25'
MAANDAG
5 JANUARI
"binnenland
feuilleton
le Strijd eet mfestin*
No. 3
52e Jaargang
91 K (BKIr., Kleine Merkt S3. Vlissingen. Telaloon istsrt. li
VerssSiijnt dagelijks, uitgezonderd op hlég en algemeen erkende Christelijke feestdagen
1914
VLISSINGSCHE C0URA1NT
ABONNEMENTSPRIJS: Voor Vlissingen en de gemeenten op Walcheren ƒ1.30
per drie maanden Franco door het geheele rijk 1.50. Voor België 2.20
Voor overige landen der Post-Unie ƒ3.35 Afzonderlijke nummers 3 cent
ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—4 regels ƒ0.40 voor iedere regel meer 10 cent
Driemaal plaatsen wordt tweern aal berekend. Bij abonnement speciale' prijs
Reclames 20 et. per regel Dienstaanbiedingen en -aanvragen 5 ct. per regel
De abonnés in 't bezit eener hij levens- n Pfflj gulden bij dood ft ft ft gulden bij verlies A f* ft gulden bij verlies ft ft gulden bij verlies
polis ziin GRATIS verze- #||||S| lange ongeschikt- Bi door ■igggg van een hand, 1 van 18311 va" een
kerd tegen ongelukken voor: heid tot werken g een ongeluk voet of oog AflJ'U een duim iWlK wijsvinger
Deze uitkeerlngen worden VERDUBBELD indien de verzekerden, voorzien van geldig plaatsbewijs, een ongeluk bekomen op trein, boot oS tram. De uitkeering wordt gewaarborgd door de „Holl. fllg.
gulden bij verlies
van eiken
anderen vinger
Verzek. Bank" te Schiedam
Van heden af zijn
weder POLISSEN
voor de GRATIS VERZEKE
RING op onze Courant ver
krijgbaar. Zij die hunne Polis
ter wijziging inzonden, Run
oen deze thans aan ons Bu
reau afhalen.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is thans in open
bare vergadering bijeengeroepen tegen
Dinsdag den 13en januari, des voor
middags te elf uur, ter voortzetting
van de behandeling van de oorlogs-
begrooting voor 1914 mei daarbij be-
hoorende wetsontwerpen en ter be
handeling daarna van het wetsontwerp
houdende machtiging lol verkoop van
het gebouw te Tanger, vroeger ge
bruikt als consulaatgebouw.
Vóór de hervatting van de beraad
slaging zal de stemming plaatsheb
ben over de motie v m orde van den
heei Ter Laan omtrent het niet-hand-
haven van de 3e herhalingsoefening.
De staatscommissie voor het
onderwijs.
De Staatscommissie voor het on
derwijs zal aanstaanden Donderdag
namiddag worden geïnstalleerd door
den minister van binnenlandsche
zaken.
De meeste bladen bevatten be
schouwingen over het instellen eener
Staatscommissie voor onderwijs.
Zoo schrijft „De Nieuwe Courant"
De samenstelling der bevredigings-
commissie leent zich tot verschillende
beoordeeling. Er zijn er, die zich
haar voorgesteld hadden als een col
lege van mannen, op onderwijs-ge-
bied ervaren, aan de staatkunde niet
vreemd en biijk gegeven hebbende
van een verzoenende gezindheid ten
aanzien van den schoolstrijd. Het zou
denzulken weinig moeite gekost heb
ben binnen een kort tijdsverloop het
compromis-voorstel te ontwerpen,
waarvan de minister in zijn rede van
11 December sprak.
Maar dan zou dat voorstel in de
Kamer terstond de zwaarste politieke
vuurproef te doorstaan hebben ge
had. En het ware zeer waarschijnlijk
daaronder bezweken. Het zou het
wellicht niet eens tot indiening als
parlementair initiatief-voorste! ge
bracht hebben. Het zou veeleer "als
een nieuwe twistappel het Binnen
hof zijn komen inrollen.
Thans is het bevredigings-denk-
beeld van minister Cort van der Lin
den allereerst aanhangig gemaakt bij
wat men zou kunnen noemen het
Roman van q. h. v. D.
(Nadrnfe verboden.)
O
79).
