ïlaatsen wordt twee- ié* een natte BEKENDMAKING, igifte van nieuwe Leerlingen voor de Openbare Lagere Scholen. Burg. en Weth. van Vlissingen brengen ter kennis van belangheb benden, dat op MAANDAG 16 FE BRUARI a. s. als leerlingen tot de Scholen A (Coosje Buskenstraat,) B (Hendrksfr.) en F (Joost de Moor straat) kunnen worden toegelaten kinderen van On- en Minvermogen den, die op het tijdstip der toelating zes jaren oud zijn. De aangifte der nieuwe leerlingen kan geschieden van Maandag 19 Ja nuari tot en met Maandag 26 Januari e. k., des voorniiddags van 9—12 uren, ter Gemeente-Secretarie, (Grif fie.) 1 Bij de aangifte wordt men verzocht mTrouwboeKjemede te brengen. Vlissingen, 15 lanuari 1914. Burgem. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WiTTEVEEN. De gebeurtenissen, die sedert eeni- gen tijd in een tot dusver door de uiten-wereld weinig genoemde gar nizoensplaats in Elzas-Lotharingen laats hebben gehad, zijn onze lezers ekend. Sedert den aanvang van de laatste maand van het afgeloopen ,ar is schier geen dag voorbij ge- ;aan of men heeft over hetgeen te abern en te Dettweiier is voorge- allen, liet een en ander kunnen ernemen. Het feit, dat een jong of ficier zich zeer onheuscb, zoo niet erger, tegenover een overigens vreed zame bevolking gedragen heeft, trekt anders geen verdere belangstelling dan tot de daarbij het meest betrok kenen in alle landen komen nu en dan soortgelijke feiten voor, die mo gelijk tot een interpellatie in het parlement aanleiding geven, doch waaraan de buitenlanders zich al bij zonder weinig laten gelegen liggen. Hoe geheel anders is het hier het eval geweest. Nog waren de feiten niet bevestigd of reeds was een itorm van verontwaardiging opge stoken, niet alleen in het gansche ijksland, maar over geheel Duitsch- nd, dat zich pijnlijk getroffen voelde en gekwetst in de beieediging het staan ten dienste. Vliss. Courant." I OMEND ifst uit den boeren- lureau dezer Courant. 2.64 1.35 6.54 7. 1.53 1.25 90). Roman van G. h. v. D. (Nadruk verboden.) O— 7,50 öc 10.38 O 5.45 7.50 1.19 8.54 5.34 5.51 5.18 5.31 5.51 Somt de boot later litachknd. u. en b K&, Oberbaueao, j ijui de D-tieineii zouter 11 -3mjaiissi tgl. 7.14 <1 H- i 1 8.— 8.57 R 8.20 r» 9.47 8.64 10.52 11.02 II - 11.52 123) „Daarin vergis je je. Het meisje mag achtbaar zijn, van haar familie kun je dat moeilijk zeggen. Haar va- der is een dronkaard." „Wie zegt dat? „stoof Wolfgang E heftig op. „Trost misschien? Dan is i Ihij een leugenaar." „Wildenfels, je bent verschrikkelijk if opgewonden. Baron Trost is een gentleman hij heeft ook niet de min ste reden, de zaak valsch voor te stellen. Hij heeft het zelf gezien, dat het meisje, toen zij den winkel ver laten had, een man uit een kleine steeg afhaalde, die waarschijnlijk haar vader is. De man was stomdronken, hij kon nauwelijks loopen. Zij moest hem steunen zijn toestand wekte bij alle menscheo op straat tegenzin rtn aikutr op." Wolfgang staarde den baron aan. z.g. burgerdom door de mannen van de sabel aangedaan. En daarbij bleef het niet; aan de2e zijde der Voge zen, in Frankrijk, trilde op eenmaal weder de gevoeligste snaar van het sedert den oorlog van '70, zoo zwaar op de proef gestelde Franscbe nationaliteitsgevoel. Immers de hoon door officieren als Schadt en Forst- ner, al dan niet volgens instructies hunner superieuren, den inwoners van het Rijksland aangedaan, trof recht streeks het Fransch gemoed, daar nog geen halve eeuw geleden, deze inwoners louter Fransche burgers waren en het in hun hart nog zijn. Men mag denken over het vele geniale, dat de man die het Duitsche Rijk feitelijk heeft gesticht, prins Bismarck, wat men wil, maar in éen ding heeft hij zich verg st, en dat is in de diepte van de wonde, die hij, door aan Frankrijk twee bloeiende provinciën te ontnemen, geslagen heelt. Al de vernederingen van dien rampzaligen krijg, al de ellende, al de rampspoed die nu eenmaal het deel van den overwonnene zijn, heeft het Fransche volk manmoedig weten te dragen. Het door den oorlog ont redderde land is, spoediger dan iemand kon vermoeden, de eigene lasten van den krijg te boven geko men en bovendien nog de zware oorlogsschatting van vijf milliard aan Duitschland