„Als uw vader, die toch zoo vrien
delijk met hem gesproken heeft, die
hem toch hierheen heeft ontboden,
misschien de bedoeling heeft gehad
u eerst voor- te bereiden, als hij ge-
wenscht heeft, dat mijnheer Wilden-
fels wachtte, tot men hem op het
slot riep en hij heimelijk getracht
had tegen de wenschen en bevelen
van den Graaf te handelenDan zou
•mijn vader in hetzelfde geval ook
boos geweest zijn."
Adda lachte smartelijk. „Ja," zei
zij, „maar het is de vraag, met wel
ke bedoeling vader dat deed. je ver
gist je zeer, als je denkt, dat het
gedaan is, om mij te ontzien, om mij
voor te bereiden of zooiets neen,
Martha, ik zie nu heel duidelijk;
mijn ouders wilden, dat ik, vóór ik
mijn redder wederzag, de beslissing
Senioren-kon vent der Tweede Kamer,
gekozen in dubbelen getale. De ar
beid der commissie is daardoor veel
moeilijker geworden dan die eener
„vredes commissie" geweest zou zijn
maar indien het haar gelukt tot heele
of gedeeltelijke overeenstemming te
geraken, dan is de kans van slagen
harer voorstellen in de Staten Gene
raal veel grooter dan die van welke
andere commissie ook had kunnen
zijn. Indien Lohman, Tydeman, Van
Wijnbergen, Ketelaar, Van der Voort
van Zijp en Ter Laan het op een of
meerdere punten van den schoolstrijd
binnenskamers eens kunnen worden,
dan zal daarover in het parlement
niet bitter meer worden gevochten.
Ook in de Eerste Kamer niet, wan
neer zij zich voor een wensch van
de overgroote meerderheid der Twee
de gesteld ziet. Dat is, vermoeden
wij, de gedachte geweest welke tot
deze samenstelling van de Staatscom
missie heeft geleid Het voorzitter
schap van dr. Bos is daarvan, ook
om het bijzondere standpunt door
hem reeds sedert jaren ten opzichte
van de schoolkwestie ingenomen, de
logische bekroning.
De „Maasbode" merkt o.a. op:
Als positief en levenbrengend be
ginsel, dat de commissie bij haar
zoeken naar de financieele regeling
in het oog zai moeten houden, is
aangegeven de „deugdelijkheid" en
de „krachtige vooruitgang" van het
onderwijs der jeugd. Zoo hebben we
het ook steeds verstaan. Laat beide
soorten van onderwijs streven naar
de huns inziens beste vorming der
jeugd, op eigen wijze. Wat dan de
hoofdzaak worden zal, de „regel", het
zal van de voorkeur der bevolking
afhangenal hebben wij uit de kracht
onzer overtuiging buitengewoon veel
moed in zulk een vrije, ongedwon
gen toekomst. Ieder op eigen wijze.
Dit is inde opdracht uitnemend uit
gedrukt in deze formuleering „On
der behoud van de opvoedkundige
zelfstandigheid van het bijzonder on
derwijl'.
Waarover ook beraadslaagd zai wor
den, de opvoedkundige zelfstandig
heid, dat is het karakter zelf der bij
zondere school, staat buiten debat.
Daarentegen zal overleg gepleegd
kunnen worden over de financieele
gelijkstelling en over de noodige
wijziging van art. 192 dei Grondwet.
Men herinnert zich, hoe beide moge
lijkheden de minimale voorwaarden
zijn geweest, die de Katholieke Ka-
merciub voor intrede in de commis
sie heeft gesteld. Weinu, over beide
zaken zal overleg kunnen plaats
hebben. Dat nu verstaan we in onze
hoopvolle stemming niet aldus, dat
onzerzijds zou kunnen worden afge
zien van een wijziging van art. 192
der Grondwet of zou kunnen worden
zou nemen over mijn toekomst en
de man, die mij om het grootste ver
trouwen heeft verzocht, dat een
vrouw der. man schenken kan, was
mee in het verbond.