opgebracht. Het jongere Frankrijk, heeft zich, met de nieuwe generatie die na het rampjaar is ge boren en opgegroeid, als het ware verjongd. Het staat, vooral sedert de laatste drie jaren, weder op zijn oude plaats in de eerste rij der machtige Europeesche volken. Maar éen zaak is er, die zoomin de vorige als deze generatie te boven is kunnen komen, gelijk evenmin de eerstvolgende ge slachten in het land van Marianne haar zullen o'verwinnente vergeten n. 1. dat het Duitsche Rijksland van nu, eenmaal deel van Frankrijk uit gemaakt heeft. De oude Bismarck en de zijnen voorspelden, dat de inwoners van Elzas-Lotharingen zich spoedig ge noeg volkomen Duitschers zouden gaan gevoelenwelnu, zoo ooit een woord van dezen toch zoo grooten Staatsman te niet gedaan is door de feiten, dan wel zijn verzekering, dat de pacificatie van het Rijksland nog een kwestie zou zijn, die in de 19de eeuw zou blijken geheel te zijn op gelost. Reeds is een achtste deel der 20ste eeuw verstreken en Duitsch land staat nóg in zijn verhouding tot de inwoners van het veroverd gebied vrijwel geheel gelijk het stond op den dag der inlijving. Ruim 40 jaren zijn verstreken, waarin de Duitsche regeering niets onbeproefd liet, de inwoners van den Elzas en van Lotharingen zooveel Hij kon er niet aan twijfelen, of Trost had hierin de waarheid ge sproken. Waarom zou de oude Wil denfels ook geen drinker zijn Als Trost dit verzekerde, dan was het opgehelderd, waarom Wally's vader zich nu ziek voelde, daarom had Wally zich misschien geschaamd, een vreemde bij hem te brengen. „Het kan zijn,"antwoordde hij, door deze verklaring nog te meer te gen Trost verbitterd, want het moest hem nu dubbel pijnlijk zijn, dat de baron hem was nagegaan, „de broe der van de jonge dame is een ta lentvol kunstenaar. Ik vind het hoogst onpassend van baron Trost, dat hij heimelijk mijn wegen nagaat en grap pen verkoopt, over wat hij heeft af geluisterd. Ik neem mijn woorden tegen hem niet terug Hij moet zich verontschuldigen, om vergeving vra gen." Trost haalde de schouders op. „Dan zal er wel geen vergelijk mogelijk zijn," antwoordde hij en nam spoe dig daarna afscheid, Wolfgang aan zijn beschouwingen overlatend. En Jjzv waren bitlsr genoeg. Hij bad eer. meisje voor zijn bloedver mogelijk tegemoet te komen, er zoo veel mogelijk Duitschers van te ma ken, met alle haar ten dienste staande middelen. En thans, de gebeurtenis sen te Zabern en elders, hebben dat werk van 40 jaar volkomen te niet gedaan. „Bijna in een vijandelijk land", aldus wordt in militaire" krin gen het Rijksland aangeduiden de Rijkslanders zelf, zij beschouwen in hun hart Duitschland ais nog het vijandelijk land te zijn, dat het was, 43 jaar geleden. Men heeft de ver slagen over het deze week in den Landdag van Elzas-Lotharingen ge sprokene maar te lezen, om als het ware bij eiken zin te ervaren, hoe diep in de harten dier Rijksland- afgevaardigden de klove gaapt, tus- schen hen en het overige Duitschland. Het is aan deze bijzondere om standigheden te danken, dat de ge beurtenissen van Zabern en Dettwei ier, en, mogen wij er thans wel bij voegen, ook die van Straatsburg, waar de krijgsraad zijn jongste vrij sprekend vonnis geveld heeft, een beteekenis erlangen, tot ver buiten de grenzen van een plaatselijk con flict zich uitstrekkend. Immers over en weer, tusschen deze Rijkslanders en de Rijkduitscbers, tusschen de be woners van het te kwader ure bij hef Duitsche rijk ingelijfd gebied van Frankrijken de bewoners van Duitsch land, die zich niet anders dan Ger manen gevoelen, is op eens weder de onheilspellende diepe afgrond zichtbaar geworden, die volk van volk, ras van ras, bloéd van bloed scheidt. Wat in het Rijksland de bevolking, althans grootendeels, weerhouden heett en weerhouden zal nog langen tijd, zoo niet immer, om zich goede Duitschers te gevoelen, is niet een tekort in erkenning van hetgeen het nieuwe vaderland aan goeds heeft pogen tot stand te brengeneven min is liet een wegcijferen van het waarlijk vele, dat de bevolking na haar afscheuring van Frankrijk heeft ontvangen. Maar alle pogingen om de echte Duitsch gezindheid, hetzij door vermenging, hetzij door emi gratie onder de bevolking van het Rijksland