Hij vond het goed, dat men dit
spel met mij dreef! Het schijnt
slechts al te waar te zijn wat mijnheer
Harley mij dreigend zeimijn ouders
vreezen groote verliezen en een rijke
pretendent naar mijn hand is hun
meer welkom dan ooit. Gisteren deed
graaf Boltenstern mij een huwelijks
aanzoek mijn vader en mijn broe
der zijn plotseling met hem zoo ver
trouwelijk geworden, alsof hij reeds
tot de familie behoorde waar
schijnlijk is alles reeds afgedaan en
zal men mij heden dringen, het ja
woord te geven, in mijn argeloos
heid zou ik zeker ook dezen wensch
mijner ouders vervuld hebben en
dan een man toebehooren, die ge
holpen had, mij snood te bedriegen,
ik zou mijn geheele leven onge
lukkig geweest zijn, want nooit
had ik het Boltenstern kunnen ver
geven, dat hij tot zulk een bedrog
de hand had gereikt. Maar de He
mel heeft mij daarvoor bewaard. Ik
opgegeven de eisch van de finan
cieele gelijkstelling.
Wie de ondei wijsgeschiedenis kent,
weet, dat het opgeven dier beide
eisclien voor rechls vlakweg onmo
gelijk zou zijn. Men zou, indien daar
op gezind mocht worden, beier doen
niet te beginnen. Dat kan gerust ge
zegd worden onder eenvoudige ver
wijzing naar den jarenlangen school
strijd en zonder dat op den moei
lijken arbeid onzer rechtsche com
missieleden maar eenigszins wordt
vooruit geloopen. Hun taak zal baar
gew chtig en ingewikkeld Karakter
ontleenen aan de moeilijkheid om
den modus quo vast te stellen, waar
op èn de financieele gelijkstelling èn
de nieuwredactie van art. 192 der
Grondwet zal worden bereikt.
„Het Vaderland" schrijftHet dunkt
ons bijzonder juist gezien, dat de
Staatscommissie werd samengesteld
enkel uit leden van de Staten-Gene
raal, en dan nog alieen van de Tweede
Kamer
In de Tweede Kamer (och moet
het compromis worden geslotenen
wanneer de Staatscommissie er in
slaagt tot een gemeenschappelijk
voorste! te komen, lijkt de aanneming
van zulk een voorstel reeds daardoor
gewaarborgd, dat het den steun zou
hebben van den voorzitter der ver
schillende Kamerfracties. Wij hopen
dan ook, dat er geen aanleiding zal
zijn voor de leden der Staatscom
missie om gebruik te maken van de
hun verleende bevoegdheid „om hun
gevoelen van dat der meerderheid
afwijkend te doen kennen."
Wat de opdracht betreft, kan men
niet anders zeggen, dan dat de re
geering haar standpunt bij de Memo
rie van Antwoord op Hoofdstuk i
ingenomen, en later bij het monde
ling debat verduidelijkt, volkomen
heeft gehandhaafd. We moeten heb
ben een deugdelijk openbaar en een
deugdelijk bijzonder onderwijs; dat
bij het laatste niet getornd mag wor
den aan „de opvoedkundige zelf
standigheid", waarmee het bijzonder
onderwijs staat of valt, is duidelijk,
maar in deze materie is het soms
noodzakelijk ook het overduidelijke
nog eens te accentueeren.
„Het Huisgezin" schrijft aan het slot
van een beschouwinkje
Wat de Troonrede in het verschiet
stelde, was niet meer dan een ver
hoogde subsidie, vergezeld van een
verzwaring in de voorwaarden. De
opdracht der staatscommissie omvat
feitelijk een algeheele regeling van
de kosten van het onderwijs, open
baar en bijzonder op één lijn gesteld,
waarbij voorwaarden, die de op
voedkundige zelfstandigheid van het
bijzonder onderwijs mochten kunnen
aantasten of bedreigen, worden uit
gesloten. We kunnen niet anders dan
zegen er nu je broeder voor, dat hij
zulk ijdel gepraat in je huis heeft
binnengebracht en verteld heeft, dat
ik reeds verloofd was. Dit bericht
heeft mijn redder zeker aanleiding
gegeven, van morgen vroeg naar het
slot te sluipen en zich zekerheid te ver
schaffen. Het moest hem wel zeer
vreemd schijnen, dat men hem ang
stig verre hield, terwijl men voor
mij den bruidskrans vlocht. En mijn
broeder hield met graaf Boltenstern
de wacht. Zij hebben goed opge
past, en omdat de man, wien ik mijn
leven te danken heb, zoo vermetel
was, in mijn nabijheid te komen,
hebben zij de dankbaarheid verge-
geten en hem van het goed ver
dreven.
„Zij mogen het misschien goed
meenen op hun manier," ging Adda
kalmer, maar met nog grooter bit
terheid voort „het heet het ver
standigste, als een meisje bij haar
keuze naar stand en vermogen meer
dan naar de stem des harten vraagt,
maar zij vergeten, dat men zich af
wendt, van hem, die onze innigste
heiligste gevoelens met voeten treedt.
Ik zal nooit iets doen, waardoor ik
tevreden zijn met de formuleering der
opdracht aan de staatscommissie mr.
Cort van der Linden's wensch, dat
het tot de gelijkstelling kome, is
daarin zeer duidelijk uitgesproken.
Moge de staatscommissie aan dit in
zicht beantwoorden.
De kunstverzamelingen en het
successierecht.
De Vereeniging tot het vormen
van een openbare verzameling van
Hedendaagsche Kunst, te Amsterdam,
heeft een adres gericht aan de Ko
ningin, waarin erop wordt aange
drongen, dat openbare kunstverzame
lingen van betaling van het recht van
successie over aan haar vermaakte
kunstwerken worden vrijgesteld. De
heeren mr. H. P. G. Quack, voor
zitter, jhr. mr. J. F. Backer, secretaris
en mr. Chr. P. van Eeghen, penning
meester van het bestuur der stichting
Rembrandt-Huis, gevestigd te Amster
dam, en haar ais zoodanig vertegen
woordigende, heoben zich in een
adres tot de Koningin gericht, waarin
zij zich geheel bij het adres der
eerstgenoemde vereeniging aansluiten
Aderssanten geven te kennen, dat
zij in het gebouw waar Rembrandt
van Rijn vroeger heeft gewoond, in
de Jodenbreestraat te Amsterdam, nu
trachten bijeen te brengen een ver
zameling van etsen en teekeningen
van den grooten schilder, en dat zij
daarin gesteund door de warme be
langstelling van Hare Majesteit en den
steun van zeer vele kunstvrienden
aanvankelijk reeds boven verwachting
zijn geslaagd. Zij pogen daarmede de
eer van Rembrandt en van geheel
het vaderland te handhaven terwijl de
verzameling dagelijks voor het publiek
toegankelijk is gesteld. De adressanten
meenen te mogen verwachten, dat ook
aan de Stichting Rembrand'.-Huis dooi
kunstvrienden bij wijze van legaat,
te eeniger tijd kunstwerken zullen
worden nagelaten, doch dat de Stich
ting Rem brandt-Huis ten eenenmale
de geldmiddelen mist, om de hooge
successierechten van de zeer kostbare
kunstwerken van Rembrandt te be
talen.
Ook het bestuur van Teyler's
Stichting te Haarlem heeft in een
adres van gelijke strekking denzelfden
wensch kenbaar gemaakt.
Ganeeskundig.onderzoek vóór het
huwelijk.
Naar aanleiding van de woorden,
gesproken door den minister van
landbouw, nijverheid en handel bij
de behandeling van de Staatsbegroo-
ting voor 19)4 in de Tweede-Kamer
„dat bij de algeheele regeling van de
ziektebehandeling veel meer door het
aansturen op het oprichten van sana
toria en ziekenhuizen moet getracht
worden ziekten te voorkomen", heeft
den toorn mijner ouders op mij laad
maar het vertrouwen in hem-heb ik,
voor altijd verloren
Martha had zich geheel hersteld,
haar aangezicht was bleek, zij zag
Adda met innige deelneming aan.
Toen deze had uitgesproken, waag
de zij nog een enkel woord.
„Het is mij alles nog niet recht
duidelijk," spiak zij, „en ik ben
bang, dat u in uw opwinding uw
familie toch onrecht doet. Spreek
tenminste openlijk over de zaak met
uw vader, hoor wat hij zegt."
Adda lachte bitter. „Wie mij be
driegen wil," antwoordde zij, „zou
ik dien omwaarheid smeeken?Neen
ik zou slechts woorden hooren, die
er op berekend zijn, mij nog meer
te bedriegen. De kunstenaar heet
Wildenfels. Frans heeft het gehoord,
dat mijn vader hem gezegd heeft,
aan een verre bloedverwantschap
met ons te geiooven. Hij schijnt er
echter ernstig bezorgd over te zijn,
dat men hem met erfaanspraken las
tig valt. Hij is ten zeerste veront
waardigd over een heer, die mijn
broeder heeft meegebracht en die,
nadat hij in onze bibliotheek heeft
het Comité ter bevordering van ge
neeskundig onderzoek vósr liet hu
welijk een adres gericht tot den mi
nister, om onder de aandacht van Z.