aan te kweeken, zijn vol komen verkeerd uitgekomen. Want grooter dan de berekeningen van Duitschland's grootsten staatsman, want verder en machtiger dan de macht reikt van dezen derden keizer over het groote Duitsche Rijk, want sterker dan de sterkste banden, die een regeering zal willen binden om heel het Rijksland heen, ten einde het onwrikbaar vast te hechten aan het groote Duitsche vaderland, klopt de hartslag van het Fransch gezind Elzas-Lotharingen en wordt van uit zijn hartekamers het Gallisch bloed door de aderen van heel het wante uitgegeven, wier vader zich aan de laagste ondeugd schuldig maakte. Nu had hij er de verklaring voor, dat de oude Wildenfels ver armd was, dat zijn uitzicht ziekelijk was maar des te onbegrijpelijker was het hem dan, dat de oude heer zijn voorschot voor het beeld had af gewezen, als hij niet wilde aanne men, dat het geraffinneerde plan ten grondslag had gelegen, om hem door gehuichelden trots te boeien. Wally de dochter van een dronk aard In zijn stemming was hem de ge dachte, dat hij morgen duelleeren moest, bijna een troost. Er zijn stem mingen, waarin het leven ons on verschillig wordt, waarin de dood ons de beste oplossing schijnt van verwikkelingen, waartoe de lust en de moed ons anders ontbreekt. Toen Wolfgang den volgenden morgen ontwaakte, stond Georg voor zijn bedhet geruisch der binnen- tredenden had hem gewekt. Hij ver trouwde zijn oogen niet, hij dacht, dat zijn broeder op het slot was. „Je komt zeer gelegen," zei hij, naar de klok ziende, „over twee uur veroverd, maar nog steeds niet voor goed verworven gebied gestuwd. Waar de band des bioeds spreekt daar zwichten alle berekeningen, alle pogingen, alle machtendat is de les die het kleine Zabprn, niet alleen aan de regeering te Berlijn, maar aan alle regeeringen over de geheeie wereld, opnieuw heeft voorgehouden. Verkeerswegen. Het vraagstuk der verbetering van de verkeerswegen in de binnenstad is een stapje nader tot de oplossing gebracht, nu verleden week ook in de Eerste Kamer het wetsontwerp tot onteigening ten bate van de ver betering is goedgekeurd. Eindelijk zal dan nu een stuk worden afgewerkt van het algemeene en groote plan tot verbinding der diverse stadsgedeelten. De groote kosten die met deze ver beterde verkeerswegen gepaard gaan zijn weliswaar enorm en worden in ons land helaas nog niet vergoed door hen, die rechtstreeks het meeste profijt trekken van de verbetering. Weliswaar is de gemeente in de weer om de onteigening per zöne te ver krijgen, waardoor de gemeente althans gedeeltelijk profileert.Deze onteigening toch strekt zich verder uit dan de eigenlijk benoodigde terreinen. Wanneer de gemeente een straat ter breedte van twintig meter wenscht te breken door de huizenrijen heen, tracht ze te koopen of te onteigenen een breedte van 60 Meter. De twintig meter ter weerszijden van den nieuwen weg woiden verkocht ter bebouwing. Het voordeel zit voor de gemeente hier in, dat zij bij detverandering van de ingebouwde terreinen, die uiteraard minder waard zijn, tot gevel-terreinen en de stijging in de waarde van den grond profiteert. In andere landen bestaat reeds lang een belasting op de waarde vermeerdering van den grond, een factor waarmede in ons land geen rekening wordt gehouden. De billijkheid van een dergelijke helasting of van een zone-onteigening ligt voor de hand. Een vervallen huisje in een steeg, die tot straat verbreed wordt, komt opeens aan een verkeersweg te ligger, en wordt eenige malen den vroegeren prijs waard. De gemeente zou de kosten hebben te dragen en de eigenaar van het huis boft op schromelijke wijze. De nieuwe verkeersweg, om daarop teiug te komen, tot welks aanleg het onteigeningswetje thans de gelegen heid opent, zal inderdaad in een groote sinds jaren bestaande behoefte voorzien. De residentie groeit in vier hoeken uit. Oorspronkelijk bestond de stad heb ik een duel uit te vechten, nu be hoef ik den brief niet te schrijven en kan het mondeling afmaken." „Een duel riep Georg verschrikt. „Met wien Waarom „Het „met wien is onverschil lig; 't „waarom is niet zoo ge makkelijk te beantwoorden. Vertel mij eerst, wat je zoo onverwacht te rugbrengt. Is de man, dien ik ge zonden heb, op het slot geweest? Heeft hij je vriend ontmaskerd Georg knikte toestemmend. 1 Iet was hem nog niet mogelijk, de ge dachte te begrijpen, dat zijn broeder zich aankleedde, om missshien in den dood te gaan. Geen spoor van aandoening op het gelaat van Wolf gang wees op den ernst van zijn voor nemen. De woorden, dat hij nu geen brief behoefde te schrijven, schenen Georg oneindig nietig, als tenminste de geheele zaak geen onbetamelijke scherts van zijn broeder was. „Spreek dan toch, vertel op," zoo herhaalde Wolfgang, terwijl hij voort ging, zijn uniform aan te trekken. „Heeft vader den beeldhouwer ook teruggezonden „Hij maakte gemeene zaak met uit een langen smallen verbindings weg tusschen Rijswijk en Schevenin- gen, die langzamerhand tot een verkeersweg is geworden. Naar mate zijwegen werden aangelegd, ontstond meer en meer een wijk, die tot een dorp werd. Tot diep in de zestiende eeuw werd den Haag onder de dorpen of vlekken gerangschikt. Eerst in het begin der zeventiende kreeg den Haag het karakter van een stad. De uitbreiding groepeerde zich in de onmiddellijke nabijheid van den ouden verkeersweg. Natuurlijk waren de straten nauw. Onze voorvaderen zullen wij er geen verwijt van maken, hoewel een beetje meer vooruitziendheid waarlijk geen overbodige weelde zou geweest .zijn. .Nu na driehonderd jaar ondeivinden wij de moeilijkheden van den willekeurigen aanleg. De doorbraak die thans zal moeten ge schieden, is om tegemoet te komen aan het euvel der smalle straten, dat in de jaren 1600 en vroeger is ont staan. Eén nuttig werk hebben onze voorvaderen verricht al hebben zij er niet de bedoeling mee gehad die thans het nut vormt. De aanleg der grachten is een goed idee geweest. Thans kunnen ze gedempt worden en vormen deze straten althans breede verkeerswegen. Tot 1570 had den Haag geen grachten. Toen eerst werd een begin gemaakt dat echter slechts zeer klein was, omdat Delft zich er tegen ver zette. In 1615 werd de Bierkade gegraven, die als een singel om een gedeelte van de stad lag. Later werd deze singel uitgebreid, zoodat om streeks 1625 de cirkel was gesloten. De Prins gaf te kennen, dat deze grachten niet voldoende waren indien er geen wal aan verbonden was. üe magistraat zag dit in en op den len Mei 1629 werd aanbesteed het maken van een borstwering ter hoogte van vijf voet. Nauwelijks begonnen, ver zette wederom Delft zich tegen deze concurrentie als stad en zoo waar wist de overheid het door te zetten, dat het werk werd gestaakt. De naam Hoogewal houdt de herinnering leven dig aan het begonnen werk. Later is de kweslie van de omwalling weer eens ter sprake gekomen maar veel verder is ze niet gekomen. Feitelijk bleef den Haag op die wijze een dorp, ai werd zij als een stad erkend. Officieel heeft Napoleon den Haag tot stad verheven bij zijn bezoek in October 1811. De ontvangst was zoo hartelijk geweest, dat het Z. M. behaagde den Haag tot stad te pro- moveeren. De val van Napoleon heeft in dit opzicht geen verandering ge bracht. Volgens de nieuwe grondwet werd het bestuur der steden voor hun leven benoemd. Zoo kwam de stad den Haag in het bezit van 28 Harley," antwoordde Georg, „men weet niet, wie van beiden de huiche larij het verst heeft gedreven. Maar de zaak is zeer ernstigwij vreezen, dat het Hariey gelukt is, ons ge wichtige documenten te ontvreem den hij zoowel als de beeldhouwer geven zich uit voor wettige erfge namen van onzen verdwenen oud oom en hebben de draden zoo ge sponnen, dat het in hun hand ligt, de eer van onzen vader, van onze fa milie te compromitfeeren. Je hebt nu heiliger plichten, Wolfgang, dan om éen bagatei te duelleeren, iets anders is het toch niet." „Misschien toch wel," antwoordde Wolfgang, die opmerkzaam geluisterd had, op plotseling verandeiden toon. „Ben je er zoo zeker van, dat de beeldhouwer een huichelaar is, dat hij werkelijk met dezen Harley onder éen hoed speelt?" „Wolfsohn beweert liet, ook betrap te ik hem bij een heimelijke samen komst niet Harley. Vader was hem met groote welwillendheid tegemoet gekomen Hij ontkende hardnekkig, dat hij aan erfaam-praken dacht, in- trigèerde echter in stilte met den

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1914 | | pagina 1