Exc. te brengen, dat ongetwijfeld tot
de krachtigste middelen die tot voor
koming van ziekten leiden, behoort
de bevordering van een geneeskundig
onderzoek vóór het huwelijk.
In het adres wordt voorts gezegd,
dat het Comité daardoor geheel me
dewerkt in de richting, door den mi
nister beoogd, en dat bet streven van
het Comité derhalve niet alleen de
uitvoering der Ziektewet op den duur
ten goede komt, maar ook als een
voordeel voor de geheele maatschap
pij is te beschouwen.
Het adres eindigt met den wensch,
dat bij de voorbereiding van de
wijziging der Ziektewet, hetzij op
andere wijze, met het streven van het
Comité zal kunnen worden rekening
gehouden.
De Unie-collecte.
Blijkens de in „De Stand", gepu
bliceerde lijsten van de 35e jaarcol-
iecie voor de scholen met den Bijbei
heeft die collecte, georganiseerd door
730 comités, f 108,083.25 opgebracht,
f6261.701/» meer dan verleden jaar.
Deze opbrengst is een record. De
eerste Unie-collecte,gehouden in 1879,
bedroeg f41,188 631/,. Zij klom tot
f 109,309.87 in 1886 en daalde toen
tot f 75,942.7211 in 1895. Daarna ging
zij weer naar boven.
De opbrengst der 35 Unie-coliec»
ten was gezamenlijk f3,092,846.45V».
Nationale Commissie tegen het
Alcoholisme.
Te Utrecht vergaderde de vorige
week de Nationale Commissie tegen
het Alcoholisme.
Te 2 uur opende de voorzitter d„e
vergadering der N.C.A. met een wel
komstwoord, inzonderheid zich rich
tende tot de pas toegetreden Orga
nisaties, ïi.1. de Studenien-Geheei
Onthouders-Vereeniging en de R.K.
Vereeniging voor Spoorwegpersoneel.
In zijn terugblik op den arbeid van
het afgeloopen jaar memoreerde de
Voorzitter de gehouden congressen
en betreurde het, dat een der'corpo
raties gemeend heeft zich te moeten
terugtrekken uit een Commissie,
waarin zij reeds overeenkomstig bij
gemeenschappelijk overleg gemaakte
piannen in volkomen harmonie sa
menwerkte, om redenen dus, geheel
vreemd aan het gemeenschappelijke
werk.
Na behandeling der huishoudelijke
zaken kwamen de rapporten der ver
schillende comissies aan de orde.
Die van de statistiek zet haar arbeid
rustig voort. De commissie voer ali%
hoicursussen voor studenten zal
winter geen cursussen te Delft
i .1..
gesnuffeld, zich geuit heeft, 4jat <$t$i
ons tot bedelaars zou kunnen ma
ken. Ik wil geen argwaan fEgen mijn
vader koesteren, maar ik bleef bij
de gedachte, dat hij met dezen ar
men kunstenaar een onedel spe!
heeft gedreven. Je hebt immers ook
gezegd, dat mijnheer Wildenfels er op
gezinspeeld heeft, dat hij wraak kon
nemen, als hij iaag genoeg was
daartoe. Neen, Martha, ik heb een
ander besluit genomen en hoe meer
ik er over nadenk, des te meer schijnt
het mij het juiste en het beste. Ik
ben den man, die mij het leven heeft
gered, dank schuldig; ik heb den
heiligen plicht jegens mij zelf, er
voor te zorgen, dat hij mij niet ver
keerd beoordeelt, niet veracht. Ik zai
mijn familie "in het geloof laten, dat
ik niets vermoed, niets weet, maar
ik zai er mij eerst de volle zeker
heid over verschaffen, dat ik mij in
den persoon niet vergis en danjmijn
redder laten weten, dat ik verre sta
van de intrigues, die hem beleedigd
hebben, dat ik hém in vurige dank
baarheid gedenk.
(Wordt vervolgd.)